Les 12 voor 20 maart 2021
Persoonlijke verlossing:
De aard van zonde. Jesaja 59:1-15
Er wordt vergiffenis aangeboden. Jesaja 59:16-21 Het werk van de verlosten. Jesaja 60
Universele verlossing:
Het jaar van het welbehagen van de HEERE. Jes. 61:1-3 De dag van wraak. Jesaja 61:2
De hoofdstukken 59 tot en met 61 van Jesaja gaan over de menselijke geneigdheid tot zonde en de gevolgen daarvan.
Ze gaan ook in op Gods neiging tot vergeving en het verlossingsplan.
In deze hoofdstukken is er ook een universele oproep tot bekering - zowel van God als van Zijn volk - en de consequenties van het afwijzen ervan worden uitgelegd.
Vervolgens (in vers 2) legt Hij uit dat het probleem niet God is, maar de mensheid. Zonde scheidt de mens van God. De reactie van de mens op deze scheiding is van God weg te rennen en zich over te geven aan de zonde (Genesis 3:8).
Als we blijven toegeven aan zonde en niet tot God willen komen (dat wil zeggen: we leggen de stem van de Heilige Geest het zwijgen op), dan zal de onoverbrugbare breuk tussen God en ons nooit verdwijnen.
Geconfronteerd met de vraag “Waarom [...] hebt u het niet gezien;
[...] en waarom hebt u er geen acht op geslagen? " (Jesaja 58:3),
luidde Gods antwoord: “Zie, de hand van de HEERE is niet te kort dat ze niet zou kunnen verlossen, en Zijn oor is niet toegestopt dat het niet zou kunnen horen." (Jesaja 59:1)
"Luister niet naar de suggestie van de vijand om van Christus weg te blijven tot u zich verbeterd hebt, tot u goed genoeg bent om tot God te komen. Als u tot dat ogenblik wacht, zult u nooit komen. Als Satan op uw vuile klederen wijst, herhaal dan de belofte van Jezus: “Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”
Ellen G. White (Christ's Object Lessons, hfdst. 16 pag. 205 — Lessen uit het leven van alledag, hfdst. 16 blz.121)
"En naar Sion zal een Verlosser komen voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren, spreekt de HEERE." (Jesaja 59:20)
Wat is de sleutel tot verlossing?
1. Als dit zou zijn dat we voorgoed met zondigen moeten stoppen, dan zouden we een serieus probleem hebben, want "er is
niemand die goed doet". (Romeinen 3:12)
2. Het is de vergeving te accepteren die God biedt. Dit is de juiste manier (Jesaja 1:18; Jeremia 31:34). En we kunnen het gratis krijgen! (Romeinen 3:24).
Berouw en een verlangen om de zonde op te geven zijn noodzakelijk voor oprecht berouw (Handelingen 3:19).
Het geloof dat we gered zijn, wordt getoond door onze werken (Jakobus 2:18).
Wat betekent "zich afkeren van overtreding"?
(maandag)
“Genade is een onverdiende gunst, en de gelovige is gerechtvaardigd zonder enige verdienste van zichzelf, zonder op God een beroep te doen op enige aanspraak. Hij wordt gerechtvaardigd door de verlossing die in Christus Jezus is, die in de hemelse hoven staat als plaatsvervanger en borg van de zondaar […] Geloof werkt door liefde en zuivert de ziel. Het geloof ontluikt en bloeit en brengt een oogst van kostbare vruchten voort. Waar geloof is, verschijnen goede werken."
Ellen G. White. (Selected Messages, boek 1, hoofdstuk 62 — "Gerechtvaardigd door geloof",
"Goede werken de vrucht van het geloof", pag. 398)
"En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad." (Jesaja 60:3)
Degenen die het licht van de Verlossing hebben ontvangen, moeten dat licht weerkaatsen en daarmee de wereld verlichten (Mattheüs 5:14).
God beloofde het volgende aan iedereen die de verlossing aanvaardt: “De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad." (Jesaja 60:19)
Noach was "een prediker van gerechtigheid" in de wereld voor de zondvloed (2 Petrus 2:5)
Gods verbond met Abraham omvatte een zegen voor alle naties (Genesis.22:18)
Jezus gaf de kerk de opdracht om het Evangelie 'tot aan het einde der aarde' te verspreiden (Hand. 1:8)
'Het is ons voorrecht om ons hart te openen en de Heiland binnen te laten.
Laten we Hem loven voor de helderheid van Zijn aanwezigheid. Laten we de zonneschijn van Zijn liefde op ons aangezicht dragen en in onze woorden brengen. Dan zal Zijn vreugde in ons zijn en zal onze vreugde volledig zijn."
Ellen G. White (The Upward Look, 8 mei)
Wat was het werk van de Messias tijdens "het jaar van het welbehagen van de HEERE"?
1. Om de armen goed nieuws te brengen 2. Om de gebrokenen van hart te genezen.
3. Om vrijlating uitroepen over de gevangenen 4. Om voor wie gebonden zaten, de gevangenis te
openen
5. Om alle treurenden te troosten
6. Om te gevenaan degenen die in Zion rouwen:
a) Sieraad in ruil voor as
b) Vreugdeolie in plaats van rouw.
c) Een lofgewaad in plaats van een benauwde geest
Is dit alleen het werk van Jezus (Lucas 4:16-21)? Of is het ook ons werk om "het jaar van het welbehagen van de HEERE" aan te kondigen
'Wandel nederig met God en vraag Hem om uw koers van plicht duidelijk te maken.
Als Hij tot Zijn vertegenwoordigers spreekt en hen vraagt om samen met Hem mede- arbeiders te worden, zullen ze hetzelfde soort werk doen dat Jezus aankondigde als Zijn werk toen Hij in de synagoge in Nazareth opstond om voor te lezen."
Ellen G. White (Testimonies for the Church, book 9, hoofdstuk 22, pagina 202)
"Om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God..." (Jesaja 61:2)
Toen Jezus in Nazareth uit Jesaja las, stopte Hij net voor "de dag van wraak". Waarom?
Op een dag zal God wraak nemen op Zijn vijanden en recht doen (Jesaja 63:4; Nahum 1:9;2 Timotheüs 1:8; Openbaring 19:15). Hij zal dat doen met billijkheid, dan zal elke knie buigen voor Zijn volmaakte gerechtigheid (Jesaja 45:23; Filippenzen 2:9-11).
Het werk van Jezus op dat moment was niet om de wereld te oordelen
(Johannes 12:47).
Wraak kon wachten.
Het is vandaag niet het moment om Gods ultieme gerechtigheid te verwachten. We worden
aangemoedigd om wraak aan God over te laten (Romeinen 12:20).
SAMENVATTING: Les 12 voor 20 maart 2021
God zuivert een onreine samenleving door de opstandelingen te verwijderen.
Hij herstelt het verbond met het overblijfsel dat zich afwendt van de zonde die scheiding bracht tussen hen en God. Door de zegeningen van Gods aanwezigheid komen mensen uit
andere volken ook tot God en Zijn volk opdat zij zich ook kunnen verheugen in de tijd van Gods gunst, die door de Messias werd aangekondigd en bewerkstelligd.
(Johannes 3:14,15)
Zouden zij met een hart vol haat tegenover God, onder de hemelse scharen kunnen leven om samen hun stem in lofzangen te verheffen? Zouden zij de heerlijkheid van God en van het Lam wel kunnen verdragen? Neen, beslist niet! [….]Hun leven van opstand tegen God heeft hen ongeschikt gemaakt voor de hemel. De reinheid, heiligheid en vrede die daar heersen zouden een kwelling voor hen zijn; de heerlijkheid van God zou een verterend vuur zijn. [….] Het lot van de goddelozen is een gevolg van hun eigen keuze. God is rechtvaardig en barmhartig, maar zij hebben zelf voor hun uitsluiting uit de hemel gekozen.
Ellen G. White (The Great Controversy [Het Grote Conflict], hoofdstuk 33, pag.542)
