• No results found

Whitepaper Ingrediënten voor participatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Whitepaper Ingrediënten voor participatie"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deel dit whitepaper

Koningsweg 2 5211 BL 's-Hertogenbosch T (073) 750 16 90 F (073) 613 99 21 E info@k2next.nl

“Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.” (Troonrede 17 september 2013)

De eerste troonrede van Koning Willem-Alexander heeft veel impact gehad. Het begrip par- ticipatie stond centraal. Met het oog op o.a. de overheveling van zorgtaken naar gemeenten benadrukte de koning dat er een verschuiving plaatsvindt van verzorgingsstaat naar partici- patiesamenleving. In een brief van 7 april 2014 zegt premier Rutte dat gemeenten en andere overheidsinstellingen nog te vaak handelen vanuit hiërarchische verhoudingen en onbedoeld initiatieven van burgers in de kiem smoren. Er moet meer ruimte komen voor eigen initiatief.

Dit vraagt van u als gemeente een eigentijds participatiebeleid. Twee belangrijke pijlers hierin zijn burger- en overheidsparticipatie. Hoe betrekt u burgers bij de ontwikkeling van beleid en welke mogelijkheden hebben zij om invloed uit te oefenen? En hoe speelt u in op initiatieven van burgers zelf? Voor het effectief functioneren van burgerparticipatie is het zaak dat over- heidsparticipatie is ingevuld. In deze whitepaper bieden wij u een aantal ingrediënten voor de verdere doorontwikkeling van burger- en overheidsparticipatie in uw gemeente.

Inleiding

Meer informatie?

Praktische informatie, voor- beelden en inspiratie voor het realiseren en beheren van wijkteams vindt u op wijkteams.info Voor meer informatie kunt

u contact opnemen met Jolet Swagers 06-43 46 81 25 jolet.swagers@k2next.nl

of met Joyce Hagenaars:

06-43 46 81 27 joyce.hagenaars@k2next.nl

Burgerparticipatie

Bij burgerparticipatie gaat het om de wijze waarop u burgers betrekt bij het opstellen, uitvoe- ren en evalueren van beleid. Edelenbos (2002) omschrijft het als volgt: ‘vroegtijdig betrekken van burgers en andere belanghebbenden bij de vorming van beleid, waarbij in openheid en op basis van gelijkwaardigheid en onderling debat problemen in kaart worden gebracht en oplossingen worden verkend die van invloed zijn op het uiteindelijke politiek besluit’.

Overheidsparticipatie

Op dit moment is overheidsparticipatie een steeds vaker gehoorde term. Bij overheidspartici- patie komen de initiatieven niet van de overheid, maar uit de samenleving zelf (gemeente Hellendoorn, 2011). Als gemeente doet u mee in initiatieven van burgers. Dit vraagt van u een andere rol. De ‘overheidsparticipatietrap’ van de Raad voor het Openbaar Bestuur (2012) helpt u deze rol in te vullen.

1. Wat houdt het in?

(2)

1. Loslaten » wanneer u een taak helemaal loslaat, heeft u inhoudelijk noch in het proces enige bemoeienis.

2. Faciliteren » u kiest een faciliterende rol als het initiatief van elders komt en u er belang in ziet om dat mogelijk te maken.

3. Stimuleren » een trede hoger heeft u wel de wens dat bepaald beleid of een ini- tiatief van de grond komt, maar de realisatie daarvan laat u over aan anderen. U zoekt slechts naar mogelijkheden om die anderen in beweging te krijgen.

4. Regisseren » wanneer u kiest voor regisseren, betekent dat ook andere partijen een rol hebben maar dat u er belang aan hecht wel de regie te heb 5. Reguleren » ben.bovenaan de trap staat het zwaarste instrument dat u kunt

inzetten, namelijk regulering door regelgeving. Als consequentie van dit middel kunt u regels ook handhaven en overtreding daarvan sanctioneren.

De Jeugdwet, Participatiewet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ver- plichten u als gemeente om actief invulling te geven aan burger- en overheidsparticipatie.

Hieronder vindt u per wet de belangrijkste aandachtspunten.

Jeugdwet (artikel 2.10)

t U toetst en publiceert jaarlijks de cliënttevredenheid. Over de methode van meting over- legt u met cliëntenorganisaties.

t U betrekt ouders, jeugdigen, cliëntenorganisaties en overige burgers bij de voorbereiding en uitvoering van jeugdhulp, -bescherming en -reclassering. Zij moeten in een zeer vroeg stadium van de beleidsontwikkeling de agenda kunnen bepalen. Hierbij is het belangrijk dat u ze voorziet van relevante informatie.

t U bent verplicht advies te vragen aan cliëntenorganisaties over jeugdhulp, jeugdbesch- erming en jeugdreclassering. Het ontwerpplan is een van de zaken waarover u advies gevraagd moet vragen.

t U moet de ideeën, wensen en opvattingen kleine groepen en minder mondige burgers meenemen in de beleidsontwikkeling.

2. Welke verplichtingen heeft u?

Loslaten

Faciliteren Stimuleren

Regisseren Reguleren

Figuur 1. Overheidsparticipatietrap

(3)

op u met burgers en cliëntenorganisaties wilt overleggen. De tekst van beide wetsartike- len is grotendeels hetzelfde. Aandachtspunten zijn:

» U stelt burgers en cliëntenorganisaties in de gelegenheid om beleidsvoorstellen te doen en gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over onder andere de verordening.

» U ondersteunt burgers en cliëntenorganisatie om hun participerende rol effectief te vervullen.

» U biedt burgers en cliëntenorganisatie de ruimte om periodiek mee te doen aan overleg en hiervoor agendapunten aandragen.

» U voorziet burgers en cliëntenorganisaties van de benodigde informa- tie, zodat zij een adequate bijdrage kunnen leveren aan het overleg.

Voor een optimale invulling van burger- en overheidsparticipatie zijn onder meer de vol- gende randvoorwaarden van belang:

Burgerparticipatie (Valk, 2013)

t Betrek burgers zo vroeg mogelijk in het proces

» als mensen het idee hebben dat het besluit al genomen is, activeer je alleen de tegen- standers. Als burgers daadwerkelijk zien dat ze kunnen participeren en invloed hebben, zult u merken dat ze echt willen meedenken.

t Formuleer een helder doel en schets concreet de kaders

» als de boodschap (wat is de vraag aan de burger?) niet helder is, komen ze niet in be- weging. Kaders zijn er altijd (bijvoorbeeld: financiële (on-)mogelijkheden of wettelijke beperkingen). Draai er niet omheen maar benoem ze vanaf het eerste moment.

t Maak het traject niet te lang (maximaal 6 tot 8 weken)

» de combinatie van fysieke bijeenkomsten en digitale dialoog/samenwerking werkt uit- stekend. Maar maak de periode waarin u de medewerking van burgers vraagt niet te lang.

De aandacht verslapt snel en u moet ze keer op keer weer activeren.

t Maak gebruik van de maatschappelijke acceptatie van sociale media

» mensen raken meer en meer gewend aan sociale media. Kies een platform dat zeer eenvoudig in gebruik is en maak het deelnemers zo gemakkelijk mogelijk.

4. Wat zijn randvoorwaarden?

Als er geen wettelijke verplichtingen zouden bestaan om actief invulling te geven aan burger- en overheidsparticipatie, zou u er dan ook voor kiezen? Het antwoord op deze vraag bepaalt de ervaren kwaliteit van burger- en overheidsparticipatie in bijvoorbeeld uw beleidsvormende processen. Burgers voelen haarfijn aan of het om een ‘kunstje’ gaat of dat het u serieus is om burgers actief te betrekken of ruimte te geven voor eigen initiatief. Bent u daadwerkelijk serieus? Dan is voldoen aan de wettelijke verplichtingen niet voldoende. Burger- en overheidsparticipatie stelt eisen aan de omgevingsgevoe- ligheid van uw ambtelijke organisatie en de houding en gedrag om meer te willen en durven handelen. Door en te willen investeren op beleid dat over burger- en overheids- participatie gaat en op het functioneren van de ambtelijke organisatie ‘buiten’, vergroot de kans dat beleid en uitvoeringpraktijk samen vallen.

Wat als er nu geen wettelijke verplichtingen zouden liggen?

(4)

t Maak een mix tussen online en offlinen

» de praktijk blijkt dat een groot deel van de doelgroep zich wel roert als het op een digi- taal platform kan, maar zij gaan veel minder gemakkelijk in op uitnodigingen om fysiek te verschijnen op een bijeenkomst. Accepteer dat. Voor een deel van de mensen geldt echter dat zij elkaar juist willen ontmoeten om met elkaar verbonden te raken. In veel gevallen werken 1 of 2 fysieke bijeenkomsten in combinatie met de inzet van een online samenwerkingsplatform heel goed.

t Geef ruim publiciteit aan het bestaan van het project en het digitale platform

» waar zitten de doelgroepen en hoe bereikt u ze? Een vraag die iedere keer een ander antwoord oplevert.

t Bestuurders en politici ‘moeten’ ook meedoen

» het kost altijd enige moeite, maar juist sleutelfiguren als bestuurders en politici (zowel de ambtenaren als wethouders als gemeenteraadsleden) hebben een grote impact op de mate van (gepercipieerde) betrouwbaarheid en belang van het project. Het verhoogt in sterke mate de participatiegraad.

t Wees transparant over de discussie, de uitkomsten en de resultaten

» het is een mooi evenwicht tussen haalbaarheid en beperkingen. Geef aan dat men voor het maximum gaat, maar wees eerlijk over mogelijkheden en onmogelijkheden.

t Accepteer dat het niet vanzelf gaat en leer van de eerste projecten

» zorg voor professionele begeleiding, doe mee en doe ervaring op. Des te sneller kan het worden geïncorporeerd in de huidige werkomgeving. Voor gemeenten (en andere over- heidsinstanties) is dit immers ook een geheel nieuwe manier van beleid maken.

Overheidsparticipatie (IJperen, 2013) t Ruimte geven en niet in de weg staan

» geef burgers de ruimte en sta ze niet in de weg met ‘hinderlijke’ regelgeving.

t Aandacht en waardering geven

» veel burgers die iets doen voor hun gemeenschap doen dat onopvallend en op kleine schaal. Deze initiatieven leveren een belangrijke bijdrage het oplossen van sociale proble- men. Spreek uw waardering uit voor deze initiatieven.

t Aansluiten bij lokale deskundigheid en netwerken

» sluit aan bij lokale netwerken en maak optimaal gebruik van lokale deskundigheid t De gemeente als verbinder en makelaar

» stel ambtenaren beschikbaar om burger te ondersteunen bij het realiseren van hun ideeën. Deze ambtenaren bieden praktische ondersteuning en vervullen een advies- en netwerkfunctie.

“Betrek

burgers

zo vroeg

mogelijk

in het

proces.”

(5)

De komende jaren vindt er een verschuiving plaats van burger- naar overheidsparticipatie.

Dit betekent een verandering van taakopvatting en werkwijze voor zowel uw gemeenteraad, college van Burgemeester & Wethouders en ambtelijke organisatie. In het document Burgers aan het stuur van de gemeente Hellendoorn (2011) worden de volgende aandachtspunten benoemt:

Gemeenteraad

t De gemeenteraad behoudt zijn controlerende taak. De raad concentreert zich echter minder op de inhoudelijke norm (burgers en ondernemers bepalen dit vooral zelf) en let meer op het verband of de omgeving waarin het proces zich afspeelt (worden bepaalde partijen/ groepen niet uitgesloten).

t De gemeenteraad behoudt ook zijn agenderende taak. De raad zoekt daarvoor aansluit- ing bij het veld van actieve burgers en ondernemers. Dat vraagt dat raadsleden proactief

‘issues’ opsporen waar het veld zich druk over maakt. Het kan ook voorkomen dat ‘issues’

juist onvoldoende naar voren komen of ondersneeuwen. De raad kan die ‘zachte’ belan- gen aan de orde stellen.

College van Burgemeester & Wethouders

t B en W dragen zorg voor een bepaalde mate van regelgeving, voorzieningen en facilitei- ten. Vragen die daarbij een rol spelen: Is het veld vitaal genoeg? Zijn er zwakke belangen die beschermd moeten worden? Is er toegang voor anderen in het veld? Welke taken laten we over aan welke kring van burgers? Hoe zorgen we dat er toezicht plaatsvindt op het besluitvormingsproces door burgers en ondernemers (eventueel door – andere – burgers)?

t B en W zorgen samen met de ambtelijke leiding voor een goed werkende lijnorganisatie.

In deze organisatie is er ruimte om af te wijken van de productie van diensten als actieve burgers en ondernemers daarom vragen. Het regelt ook dat conflicten tussen veld en overheid terecht komen bij een onafhankelijk persoon/ instantie.

Ambtelijke organisatie

t Er is een eenduidig beeld over werken als gelijkwaardige partner in de hele organisatie.

t Er moet voldoende en gestructureerde informatie beschikbaar zijn om keuzes te maken.

Ook moet er bereidheid zijn om keuzes bij te stellen op basis van het blijven volgen van ontwikkelingen.

5. Welke veranderopgave heeft u?

t Verbinden van bewoners onderling

» in buurten en wijken doen mensen dingen voor elkaar. Het is niet altijd duidelijk welke vragen er in een buurt leven, welke interesses er zijn en wie elkaar kunnen helpen. Ontwik- kel daarom een fysieke en / of virtuele marktplaats om vraag en aanbod te verbinden.

t Financieel ondersteunen

» stel een initiatievenfonds, een burgerkrachtbudget of een andere vorm van financiële ondersteuning in het leven.

t Overdragen van eigenaarschap

» draag op kleine schaal het eigenaarschap en de bijbehorende zeggenschap van bijvoor- beeld openbare ruimte, buurthuizen of sportvoorzieningen over aan burgers.

(6)

Wij adviseren en ondersteunen u graag bij het (door)ontwikkelen en evalueren van burger- en overheidsparticipatie in uw gemeente en / of regio. Neem voor meer informatie contact op met onze adviseur Joyce Hagenaars (tel. 06 43 46 81 27 of joyce.hagenaars@k2next.nl) Geinteresseerd?

t &EFMFOCPT + Proces in vorm: Procesbegeleiding van interactieve beleidsvorming over lokale ruimtelijke projecten. Lemma.

t #VSHFSTBBOIFUTUVVS (FNFFOUF)FMMFOEPPSO

t (SBBG -+EF0TUBBJKFO ++$WBO Noties voor participatienota’s? Een verkennende ana- lyse naar lokale participatiedocumenten in 31 Nederlandse gemeenten. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

t *+QFSFO 'WBO<FUBM> Kantelkracht: gras groeit boven 7 graden. Vereniging van Neder- landse Gemeenten (VNG).

t +FVHEXFU

t ,BNFSCSJFGPWFSEFQBSUJDJQBUJFTBNFOMFWJOH NBBSU

t -PTMBUFO JO WFSUSPVXFO /BBS FFO OJFVXF WFSIPVEJOH UVTTFO PWFSIFJE  NBSLU ÏO TBNFOMFWJOH

(2012). Raad voor het Openbaar Bestuur.

t 1BSUJDJQBUJFXFU

t 7BML 8FTTFMEF Offline & online inspraak: 9 tips voor succesvolle burgerparticipatie. 'SBOL- watching.

t 8FUNBBUTDIBQQFMJKLFPOEFSTUFVOJOH

Geraadpleegde bronnen

K2 Next Generation helpt overheden en uitvoeringsinstanties bij het maken, structureren en implementeren van beleid binnen het sociale domein. Wij zijn vijf doorgewinterde, en- thousiaste adviseurs met stevige wortels in de dagelijkse praktijk van de jeugdzorg en organi- satievraagstukken. En dat is direct onze grootste meerwaarde: als opdrachtgever weet u zeker dat wij praktische haalbaarheid en uitvoerbaarheid geen moment uit het oog verliezen. We trekken samen op en zijn pas klaar als het wérkt. Kijk voor meer informatie op

www.k2next.nl.

Over K2 Next Generation

t Managers en bestuurders steunen en vertrouwen medewerkers. Medewerkers krijgen ruimte (tijd en budget) om flexibel op vragen van burgers in te kunnen gaan.

t Medewerkers willen investeren in contacten en verbinding aangaan met ´de straat´ om JOGPSNBUJFUFIBMFOFOPGUFCSFOHFO'MFYJCFMFOCFUSPVXCBBSFODSFBUJFG[JKO/JFUWBOVJU

regelgeving of macht, maar vanuit gelijkwaardigheid handelen.

t De verantwoordelijkheid en het mandaat liggen laag in de organisatie. Daardoor hebben alle medewerkers de mogelijkheid om in te kunnen springen op actuele vragen van burgers.

t Er moet een cultuur zijn met ruimte voor ondernemerschap/experimenten, er mogen fouten worden gemaakt, medewerkers denken integraal en zijn betrouwbaar en betrok- ken. De houding is: ‘wat we buiten zeggen moeten we binnen doen’.

t Medewerkers en bestuurders hebben de bereidheid om samen met burgers, ondernem- ers, organisaties en instanties een netwerk te vormen om problemen op te lossen. De regels en procedures vergemakkelijken dit. Een organisatie die zo wordt ingericht, is klaar voor overheidsparticipatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Henkes described how the nineteenth and early twentieth century study of people in the Dutch East Indies was functional in defijining.. 43

3.3.3 (NTFR 2017/422)) oordeelde ‘dat de vraag of de omkering van de bewijslast op haar plaats is ook (en eventueel opnieuw) aan de orde kan worden gesteld in de procedure over

Aan de hand van een heldere kwalitatieve doorlichting van de drie agrarische leerlingstelsels die in de afgelopen vijfentwintig jaar zijn ontstaan (een voor de land- en tuinbouw,

In potentie biedt blockchain veel kansen voor het verbeteren van transparantie, traceerbaarheid, efficiëntie, en de positie van de boeren en tuinders in agrifoodketens - aspecten

ventilator heeft dezelfde capaciteit als elk der ventilatoren, die de drooglucht door de droger zuigen; tevens is het mogelijk om met deze ventilator ook drooglucht door het graan

Voor participatie op het individuele niveau geldt dat nagedacht moet worden over hoe- veel ruimte patiënten nu daadwerkelijk heb- ben om eigen regie in te vullen en hun eigen

Crisis induced learning within Safety Regions A case study of the Chemie-Pack and Chemelot cases.. Daphne Blanker S2264803 Universiteit Leiden

A Wheelbarrow Full of Frogs: Understanding Portfolio Management for Agile Projects 51 The portfolio management shifts from process control to business outcome control when