• No results found

Goeie ontvanGst | 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Goeie ontvanGst | 3"

Copied!
82
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Goeie ontvanGst | 3

Beste begeleider,

Voor het nieuwe werkjaar kozen we als jaarthema ‘Goeie Ontvangst’. We willen immers onze jongeren in onze groepen telkens opnieuw met open armen ontvangen! We zijn steeds blij te horen als jongeren zich welkom weten en zich thuis voelen in onze werking.

We kozen als inspiratiebron voor dit jaarthema het bijbelverhaal van de verloren zoon. Een inspirerend verhaal dat ons ook de gastvrijheid van God leert herkennen.

In deze map vinden jullie werkvormen en methodieken om samen met jongeren aan de slag te gaan, om hen uit te dagen, om samen op weg te gaan, te bidden en te bezinnen.

We wensen jullie een inspirerend werkjaar met een goeie ontvangst voor alle jongeren!

Annelien Boone

voorwoord

(2)
(3)

Goeie ontvanGst | 5

BijBeltekst Lucas 15, 11-32

Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. [12] De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. [13] Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. [14] Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. [15] Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. [16] Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. [17] Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. [18] Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, [19] ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” [20] Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen.

Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.

[21] “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.”

[22] Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. [23] Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, [24] want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”

En ze begonnen feest te vieren.

[25] De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. [26] Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. [27] De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” [28] Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. [29]

Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit

een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. [30] Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” [31] Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. [32] Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.”’

gOEIE

ONTVANGST

(4)

6 | Goeie ontvanGst

De verloren zoon © Marc Chagall

(5)

Goeie ontvanGst | 7

enkele Gedachten Bij het verhaal van de verloren zoon (of de barmhartiGe vader)

(Lucas 15, 11-32).

Situering van de context

Wanneer Jezus parabels vertelt, dan gaat het nooit om mooie, vrijblijvende verhaaltjes. Dikwijls gebruikt hij parabels in discussies met tegenstanders. Met parabels kan Jezus zeggen wat Hij wil zeggen, over wie God is, en wat de kern is van zijn ‘Goede boodschap’, zonder zijn critici rechtstreeks aan te vallen.

Zo gaat het ook met de parabels in hoofdstuk 15 van Lucas. Jezus krijgt kritiek van de religieuze verantwoordelijken van zijn tijd (vers 2), omdat hij zondaars ontvangt, mensen die niet in orde zijn met de Joodse Wet. We kennen die mensen waar Jezus mee omgaat: tollenaars als Levi of Zachëus, prostituees, melaatsen en andere zieken, … Jezus eet zelfs met hen. Dat is voor de schriftgeleerden heel schokkend, want zulke mensen moet men als vrome wetsgetrouwe gelovige in hun ogen links laten liggen. Jezus reageert op de kritiek met drie parabels, over het verloren schaap, het verloren muntstuk en de verloren zoon.

Op het eerste zicht zijn het drie verhalen met eenzelfde patroon: het gaat over het verlies van iets kostbaars, het zoeken en vinden, en de vreugde die gedeeld wordt. Maar Jezus geeft op het einde van de twee eerste parabels een sleutel mee waarmee we zijn bedoeling kunnen verstaan: “Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert, dan over negennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben.” (vers 7, zie ook vers 10)

Blijkbaar gaan de parabels dus eigenlijk over de houding van God tegenover de mensen die volgens de schriftge- leerden afgeschreven zijn, omdat ze gezondigd hebben. De God waar Jezus over wil spreken, is een God die mensen nooit afschrijft. Integendeel, wanneer mensen verloren lopen in hun leven, als ze de rechte weg verliezen of zichzelf in de miserie steken, dan is God de eerste om hen te gaan zoeken. God is als die herder, die blijft zoeken tot hij dat ene schaap gevonden heeft, God is als die vrouw die blij is als ze dat kostbare zilverstuk weer ontdekt, God is de Vader met het grote hart, die verlangend blijft uitzien tot zijn zoon terug naar huis komt. De beslissing ligt nu bij de schriftgeleerden: willen en kunnen ze in zo’n God geloven? Willen ze aanvaarden dat Gods barmhartigheid en vergeving groter is dan dat zij het zich hadden voorgesteld?

Als we de parabels op ons leven willen leggen, zullen we merken dat de uitdaging aan het adres van de schriftge- leerden ook aan ons wordt gericht. Want ook vandaag zijn er “tollenaars en zondaars”: wij kennen allemaal men- sen die op één of andere manier “verloren lopen” - we lopen zelf soms verloren! - of mensen die ons of anderen kwaad hebben gedaan, mensen die niet voldoen aan wat verwacht mag worden. Net als de schriftgeleerden is ook onze tijd meestal hard tegenover hen: wie fouten maakt, wie een misstap heeft begaan, kan vaak niet op veel begrip rekenen.

Jezus vraagt echter om een andere houding. Als wij in de God willen geloven waar Hij over spreekt, worden we opgeroepen om, net als God zelf en zoals Jezus het heeft voorgeleefd, het verlorene niet links te laten liggen of af te schrijven, maar in tegendeel ernaar op zoek te gaan. Dat vraagt dat we niet te vlug klaar staan met ons oordeel over andere mensen, dat we ons oefenen in geduld en verdraagzaamheid, dat we leren vergeven en barmhartig zijn, dat we leren om zelf aan andere mensen – in de eerste plaats hen die het moeilijk hebben in het leven – een

‘goeie ontvangst’ te bieden.

(6)

8 | Goeie ontvanGst

Misschien leren we nog het best om ‘gastvrij’, open van geest en barmhartig te zijn, als we kunnen ervaren dat ook wij, als we zelf verloren lopen, kunnen rekenen op het geduld en de barmhartigheid van God, door de zorg en de steun van de mensen rondom ons. Hij zal ons altijd met open armen ontvangen als we met een nederig hart naar hem terugkeren: we zijn door Hem aanvaard en geliefd!

Enkele pistes om verder te verkennen

1. De jongste zoon uit de parabel droomt er van op eigen benen te staan, om de wijde wereld in te trekken, op zoek naar avontuur ... Om zijn droom te realiseren eist hij zijn erfenis op, schijnbaar zonder veel rekening te houden met wat dit als gevolgen heeft voor zijn vader en zijn oudste broer. Maar: vrijheid zonder verantwoordelijkheid

… is dat mogelijk?

2. De levensstijl van de jongste zoon brengt hem in grote problemen1. De erkenning van zijn eigen miserie en armoede brengt hem tot het besef dat het huis van zijn vader hem meer toekomst bood dan hij dacht toen hij vertrok. Precies de moeilijkheden van het leven openen mensen soms een nieuw perspectief op de werkelijkheid.

De erkenning van onze eigen armoede kan ons vaak veel leren over het leven. Waar vinden we moed om ‘in waar- heid’ naar onszelf te leren kijken? Hoe komen we tot berouw als wij een misstap hebben begaan?

3. De houding van de vader in de parabel is ‘goddelijk’: hier vinden we een beeld van wie God is volgens Jezus.

Iemand wiens liefde en barmhartigheid oneindig groter is dan het kwaad en de ontrouw van de mens. Hij wordt

“door medelijden bewogen”. Er is geen sprake van verwijten, enkel van overgrote vreugde. De verzoening doet sterk denken aan verrijzenis (zie Lc 15, vers 24: “mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden”!): Wanneer mensen elkaar vergeven wordt er nieuw (samen)leven, nieuwe toekomst mogelijk.

4. De reactie van de oudste zoon is heel interessant. Misschien omdat ze vanuit menselijk standpunt eigenlijk heel herkenbaar is. De oudste zoon erkent zijn broer niet langer als broer. Hij slaagt er niet in om met dezelfde barm- hartige ogen naar zijn broer te kijken als zijn vader dat doet. Maar tragisch genoeg wordt zo pijnlijk duidelijk dat hij, die plichtsgetrouw thuis is gebleven, al die tijd nog niet echt heeft ontdekt wie zijn vader eigenlijk is. Het valt te vrezen dat hij niet zozeer vanuit de liefde heeft geleefd, maar vanuit plichtmatige gehoorzaamheid, of misschien zelfs schrik (zoals de schriftgeleerden?). Misschien staat de oudste zoon wel nog voor de lastigste bekering. Zal hij uiteindelijk toch mee kunnen gaan feesten?

5. Een leestip: Henri Nouwen, Eindelijk thuis. Gedachten bij Rembrandts ‘De terugkeer van de verloren zoon’, Lannoo, 2002, 160 p. Nouwen biedt een heel mooi commentaar bij het verhaal, vanuit de aandachtige meditatie van het beroemde schilderij van Rembrandt.

6. Een kijktip: bekijk de aanstekelijke homilie van Henri Nouwen over de uitdaging om te gaan leven als geliefde kinderen van God: www.youtube.com/watch?v=ClXxhOppaKY

7. Op 13 maart 2015 (de tweede verjaardag van zijn verkiezing tot paus) heeft Paus Franciscus een ‘Heilig Jaar van vergevingsgezindheid en barmhartigheid’ aangekondigd. Het jaar start op 8 december 2015 en eindigt met het feest van Christus Koning, op 20 november 2016. De directe aanleiding is de vijftigste verjaardag van het slot van het Tweede Vaticaans Concilie. Paus Franciscus roept alle gelovigen op om levende getuigen te worden van Gods barmhartigheid en verzoening. “Vooruit”, zei hij …

1. Varkenshoeder worden is voor de joodse lezer wel het toppunt van vernedering, want varkens zijn onreine dieren.

Wie daarmee in aanraking komt, sluit zichzelf ook buiten uit de gemeenschap.

(7)

Goeie ontvanGst | 9

werkvormen

12+

(8)
(9)

Goeie ontvanGst | 11

Filmmethodiek

‘de Leeuw, de heks en de kleerkast’

Soort activiteit Film

Thema‘s Vriendschap, vergeving, schuld en bekentenis, berouw, ommekeer, geloof in de ander Aantal deelnemers Minimum 2

Leeftijd 12-15 jaar Locatie Binnen

Duur 100 minuten Intensiteit Rustig

Materiaal DVD: ‘De Leeuw, De Heks en de Kleerkast’, een Disney-film naar een boek van C.S.

Lewis uit zijn reeks ‘De Kronieken van Narnia’

3 flappen, foto’s uit de film, post-its, schrijfgerief, kwaliteitskaarten (zie bijlage p 64), Bijbel

Doel/Samenvatting activiteit

Aan de hand van een filmfragment met jongeren werken rond vergeving.

Verloop

Fase 1: Film kijken (15 minuten)

Start de film op minuut 12 en beëindig het filmfragment op minuut 23.40.

Een gedetailleerde beschrijving van het filmfragment vind je in de bijlage.

Fase 2: Filmbespreking ( 15 +15 minuten)

Flappengesprek:

Maak drie grote flappen waarop je bovenaan in het groot volgende namen schrijft: Lucy, Narnia, Tumnus. Vervol- gens verspreid je deze flappen in het lokaal. Het is de bedoeling dat iedereen rondloopt en bij elke flap noteert, wat hij er nog over weet, welke vragen hij heeft, wat de eigenschappen van die personages zijn…

Vervolgens worden de items die opgeschreven zijn besproken.

Beelden tentoonstelling:

In het lokaal liggen op drie plaatsen drie beelden uit de film (beelden kan je zelf kiezen, een voorstel vind je in de bijlage). Jongeren krijgen een post-it, lopen rond en bedenken een passende titel voor elk beeld, deze titel schrijven ze op de post-it die ze vervolgens bij de afbeelding plakken.

De titels worden in groep overlopen.

Heel belangrijk is dat na de bespreking voor alle jongeren duidelijk is dat Lucy Tumnus vergeeft nadat hij haar heeft willen uitleveren aan de heks en dat door die vergeving bij Tumnus een verandering ontstaat.

12+

(10)

12 | Goeie ontvanGst

Fase 3: Stellingenspel

Elke jongere krijgt een ballon aan zijn been gebonden, in elke ballon zit een stelling. De bedoeling is zo snel mogelijk de ballon van een ander kapot te stampen. Wanneer dit gelukt is, lees je onmiddellijk de stelling voor. Iedereen die akkoord is, gaat zitten wie niet akkoord is, blijft staan. Vervolgens motiveren de jongeren hun antwoord.

Stellingen & inspirerende uitspraken

X Je kunt pas iemand vergeven als de andere spijt heeft getoond.

X Vergeving kun je niet eisen, het wordt je gegeven.

X Vergeven is vergeten.

X Je moet het altijd uitpraten als het fout is gegaan.

X Vergeving schenken is makkelijker dan vergeving vragen.

X Je moet de andere altijd vergeven.

X Vergeven is soms niet mogelijk.

X Als christen ben je verplicht om anderen te vergeven.

X Als het slachtoffer van een misdaad de dader vergeeft, moet hij ook verlost worden van zijn straf.

X Fouten moeten eerst worden bestraft alvorens ze vergeven kunnen worden.

X Als christen moet je de eerste stap zetten om te vergeven.

X Het is altijd het juiste moment om te doen wat juist is. Martin Luther King

X We worden niet bemind omdat we goed zijn. We zijn goed omdat we bemind worden. Desmond Tutu X Vrijheid is het niet waard om te bezitten als je niet de vrijheid hebt om fouten te maken. Mahatma Gandhi Je kan nog stellingen verzinnen als er meer leden zijn of in enkele ballonnen een leeg briefje steken.

Fase 4: Lezen van het verhaal van de verloren zoon (Lc 15, 11-32)

Fase 5: Verwerking van het verhaal

X Waar in het verhaal zit vergeving?

X Wie vergeeft wie?

X Is het gemakkelijk om te vergeven?

We kijken verder naar de figuur van de vader.

Voor een vlot gesprek kan je hier de kwaliteitskaarten gebruiken.

X Welke kwaliteiten/eigenschappen heeft de vader?

Maak een stapel met kaartjes met eigenschappen die de vader heeft en een andere stapel met eigenschappen die hij niet heeft.

Verdiepende vragen:

X Hoe zou het komen dat de vader bijzonder is? Ken je zo iemand?

Bijlagen

Beelden uit de film

(11)
(12)

14 | Goeie ontvanGst

Achtergrondinformatie bij de film

‘De Kronieken van Narnia’ is een zevendelige kinderboekenserie geschreven door de Britse schrijver C.S. Lewis.

Hoewel de serie vooral christelijke thema’s behandelt, worden er ook veel aspecten teruggevonden uit de Griekse, Turkse en Romaanse mythologie. Ook Britse en Ierse sprookjesverhalen komen aan bod.

‘De Kronieken van Narnia’ vertelt het verhaal van kinderen die een centrale rol spelen in de geschiedenis van het fictieve land Narnia, een plaats waar dieren kunnen praten en waar magie een alledaags fenomeen is. Elk boek heeft in de hoofdrol iemand die afkomstig is uit de echte wereld en getransporteerd wordt naar Narnia om aan de roep van de leeuw Aslan gehoor te geven.

Net als J.R.R. Tolkien verweefde Lewis verschillende christelijke thema’s in de boekenserie. In ‘Het betoverde land achter de kleerkast’ is er een duidelijke analogie aan te wijzen tussen Jezus Christus en de leeuw Aslan. Aan het einde van De reis van het drakenschip (The Voyage of the Dawn Treader) zegt Aslan tegen de kinderen dat Hij ook in hun eigen wereld bestaat, maar onder een andere naam.

Gedetailleerde beschrijving van het filmfragment

Wanneer je enkel het fragment bekijkt is het belangrijk enkele elementen mee te geven.

• Jadis, de Witte Heks, heerst over Narnia. Er bestaat een profetie dat er ooit een einde aan haar heerschappij zal komen als vier kinderen (twee zoons van Adam en twee dochters van Eva) in Narnia komen

• De bewoners van Narnia kijken uit naar de komst van de leeuw Aslan, die verlossing zal brengen.

Achtergrondinformatie over het filmfragment:

(vooraf)

Vier kinderen, Peter, Susan, Edmund en Lucy, worden in 1940 geëvacueerd uit Londen omdat het daar door de Tweede Wereldoorlog te gevaarlijk voor ze is. Ze worden gehuisvest in het grote huis van een vriendelijke professor, die daar alleen woont, met zijn personeel. Terwijl de kinderen het huis verkennen, komen ze in een kamer waarin alleen een grote kleerkast staat.

(start filmfragment minuut 12)

Bij het verstoppertje spelen kruipt Lucy in de kast en ontdekt dat de kast geen achterwand heeft. Ze komt in een sprookjesland waar het winter is. Er staat een eenzame lantaarnpaal. Iets verderop ontmoet Lucy een faun. De faun heet Tumnus en hij nodigt Lucy uit in zijn huisje. Tumnus legt uit dat deze wereld Narnia heet en dat het betoverd is door Jadis, de Witte Heks, waardoor het er altijd winter is maar nooit Kerstmis wordt. Wat Tumnus niet vertelt, is dat er een profetie bestaat dat er ooit een einde aan haar heerschappij zal komen als vier kinderen (twee zoons van Adam en twee dochters van Eva) in Narnia komen, en daarom wil de Witte Heks dat alle kinderen aan haar worden uitgeleverd. Aanvankelijk is Tumnus dit ook van plan, maar Lucy’s geloof in het goede, brengt hem op andere gedachten en de faun brengt haar veilig terug naar de kleerkast.

(einde filmfragment minuut 23.40)

Lucy vertelt haar verhaal aan haar zus en haar broers, maar die geloven haar niet. Volgens hen is Lucy maar eventjes weggeweest. Als ze de kast inspecteren, blijkt de kast een massieve achterwand te hebben.

In het verdere verloop van de film komen de vier kinderen samen in Narnia terecht en worden meegesleurd in de strijd tussen goed en kwaad. (Christelijke) Thema’s die verder nog aan bod komen: kruisiging, vergeving van zonden, opstanding.

(13)

Goeie ontvanGst | 15

mijn erfenis

Soort activiteit Vlaggenspel met oneerlijkheidsfactor + bosspel Thema(‘s) Verloren zoon, jaloezie, geld

Aantal deelnemers Minimum 6 Leeftijd 12-15 jaar

Locatie Buiten

Duur 1 tot anderhalf uur Intensiteit Zwaar

Materiaal 100 Muntstukken (kroonkurken in 2 verschillende kleuren) 2 muntpotten, 2 schatkisten (schoendozen),

2 sleutels die elk uit 12 puzzelstukken bestaat Bijbelverhaal (Lucas 15,11-32)

Linten voor dassenroof, kleingeld voor kop/munt

Materiaal groepsherkenning, materiaal terreinafbakening

Doel/Samenvatting activiteit

Jongeren leren omgaan met oneerlijkheid.

Verzamel muntstukken en koop zo de stukken van de sleutel waarmee je de schatkist van het andere team kan openen. Open de schatkist en ga lopen met de anderen hun erfdeel. Wees de eerste en win het spel!

Verloop

Groepsverdeling:

De groep wordt in tweeën gesplitst. Om dit te doen wordt het verhaal van de verloren zoon voorgelezen (Lucas 15,11-32). Na het lezen van het verhaal stelt een begeleider de volgende vraag aan de groep: “Voor welke zoon heb jij het meeste sympathie?” De jongeren die voor de oudste zoon kiezen vormen een groep en de jongeren die voor de jongste zoon kiezen vormen de andere groep. Zorg ervoor dat de groepen gelijk zijn in aantal. Maak het uiterlijk herkenbaar wie in welke groep zit.

Je kan als begeleiders ook kiezen om de groep zelf in twee kampen te verdelen. Dit kan door de leden als oneerlijk beschouwd worden. Dat kan je dan gebruiken in de nabespreking.

Voorbereiding van het spel:

Aan het begin van het spel krijgt iedere groep een schatkist met zijn erfdeel. Beide groepen moeten deze ver- stoppen in het eigen kamp (voor elk kamp baken je een terrein af van ongeveer 20 m2). Het is de bedoeling om de schatkist van de andere groep te vinden en te openen. Dit kan je pas doen wanneer je de sleutel kan puzzelen.

De puzzelstukken worden gekocht met munten (kroonkurken). Aan het begin van het spel bezit iedere speler 1 muntstuk van de eigen groep en heeft elk kamp een pot met 10 muntstukken. De muntstukken van de oudste

12+

(14)

16 | Goeie ontvanGst

zoon hebben een andere kleur dan die van de jongste zoon.

Naast het kroonkurken muntstuk, heeft elke speler aan het begin van het spel ook een echt muntstuk. Dat munt- stuk is bedoeld om kop of munt mee te spelen tijdens het spel.

De groep van de jongste zoon kiest voor het begin van het spel een persoon uit die jongste zoon speelt. De jongste zoon is een saboteur in het spel. De saboteur mag enkel gekend zijn in zijn eigen ploeg. Hij kan bij de bank kiezen of hij de muntstukken omruilt voor een puzzelstuk van zijn eigen ploeg of voor een puzzelstuk van de andere ploeg.

Het puzzelstuk van de andere ploeg wordt bewaard bij de bank, want het puzzelstuk kan teruggekocht worden (zie extra spelregels).

De begeleiders hebben op het speelveld munten verstopt, opgelet er moeten meer munten verstopt worden op het veld van de jongste zoon. Verstop niet alle kroonkurken, zie dat je er ook nog enkele over hebt voor de bank.

Tip: Schrijf de spelregels beknopt op een grote flap, zodat de deelnemers tijdens het spel deze nog eens kunnen nalezen.

Spelverloop:

Het spel gaat pas van start, wanneer de twee schatkisten verstopt zijn in de kampen.

De jongeren sluipen door het bos en proberen jongeren van het andere team te tikken. Wanneer ze iemand getikt hebben spelen ze het spelletje “kop of munt”. De speler die het spelletje wint krijgt de munt (kroonkurk) van de andere. De speler die de munt kwijt is geraakt, moet een nieuwe gaan halen in het kamp. De bedoeling is zoveel mogelijk munten van de andere groep te verzamelen, want met de eigen munten kan er niets gekocht worden bij de bank.

(Halverwege het spel kan er overgeschakeld worden naar een dassenroof in plaats van kop of munt. Zo krijg je nog meer energie en dynamiek in het spel. Geef dan wel iedereen bij de voorbereiding van het spel een das of lint. Bij de dassenroof geef je onmiddellijk je munt (kroonkruk) af als je staart getrokken wordt.)

Wanneer je 3 munten bemachtigd hebt, kan je deze bij de bank inruilen voor een puzzelstuk. In het totaal moet je 12 puzzelstukken kopen. Wanneer je ze alle twaalf hebt, heb je ook de sleutel voor de schatkist. Vanaf dan mag je proberen de schatkist van de andere groep te bemachtigen. Belangrijk hierbij is dat het spel wel verder gaat.

Word je getikt tijdens je zoektocht naar de schat speel je opnieuw “kop of munt”. En moet je terug naar je kamp om een nieuw muntstuk te halen. Het is toegestaan om al voor je de sleutel in bezit hebt naar de schat te zoeken.

Wanneer de schatkist in handen is van de andere ploeg eindigt het spel.

Extra spelregels:

Je mag geen puzzelstukken of munten stelen uit het andere kamp.

Wanneer de munten van je eigen spelers dreigen op te raken, kan je extra munten gaan kopen bij de bank. 2 munten van de andere ploeg geven dan recht op 5 munten van jezelf. Let op, doe dit tijdig, want zonder eigen munten kan je niet verder spelen en mag je ook het speelveld niet betreden om munten te zoeken of om naar de bank te gaan!

Op het speelveld liggen muntstukken verstopt. Tijdens het spel kan je deze munten verzamelen over het gehele speelterrein. De enige munten die je niet mag meenemen zijn diegene die in het kamp van de andere groep liggen.

Je mag slechts munten zoeken wanneer je in het bezit bent van een munt in de eigen kleur.

De groep van de oudste zoon kan de puzzelstukken die de groep van de jongste zoon opkocht, terugkopen. Die puzzelstukken zijn wel duurder, namelijk 5 munten. Deze 5 munten worden daarna door de bank aan de jongste zoon overhandigd, want hij was de eigenaar van het puzzelstuk.

(15)

Goeie ontvanGst | 17

Nabespreking:

X Hoe voel je je na het spelen van het spel?

X Wat is er allemaal gebeurd?

X Welke rollen heb je herkend in het spel?

X Welke rol had jij in het spel?

X Jongste zoon: hoe werd je keuze bepaald bij de bank?

X Wie besliste er of er puzzelstukken of munten gehaald werden?

X Was het eenvoudig om munten te vinden?

X Denk je dat het spel volledig eerlijk was?

X Hoe ga je om met de oneerlijkheid in het spel?

X Is er in het dagelijkse leven ook oneerlijkheid?

(Verdiep het gesprek aan de hand van voorbeelden die de jongeren aanbrachten)

Bijlagen

Beknopt overzicht van de spelregels

Schrijf dit op een flap DOEL

Vind en open de schatkist van je tegenstanders.

MIDDEL

Koop puzzelstukken bij de bank en puzzel de sleutel in elkaar (#12).

Alleen dan kan de schatkist geopend worden.

REGELS

X 2 kampen (ca. 20m²), met elk 1 schatkist en 1 pot munten X Verplicht 1 eigen muntstuk op zak hebben!

• <1 = haal muntstuk in kamp

• >1 = breng de overschot naar je kamp

X Vind puzzelstukken op de grond over het hele speelterrein (behalve in de kampen) X Niet stelen uit het kamp van de tegenstanders (zowel munten als puzzelstukken) X Verzamel munten van je tegenstanders = jouw betaalmiddel in de bank

• Vind ze op het terrein, of

• Ga een duel aan X Bankzaken:

• 1 puzzelstuk = 3 munten (van de tegenstanders)

• 5 eigen munten = 2 munten (van de tegenstanders)

• 1 puzzelstuk terugkopen = 5 munten (van de tegenstanders) (deze betaling wordt teruggeven aan de jongste zoon) X Jongste zoon = anonieme saboteur

(kan puzzelstukken van de tegenstanders kopen)

(16)

18 | Goeie ontvanGst

Sleutelpuzzel

(17)

Goeie ontvanGst | 19

spinnenweB

Soort activiteit Gezelschapsspel

Thema Keuzes maken op onze levensweg Aantal deelnemers 2-16

Leeftijd 12-15 jaar Locatie Binnen

Duur 30-60 minuten Intensiteit Rustig

Materiaal Spinnenweb-spelbord (bijlage), 8 verschillende pionnen, dobbelsteen, kaartjes met de keuzemogelijkheden erop (bijlage), ‘vriendjes’ (knikkers, tandenstokers...)

Doel/Samenvatting activiteit

Soms lijkt ons leven op dat van een spinnenweb, waarin we al eens verstrikt kunnen raken. We worden gevraagd om constant keuzes te maken. Ook de verloren zoon maakte keuzes, maar kwam tenslotte terug op die keuzes. Hij ging terug naar de vader, waar hij zich geborgen wist. Als je een spinnenweb goed bestudeerd, dan lijkt zo’n web wel op een netwerk van draadjes met honderden knooppunten en vertakkingen. Het spinnenweb is een beeld dat in dit spel verwijst naar onze levensweg, waarop kruispunten ons steeds opnieuw uitdagen te kiezen. Het is de bedoeling goed na te denken over de keuzes die we maken en zoveel mogelijk vrienden te verzamelen onderweg, want je staat niet alleen in je keuzes. Het doel is om in een veilige thuishaven aan te komen. Het spel daagt de spelers uit om na te denken over de keuzemogelijkheden en het belang van keuzes te herkennen.

Verloop

Voorbereiding

(10’)

Het kan goed zijn om het verhaal van de verloren zoon te lezen om het spel te kaderen.

Voordat je aan het spel kunt beginnen, zorgt de begeleiding ervoor dat ze over het nodige materiaal beschikken.

Naast het spelbord, liggen de kaartjes met keuzemogelijkheden en de vriendjes voor zich.

De pionnen worden verdeeld. Het spel kan individueel of in duo’s gespeeld worden. Ieder lid of duo krijgt een pion en kiest een plaats uit aan de rand van het spinnenweb waarop hij/zij de pion plaatst.

Verloop

(20’-40’)

Elke deelnemer werpt om beurt met de dobbelsteen. De pion mag het aantal ogen dat geworpen is, verder gaan.

Bij het voorbij gaan aan een knooppunt mag men kiezen of men rechtdoor, naar links of rechts gaat. Wanneer men 5 of 6 ogen gooit, moet men 2 plaatsen terug.

Wanneer iemand na het aantal stappen te hebben gezet op een knooppunt van het web komt, wordt door de begeleider een kaartje getrokken. Op de kaartjes staan telkens drie keuzemogelijkheden, die door de begeleider worden voorgelezen. Pas op! Wanneer de begeleider de keuzemogelijkheden voorleest, verklapt deze de vermelde

12+

(18)

20 | Goeie ontvanGst

richtingen (V.,L.,R.) die aan het begin van de keuzemogelijkheden staan nog niet. Eens de speler heeft gekozen voor een antwoord en uitlegt aan de groep waarom hij of zij voor deze keuze gaat, wordt de richting verteld. Iedere keuze geeft dus de te volgen weg aan.

Wanneer men na het nemen van een keuze op het kruispunt links of rechts moet afslaan, krijgt men er een vriendje bij. Dit is een extra in het spel en wil zeggen dat men door anderen gesteund wordt in deze keuze. Dit extraatje is puur willekeurig bepaald en geeft geen voorkeur aan bepaalde keuzes.

Wel is het zo dat de winnaar van het spel degene is die met de meeste vrienden het midden van het spinnenweb bereikt. Een beetje geluk is dus nodig in dit spel.

Nabespreking

(5’-10’)

:

Mogelijke vragen ter nabespreking:

1. Vind je het moeilijk om keuzes te maken? Waarom wel/niet?

2. Hoe voelt het om vriendjes te krijgen bij het maken van een beslissing?

3. Wat heeft de speler met de minste vriendjes ervaren tijdens het spel?

4. Voel je je gesteund in het maken van je keuzes? Vind je dit belangrijk?

5. Wat is de moeilijkste keuze die je tot nu toe al hebt moeten maken?

6. Praten jullie met vrienden over te maken keuzes? Helpen jullie elkaar in beslissingen nemen?

Bijlagen

Spinnenweb-spelbord

Kaartjes met keuzemogelijkheden

(19)

Goeie ontvanGst | 21

spinnenweb-spelBord

(20)
(21)

Wat is voor mij het BelanGrijkste ?

spinnenwebspel

V. Geld L. Geluk R. Vriendschap

ik verplaats me het liefst met:

spinnenwebspel

L: auto V: bromfiets R: fiets

ik vind het Belangrijk dat ik:

spinnenwebspel

V. Veel spieren heb L. Gezond ben R. Mooi ben

in mijn vrije tijd kies ik voor:

spinnenwebspel

V. TV kijken L. Playstation R. Boek lezen

in mijn vakantie:

spinnenwebspel

V. Ga ik op kamp L. Blijf ik thuis

R. Maak ik een verre reis

als huisdier neem ik:

spinnenwebspel

V. Een hamster L. Een kat R. Een hond

op een vrije daG:

spinnenwebspel

V. Zit ik bij het haardvuur L. Ga ik uitwaaien aan zee R. Een berg beklimmen

mijn favoriet seizoen is:

spinnenwebspel

V. De zomer L. De winter R. Alle seizoenen

mijn favoriet Boek is:

spinnenwebspel

V. Waar gebeurd verhaal L. Romantisch verhaal R. Stripverhaal

ik Luister het LieFst naar:

spinnenwebspel

V. Klassieke muziek L. Heavy Metal R. Hitparade

ik eet heel GraaG:

V. Frietjes L. Spaghetti R. Rijst

ik drink GraaG:

V. Fruitsap L. Limonade R. Water 1

3

5

7

9

11

2

4

6

8

10

12

(22)
(23)

ik Ben het liefst Bij:

spinnenwebspel

V. Familie L. Vrienden R. Klasgenoten

mijn favoriete uitstap:

spinnenwebspel

V. Dierentuin L. Pretpark R. Kinderboerderij

mijn favoriete Feest is:

spinnenwebspel

V. Nieuwjaar L. Pasen R. Kerstmis

voor mij is Belangrijk:

spinnenwebspel

V. Doopsel L. Huwelijk R. Vormsel

dit werelddeel spreekt mij aan:

spinnenwebspel

V. Amerika L. Europa R. Azië

ik hou van:

spinnenwebspel

V. Regen L. Sneeuw R. Zon

dit project zou ik steunen:

spinnenwebspel

V. Broederlijk delen L. 11.11.11

R. Amnesty International

een bericht verstuur ik:

spinnenwebspel

V. Op Twitter L. Per SMS R. Op Facebook

Later Wil ik worden:

spinnenwebspel

V. Bouwvakker L. Leerkracht R. Advocaat

ik speel GraaG:

spinnenwebspel

V. Gezelschapsspel L. Op de WII

R. Computerspel

ik vier het LieFst:

V. Mijn verjaardag L. Valentijn R. Halloween

ik Ga GraaG naar:

V. De film L. Een concert R. Een toneel 13

15

17

19

21

23

14

16

18

20

22

24

(24)
(25)

ik Wil wonen in een:

spinnenwebspel

V. Villa

L. Appartement R. Rijhuis

ik eet het liefst:

spinnenwebspel

V. Iets dat ik zelf kook L. In de frituur

R. Op restaurant

ik kuier GraaG op een:

:

spinnenwebspel

V. Rommelmarkt L. Kerstmarkt

R. Plaatselijke markt

voor tv eet ik GraaG:

spinnenwebspel

V. Fruit L. Koekjes R. Snoep

als ontbijt eet ik Graag:

spinnenwebspel

V. Cornflakes L. Bruin brood R. Wit brood

ik kijk het LieFst naar een:

spinnenwebspel

V. Romantische film L. Horrorfilm R. Komedie

ik kies voor:

spinnenwebspel

V. Gewone voeding L. Vegetarische voeding R. Veganistische voeding

ik kan Goed:

spinnenwebspel

V. Tekenen L. Knutselen R. Schilderen

thuis help ik het LieFst met:

spinnenwebspel

V. Koken L. De vaat

R. Het gras maaien

ik Ga naar de kerk:

spinnenwebspel

V. Iedere week L. Iedere maand

R. Op speciale momenten

de BijBel is voor mij:

V. Een moeilijk boek

R. Een boek met verhaaltjes L. Een boek dat ik graag lees

ik Wil later Graag:

V. Veel kinderen L. Eén kind R. Twee kinderen 25

27

29

31

33

35

26

28

30

32

34

36

(26)
(27)

Goeie ontvanGst | 29

BiBLiodramaspel rond Lc 15,11-24

Soort activiteit Bibliodrama

Thema(‘s) Het verhaal van de verloren zoon (Lc 15:11-24) Aantal deelnemers 3-30

Leeftijd 12-15 jaar Locatie Binnen

Duur 80-120 minuten Intensiteit Matig

Materiaal 3 tafels, genoeg stoelen voor alle deelnemers, het verhaal van de verloren zoon

Doel/Samenvatting activiteit

De deelnemers verkennen het verhaal van de verloren zoon, door zich in te leven in de verschillende personages, en te ervaren wat dit verhaal met hen doet. Deze Bijbelpassage is uitermate geschikt voor dramatisering, omdat het zoveel ruimte biedt aan de verbeelding. Anderzijds kan het dramatiseren ervan als zeer bedreigend ervaren worden, omdat deelnemers geconfronteerd kunnen worden met onopgeloste conflicten in eigen familiekring.

Van de begeleider wordt verwacht dat hij/zij deskundig weet om te gaan met loskomende emoties, weerstanden kan respecteren en het spel kan begeleiden van het niveau van ‘ruziën in de rol’ tot het niveau van ‘gevoelens uiten in de rol’.

Verloop

Voorbereidende activiteit voor de jongeren

(10’)

Inleefoefening.

Je laat de jongeren rondlopen op de tonen van de muziek in een bepaalde rol.

Verschillende rollen: kabouter, loodgieter, bodybuilder, prins(es), leerkracht…

Speelklaar maken van de ruimte en de groep

(5’)

• De nodige speelruimte vrij maken, attributen klaarnemen

De groep uitnodigen, introductie in wat er gaat gebeuren. Het waarom en hoe van het spel wordt toegelicht.

De spelbegeleider verwelkomt de deelnemers en vraagt of iedereen bereid is dit verhaal aan de hand van drama-technieken te verkennen. Van de deelnemers wordt ten minste verwacht dat zij bereid zijn zich in te leven in één van de personages, en de bijbehorende rol op zich nemen . Dus GEEN toeschouwers gewenst. Bij

‘verlegen’ deelnemers kan men opteren om een aantal figurantenrollen aan het spel toe te voegen (bijvoor- beeld ‘toevallige voorbijgangers’ en andere familieleden zoals ooms, tantes, neven en nichten). Deelnemers kunnen in dit geval aan het spel beginnen in een passieve rol, en verderop in het spel, wanneer zij zich meer op hun gemak voelen, een actievere rol kiezen.

12+

(28)

30 | Goeie ontvanGst

Vervolgens wordt de werkwijze uitgelegd: het verhaal beluisteren, een rol kiezen en spelen. Daarna volgt de uitwisseling, waarbij verhaal en realiteit aan elkaar getoetst worden.

Het verhaal verkennen

(20’)

Het verhaal voor de eerste keer voorlezen

Gebruik hiervoor een toegankelijke Bijbelvertaling (jeugdbijbel, Bijbel in gewone taal)

De eerste indrukken bij de deelnemers verzamelen

De rol(len) selecteren + herhalen hoe ermee zal gewerkt worden (o.a. aangeven van het ‘tijdstip’ in het ver- haal waarop het spel zal starten)

De rollen zijn: de thuisgekomen zonen en dochters, de thuisgebleven zonen en dochters, de vaders en moe- ders. Het spel dat we spelen situeert zich de dag na het feest. Alle deelnemers zijn op de hoogte van wat er de voorbije dag gebeurd is en zitten nu rond de tafel om te praten.

Het verhaal een tweede maal lezen.

DEELNEMERS WORDEN SPELERS

Het bibliodramaspel

(30-50’)

Uitzetten van de rollen op het speelveld

In het midden van de ruimte wordt een driehoek gevormd met tafels met evenveel stoelen als er deelnemers zijn. De spelbegeleider legt uit dat elke zijde van de driehoek een rol symboliseert: de eerste zijde staat voor de thuisgekomen zonen en dochters, de tweede voor de thuisgebleven zonen en dochters, en de derde voor de vaders en de moeders.

Spelers kiezen een rol

De spelbegeleider nodigt de deelnemers uit rustig rond te lopen in de ruimte en dan plaats te nemen op de stoel van de rol, die men graag spelenderwijze wil verkennen.

Verkenningsronde (begininterview)

Wanneer iedereen een rol gekozen heeft, vraagt de begeleider alle spelers zich in te leven in de gekozen rol en daarbij de passende houding aan te nemen. De spelers trachten zich daarbij zo levendig mogelijk de eigen rol en de situatie waarin ze zich bevinden voor te stellen.

De spelbegeleider start het spel met een kort interview van elke speler zodat voor iedereen duidelijk wordt met welke personagers er wordt gespeeld.

De spelers worden vanaf nu door de spelbegeleider aangesproken ‘in hun rol’. Hierbij let de spelbegeleider erop dat hij de deelnemers telkens aanspreekt ‘in de rol’, d.w.z. als ‘zoon’ of ‘dochter’, als ‘vader’ of ‘moeder’.

De spelbegeleider vraagt aan elke deelnemer: ‘Wie ben je?’ (om een eerste stap te zetten in de identificatie met de rol).

Andere vragen voor het begininterview:

X Waar ben je?

X Wanneer ben je hier toegekomen?

X Wanneer is dit alles gebeurd?

X Wat is er aan de hand?

X Hoe ben je hier terechtgekomen?

X Wat is er daarvoor gebeurd?

X Hoe sta je er nu bij?

X Wat gaat er nu door je heen?

(29)

Goeie ontvanGst | 31

X Wat zie je?

X Wat hoor je?

X Wat voel je?

X Waar denk je aan?

X Waar pieker je over?

X Wat wil je bereiken?

X Waar verlang je naar?

X Wat wil je anders?

X Wat ga je nu doen?

Eindig het interview wanneer de speler goed in zijn rol zit.

Eindig met een afrondend woord of gebaar: oké, dank je wel, een knikje.

Spelers met elkaar in interactie

Nadat iedereen bij de beginfase van het spel kort is geïnterviewd, moet er plaats worden gemaakt voor de fase van communicatie over en weer tussen de spelers zelf. Er moet een dynamiek ontstaan waarbij het spel door de spelers zelf wordt voortgestuwd. De rol van de begeleider verandert. Hij moet het spel nu proberen uit handen te geven zodat de spelers het overnemen en hijzelf enkel nog het gebeuren volgt en bijstuurt.

• De spelbegeleider zegt: ‘Gisteravond op het feest is er wat fout gelopen tussen jullie, ouders en zus- sen en broers. Nu zitten jullie samen aan het ontbijt en ik veronderstel dat er moet gepraat worden.

Dan zien jullie misschien in hoe het samen verder moet’.

• Wanneer de deelnemers niet spontaan met elkaar beginnen te praten, kan de spelbegeleider één of meerdere deelnemers aanspreken met de vraag: ‘Hoe voelde je je gisteravond? Hoe voel je je nu?

Wat wil je van je broer, zus, vader, moeder? Waarvoor ben je bang? Hoe moet het nu verder met jullie?’ Het is belangrijk dat het gesprek evolueert van verwijten en beschuldigingen naar de eigen gevoelens, van jij-boodschappen naar ik-boodschappen.

• De spelbegeleider zorgt ervoor dat iedere speler de kans krijgt om zijn gevoelens te verwoorden.

Hij interpreteert en moraliseert niet, maar probeert slechts de communicatie tussen de rollen te vergemakkelijken.

• De spelers mogen tijdens het spel van rol wisselen.

Het spel afronden (spelers ont-rollen zichzelf en hun eventuele attributen)

De begeleider geeft aan wanneer het spel gaat eindigen. Hij geeft de spelers nog de kans om een afrondende uitspraak bij het spel te doen. Dit kan door een mening te formuleren of een vraag te stellen. Antwoorden en wederwoorden worden niet meer gegeven, anders begint er een nieuwe interactie.

Spelers kunnen soms stevig in hun rol zitten. De begeleider geeft voldoende tijd aan de deelnemers uit hun rol te stappen.

• De begeleider geeft de deelnemers de opdracht om uit hun rol te stappen. Even rondstappen, zwaaien met de armen en benen. Tafels worden aan de kant gezet en stoelen worden in een kring geplaatst. Hierna komt iedereen in een kring zitten voor de uitwisseling.

SPELERS WORDEN DEELNEMERS

(30)

32 | Goeie ontvanGst

Uitwisseling (15’)

Kans bieden om uitdrukking te geven aan de spel-ervaring

De begeleider nodigt iedereen uit om te vertellen hoe hij/zij zich nu voelt.

Verbanden met het dagelijkse leven (h)erkennen en benoemen In een tweede fase wordt het verband met de realiteit gelegd.

De hoofdvraag is nu: ‘Herken je deze ervaringen en/ of conflicten in je eigen leven, in de maatschappij? En hoe ga je ermee om?’ De deelnemers brengen vrij ervaringen in en worden daarop niet ondervraagd.

Het verhaal aan zichzelf teruggeven (5’)

Een laatste maal een stuk van de tekst lezen.

Het hierna’ openen

Slotronde met aandacht voor hoe iedere deelnemer naar huis gaat.

De bedoeling is dat iedereen alles heeft kunnen loslaten. Als dit niet het geval is dan moet er nog tijd genomen worden om te praten.

Opmerkingen

Voor meer informatie rond het spelen en begeleiden van bibliodrama verwijzen we jullie graag door naar:

AGTEN J., HERREBOSCH E., VERDUYN K., VERVOORT L., Bibliodrama begeleiden Wegwijzers voor de praktijk, Ga- rant, Antwerpen, 2007, 219.

www.bibliodrama.be

(31)

Goeie ontvanGst | 33

Goede ontvanGst tot in de kerk

Soort activiteit Spreken, denken, creatieve voorstelling Thema(‘s) Zelfvertrouwen, trots, misdienaar zijn Aantal deelnemers 2 - 16 deelnemers

Leeftijd 12-15 jaar Locatie Binnen

Duur 60 minuten Intensiteit Rustig

Materiaal Fototoestel, knutselmateriaal, misdienaarskleed

Actievere variant: stellingen, ballonnen, koord en schaar.

Doel/Samenvatting activiteit

Misdienaars verwoorden waarom ze het zo belangrijk vinden om misdienaar te zijn en spreken over misdienaar zijn buiten de ‘veilige’ omgeving van de kerk. (bv school, sportclub, andere vriendengroepen, familie…) Misdienaars uiten hun ‘trots’ op hun misdienaar zijn. Ook in de kerk is er goede ontvangst en dat tonen we met churchies (selfies in de kerk of “church” in het Engels) of een youtube-filmpje opgenomen in de kerk.

Verloop

0.00 Stellingen

De misdienaars krijgen 10 stellingen te horen. Ze moeten steeds kiezen: ben ik eens of niet eens. Wanneer ze het eens zijn met de stelling mogen ze aan de ene kant van een ruimte gaan staan, als ze het oneens zijn, gaan ze aan de andere kant staan van de ruimte. De misdienaars moeten kiezen: er is geen ‘tussenin’.

Actievere variant: De stellingen zitten elk in een ballon. De ballonnen worden met een koortje bevestigd aan de

MISDIENAAR 12+

(32)

34 | Goeie ontvanGst

benen van de misdienaars. De misdienaars lopen door elkaar en trachten de ballon van de anderen kapot te trap- pen, terwijl ze hun eigen ballon zo lang mogelijk heel houden. Telkens er een ballon springt, leest de misdienaar van de gesprongen ballon zijn of haar stelling voor. Iedereen neemt een positie in: ja of nee.

Stellingen en vragen

1. Stel het is maandagochtend, pauze op school. Je brengt de pauze door bij enkele vrienden, maar in het groepje staan ook jongens en meisjes die je niet zo goed kent. Er vraagt iemand wat je in het weekend hebt gedaan.

Wat doe je? Stelling: Ik vertel dat ik de mis hebt gediend.

2. Ik durf een foto van mezelf op facebook te zetten in mijn misdienaarskleed.

3. Stel het is training, je speelt in een leuk team en je maakt er steeds meer vrienden. Iemand vraagt je of je nog meer hobby’s hebt. Wat doe je? Stelling: Ik vertel dat ik misdienaar ben.

4. Ik vind het belangrijk dat anderen positief over mij denken.

5. Ik spreek gemakkelijk over mijn geloof.

6. Ik word soms uitgelachen omdat ik misdienaar ben.

7. Ik ben trots om misdienaar te zijn.

8. Stel, jullie misdienaarsgroep wil uitbreiden. Stelling: Ik durf aan een vriend of vriendin uit de klas te vragen of die het eventueel ziet zitten misdienaar te worden?

9. Ik voel dat anderen mij aanvaarden als misdienaar.

10. Stel vandaag is het 1ste communieviering. Je moet de mis dienen. Oei, er zitten mensen in de kerk die je kent, maar die niet weten dat je misdienaar bent. Stelling: ik schaam mij.

0.15 Uitwisseling

Nadat de stellingen en de vragen gedaan zijn, wisselen de misdienaars uit over de antwoorden.

0.30 Collage: 10 redenen om misdienaar te zijn

Maak een collage, een soort van reclamebord, met daarin 10 redenen verwerkt waarom misdienaar zijn zo leuk is. Er kan gewerkt worden in duo’s, groepjes van 3 of 4. Er kan ook gekozen worden om met de gehele groep aan een collage te werken. De bedoeling is om in de collage te verbeelden waarom het zo tof is om misdienaar te zijn.

0.55 Misdienaar zijn is TOP en dat mag gezien worden!

Jullie misdienaarsgroep is TOP en dat mag gedeeld worden! Neem een voorbeeld aan het volgende filmpje uit Heuvelland (West-Vlaanderen). https://www.youtube.com/watch?v=L5GOszOOOgI

Maak met jullie groep een filmpje of een churchie (selfie in de kerk of “church” in het Engels) waarin jullie tonen dat je TROTS bent om misdienaar te zijn en dat jullie het bovenal ook heel erg LEUK vinden om misdienaar te zijn.

Deel het op Facebook.

(33)

Goeie ontvanGst | 35 Opmerkingen/Bijlagen

Op de website www.kuleuven.be/thomas/page/de-churchie/ vind je wat een ‘churchie’ is en enkele voorbeelden

‘churchies’.

Vergeet de selfie, hier is de churchie

Nieuwsblad 26/09/2014

Na de selfie is er nu de churchie: een foto van een priester met zijn parochianen in de kerk. De vermoedelijke primeur is voor hulp- priester Pieter Delanoy van de parochie Sint-Theresia in Kortrijk.

‘Bij de startviering dit jaar preekte ik over de brief van bisschop Johan Bonny, die de kerk dichter bij de mensen wil brengen. Ik stelde de parochianen voor om een foto te maken om te delen op sociale media. Ze vonden het de max, er zijn alleen blije gezichten te zien’, zegt Pieter Delanoy (30).

Het waren zijn leerlingen in het Sint-Lodewijkscollege in Brugge die de foto churchie doopten. ‘Ondertussen is het een lesopdracht:

ze moeten zelf naar kerken trekken om een churchie te maken en

te delen met hun vrienden’, zegt Pieter, die godsdienst geeft in het derde en vierde secundair. Ook tijdens de recente viering in de school OLV-Vlaanderen in Kortrijk, waar hij de eucharistie verzorgt, had hij veel succes met zijn churchie. ‘Jongeren gebruiken constant sociale media. Het is een moderne manier om hen aan te spreken. En zo gaan ze ook in op de boodschap zelf.’

Pieter probeert al een tijdje sociale media te integreren in zijn werk. Zijn parochie, waar wekelijks 200 gelovigen samenkomen, heeft een Facebook-pagina en straks misschien ook een Twitter-account. En hij denkt aan een livestreaming van de diensten, of een podcast van zijn preken. ‘We moeten mee met de tijd.

De paus zit tenslotte ook op Twitter’, aldus de jonge priester.

De parochianen van de jonge priester Pieter Delanoy vinden zijn churchie duidelijk amusant. Foto: rr Brugge / Kortrijk

(34)
(35)

Goeie ontvanGst | 37

werkvormen

16+

(36)
(37)

Goeie ontvanGst | 39

met open hart

Soort activiteit Geloofsgesprek + knutselactiviteit Thema(‘s) Geloof, creatief

Aantal deelnemers 4-15 Leeftijd +16 jaar

Locatie Binnen Duur 75 minuten Intensiteit Rustig

Materiaal Inleiding: rode harten (bijlage), gele, rode en groene stickertjes, afbeelding Heilig Hart (bijlage), Bijbel

T-shirts: Bus natriumbicarbonaat (te koop in de patisserieafdeling van een supermarkt), rode, gele en een andere kleur textielverf (bv. Dylon), één wit T-shirt per jongere, dikke plastiekzakken, kleine flesjes, kleine plastiekzakken, wegwerpbekers, elastiekjes.

Doel/Samenvatting activiteit

In deze activiteit vertellen de jongeren aan elkaar over hoe zij Gods barmhartigheid ervaren in hun leven. Daarna leren zij bij over de houding van God tegenover de mensen door middel van de parabel van de verloren zoon.

Gods houding tegenover de mens is er één van barmhartigheid en liefde. Gods barmhartigheid en het hart van Jezus worden aan elkaar gelinkt. Ten slotte maken de jongeren samen T-shirts.

Verloop

Voorbereiding:

hang in het lokaal een tiental uitgeknipte grote harten op (zie bijlage).

Eerste lezing van het Bijbelfragment.

Vraag aan een jongere om de parabel van de verloren zoon voor te lezen (Lc 15: 11-32).

Geloofsgesprek

Op de harten staan allemaal afbeeldingen. Elke jongere krijgt drie gekleurde stickers en loopt in het lokaal rond.

Welk hart past het best bij de houding van de vader?

X Groene sticker: helemaal de houding van de vader X Gele sticker: past een beetje bij de houding van de vader X Rode sticker: past minder goed bij de houding van de vader

De harten met de meeste groene stickers worden besproken door de groep. Waarom krijgt deze afbeelding het

16+

(38)

40 | Goeie ontvanGst

meest stickers? De begeleider kiest aan de hand van de stickers de drie populairste harten uit. Op de achterkant van elk hart staat een vraag:

X Wanneer werd jij voor de laatste keer vergeven door iemand?

X Wie heeft jou voor het laatst opgewacht?

X Wie was de laatste persoon die je knuffelde?

X Voor wie heb jij onlangs iets vriendelijks gedaan?

X Bij wie voel jij je welkom?

X Wie heb jij onlangs bezocht?

X Waar voel jij je thuis?

X Wat was je laatste feestje?

X Wanneer voelde je laatst nood aan vergeving?

X Wanneer heb je laatst iemand ondersteund?

Iedere jongeren kiest één vraag uit om te beantwoorden en vertelt daar wat meer over.

De begeleider vertelt dat al deze harten situaties van liefde voorstellen. Ook in de parabel leren we meer over Gods barmhartigheid. Jezus heeft als doel met deze parabel de enorme liefde van zijn Vader te verduidelijken. De houding van God tegenover de mens is er één van vergeving, liefde, verwelkoming, vriendschap, vergiffenis. Door de parabel leren we het hart van God kennen. We herlezen de parabel in stilte nog eens.

Jezus toont ook een grote barmhartigheid ten opzichte van de mensen rondom hem. Al eeuwenlang wordt het hart van Jezus speciaal herdacht, als teken van zijn grootse liefde voor de mens. Liefde die zo groot was, dat Hij zijn leven voor hen heeft gegeven. In de kunst wordt de liefde van Jezus vaak letterlijk afgebeeld met zijn hart.

(gebruik om dit te illustreren één van de afbeeldingen in bijlage). Jezus’ hart staat symbool voor al de liefde, al de compassie, die Christus voor ons heeft. Maar evenzeer voor al het lijden dat Hij hiervoor heeft moeten ondergaan.

Het hart van Jezus speelt een grote rol in onze kerk. Denk maar aan de ziekenhuizen genoemd naar het Heilig Hart, of aan de Sacré Coeur in Parijs.

In de kunst wordt het hart vaak zeer realistisch afgebeeld. Het rode van het hart beklemtoont de menselijkheid van Jezus en zijn lijden. Vaak staat er daarom ook een doornenkrans op zijn hart. De vlammen rond het hart staan voor Jezus’ liefde en barmhartigheid tegenover het volk. Die vlam is niet toevallig ook het symbool voor de Heilige Geest: de liefde die Jezus voor ieder van ons voelt, heeft hij gekregen van zijn Vader en ís de Heilige Geest. Soms staat er op het hart ook nog een kruisje, maar dat is niet altijd zo.

T-shirts maken

We zullen nu samen ons Heilig Hart tonen en een T-shirt verven met een hart op.

1. Bedek je werkoppervlak met dik plastiek. Opengesneden vuilniszakken werken hiervoor goed.

2. Maak een mengeling van een tas natriumbicarbonaat en een emmer water. Week daarin elk t-shirt kort en wring het daarna goed uit.

3. Daarna vouw je je T-shirt verticaal dubbel en teken je een half hart, zoals op de foto. Je kan hiervoor een hart op karton gebruiken.

(39)

Goeie ontvanGst | 41

4. Dit is het belangrijkste deel: vouw langzaam langs de zijkant van het hart de stof samen, op accordeon-wijze:

Begin bovenaan en vouw zo langzaam naar beneden toe. Doe daarna een elastiekje rond deze cirkel van stof. Bind de rest van de T-shirt ook samen met elastiekjes, ongeveer drie à vier cm van elkaar verwijderd.

5. Nu begint het verven! Meng je verf zoals aangeraden op de verpakking en giet de mengeling in een flesje. Giet de rode kleur over het gedeelte dat het hart zal vormen.

Kleur het stuk stof erna geel. Kies daarna nog één kleur om de rest van je T-shirt mee te verven.

6. Steek je T-shirt in een plastiek zak en sluit die goed af. Laat je kleur zeker vier tot zes uur intrekken. Je wast je T-shirt best maar na 72 uur.

Voorbeelden van afgewerkte t-shirts:

Het makkelijkst is om de t-shirts in de plastiekzak mee te geven naar huis.

Thuis kunnen de jongeren dan na een paar uur hun creatie bewonderen.

Afsluiten met een gebed:

Jezus, U in mijn hart Jezus, U in mijn hart,

ik geloof in uw liefde voor mij, en ik hou van u. Amen Moeder Teresa

(40)

42 | Goeie ontvanGst

Bijlagen

Afbeeldingen Heilig Hart

Extra informatie over goddelijke barmhartigheid:

YouCat nummer 314:

“Op veel plaatsen in de Bijbel toont God zich als de barmhartige, met name ook in de gelijkenis over de barmhartige vader (Lc 15), die de verloren zoon tegemoet gaat en hem onvoorwaardelijk in zijn armen sluit om vervolgens een vreugdefeest over het weerzien en de verzoening met hem te vieren.

Al in het Oude Testament spreekt God door de profeet Ezechiel: “Zo waar ik leef – spreekt God, de Heer – de dood van een slecht mens geeft me geen vreugde, ik wil dat hij een andere weg inslaat en in leven blijft (Ezech 33:11).”

Rode harten

(een voorbeeld van twee van de rode harten vind je hierna, de volledige bijlage vind je op www.ijd.be)

(41)
(42)

Wanneer werd jij voor de laatste keer vergeven door iemand?

Wie heeft jou voor het laatst

opgewacht?

(43)

Goeie ontvanGst | 45

nerGens Beter dan thuis

Soort activiteit Creatief - gespreksmethodiek

Thema(‘s) Wat maakt een thuis? Gastvrijheid, houding tegenover de ander Aantal deelnemers 6 tot 20 deelnemers

Leeftijd +16 jaar Locatie binnen

Duur 90 minuten Intensiteit rustig

Materiaal Tekst parabel verloren zoon Klei

Doel/Samenvatting activiteit

Doel van de activiteit is dat de jongeren, door het creatief/meditatief kleien en het herschrijven van een soapserie, te weten komen hoe ze zelf mensen goed kunnen ontvangen en hoe ze ervoor kunnen zorgen dat een huis een thuis wordt.

Verloop

Deze activiteit heeft 4 onderdelen. Door een gesprek wordt er gepolst naar sterke thuis-ervaringen, door medita- tief kleien zetten ze deze ervaring om in beeld. De link met het Bijbelverhaal van de Verloren Zoon wordt gelegd, waarna er op een ludieke manier een soapserie herschreven wordt.

Het thuisgevoel (10’)

Huis en thuis is maar een lettertje verschil, maar de betekenis is heel verschillend. Een huis kan je heel objectief omschrijven. Thuis is veel subjectiever. Thuis heeft te maken met een ervaring.

• Iedereen denkt enkele minuutjes na over de volgende vraag: Wanneer heb je een sterk moment van thuis zijn ervaren? Waar was dat? Wie was er bij? Wat was de context?

• Iedereen vertelt om beurt zijn thuis-ervaring.

Meditatief kleien (30’)

‘Thuis’ is moeilijk in woorden te definiëren. Toch hebben we allemaal een idee van wat thuis betekent en kunnen we thuis-ervaringen met elkaar delen. Met klei kunnen we nu proberen de essentie van het thuisgevoel uit te drukken.

• Iedereen krijgt een brok klei. De opdracht is: Wat is thuis? Druk dit uit in klei.

• Laat het kleien voldoende lang duren: 15 à 20 minuten. Speel ondertussen rustige muziek af.

• Na het kleien vertelt iedereen die dat wenst iets bij zijn creatie.

16+

(44)

46 | Goeie ontvanGst

Goeie ontvangst (15’)

Ook in de Bijbel lezen we ervaringen over wat een ‘thuis’ echt betekent. We lezen nu een verhaal over twee zonen.

Als de jongste zoon hier vandaag bij zou zijn en we vroegen hem naar een sterke thuis-ervaring, zou hij zonder twijfel dit verhaal vertellen.

Lees het het verhaal van de Verloren Zoon (Lucas 15, 11-32). Bespreek in de groep aan de hand van volgende vragen.

X Op welke manier verwelkomt de vader de zoon?

X Welk gevoel komt bij je op als je het einde van het verhaal hoort?

X Hoe denk je dat de zoon zich voelt bij deze verwelkoming?

Ieder kiest tussen de gemaakte kleicreaties welk kunstwerkje volgens hem/haar het beste past bij het thuisgevoel van de jongste zoon. Wie wil geeft daar een woordje uitleg bij.

Een goddelijke soap (35’)

In groep (als de groep te groot is kunnen ook twee of drie groepen gevormd worden) nemen we nu een soapserie onder handen. In series als Thuis, Familie of Neighbours gaat het altijd om conflict en ruzie. Hoe zou een soapserie er uitzien als iedereen zou reageren als de Vader uit de parabel van de verloren zoon?

Bedenk in groep een aflevering van een bekende soapserie naar keuze, met als verschil dat de personages op elkaar reageren zoals de Vader dat zou doen. De groep(en) krijgt 25 minuten de tijd om dit in elkaar te steken. De activiteit sluit af door een voorstelling van de aflevering voor de begeleiders (en andere groepen).

(45)

Goeie ontvanGst | 47

de parabeL van de verloren tijd

Soort activiteit energizer, gespreksmethodiek en persoonlijke reflectie

Thema(‘s) actuele toepassing van de parabel van de verloren zoon: de verkwisting van tijd

Aantal deelnemers 6 tot 20 deelnemers Leeftijd +16 jaar

Locatie buiten en binnen Duur 60 minuten

Intensiteit energieke start, verder rustige activiteit

Materiaal deel 1: stapel bankbiljetten, zelfgemaakt videofilmpje (optioneel), laptop &

boxen (afspelen lied ABBA) deel 2: beamer & laptop & boxen

deel 3: papier en stylo’s, omslagen, per deelnemer een kopie van het verhaal van de grote stenen

Doel/Samenvatting activiteit

Uit de parabel van de verloren zoon:

Een man had twee zonen. De jongste zoon zei tegen zijn vader: ‘Vader, ik wil mijn deel van de erfenis nu hebben.’ De vader gaf hem wat hij vroeg. Een paar dagen later pakte de zoon al zijn spullen bij elkaar en ging weg. Hij ging naar een ver land. Daar gaf hij al zijn geld uit aan een leven vol plezier. (Lc 15,11-13)

Deze activiteit focust op de eerste verzen van de parabel van de verloren zoon, waarin we lezen dat de jongste van 2 zonen zijn deel van de erfenis van zijn vader opeist en vervolgens verkwist. Jongeren denken na over de erfenis van de jongste zoon en over hun eigen verspilling van iets kostbaars: tijd. Ze worden ook uitgedaagd tot een persoonlijk engagement.

Verloop

Deze activiteit heeft 3 onderdelen. Eerst kunnen de jongeren hun energie kwijt: ze proberen een deel van het verkwiste geld van de ‘verloren zoon’ te recupereren en er iets nuttigs mee te doen. In het tweede deel stellen ze vast dat ze misschien meer gelijken op de ‘verloren zoon’ dan ze eerst hadden gedacht.

Niemand gooit wellicht met geld door het raam, maar toch verkwisten we allemaal van het kostbaarste dat er is: tijd. De jongeren gaan op zoek naar de ‘verloren tijd’. Dit mondt uit in een persoonlijk engage- ment tijdens het derde deel. Afsluiten kan met een kort gebedsmoment.

16+

(46)

48 | Goeie ontvanGst

Money, money, money (20’)

Voorbereiding

• Print bankbiljetten uit (zie bijlage). Zorg voor een voldoende grote som geld, want het gaat om de erfenis van de jongste zoon in de parabel van de verloren zoon.

• Verstop de bankbiljetten op een locatie buiten (speelplaats, tuin, park, bos,…).

• (optionele leuke inkleding) Maak een korte video, waarin de jongste zoon te zien is die letterlijk met het geld smijt op de plaats waar je de bankbiljetten verstopt hebt.

Schattenjacht

• Vraag aan de jongeren of ze de parabel van de verloren zoon kennen. Vraag of ze weten wat de jongste zoon deed met zijn deel van de erfenis. Lees de passage uit de parabel nog eens voor: Lc 15,11-13.

• Vertel dat de jongste zoon de wereld rond is gereisd en telkens het geld door de ramen smeet. Het toeval wil dat hij ook in jullie dorp/stad gepasseerd is. Daar zijn bewijzen van: toon het videofragment.

• Verdeel de jongeren in 2 of meerdere teams. De teams krijgen de opdracht om op de buitenlocatie zoveel mogelijk van de erfenis van de jongste zoon te recupereren. Ze moeten dus op schattenjacht (bankbiljetten verzamelen). De tijd is evenwel beperkt: ze krijgen precies 3 minuten en 10 seconden = de tijd van het liedje

‘Money, money, money’ van ABBA: https://www.youtube.com/watch?v=cHQbQ_6IiEU De investering

• Elk team telt de verzamelde som geld en de teamleden beslissen SAMEN wat ze met het bedrag zouden aan- vangen mochten ze dit bedrag echt in handen krijgen.

• Teams komen samen in een kring en elk team vertelt hoeveel geld ze gerecupereerd hebben van de erfenis en welke beslissing ze hebben genomen over de herbestemming van de som geld.

• Opgelet: er zijn geen verkeerde beslissingen. Als een team kiest voor een goed doel, dan mag dat toegejuicht worden. Kiest het team echter om iets voor zichzelf te kopen, dan is dat ook goed.

Zo zijn wij niet…

• De verspilzucht van de verloren zoon is erger dan de parabel in de Bijbel laat blijken. Tijdens de passage in ons dorp/onze stad smeet hij letterlijk het geld door de ramen. We hebben het bewijs op video. Zo zijn wij niet!

Bewijs: voor het gerecupereerde geld vonden we een geschikte investering. Alles is beter dan geld zomaar op straat te smijten.

• Zo zijn wij niet… Lijken we dan in niets op de verloren zoon?...

De parabel van de verloren tijd (25’)

Lijken we toch op de verloren zoon?

• De tijd is één van onze kostbaarste bezittingen. Iedereen neemt elke dag grote en kleine beslissingen over wat hij of zij doet met die tijd. Natuurlijk is het niet zo dat we elk moment efficiënt moeten bezig zijn of dat we elk moment iets moeten doen. Toch moeten we eerlijk zijn; soms lijken we op de jongste zoon in de parabel die zijn geld verkwistte: we verspillen onze kostbare tijd.

• Groepsgesprek:

X Waaraan verspillen we kostbare tijd?

X Is niets doen sowieso tijdverlies?

X Aan welke belangrijke zaken zou ik meer tijd willen geven?

X We kunnen niet altijd bezig zijn. Op welke manier kan je ervoor zorgen dat de tijd waarin je niets doet toch vruchtbaar is?

X Bidden… Is dat verloren tijd?

(47)

Goeie ontvanGst | 49

Actuele versies van de parabel van de verloren tijd

Bespreking rond het thema verkwisting van tijd aan de hand van enkele youtube-filmpjes. Kies één of meerdere filmpjes uit en bespreek ze in groep.

The Notebook: https://www.youtube.com/watch?v=Itkrh9_K_Yo#t=18 X Waarover gaat het filmpje?

X Wat doet de jongen in het filmpje? Waarom?

X Wat denk je hiervan?

X Hoe kan dit ons inspireren?

Look Up: https://www.youtube.com/watch?v=Z7dLU6fk9QY (Engels gesproken) X Heeft iedereen alles begrepen?

X Waarover gaat het filmpje?

X Kun je jezelf herkennen in het filmpje?

X Wat is de boodschap van de verteller?

X Is het een boodschap die je raakt?

X Hoe ga je zelf om met sociale media?

X Wie heeft een smartphone? Hoe ga je daar mee om?

I Forgot My Phone: https://www.youtube.com/watch?v=OINa46HeWg8 X Wat gebeurt er in het filmpje?

X Heb je al gelijkaardige situaties meegemaakt? Hoe heb je je daarbij gevoeld?

X Wie heeft een smartphone? Hoe ga je daar mee om?

Don’t Be That Guy: https://www.youtube.com/watch?v=eP3Dbs_xbKI X Wat gebeurt er?

X Heb je al gelijkaardige situaties meegemaakt?

X Wie heeft een smartphone? Hoe ga je daar mee om?

Funny Smartphone Addicts Commercial: https://www.youtube.com/watch?v=lqBhcb5G5M4 (grappig) X Wat gebeurt er in het filmpje?

X Wat is de paradoxale boodschap? Wat denk je hierover?

Het engagement (15’)

• We herkennen ons allemaal in het feit dat we soms kostbare tijd verspillen. Ondertussen zijn er belangrijke dingen waaraan we te meer tijd willen schenken. De manier waarop we omgaan met de tijd heeft te maken met de grote en kleine keuzes die we elke dag maken. We nodigen nu iedereen uit om een concrete keuze te maken, groot of klein, die zal toelaten minder tijd te verspillen en meer met essentiële dingen bezig te zijn.

• Iedereen schrijft zijn persoonlijk engagement uit in een brief gericht aan zichzelf. De brief wordt in een omslag gestopt. De begeleider stopt in elke omslag de tekst van de grote stenen (zie bijlage). Deze tekst is dubbel geplooid, zodat de jongeren de tekst nog niet kunnen lezen. De omslag wordt dichtgekleefd en de begeleider verzamelt de brieven.

• Twee maanden na de bijeenkomst stuurt de begeleider aan elke jongere zijn of haar brief op met de post.

• Tijdens een daaropvolgende bijeenkomst komt de begeleider nog eens terug op de brief:

X Hoe is het gegaan met jullie engagement?

X Wat het moeilijker/makkelijker dan je had verwacht?

X Wat vond je van het verhaal van de grote stenen?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest”..

De rechtbank Limburg heeft dinsdag een 48-jarige man veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden wegens het geven van hulp bij de zelfdoding van zijn vader

Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden..

Het is geen toeval dat in deze donkerste dagen voor Kerstmis, telkens opnieuw de warmste week wordt gehouden: teken van solidariteit ten top: iets kunnen betekenen voor anderen:

Het College is van oordeel dat beklaagde in strijd met artikel F (informatievoorziening over de hulp-en dienstverlening) van de Beroepscode voor jeugdzorgwerkers heeft gehandeld

Arie: ‘Ik had altijd de norm, richting ma, maar ook richting jullie: we gaan nooit boos slapen, want je weet niet of je nog wakker wordt. Ruzie moet

21 “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei

In het begin namen Theo en Vera geen tijd om te douchen voordat ze met elkaar naar bed gingen, maar na drie jaar met elkaar samen te leven nam Vera een uur de tijd om zich voor