• No results found

Dorpsstraat Omstreeks 1900 Wie waren toen de bewoners

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dorpsstraat Omstreeks 1900 Wie waren toen de bewoners"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dorpsstraat Omstreeks 1900 Wie waren toen de bewoners

Gerrit Buter

Deze prachtige foto (afbeelding la en 1b) wekte de belangstelling van de schrijver dezes om uit te zoeken wie er toen in die huizen woonden. De straat is nog net zo beklinkerd als de Spoorstraat er momenteel uitziet. De lindebomen die deze straat vroeger sierden zijn nog niet geplant. Alle huizen zijn inmiddels verdwenen, op nummer 83 na, waar momenteel een sportzaak gevestigd is.

In deze tijd werd de straat nog Grootestraat genoemd (ook wel Voorstraat of Hoofdstraat). De persoon op straat met de mand is de kruidenier Tijmen Smienk (26—2—1872) die op nummer 85 woonde. Naast de gaslantaarn staat Gerrit van Keulen uit Amersfoort (5-2-1885) die timmerknecht was bij Hendrik Bos op nummer 80. Hij trouwde met Lubbertje Bos en woonde in een boerderij in de Koesteeg, die met de razzia is verbrand en nimmer herbouwd.

Op afbeelding 2a en 2b is dezelfde straat te zien, maar dan bekeken vanaf de splitsing Dorpsstraat/Achterstraat richting Nijkerkerstraat. Het is een ansichtkaart van uitgeverij Nauta uit Velsen. Het vinden van de juiste huisnummers was moeilijk omdat er door splitsing of kamerverhuur subnummers werden gegeven. En om de tien jaar werd alles weer opnieuw vernummerd. Maar dankzij Levien Luteijn is dit gelukt, hoewel de kans op fouten natuurlijk blijft bestaan. Aanvullingen of correcties zijn daarom van harte welkom.

Dorpsstraat 88: Aart van Winkoop (6—8-1848). In 1908 kwam hier te wonen melkhandelaar Aart van Malenstein (14—4—1882)

(2)

met zijn vrouw Melisje van Winkoop (1-7-1882) en hun kinderen Gerritje en Gijsbert.

Dorpsstraat 86: Berendina van der Kolk (3 1-7-1 828 Dalfsen) wed. van Rutger Brinkman, met haar kinderen Rijntje Brinkman (10-2-1869) en Hendrik Marius Brinkman (1-3-1871), bakkersknecht. Verder nog Rutger Brinkman (22-11-1892), een neef.

Dit pand was voorheen de pastorie van de Chr. Ger. kerk die er naast was gelegen. Ds. H. Kuik was de laatste Chr. Ger. dominee die er woonde. Hij verhuisde in 1894 naar de Dorpsstraat 90, waarna mevr. Van der Kolk er kwam wonen.

Dorpsstraat 84/82: De Chr. Ger. Kerk tot 1903 en daarna de Ger. Kerk tot 1909. Daarna was het enige tijd een verenigingsgebouw genaamd Concordia. In 1924 werd het gesplitst in 2 woonhuizen.

Afbeelding 1a (boven) en 1b (onder), De Dorpsstraat omstreeks 1900

(3)

Dorpsstraat 80: Hendrik Bos (9-7-1 849) winkelier en aannemer, gehuwd met Klaasje Hendriksen (25-12-1853) met hun kinderen Klaas (16-3-1881), Lubbertje (29-8-1883), Helmig (2-12-1885), Hendrik (3-12-1891) en Johannes (10-10-1893). De timmer- schuur werd met de bevrijding kapot geschoten door de Canadezen omdat er een radiowagen van de Duitsers naast stond. Verder woonde hier op een kamer Hendrikje Dekker (3-1- 1807) wed. van Gerrit Schuurman.

(4)

Dorpsstraat 78: een gedeelte van nummer 80 en was op dat moment onbewoond. Voorheen woonde hier o.a. Heintje Kieft (10-1-1823), de moeder van Hendrik Bos. Van 1927 tot 1960 woonde er Aartje de Bruin (naaister).

Dorpsstraat 76: de linkerhelft van een boerderij met bewoners Renger Nummerdor (7-1-1842) met zijn vrouw Lijsje Vliek (15-3- 1829), wed. van Gerrit van Emous en hun kleinzoon Lubbert Dibbet (17-7-1895). Zij kwamen hier op 3 november 1899 wonen. Daarvoor woonden hier Anton Magg (5-3-1852 Wenen) met zijn vrouw Aartje Gits (7-6-l879) en hun dochter Josefa Magg (2-11-1897).

Dorpsstraat 74: De rechterhelft werd bewoond door Christiaan Velthuizen (6-10-1842), winkelier, met zijn nicht Helena Maria Meulenkamp (14-1 1-1870). Ze hadden een heel klein winkeltje in huishoudelijke artikelen en waren Rooms—katholiek. Als buurman Hendrik Bos na het eten uit de bijbel las, kwam Leentje (Helena) ook en stond in het portaal mee te luisteren.

Later kwam melkboer Simon Looijengoed alias Toet hier te wonen en bij de oudere Puttenaren goed bekend.

Dorpsstraat 72: Jan van Norden (2-1-1839) met zijn vrouw Geurtje Bos. Schilder Termaat bouwde later hier een nieuwe woning die met de razzia in brand werd gestoken. Hijzelf sneuvelde in mei 1940 als eerste Puttense slachtoffer.

Dorpsstraat 70: Evert Jan Hooijer, (31-10-1840) koopman, wedn.

van Aartje van de Beerenkamp en zijn vrouw Gerritje Schuurman (23-4-1849) met hun kinderen Lijsje en Gerard Hooijer. Later kwamen hier o.a. rijwielhersteller Antoon Tomassen en daarna een garagebedrijf.

Dorpsstraat 68: niet bewoond, vermoedelijk een schuur.

(5)

Dorpsstraat 66: Gedeeld met nummer 64. Hier kwamen in 1908 Roetert Bíjvank (16-11-1877), kleermaker met vrouw Evertje Bos (4—6-1882) en hun kind Gerritje (28-3-1908) te wonen, nadat het huis een tijd leeg had gestaan.

Dorpsstraat 64: Hier woonden Hendrik Bijvank met zijn vrouw Gerritje van den Berg.

Dorpsstraat 62: niet bewoond, waarschijnlijk de kolenschuur van Schut

Dorpsstraat 60: een kamer in de woning nummer 58, voor het eerst in 1921 bewoond door o.a. zuster Apollinia Hoogvliet.

Dorpsstraat 58: Café de Lindeboom, bewoond door Johanna Zwart (29-1-1833), wed. van Christiaan Schut met haar kinderen Wilhelmina (10-8-1866) en Hendrik Josephus Schut (16-3-1873). In 1903 trok de vrouw van Hendrik , Richarda van der Hoef (4-1 1-1880) hierbij in. Dit pand, alsmede de nummers 60 tot en met 66, werd door de Canadezen tijdens de bevrijding kapot geschoten omdat er Duitse officieren gelegerd waren.

Dorpsstraat 83: Een boerderij die bewoond werd door Adam Johannes Rutger ter Linden (11-12-1869), muziekonderwijzer en zijn vrouw Jannetje Barten (20-2-1872) met hun kinderen Gerardus Antonius Johannes (27-5-1894), Johanna Frederika (27—9-1895), Breunis 11-9-1899) en Adam Johannes Rutger (22-11-1900) en schoonmoeder Johanna Frederika Bosveld (27- 9-1837), wed. van Jan Nicolaas Barten. Ze verhuurden nog een kamer aan de onderwijzer Hendrik Jan van Zon (31-8-1880). In 1904 kwamen de timmerman Jan Snapper en zijn vrouw Aartje Dokter met hun 8 kinderen hier te wonen. Na de oorlog zaten hier o.a. meubelhandel Voerman en later Puttens Modeshop.

(6)

Dorpsstraat 81: een schuur met een stoommaalderij, van Dirk Huisman? (later het transportbedrijf ATO van Jannes en Herman van Beek).

Dorpsstraat 79: een boerderij samen met nummer 77. Hier woonden molenaar Dirk Huisman (19-11-1852) met zijn vrouw Jannetje van de Veen (10-4-1857) en hun kinderen Gerrit (22—

5-1881), Gijsbert (6-11-1882) en Evertje (16-7-1891).

Dorpsstraat 79 bis: een verhuurd gedeelte van nummer 79: Aagje Jansen (6-9-1844), wed. van Jan de Jong met haar zoon Dirk de Jong (4-9-1 881), onderwijzer. In september 1902 kwamen timmerman Jan van Westeneng (9-5-1822) met zijn vrouw Trijntje van der Zanden (24-12-1821), dochter Wijmpje van Westeneng (7-6-1857) en kleinkinderen Amia Knoppersen (29-3- 1889) en Jan Knoppersen (9-9-1894) er te wonen.

Dorpsstraat 77: dit gedeelte werd voor het eerst op 3 augustus 1908 apart bewoond en wel door molenaar Gerrit Huisman (22- 5-1881) met vrouw Everdina van Meerveld (14-3—1880) en zoon Dirk (26-10-1908). In de jaren 20 is deze boerderij gesloopt en is er een nieuwe woning gebouwd waar later op nummer 77 o.a.

schoenmaker Gerrit Horseling, bijgenaamd de Mug en daarna sigarenhandelaar Jan Loedeman woonden en op nummer 79 Jannes van Beek. Nummer 77 was tijdens de oorlog het voedselbureau Waar de voedselbonnen te verkrijgen waren voor dieren.

Dorpsstraat 75: Friedrich Hinziker, schoenmaker,(16-3-1845 te Effringen, Zwitserland), (wedn.van Hendrikje Rozeboom), met zijn vrouw Mechteltje Klaassen (25-2-1865) en hun kinderen Friedrik Hendrik (23-6-1880), Marinus Johannes (13-4-1893), Anna Maria (4-3-1895), Lubbert (3-1-1899) en Jan Klaassen (18- 3-1886), zoon van Mechteltje. Later woonde hier slager Berend Bakker.

(7)

Dorpsstraat 73: Eerste bewoners van deze in 1903 gebouwde woning waren: winkelierster Jannetje Barten (23-2-1872) die weduwe was geworden en met haar kinderen van de Dorpsstraat 83 kwam. Zij verhuurde o.a. kamers aan: tuinman Pieter Tuninga en Gerrit Meintema (12-7-1875), directeur stoom- zuivelfabriek. Na de oorlog woonde hier winkelier Teus Meijerink met zijn gezin.

Dorpsstraat 71: Gedeelte van een boerderij (zie ook nummer 69).

Deze oude boerderij werd slechts gebruikt voor tijdelijke bewoning. Ca. 1900 woonden hier Lammertje Verhoef(15-2- 1842) weduwe van Cornelis Pieter Verhoef en van Frederik Johannes Schraage, met haar zoon Frederik Johannes Schraage (12-9-1883). In 1903 woonde hier timmerman Willem Pasman (1 1-9-1868), wedn.van Lubberta Beekman, met zijn vrouw Gerritje Davelaar (1 1-12-1869) en hun dochter Neeltje ( 16-3-1900) Vier maanden later verhuisden ze al naar de Dorpsstraat 75 en kwam schilder Aart Termaat ( 12-7-1877) met zijn vrouw Aaltje Ernsten (20-10-1882) er te wonen. Nadat hun dochter Jansje (15-4-1904) geboren was verhuisden zij in 1906 en kwam het jonge echtpaar Barend Termaat (3-2-1886) en Ansje Emsten (11- 4-1888) er te wonen. In 1918 werd deze boerderij afgebroken en bouwde G. van Keulen een dubbel woonhuis.

Dorpsstraat 69: Net als nummer 71 was ook deze linkerhelft een tijdelijke woning. Het woongenot zal wel te wensen overgelaten hebben. Ca. 1900 woonde hier klompenmaker Elbert van Losenoord (16—1-1860) met zijn vrouw Jannetje Kuiper (3-9- 1872) en de kinderen Geurt (20-8-1896), Gerritje (9-4-1899) en Jacobus (11-11-1901). In november 1902 kwam Antonius Ganzevles (3-10-1847) met vrouw Petronella Hendrika Bruins ( 12-9-1858) en kinderen Petronella Cornelia en Anthonius er te wonen, maar een half jaar later verhuisden zij alweer en kwam karman Reinhard Visch (20—2-1870) met vrouw Maasje van de Wal (2-5-1877) en dochter Gerritje (29-1-1901) er te wonen.

Nadat dochter Dirkje (26-8-1903) hier geboren was, verhuisden

(8)

zij ook en kwam smidsknecht Cebes Martines Klarenbeek (23-5- 1878) met vrouw Everdina van Beek (28-2-1877) er te wonen.

Nadat hier hun kinderen Heintje ( 12-2-1904) en Reijer (21-1- 1906) waren geboren verhuisden zij ook en kwam timmerman Antoon Tomassen met zijn vrouw er te wonen voordat hij 1909 naar de Dorpsstraat 55 ging.

Dorpsstraat 67: de winkel van Gerard Janssen.

Dorpsstraat 65: Gerard Janssen (9-5-1869) bakker, met zijn vrouw Trijntje Zegers (5-9-l858), hun zoon Geurt (7-6-1894) en nichtje Gerritje Zegers (24-2-1900).

Dorpsstraat 63: bestond nog niet, later de Werkschuur van koperslager Klaas Bos.

Dorpsstraat 61: De rechterhelft van een oude boerderij: Hendrik Knevel, tuinman (14-11-1869), zijn vrouw Jannetje van Meerveld en hun kinderen Marten (29-3-1893) en Hendrikje (5-7-1896).

Op 11 juni 1900 woonde hier schilder Aart Brouwer (30-8-1868) met zijn vrouw Heintje van Malestein en 4 kinderen. Op 22 september 1902 woonde hier de nachtwacht Jacobus Hermanus Kraaijenhof (23—4-1839) met zijn vrouw Wijmtje Kraaij (20-11- 1845) en 3 kinderen en op 6 oktober 1908 Klaas Mosterd (22- 10-1866) met zijn vrouw Hendrikje Stip (5-10-1867) en 4 kinderen. Deze boerderij was waarschijnlijk niet erg comfortabel;

er was veel verloop. De boerderij was van Bessel van Boeijen en hij verhuurde beide helften. Bessel is hier zelf geboren op 2-4- 1859. Hier kwam later de winkel van Klaas Bos.

Dorpsstraat 59: bestond nog niet, later de timmerschuur van Gerrit van Keulen.

Dorpsstraat 57: de linkerhelfl van de boerderij van Bessel van Boeijen. Nadat Bessel eind 19e eeuw vertrokken was naar de Dorpsstraat 38 werd de boerderij gesplitst in 2 wooneenheden.

(9)

Rond 1900 woonden hier: Bart Jan van Rijn, veldwachter (6-1- 1852) met zijn vrouw Jannetje Plug (5-1-1864) en hun kinderen Albert (11-2-1890), Dirk (17-4-1892), Maartje (20-12-1894), Evert (20-12-1894), Metje (31-1-1897) en Aaltje (26-3-1900). Op 1 maart 1901 verhuisden zij naar C 59 en kwamen hier te wonen vrachtrijder Cornelis Schreuder (15-3-1863) met zijn vrouw Steventje van den Broek (26-10-1872) en hun kinderen Hendrik (17-8-1893), Gerrit (25-12-1896), Hendrikje (23-5-1900) en Hendrika (18-11-1904). Deze oude boerderij werd in 1850 bewoond door Hendrik Lubbersen van Boeijen, schoenmaker, (17-2-1819) met zijn vrouw Geertje van den Bijtel (31-5-1823).

Hier werden hun kinderen geboren o.a. Bessel en Steventje (8—

6-1861). Verder woonden erbij in landbouwer Aart Bouw, (9-3- 1779) wedn. van Metje van den Bijtel en enkele schoenmakersknechten. Er werden tevens kamers verhuurd.

In 1924 kochten timmerman Gerrit van Keulen en koperslager Klaas Bos (ook wethouder) samen de oude boerderij om er beiden hun bedrijf te vestigen. Er werd geloot en Gerrit van Keulen mocht het eerst kiezen. Hij koos de linkerhelft. De boerderij werd gesloopt en er werden twee winkels/woonhuizen met schuren gebouwd die onlangs weer

zijn afgebroken.

Dorpsstraat 55: In dit boerderijtje woonden rond 1900 Jan Dekker (25-2-1870) met zijn vrouw Hendrika Blom (8-11-1875) en hun kinderen Gangelof (21-2-1895) en Hendrik (9-6-1899).

Tevens werden hier hun kinderen Evertje( 12-12-1901), Stientje (15-9-1903), Jan (12-8-1905) en Gerard (25-1-1908) geboren. In 1909 verhuisde het gezin naar het buitengebied en kwam rijwielhersteller Antoon Tomassen (8-7-1883) met zijn vrouw Everdina Zweerdina van Ewijk (5-10-1883) er te wonen. Later na nieuwbouw kwamen hier o.a. boekhandelaar (later sigarenhandelaar) Jan Loedeman (2-11-1878) met zijn vrouw Kuintje Vedder (28-4-1883) en hun kinderen Woutera (19-8- 1908) en Elisabeth Teuntje (Betje voor de oudere rokers onder ons) (7-10-1914) te wonen.

(10)

Dorpsstraat 53: Huibert Barend Pasman (31-7-1853) bakker, en zijn vrouw Willempje van Donkersgoed (28-2-1855). Nadat zij vrouw overleden was verhuisde Huibert in 1906 naar de Dorpsstraat 89 en trok hij in bij zijn zwager Cebes Horseling.

Daarna kwam slager Hermanus Hendrik Timmer(12—3—1863) uit Ede met zijn vrouw Jacomina Dirksen (8-11-1875) en 8 kinderen. Hij heeft er lange tijd zijn bedrijf uitgeoefend, nadat de boerderij was verbouwd. In de jaren ‘50 vestigde zich hier vishandelaar Hendrik (van Jannetje) Foppen uit Harderwijk die getrouwd was met Annetje Bos, dochter van groenteboer Gijsbert Bos uit de Dorpsstraat.

+++

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Z o bezien was de Bataafse opstand geen nationale opstand, maar onderdeel van de burgeroorlog en ging het niet zozeer om een oorlog tussen Romeinen en Germanen, maar tussen

Maar de bloei van de Nederlandse vakbeweging begon pas tijdens de Eerste Wereldoorlog toen de vakbonden door het kabinet als volwaardige deelnemers in het economische leven

Aangezien het woord gueux in Noord-Frankrijk thuis is, waar de Goten slechts een van meerdere minderheden moeten zijn geweest in een grotendeels Frankisch gebied, lijkt

Ten slotte is het team waarin een respondent werkzaam was in de analyse opgenomen. Deze analyse konden wij niet verrichten met behulp van de observatiegegevens vanwege de manier

2d: De foto laat zien dat de Zoeloes in hele andere dingen geloofden dan de christenen.. Daardoor kunnen we nooit een volledig beeld krijgen. B Zolang onderzoekers kritisch naar

Met deze ruime aandacht voor de bredere ontwikkelingen voorafgaand aan en tijdens de Opstand poogt de auteur op basis van de historiografie grip te krijgen op de hoofdlijnen van

het voorhoofd bewees, dat hij meermalen blijken van zijne onversaagdheid moest gegeven hebben; zijne vaste, bevallige, goede en welbestierde houding te paard, toonde, dat hij reeds

[r]