• No results found

NIEUWSBRIEF ENERGIERECHT EN ENERGIETRANSITIE Datum: 24 juli 2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NIEUWSBRIEF ENERGIERECHT EN ENERGIETRANSITIE Datum: 24 juli 2018"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NIEUWSBRIEF ENERGIERECHT EN ENERGIETRANSITIE

Datum: 24 juli 2018

Het Sectorteam Energie heeft de vijfde editie van de nieuwsbrief Energierecht en energietransitie uitgebracht, waarin actuele ontwikkelingen ter zake van het energierecht en de energietransitie worden gesignaleerd.

Wet- en regelgeving

 De salderingsregeling wordt vanaf 2020 vervangen door een terugleversubsidie. Dit blijkt uit een brief van 15 juni 2016 van minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) aan de Tweede Kamer.

Minister Wiebes werkt aan een nieuwe subsidieregeling voor huishoudens en bedrijven die zelf duurzame elektriciteit opwekken. De nieuwe regeling richt zich behalve op de stimulering van zonne- energie, ook op andere hernieuwbare energiebronnen zoals windenergie. Het uitgangspunt bij de nieuwe regeling is een gemiddelde terugverdientijd van circa zeven jaar. Wiebes onderzoekt of ook grotere gebouwen – zoals scholen of kantoren – in de regeling kunnen worden opgenomen.

De minister wil het voorstel voor de nieuwe terugleversubsidie deze zomer gereed hebben.

 De Ministerraad heeft besloten tot het uitvoeren van een Regionaal Ontwikkelprogramma voor rijksvastgoed. Met circa 90.000 hectare grond en 12 mln. m² vloeroppervlakte is het Rijksvastgoedbedrijf de grootste grondbezitter en vastgoedeigenaar in Nederland. Bij de ontwikkeling van dit vastgoed wil het kabinet naast het economische rendement ook nadrukkelijk het maatschappelijk rendement centraal stellen. Bij de uitvoering van het Regionaal Ontwikkelprogramma wil het Rijk de verbindende factor zijn door de inzet van het eigen Rijksvastgoed en het samenbrengen van partijen. Als belangrijke voorwaarde stelt het Rijk dat bij deze samenwerking rond concrete projecten alle partijen gezamenlijk investeren. In een brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2018 zet staatssecretaris Kops uiteen wat de kaders en de spelregels zijn.

 Het concept wetsvoorstel ‘Wet verbod op het produceren van elektriciteit met behulp van kolen’ heeft inmiddels voor internetconsultatie ter inzage gelegen. Op grond van de consultatieversie van het wetsvoorstel wordt de productie van elektriciteit met gebruik van kolen met ingang van 2030 verboden. De twee oudste Nederlandse kolencentrales (Hemweg en Amercentrale) moeten al eind 2024 stoppen. Het (concept) wetsvoorstel vloeit voort uit de afspraken uit het Regeerakkoord Rutte III. Het streven is om het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk na het zomerreces bij de Tweede Kamer in te dienen.

Jurisprudentie

 Op 27 juni 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) in een tussenuitspraak geoordeeld over de omgevingsvergunning voor het zonnepark Midden-Groningen.

Powerfield heeft op 30 juni 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van het zonnepark, voor een periode van 30 jaar. Het op te richten zonnepark heeft een oppervlakte van 117 hectare en een capaciteit van 103 MWp. Een deel van de gronden waarop het zonnepark moet worden opgericht heeft de bestemming ‘agrarisch-tuinbouw’, een ander deel de bestemming ‘agrarisch’. Het college van burgemeester en wethouders heeft de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de zogenaamde buitenplanse afwijking.

Dat kan, mits de activiteit waarvoor vergunning wordt verleend, niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en een verklaring van geen bedenkingen wordt afgegeven door de

(2)

2

gemeenteraad. In deze uitspraak gaat het om de ruimtelijke onderbouwing. Burgemeester en wethouders hadden bij het verlenen van de omgevingsvergunning overwogen dat de ruimtelijke gevolgen van het zonnepark aanvaardbaar zijn, omdat op de locatie van het zonnepark nu al glastuinbouw is toegestaan. Daarom zou het zonnepark geen grote inbreuk op het bestaande planologische regime maken. De Afdeling is het daar niet mee eens omdat het de vraag is hoeveel oppervlakte aan glastuinbouw het geldende bestemmingsplan mogelijk maakt. Dat heeft het college in haar besluit niet duidelijk gemaakt. Bovendien had het college er geen rekening mee gehouden dat de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 beperkingen aan nieuwe glastuinbouw stelt. Het standpunt dat de ruimtelijke gevolgen van het zonnepark aanvaardbaar zijn, is daarmee naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende onderbouwd.

De Afdeling draagt het college van burgemeester en wethouders op binnen 6 weken een nieuwe belangenafweging te maken over de gevolgen van het zonnepark voor omwonenden. Na afloop van die periode zal de Afdeling beoordelen of het college aan die opdracht heeft voldaan en een definitieve uitspraak doen.

Dit is een nieuwsbrief van het Sectorteam Energie.

Voor meer informatie:

Monique Rus-van der Velde +31 30 25 95 521

moniquerus@vbk.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit leidt tot de conclusie dat de Stichting en omwonenden, met uitzondering van appellant A, geen rechtstreeks betrokken belang bij de bestreden besluiten uit fase 3 hebben en dat

Het betoog van appellanten dat de minister onder andere onvoldoende aandacht heeft gehad voor het burgerperspectief en dat het draagvlak voor de gaswinning ontbreekt, alsook

De Afdeling gaat in de uitspraak in op de vraag of de windturbinebepalingen een plan of programma zijn als bedoeld in artikel 2, onder a, van de SMB-richtlijn (Richtlijn

In de uitspraak van 14 maart 2018 oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de opnieuw verleende omgevingsvergunning die door burgemeester

Volgens de eisers heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat zich voor de waardebepaling gebaseerd op een te beperkte en willekeurige omvang van het erf.. Op grond

Verder was aangevoerd dat nu de aanvrager van de omgevingsvergunning er voor heeft gekozen om de handelingen met gevolgen voor beschermde diersoorten aan te laten haken

 Tot slot heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 december 2018 geoordeeld dat de in artikel 3.12, eerste lid, van de

Op 28 juni 2019 heeft minister Wiebes de Tweede Kamer een brief gestuurd met daarin 6 kortetermijnoplossingen voor de problemen met de netcapaciteit2. Grote