• No results found

kunnen verlaten in plaats van verplicht op hun 18

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "kunnen verlaten in plaats van verplicht op hun 18"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag internetconsultatie wetsvoorstel verlengen duur pleegzorg en vervallen verleningsbeschikking bij machtiging tot uithuisplaatsing en gesloten jeugdhulp

Het wetsvoorstel is van 3 maart 2020 tot 3 april 2020 ter internetconsultatie aangeboden, waarmee een ieder in de gelegenheid is gesteld om te reageren. In totaal zijn op beide onderdelen, het verlengen van de duur van pleegzorg en het vervallen van de

verleningsbeschikking, 17 reacties binnengekomen.

Reacties verlengen duur pleegzorg:

Over het algemeen is men positief over het verlengen van de duur van pleegzorg. In veel reacties wordt aangegeven dat het verlengen van de duur van pleegzorg pleegkinderen en pleegouders meer zekerheid en perspectief geeft. Daarnaast geeft men aan dat het wetsvoorstel ervoor zorgt dat pleegkinderen beter voorbereid zijn op zelfstandigheid en volwassenheid wanneer zij het pleeggezin op hun 21e kunnen verlaten in plaats van verplicht op hun 18e. Er zijn in de reacties punten van aandacht meegegeven. De voornaamste punten zijn:

- Aanbieders geven aan dat het wetsvoorstel ook een mogelijkheid zou moeten geven om een pleegzorgtraject te starten na 18 jaar, wanneer vóór het 18e jaar is vastgesteld dat pleegzorg nodig is, maar het pleegzorgtraject nog niet is gestart.

- Sommige pleeggezinnen geven aan dat het ook goed kan zijn om pleegzorg tot 23 jaar te verlengen.

- Verschillende reacties geven aan dat het inzetten van pleegzorg na 18 jaar een keuze moet zijn van het pleegkind zelf.

De regering heeft als volgt gereageerd op deze punten:

- Het is niet nodig om het wetsvoorstel aan te vullen met de mogelijkheid om pleegzorg tot 21 jaar te verkrijgen indien er vóór de 18e verjaardag is bepaald dat jeugdhulp

noodzakelijk is, maar deze pleegzorg nog niet is begonnen. Dit is reeds opgenomen in de begripsbepaling van jeugdige in artikel 1.1 van de Jeugdwet. Onderdeel 4 (nieuw) van die begripsbepaling van jeugdige (dat met dit wetsvoorstel wordt vernummerd naar onderdeel 4) bepaalt dat een jeugdige een persoon is van 18 tot 23 jaar ten aanzien van wie voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar is bepaald dat jeugdhulp noodzakelijk is.

- De regering zal de leeftijd voor het standaard verlenen van pleegzorg niet verhogen tot 23 jaar. Verlengde pleegzorg nadat een pleegkind 21 jaar is geworden blijft na de

voorgestelde wijziging van de Jeugdwet mogelijk, indien dat naar het oordeel van de gemeente noodzakelijk is (zie het onderdeel 4(nieuw) van de begripsbepaling van

jeugdige) en de jeugdige dit wenst. Dan kunnen de pleegzorgaanbieder en de pleegouders het pleegcontract verlengen tot de jeugdige 23 jaar is. Doordat de leeftijdsgrens voor het standaard ontvangen van pleegzorg niet verder wordt verhoogd, blijft een prikkel bestaan om jeugdigen voor te bereiden op zelfstandigheid en op het eindigen van pleegzorg.

- Het verlengen van pleegzorg na de 18e verjaardag van de jeugdige is inderdaad een vrije keuze. Het pleegkind dient hiervoor op grond van artikel 7.3.4 Jeugdwet toestemming te geven. Als jeugdigen 18 jaar zijn mogen ze zelf bepalen waar ze wonen, omdat ze dan volwassen zijn.

Reacties vervallen verleningsbeschikking:

Ook de reacties op het vervallen van de verleningsbeschikking zijn overwegend positief. Betrokken partijen geven voornamelijk aan dat dit een aanzienlijke lastenvermindering oplevert. Ook zijn er punten van aandacht meegegeven. De voornaamste punten zijn:

- Aanbieders achten het van belang dat er na de afschaffing van deze verplichting door de gemeente uitdrukkelijk uit de wettekst en de toelichting hierbij blijkt dat de gemeente (nog steeds) een jeugdhulpplicht heeft.

- Jeugdzorg Nederland stelt voor om de gecertificeerde instelling, naast het college en de RvdK, ook de bevoegdheid te geven om op grond van artikel 6.2.2, tweede lid, Jeugdwet de rechter te verzoeken om de tenuitvoerlegging van een machtiging gesloten jeugdhulp in een justitiële jeugdinrichting te laten plaatsvinden.

(2)

De regering heeft als volgt gereageerd op deze punten:

- Met betrekking tot het vervallen van de eis van een verleningsbeschikking is het niet noodzakelijk om aanvullend in het wetsvoorstel op te nemen dat de gemeente nog steeds een jeugdhulpplicht heeft. Dat de gemeente nog steeds een jeugdhulpplicht heeft en blijft houden blijkt uit het voorgestelde artikel 2.4, tweede lid Jeugdwet en, indien het verzoek tot een machtiging door het college is ingediend, uit artikel 2.3, eerste lid Jeugdwet.

- De regering neemt het voorstel van Jeugdzorg Nederland om de GI de bevoegdheid te geven op grond van artikel 6.2.2, tweede lid, Jw de rechter te verzoeken om de

tenuitvoerlegging van een machtiging gesloten jeugdhulp in een justitiële jeugdinrichting niet over. De effecten van dat voorstel zijn niet onderzocht of geconsulteerd en daarom is het te voorbarig om dit nu bij wet te regelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Poëziepaleis organiseert onder andere de wedstrijden Kinderen en Poëzie voor basisscholen en Doe Maar Dicht Maar voor het voortgezet onderwijs.. Het Poëziepaleis verzorgt

De bezoldiging van de werknemer kan worden verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de eerste bezoldiglngstrede volgend op de naast-hogere bezoldigingstrede in de voor hem

De vraag welke maatschappelijke ontwikkelingen een verklaring bieden voor de toename in het aantal jeugdige verdachten in de periode 1997-2007 in Nederland, laat zich niet

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen anderen dan de ambtenaren, bedoeld in artikel 10.1, eerste lid, die belast zijn met de uitvoering van de bij of krachtens deze wet

ontvanger en doel: M.OCW M.OCW M.OCW M.OCW M.OCW M.OCW M.OCW IvhO CvTE bestuur bestuur bestuur bestuur

Bij jeugdproblematiek spelen vaak de verschil- lende leefsferen (gezin, school en sociaal functioneren) een rol en is de problematiek complex. Integrale indicatiestel- ling en

Van de online veiligheid interventies werden bovendien geen effecten op feitelijk gedrag gevonden en slechts één studie vond een effect op bewustwording over daderschap

‘trappelen’ of ‘shockeren’ 78 , dan kunnen we veel beter zien hoe in vroegmoderne teksten niet alleen het ideaal van zoetspelende kinderen te vinden is 79 , maar ook het ideaal