• No results found

3 Conclusies en afspraken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "3 Conclusies en afspraken "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

Kwaliteitsonderzoek Voortgezet Onderwijs bij

Scholengemeenschap Bonaire, afdeling Junior en Praktijkonderwijs

Plaats : Kralendijk, Bonaire BRIN-nummer : 30GR-2

Onderzoeksnummer : 258248

Datum schoolbezoek : 19 september 2013

Rapport vastgesteld te Tilburg op 19 november 2013

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 5

2 Bevindingen 7

3 Conclusies en afspraken 12

(4)
(5)

1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 september 2013 een onderzoek uitgevoerd op het Junior College en de afdeling Praktijkonderwijs van de

Scholengemeenschap Bonaire naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving.

De conclusies van dit onderzoek kunnen worden beschouwd als een integrale beoordeling op basis waarvan de scholen en hun besturen kunnen werken aan het consolideren en borgen van bestaande kwaliteit, alsmede gerichte maatregelen kunnen treffen om geconstateerde tekortkomingen op te heffen. De inspectie beoordeelt over een periode van vijf jaar (2012-2016) jaarlijks op alle scholen aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en volgt nauwgezet de

verbeteractiviteiten. In 2016 zal de school aan alle aspecten van basiskwaliteit moeten voldoen.

Toezichthistorie

Vanaf november 2011 heeft de inspectie verschillende toezichtactiviteiten

uitgevoerd om de voortgang van het verbetertraject op het Junior College van de Scholengemeenschap Bonaire te monitoren. In het voorjaar van 2012 en 2013 hebben voortgangsgesprekken plaatsgevonden en in het najaar van 2011 en 2012 kwaliteitsonderzoeken.

In het huidige kwaliteitsonderzoek is de kwaliteit van het onderwijs opnieuw

beoordeeld. Ze is vergeleken met de kwaliteit die in 2012 werd vastgesteld. Op deze wijze wordt in beeld gebracht in hoeverre de verbeteractiviteiten tot zichtbare resultaten leiden.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het document De Basiskwaliteit van het Primair en Voortgezet Onderwijs in Caribisch Nederland (Inspectie van het Onderwijs, Utrecht, maart 2011). Dit document sluit aan op het Toezichtkader po/vo 2011. Beide documenten zijn te vinden op

www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Hoofdstuk 3 geeft de conclusies en afspraken met de school weer.

Onderzoeksopzet

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie de kwaliteit van de volgende kwaliteitsdomeinen: Leerstofaanbod, Onderwijstijd, Schoolklimaat, Pedagogisch- didactisch handelen, Zorg en begeleiding, Leerprestaties en Kwaliteitszorg.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

 Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.

 Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

(6)

Pagina 6 van 12

 Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten:

- Strategisch Beleidsplan 2013 – 2015, - Mentorlijn Junior College SGB

- Overgangsregeling.

 Schoolbezoek, waarbij verschillende lessituaties in de praktijk zijn geobserveerd.

 Gesprekken met de directie en de intern begeleider/ zorgcoördinatoren over de kwaliteit van verschillende aspecten waaronder kwaliteitszorg en

leerlingenzorg.

 Een gesprek met leraren, leerlingen en ouders.

 Een eindgesprek met de directie na afloop van het schoolbezoek.

(7)

2 Bevindingen

In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. Per kwaliteitsdomein, met uitzondering van het domein Leerprestaties, wordt beschreven hoe de kwaliteit zich verhoudt tot de Nederlandse inspectienormen. Deze bevindingen worden vooralsnog niet weergegeven in de vorm van een score maar in een beschrijving van de aangetroffen kwaliteit.

Voor de leerprestaties geldt een andere benadering. Hiervan geeft de inspectie aan of de school naar haar oordeel bij de meest recente opbrengstmeting door middel van landelijk genormeerde toetsen, voldoende vooruitgang heeft geboekt ten opzicht van de beginsituatie (zoals vastgesteld tijdens het eerste inspectieonderzoek in 2008) en ten opzichte van de vorige toetsafname. Een definitieve inspectienormering voor de leerprestaties in Caribisch Nederland wordt nog ontwikkeld.

Algemeen beeld

Het Junior College voldoet nog niet aan de basiskwaliteit. De kwaliteitsdomeinen onderwijstijd en schoolklimaat worden positief beoordeeld. De overige kwaliteitsdomeinen zijn nog onvoldoende.

In 2011 constateerde de inspectie dat alleen het schoolklimaat voldoende was en in november 2012 was de kwaliteit van het onderwijs op het Junior College niet aantoonbaar verbeterd. De lessen werden gekenmerkt door veel onrust en onvoldoende structuur en van een vruchtbaar

onderwijsklimaat kon niet worden gesproken. In 2013 heeft het Junior College een aantal grote stappen gezet in haar verbeterproces. De aanpak om te verbeteren is robuust geweest en heeft tot het nodige resultaat geleid. De stappen zijn nog niet direct terug te zien in de beoordeling van de kwaliteitsdomeinen, maar leiden tot een positieve ontwikkeling in de kwaliteitsverbetering.

Zo constateert de inspectie dat de sfeer op het Junior College rustiger, positiever en productiever is, zowel in de lessen als op het schoolplein.

Ook ziet de inspectie een stijgende lijn in de ontwikkeling van de school en stelt vast dat visie, overtuiging en daadkracht nodig zijn om alle docenten eigenaar te maken van het verbeterproces. Daarbij is het nodig dat de plannen omgezet worden in concrete uitvoerbare acties voor de docenten. De teamleiders moeten meer in positie worden gebracht om na te gaan of de acties ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. De directie dient ze daarin te ondersteunen door de grote lijn, de fasering en de samenhang in het verbetertraject te bewaken.

Hieronder volgt een toelichting per kwaliteitsdomein.

Toelichting Opbrengsten

De leerlingen behalen in de onderbouw nog niet het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. Wel heeft de directie meer zicht op de

beginsituatie van de leerlingen die op het Junior College instromen. De instroom (uitstroom vanuit het basisonderwijs) is met behulp van de Cito- volgtoets van het primair onderwijs geanalyseerd.

(8)

Pagina 8 van 12

Uit deze analyse blijkt dat het merendeel van de leerlingen die op de vmbo afdeling van het Junior College instromen op het gebied van begrijpend lezen en woordenschat een score behalen die vergelijkbaar is met leerlingen uit groep 4 of lager. De analyse heeft de school gebruikt voor de determinatie van leerlingen in taalsterke en taalzwakke groepen.

Belangrijk is het overzicht en de analyse te blijven uitvoeren om de instroom over de jaren te volgen en vergelijken. Ook heeft de directie de resultaten van de Cito VAS-toetsen van 2012 -2013 geanalyseerd en concludeert dat alle leerwegen onder het niveau scoren op alle

verschillende vaardigheden. De afname van de nieuwe VAS-toetsen zullen leiden tot een toewijzing van de leerlingen in de extra taal en steunlessen.

Uit de analyse van de in- door en uitstroomgegevens (IDU gegevens) van de inspectie blijkt het volgende:

- het merendeel van de leerlingen die op het Junior College instromen worden na het tweede leerjaar geplaatst in de leerweg basis / kader.

De uitstroom na het Junior College is : 37% naar basis / kader, 24 % naar de theoretische leerweg, 17% naar de havo en 5% naar vwo.

- 10% van de leerlingen doet de tweede klas van het Junior College over.

- 7 % van de leerlingen verlaat de school.

De inspectie stelt vast dat de leerlingen in het Junior College voldoende snel doorstromen. Wel blijkt dat in de derde klas van de vmbo afdeling, zowel basis/ kader als de theoretische leerweg, een hoog percentage leerlingen blijft zitten. Afstemming met de bovenbouw van het vmbo zou een doorgaande lijn kunnen versterken.

Leerstofaanbod

Het leerstofaanbod voldoet nog niet aan de basiskwaliteit, omdat het nog onvoldoende is afgestemd op de talige onderwijsbehoeften van de

leerlingen. Wel is er een aantal belangrijke ontwikkelingen te melden als het gaat om het leerstofaanbod.

De vakgroepen zijn bezig met het ontwikkelen van PTO’s (programma van toetsing en afsluiting in de onderbouw) en gaan na of hun leerstofaanbod dekkend is voor de kerndoelen. Het is belangrijk om deze ontwikkeling voort te zetten en contact te zoeken met de bovenbouw van het vmbo voor afstemming. In vergelijking met vorig schooljaar heeft de school ook een stap gezet in de uitwerking van het taalbeleid. Zo heeft er

bijvoorbeeld een conferentie plaatsgevonden waarbij docenten zijn ingelicht over het doel en nut van vaktaalondersteuning. Er wordt aan woordenschatuitbreiding gewerkt en spreekvaardigheid en

schrijfvaardigheid wordt geoefend middels projecten. In de lessen ziet de inspectie een gerichte taalondersteuning nog niet terug en constateert dat een verdere implementatie en concretisering van taalondersteuning nodig is.

Het praktijkonderwijs heeft het afgelopen schooljaar gewerkt aan het versterken van haar aanbod. Het aanbod is thematisch uitgewerkt en er is een jaar- en weekplanning waarbij de vakken Nederlands, Engels en Papiaments, rekenen/wiskunde, informatica en sociale vaardigheden aan bod komen. Het lesmateriaal komt uit de methode Promotie, maar moet door de teamleden in het Papiaments vertaald worden. De inspectie vindt dat de school een goede lijn heeft uitgezet. Het is zaak om ook voor de hogere groepen de uitwerking voortvarend op te pakken. Het aanbod kent nog geen differentiatie en koppeling met de individuele

ontwikkelplannen (IOP’s), hetgeen wel noodzakelijk is in het praktijkonderwijs.

(9)

Onderwijstijd

Het domein onderwijstijd is voldoende omdat de leerlingen van het Junior College voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken.

De school programmeert genoeg onderwijstijd, zodat er ondanks lesuitval voldoende gerealiseerde onderwijstijd overblijft. De school heeft

vervanging geregeld als de lessen uitvallen. De inspectie vindt dat de school nog eens kritisch kan kijken of er voldoende rendement wordt gehaald uit de vervangingslessen.

Schoolklimaat

De inspectie beoordeelt het schoolklimaat evenals vorig schooljaar positief. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en

respectvolle omgangsvormen. Er is ook nog een aantal verbeteringen te melden. In en buiten de klaslokalen heerst er meer rust en structuur. Voor nieuwe docenten is een introductieprogramma opgesteld. De ouders, die de inspectie heeft gesproken, zijn tevreden over de begeleiding die de mentoren bieden. Wel vragen ze aandacht voor de pesterijen die soms plaatvinden tussen de leerlingen. Met name het onzichtbare digitale pesten is een nieuw fenomeen. Binnen de mentorlessen zou hier expliciet aandacht aan besteed kunnen worden.

Pedagogisch-didactisch handelen

De inspectie constateert dat in 75% van de lessen geen sprake is van basiskwaliteit en beoordeelt het domein pedagogisch-didactisch handelen daarom nog als onvoldoende. Het domein pedagogisch-didactisch

handelen bestaat uit duidelijke uitleg, efficiënte organisatie van onderwijsactiviteiten en het taakbetrokken houden van leerlingen.

Er zijn wel grote verschillen tussen docenten te constateren. Met name in de klassen met leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg ziet de inspectie handelingsverlegenheid bij docenten. Binnen het team van het Junior College zou men met elkaar de vraag kunnen bespreken “wat hebben de leerlingen van de verschillende leerwegen nodig aan pedagogische aanpak en didactische begeleiding?” In de fasen van het ingevoerde directe instructiemodel zou men kunnen aangeven waar de behoeften van de verschillende doelgroepen leerlingen liggen.

De inspectie is van mening dat een aantal geobserveerde lessen aan effectiviteit en rendement kan winnen. Zo kan de actieve betrokkenheid vergroot worden door bij de leerlingen na te gaan of de uitleg ook echt is overgekomen. Daarnaast kunnen docenten consequenter terugblikken op het leerdoel dat is gesteld en de betrokkenheid kan vergroot worden door meer interactieve instructie te geven. Ook kan het rendement van de les vergroot worden als leerlingen meer feedback krijgen op hoe ze aan een antwoord zijn gekomen. De inspectie heeft afstemming van aanbod, instructie en verwerking op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen nog niet in de lessen kunnen waarnemen.

Zorg en begeleiding

Het domein begeleiding is van voldoende basiskwaliteit. De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen, maar de inspectie

beoordeelt de planmatigheid van de leerlingenzorg nog als onvoldoende.

De leerlingbegeleiding is goed opgezet binnen het Junior College. De school maakt gebruikt van genormeerde toetsen om de beginsituatie in kaart te brengen en om de vorderingen te volgen. Naar aanleiding van leerlingbesprekingen analyseren de zorgcoördinator en de leraren systematisch de voortgang in de ontwikkeling. Er is een digitaal

volgsysteem ingevoerd om gegevens te registreren. De effectiviteit van genoemd systeem staat of valt met het consequent voeden van het

(10)

Pagina 10 van 12

De werkwijze en procedures waarlangs de leerlingenzorg loopt, zijn duidelijk beschreven. De eerste lijnszorg wordt zoveel mogelijk uitgevoerd door de mentoren, zij kunnen daarbij een beroep doen op de

zorgcoördinatoren, die ondersteuning bieden aan het maken van groepshandelingsplannen. Deze plannen zijn in ontwikkeling.

Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen echter nog onvoldoende planmatige ondersteuning. Er zijn nog geen individuele handelingsplannen opgesteld. De inspectie merkt ook op dat de ambulante begeleiding en ondersteuning vanuit het eoz kan worden verbeterd. Wel is de school te spreken over de ondersteuning van de schoolmaatschappelijk werkster van het eoz.

De inspectie heeft vastgesteld dat voor de leerlingen die van de

schakelklassen naar het Junior College overgaan geen speciale begeleiding of zorg is geregeld. Dit is verbazingwekkend, aangezien het gaat om een overgang van leerlingen binnen dezelfde school. Eén jaar lang heeft de school informatie verzameld over deze leerlingen met zeer specifieke onderwijsbehoeften, die op het Junior College niet wordt gebruikt. Voor deze groep leerlingen dient de school een doordacht plan van begeleiding en monitoring op te stellen.

Aan het begin van het jaar worden eigen gemaakte toetsen afgenomen om de beginsituatie van de leerlingen in kaart te brengen. Voor de

eerstejaars Pro leerlingen worden Individuele ontwikkelplannen opgesteld.

De leerlingcoach begeleidt de leerling bij het invullen van het plan. Het IOP is in ontwikkeling en voldoet nog niet aan de eisen die de inspectie daar aan stelt. Ook gebruikt het praktijkonderwijs nog geen genormeerde toetsen om de voortgang van leerlingen te meten. De resultaten van dergelijke toetsen zouden in toenemende mate hun weg moeten vinden naar handelingsplannen of IOP’s, om de relatie tussen voortgang, leerlijn en begeleiding helder te maken. Van samenhang tussen zaken als leerdoelen, handelingsadviezen en gegevens over de voortgang (blijkend bijvoorbeeld uit toetsgegevens) van een leerling is nog geen sprake.

Kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg heeft dit jaar meer vorm gekregen, maar van een afgerond cyclisch proces van analyseren, doelen stellen, evalueren en waarborgen is nog geen sprake. Daarom wordt het domein kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. Een aantal elementen van kwaliteitszorg is verder uitgewerkt. Zo is er meer zicht op de instroomgegevens van de leerlingen. Deze gegevens vormen de basis voor plaatsing van de

leerlingen en determinatie. Richtlijnen voor determinatie zijn schoolbreed beschreven en vastgesteld. Ook zijn er instrumenten die de school in staat stellen om de vorderingen en resultaten van de leerlingen te volgen. Ook wordt de kwaliteit van het primaire proces geëvalueerd en heeft de school zicht op de lespraktijk. Er is fors geïnvesteerd in de lesbezoeken.

Leerlingen en ouders worden systematisch bevraagd. De inspectie merkt op dat bij het systematisch evalueren van het onderwijs ook een evaluatie hoort van de zorg en begeleiding op schoolniveau. Wat is het resultaat van alle inspanningen die vanuit de leerlingenzorg worden verricht om te komen tot betere resultaten? Worden leerlingen die uitvallen ook tijdig aangemeld voor extra begeleiding en wat is het resultaat hiervan? Hoe is de samenwerking tussen de zorgfunctionaris , het eoz en de individuele docent? In het kader van systematische kwaliteitszorg is het dus belangrijk om periodiek de kwaliteit van de zorg en begeleiding te evalueren.

(11)

Met betrekking tot het waarborgen van deugdelijke examens en toetsen blijkt uit de plannen en de gesprekken die hierover zijn gevoerd, dat dit onderdeel nog in ontwikkeling is. Ook ontbreekt een uitgewerkt

locatieplan dat op basis van alle evaluatiegegevens en het strategisch beleidsplan van de school tot stand is gekomen.

(12)

Pagina 12 van 12

3 Conclusies en afspraken

Onderwijskwaliteit

Het schoolklimaat, onderwijstijd en de leerlingbegeleiding voldoen aan de basiskwaliteit. Er is hard gewerkt aan planvorming in

kwaliteitsverbetering. Deze plannen moeten daadwerkelijk worden ingevoerd waarbij ze vertaald moeten worden in concrete, uitvoerbare acties voor de docenten.

Naleving

De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

Afspraken

Op grond van de hierboven beschreven bevindingen en conclusies heeft de inspectie de volgende afspraken met het Junior College gemaakt.

Voor 1 april 2014 stuurt de school de volgende onderdelen op:

 De school werkt de PTO’s concreter uit en maakt een overzicht met de leerstof met eindtermen per vak voor de onderbouw.

 Een uitwerking van individuele ontwikkelplannen en uitstroomprofielen met leerstof op maat voor leerlingen van het praktijkonderwijs.

 Een uitgewerkt taalbeleid met concrete aanwijzingen voor de leraren in de klas.

 Afspraken over de kwaliteitswaarborging van toetsen en testen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van de doelstellingen van de kwaliteitsagenda voor het onderwijs in Caribisch Nederland en aan de hand van een analyse van de schoolkwaliteit door de in 2011 aan de school

Indien bij docenten de urgentie aanwezig is dat voor hun doelgroep differentiatie belangrijk is, dan zou een volgende logische stap in het verder ontwikkelen van de kwaliteit van

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 16 november 2017 een onderzoek uitgevoerd op Scholengemeenschap Bonaire - Unit VMBO, naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 15 november 2017 een onderzoek uitgevoerd op Scholengemeenschap Bonaire - Unit Speciale lesplaatsen voor Praktijkonderwijs, de

Op grond van de hierboven beschreven bevindingen heeft de inspectie de volgende afspraken gemaakt met de directie van de unit Speciale lesplaatsen Voor 1 januari 2017 ontvangt

Tijdens dit, op proportionele wijze uitgevoerde, kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie vast dat de Skol Amplio Papa Cornes de basiskwaliteit van haar onderwijs heeft

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 26 september 2016 een onderzoek uitgevoerd op het Kolegio San Luis Bertran naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving

Tijdens dit, op proportionele wijze uitgevoerde, kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie vast dat het Kolegio Kristu Bon Wardador de basiskwaliteit van haar onderwijs