• No results found

Ik ben weer iemand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ik ben weer iemand"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

O N T W I K K E L I N G 17

K E R K + L E V E N - 2 4 J A N U A R I 2 0 0 7

V

EERTIEN jaar intussen werkt Constant Bushiri voor de Damiaanactie in Congo. Eerst als verple- ger in een afgelegen ge- bied, een typische leprahaard.

Sinds 2002 superviseert hij de werking van de Damiaanactie in Kinshasa, de hoofdstad die wel ze- ven miljoen inwoners telt. „Me- laatsheid komt hier in de stad minder voor, jaarlijks slechts een veertigtal nieuwe gevallen. An- ders is het gesteld met tuberculo- se. Een vijfde van de jaarlijks bijna honderdduizend patiënten in Congo, woont hier.”

Constant volgt de behandeling van de zieken in de verschillende gezondheidscentra waar de Da- miaanactie actief is. Dat doet hij met een buitengewone inzet. Ont- breekt één van de patiënten op het appèl, dan zet hij meteen de zoektocht in. Zo gebeurde het ook met Junior. Toen de jongen twee maanden na het begin van zijn behandeling in november 2005 niet meer kwam opdagen in het gezondheidscentrum van Saint- Pierre, haalde Constant heel Kinshasa ondersteboven om zijn verloren schaap terug te vinden.

Tussen de twee ontstond een heel bijzondere band.

Brahim

Samen spelen ze de hoofdrol in een promotiefilmpje ter onder- steuning van de campagne van de Damiaanactie. Een uitzonderlijk verhaal, dat deze week in tal van scholen het hart van jonge men- sen beroert. En ook de erg popu- laire rapper Brahim bleek niet on- gevoelig voor het werk van de or- ganisatie die de naam draagt van De Grootste Belg. Brahim trok zelf naar Kin en roept vandaag met een nieuwe song het grote publiek op tot solidariteit met lepra- en tbc-patiënten in het Zuiden. U hoorde het vast al op de radio, of zag de reclamespot op tv.

We ontmoeten Constant en Ju- nior twee dagen na hun aankomst

in België. Hoewel het veertien gra- den is en de zon schijnt, bibberen beide bijna uit hun vel. Junior is zestien, maar ziet er amper twaalf uit. „Van ontbering”, legt Constant uit.

Zijn vader heeft Junior nooit ge- kend en zijn moeder liet de zorg voor hem na enkele jaren over aan haar jongere zus. Toen haar gezin zelf in financiële moeilijkhe- den kwam en Junior – godbetert – beschuldigd werd van hekserij, werd hij naar de kerk gebracht en toevertrouwd aan de plaatselijke pastor.

Na een tijdje houdt hij het er zelf voor bekeken. Hij heeft straatkin- deren leren kennen die er blijk- baar in slagen op eigen houtje te overleven. Vanaf dan werkt Junior als drager bij een magazijn. In ruil voor 1 dollar mag hij onder bewa- king op het terrein vóór het maga- zijn slapen. Van vijf uur ’s ochtends tot vijf uur ’s avonds zwoegt hij met pakken levensmiddelen en ver- dient zo eerlijk de kost, zo’n 4 dol- lar per dag.

Dan wordt de jongen ziek. Eerst gewoon vlekken. Met zalfjes pro- beert hij zichzelf te genezen, maar

het wordt alleen maar erger. Juni- or verliest kracht in de handen en kan bijna niet meer werken. Een monsterlijke buil boven zijn rech- teroog bevestigt in de ogen van ve- len het feit dat de jongen behekst is. Gelukkig krijgt hij nu en dan iets van edelmoedige ‘mama’ die hem looft om zijn eerlijkheid en beleefdheid.

Monster

In het gezondheidscentrum wordt een behandeling gestart, maar Junior wordt van de markt verjaagd en verliest zijn plaatsje bij het magazijn. Er zit niets an- ders op dan zich bij tientallen an- dere straatkinderen te voegen vijf kilometer verderop bij de rivier Kalamu. Te ver om nog dagelijks naar het centrum te trekken voor zijn medicijnen.

„Ik wilde niet sterven, maar wist dat het niet lang meer zou duren”, blikt Junior terug. „Tot mijn verba- zing zag ik op een dag papa Con- stant aankomen. Hij zei dat hij me zocht. Ik dacht dat het Mozes was.” Voor Junior was de gebeur-

tenis van Bijbelse allure. Dat er toch nog iemand op deze aard- kluit zich om hem bekommerde en hem kwam halen!

Constant pikt in: „Junior was er heel slecht aan toe. Hij had al twee maand geen medicijnen meer ge- had. We brachten hem terug naar het centrum, trokken zijn vuile kleren uit en verzorgden zijn won- den. We verschaften hem een woonst bij een pleegmoeder. Hij sliep er weliswaar buiten, maar kreeg dagelijks een warme maal- tijd. En omdat het vlakbij mij thuis was, bezocht ik hem dagelijks vóór ik me naar het werk begaf. Ik controleerde of hij te eten had ge- kregen en gaf hem zijn medicij- nen.”

In april kwam een Belgische de- legatie van de Damiaanactie naar Kinshasa om de campagnefilm te draaien. Junior was toen alweer een beetje op krachten en ver- huisde naar het bureau van de or- ganisatie, waar hij een eigen ka- mertje kreeg. De buil boven zijn oog werd met plastische chirurgie verwijderd. Niemand noemt de jongen nu nog een ‘monster’.

Maar wat is zijn toekomst? „Ik zou

graag studeren”, droomt Junior hardop. Constant: „Momenteel leert Junior thuis rekenen. Of hij ooit zal kunnen schrijven? Zijn handen zijn verkrampt en hij heeft er nauwelijks gevoel in.

Eerst moeten er dus nog een aan- tal operaties gebeuren. Daarna kan hij maar beter meteen een vak leren, denk ik.”

‘s Weekends woont Junior bij

‘papa Constant’, die zelf zes kin- deren heeft. Constants toewijding voor de jongen kent werkelijk geen grenzen. „Aanvankelijk hiel- den we hem redelijk strak, omdat we meenden dat hij misschien zou willen terugkeren naar het straat- leven. Maar het klikt goed tussen ons. Junior is erg intelligent.” Dat blijkt, heel ons gesprek verloopt in het Frans, een taal die Junior zich- zelf geleerd heeft door zijn contac- ten op de markt.

Straatkind

De jongen heeft een boodschap voor zijn Belgische leeftijdgeno- ten: „Voor mij is het een groot ple- zier om hier te mogen komen ge- tuigen. Ik voel me opnieuw ie- mand, ben geen straatkind meer dat voor niemand waarde heeft.

Daarom wil ik iedereen bedanken en vragen ook andere straatkin- deren in Congo te helpen.”

Nu de stabiliteit stilaan terug- keert in het onmetelijke land, kan aan de toekomst worden gedacht.

De strijd tegen lepra en tbc wordt duchtig opgevoerd. Het afgelopen decennium steeg het budget van de Damiaanactie in Congo tot het tienvoudige. Vooral co-infecties tbc-aids vormen een grote uitda- ging en moeten dringend het hoofd worden geboden. De dui- zenden straatkinderen in de mil- joenenstad Kinshasa vormen een gevaarlijke broeihaard voor tbc- besmettingen. Ze slapen met tien- tallen bij elkaar zondere enige vorm van beschutting en hebben verder weinig mogelijkheid om hun persoonlijke hygiëne te ver- zorgen.

Hij werd ‘monster’ genoemd en behandeld als een heks, maar toen nam de Damiaanactie hem onder de vleugels. Nu knokt Junior samen met Brahim. © Jean Platteau

‘Ik ben weer iemand’

L i e v e Wo u t e r s

Een straatkind met lepra in een godvergeten uithoek van de wereld. Een jaar geleden nog maar was Junior Losangania ervan overtuigd dat hij niet lang meer te leven had.

Vandaag staat de jongeman – die nog nooit een school van de binnenkant had gezien –

voor volle klassen te getuigen over zijn ziekte en over ‘papa Constant’ die hem redde

van een gewisse dood.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De onderkant van de krop sla krijgt geen nieuwe worteltjes, maar wel nieuwe blaadjes die je lekker kunt opeten!. Als de worteltjes van de tak of het takje groot genoeg zijn, zet je

Maar in beide gevallen kan het werk echt een belangrijk deel van het leven van mensen zijn, waar ze vreugde aan beleven ( en eerlijk is eerlijk, soms ook zorg en ergernis) , waar

Door de nieuwe normen en regelgeving veroorzaakt het vliegver- keer vanaf Schiphol veel meer overlast dan anders voor de inwo- ners van Uithoorn en De Kwakel.. De bouw van het

En in de tuin van de pijn verkoos Hij als een lam te zijn, verscheurd door angst en verdriet maar toch zei Hij: 'Uw wil

Joris Lejeune studeerde aan het Lemmensinstituut te Leuven waar hij voor orgel het meester- en het specialisatiediploma behaalde bij Joris Verdin en Reitze Smits. Tevens behaalde hij

Voor meer informatie over deze dag kunt u contact opnemen met Liza Ronde van Stichting Wel- zijn Velsen, buurtsportcoach voor volwassenen in IJmuiden via

Als een werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt blijkt omdat hij een inkomen verdient dat hoger is dan 65% van zijn oude loon, dan eindigt de WGA-uitkering één jaar nadat

 D e gemeente Rotterdam bracht het vorig jaar keurig in kaart: 9 procent van de genodigden kwam niet opdagen voor de intake werk, 12 tot 14 procent liet verstek gaan bij