Raadsvoorstel
G emeente ^ B euningen
Onderwerp Verordening maatschappelijke
ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen 2018
Raadsvergadering 19 december 2017
Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving
Registratienummer BW17.00557 Datum 4 december 2017
Registratiecode in m min mill n u ii Commissie 2
Auteur André Goudriaan Datum
Status Openbaar B&W-vergadering 14 november 2017
Persgesprek 14 november 2017 Portefeuillehouder J.G.Th.M. Kersten
Samenvatting
Dit voorstel gaat over het vaststellen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen 2018. Het betreft een geïntegreerde verordening over maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp. De belangrijkste wijzigingen zijn nieuwe regels rondom persoonsgebonden budgetten en het verwerken van jurisprudentie rondom delegatie van bevoegdheden van de gemeenteraad naar het college.
Besluit om
1. De Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen 2018 inclusief bijbehorende toelichting en bijlages vast te stellen conform bijlage 1 bij dit raadsvoorstel;
2. De Herziene verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beuningen 2016 en de Verordening jeugdhulp gemeente Beuningen 2016 in te trekken met ingang van de datum waarop de Verordening
maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen 2018 in werking treedt.
Inleiding
Dit voorstel betreft het vaststellen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen 2018 (hierna: de verordening). Met het oog op een integrale uitvoering van de Wmo 2015 en Jeugdwet wordt voorgesteld om één verordening vast te stellen die een zo uniform mogelijke werkwijze en begrippenkader biedt. Daarnaast worden ook enkele inhoudelijke aanpassingen voorgesteld, onder andere:
1. Het van toepassing verklaren van kwaliteitseisen uit de aanbesteding voor zorg in natura wanneer een pgb-aanbieder maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp wil leveren;
2. Het uitsluiten van aanbieders die zorg via een pgb willen leveren wanneer ze op basis van de kwaliteitstoetsing niet-gegund zijn bij de aanbesteding voor zorg in natura;
3. Het niet meer verplicht stellen van een verklaring omtrent het gedrag wanneer een bloedverwant uit de eerste of tweede graad maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp levert;
4. De toevoeging dat Tijdelijk verblijf licht verstandelijke beperking (Wmo) alleen beschikbaar is voor inwoners van Beuningen;
5. Het op basis van jurisprudentie aanpassen van delegatiebepalingen (het stellen van nadere regels) van de raad aan het college. Bepalingen uit het Financieel besluit, bijvoorbeeld wat betreft criteria voor pgb’s, de opbouw van tarieven of de regels rondom de eigen bijdrage zijn - al dan niet in gewijzigde vorm - overgeheveld naar de verordening.
Enkele redactionele aanpassingen zijn eveneens doorgevoerd om onduidelijkheden te voorkomen dan wel op te lossen.
Beoogd effect
Het bieden van een uniform en duidelijk toetsings- en afwegingskader dat maatwerk mogelijk maakt bij het beoordelen van meldingen van behoefte aan maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp.
Argumenten
1.1 Uit jurisprudentie is gebleken dat sommige delegatiebepalingen niet zijn toegestaan
Jurisprudentie laat zien dat het stellen van nadere pgb-criteria (o.a. eisen aan het beheren van een
pgb) en het vaststellen van (de opbouw van) pgb-tarieven niet gedelegeerd mag worden aan het college van B en W via Beleidsregels of nadere besluiten. Dit betekent dat de raad deze elementen moet vaststellen via de verordening. Daarom zijn de betreffende passages overgeheveld (bijv. artikel 11, 13 en 14) naar de Verordening en is het Financieel besluit integraal (als bijlage 2) opgenomen in de verordening. Daarmee verwerken we gelijk de aanpassingen die de VNG in haar modelverordening voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp heeft doorgevoerd.
1.2 Jurisprudentie over delegatiebepalingen raakt ook de eigenbijdragesystematiek
Als uitvloeisel van de jurisprudentie over delegatie geldt dat in de verordening moet zijn vastgelegd dat een bijdrage in de kosten gevraagd wordt en hoe deze berekend wordt. Recent bleek, zoals uw Raad onlangs heeft vernomen, dat de voorgaande verordening op dit punt weliswaar kaders aangaf, maar niet voor iedereen de gewenste duidelijkheid gaf. Hoewel uit ingewonnen juridisch advies bleek dat uit de vorige verordening af te leiden viel hoe de hoogte van de bijdrage bepaald wordt, stellen we voor de nieuwe verordening op dit punt te verduidelijken. In plaats van een delegatiebepaling aan het college is nu expliciet in de verordening opgenomen dat de omvang van de eigen bijdrage gelijkgesteld wordt aan het maximaal toelaatbare bedrag volgens het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (art. 16 lid 6).
1.3 Dit komt de kwaliteit van de geleverde maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp ten goede Een van de criteria waarop in de aanbesteding voor zorg in natura is geselecteerd, is de kwaliteit. Om te voorkomend dat partijen die niet aan de kwaliteit voldoen via een pgb-constructie alsnog zorg leveren, is in de verordening opgenomen dat aanbieders een jaar lang geen zorg mogen leveren als ze op basis van de kwaliteitstoetsing zijn afgewezen in de gunningsprocedure 2018 e.v. voor ambulante Wmo en Jeugdhulp (blok B) (zie artikel 12).
Het ligt dan voor de hand dat in artikel 12 eveneens is vastgelegd dat de kwaliteitseisen die gelden voor zorg in natura ook van toepassing zijn op ondersteuning die via een pgb geleverd wordt, zodat ook partijen die - al dan niet bewust - niet meegedaan hebben met de aanbesteding alsnog onder dezelfde kwaliteitseisen vallen.
Verder is een bepaling opgenomen om de kwaliteit bij onderaannemerschap te waarborgen (art. 17 lid 8 ).
1.4 De verordening geeft meer duidelijkheid en is redactioneel aangepast
Diverse artikelen zijn verduidelijkt en aangevuld, bijvoorbeeld door een bepaling over indexeringen, over de kosten die vanuit een pgb betaald mogen worden of de manier waarop de categorieën bepaald worden voor de korting op de bijdrage die voor de algemene voorziening hulp bij het huishouden betaald wordt. Deze aanpassingen zijn mede het gevolg van bijna drie jaar ervaring met de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo 2015.
1.5 Cliënten uit de doelgroep Tijdelijk verblijf licht verstandelijke beperkingen dreigden tussen wal en schip te vallen
Een specifiek punt dat is toegevoegd aan de verordening betreft Tijdelijk verblijf licht verstandelijke beperking (Wmo). Deze voorziening kopen we sinds medio 2017 in en is bedoeld voor mensen die via training zelfstandig kunnen gaan wonen (en dus niet in aanmerking komen voor de Wet langdurige zorg), maar voorlopig nog een beschermde woonomgeving nodig hebben. Deze taak is toegevoegd aan de Wmo, omdat de betreffende doelgroep tussen wal en schip dreigde te vallen. In de Verordening is opgenomen dat deze voorziening alleen beschikbaar is voor inwoners van Beuningen, aangezien deze taak inclusief budget is toebedeeld aan individuele gemeenten. Bovendien gaat het om een tijdelijke voorziening, en dus niet om een definitieve woonplek waarvoor in beginsel vrijheid van vestiging geldt.
2.1 Dit is noodzakelijk
De nieuwe verordening vervangt de voorgaande verordeningen voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp.
Kanttekeningen
1.1 Kwaliteit blijft een aandachtspunt
Hoewel de verordening nadrukkelijker aandacht schenkt aan de kwaliteit van maatschappelijke
ondersteuning en jeugdhulp, blijft dit onderwerp voortdurend aandacht vragen. Aanbieders dienen volgens de kwaliteitseisen te werken en bijvoorbeeld de principes van de Kanteling toe te passen in de dagelijkse praktijk. Het blijft de gemeentelijke verantwoordelijkheid om toe te zien dat dit
daadwerkelijk gebeurt.
1.2 Pgb’s blijven mogelijk, maar vereisen wel dat de cliënt daar bewust en nadrukkelijk voor kiest
De verordening is vooral wat betreft pgb’s aangepast. Dit is niet bedoeld om de mogelijkheid voor pgb’s uit te sluiten, maar dient de bevordering van de kwaliteit. De wet verplicht te onderzoeken of een cliënt in staat mag worden geacht om het budget te beheren en in beeld te brengen of de kwaliteit van de ondersteuning gewaarborgd is. Via de bepalingen in de verordening wordt dat geconcretiseerd. Op deze wijze draagt dit alles bij aan een goede kwaliteit van ondersteuning.
1.3 De bedragen uit het Financieel besluit moeten nog worden geïndexeerd
In het Financieel besluit (bijlage 2 bij de verordening) is opgenomen dat enkele bedragen jaarlijks met ingang van 1 januari worden geïndexeerd. In het verleden gold het uitgangspunt dat deze bedragen eenmaal per twee jaar of bij een revisie van de verordening aangepast worden. Omdat het onzeker is wanneer de eerstvolgende aanpassing van de verordening noodzakelijk is, wordt vanuit het oogpunt van duidelijkheid voorgesteld jaarlijks te indexeren. In de nu voorliggende tekst van de verordening zijn nog de prijzen van 2017 opgenomen. De reden daarvoor is dat de Consumentenprijsindex (CPI) die door het CBS wordt vastgesteld, nog niet bekend is. Deze zal in december 2017 bekend worden.
Het college zal de prijzen dan alsnog indexeren.
Financiën
De pgb-tarieven worden opnieuw vastgesteld. Het tarief voor reguliere begeleiding wordt bijvoorbeeld op basis van tariefonderzoek verhoogd, terwijl het tarief voor specialistische begeleiding - eveneens als gevolg van een tariefonderzoek - wordt verlaagd. De pgb-tarieven zijn afgeleid van de tarieven voor zorg in natura minus een korting van 2007o voor overhead. Uitgaande van de huidige aantallen en omvang van pgb’s leidt dit voor Wmo tot een extra uitgavenpost van C7.000, wat echter weer gecompenseerd wordt door een verwacht voordeel op de pgb’s jeugd van ongeveer F 14.000. Bij deze cijfers is echter nog geen rekening gehouden met pgb-houders die in 2017 al een pgb hadden en voor wie de omvang van dit pgb nog doorloopt tot in 2018.
De toets op kwaliteit van pgb-aanbieders betekent een extra stap bij pgb’s. Het voornemen is om dit als gemeenten uit het Rijk van Nijmegen gezamenlijk uit te voeren. Het centraal uitvoeren van de toets op kwaliteit bij pgb-aanbieders maakt onderdeel uit van een breder pakket aan maatregelen op het gebied van kwaliteit en handhaving. Wat betreft de toets op kwaliteit bij pgb-aanbieders worden de kosten regionaal geraamd op C 41.388. In de Herfstnota zal dit opgenomen worden.
Daarnaast zijn de Wmo en de Jeugdwet openeinderegelingen. Een toename in het aantal
maatwerkvoorzieningen kan dus tot budgettaire knelpunten leiden, vooral wanneer dit dure voorzieningen betreft.
Tijdspad
De verordening treedt in werking op 1 januari 2018.
Duurzaamheid N.v.t.
Communicatie
Niet alleen cliënten, maar ook het Sociaal Team Beuningen en wettelijke verwijzers, bijvoorbeeld de huisartsen, zullen geïnformeerd worden over de wijzigingen in de verordening.
Het concept van de verordening is aan de Cliëntenraad Beuningen gestuurd ter inspraak. In zijn
vergadering van 27 november a.s. zal het concept ambtelijk worden toegelicht.
Evaluatie
De effecten van de verordening worden op diverse manieren bewaakt. Niet alleen via de jaarlijkse cliëntervaringsonderzoeken, maar ook via maraps of bezwaarprocedures. Daarnaast zijn overleggen met het Sociaal Team Beuningen en andere betrokken partijen, waaronder huisartsen of aanbieders bronnen om te toetsen op welke punten het beleid aanpassing behoeft. Waar nodig, komen we als college met nieuwe voorstellen.
Bijlagen
1. Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Beuningen 2018 (AT17004512) 2. Nagekomen bijlage: advies Cliëntenraad Verordening maatschappelijke ondersteuningen en jeugdhulp
gemeente Beuningen 2018. (INI 7.08380)
3. Nagekomen bijlage: advies Cliëntenraad beleidsplan schuldhulpverlening. (IN17.08379) 4. Nagekomen bijlage: Reactie op uitspraak rechtbank Gelderland over hulp bij het huishouden.
(UI17.12898)
Routingformulier: AT17004511
Burgemeester en wethouders,
Dyanne Koeken Carol van Eert
secretaris burgemeester
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 19 december 2017.
De griffier,
pii
de voorzitter,
A