• No results found

factoren Blootstelling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "factoren Blootstelling"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Blootstelling aan biologische

factoren in de afvalverwerkende industrie

M. van Tongerenl, D.J.J. Heederikz, H. Kromhout3

Summary

Exposure to organic dust, endotoxine, and micro-organisms was measured in a compost screening plant and a waste transship- ment facility. The personal exposure to inspirable dust in the compost screening plant exceeded the maximal acceptable con- centration for nuisance total dust

30Vo of ltre measurements.

Extremely high concentrations of micro-organisms were found (Fungi: mean 13.1-31.2

x

103 cfu,/m3; bacteria: mean 10.3-21.4 x

103 cfu./m3; gram-negative bacteria; mean 1.9-5.0 x 103 cfu,/m3).

Various fungi and bacteria were determined; including allergic and infectious species. Mean personal endotoxine exposure ran- ged from t7.6 to 28.8 ng/m8.

It

was concluded that health effects due to exposure to organic dust, endotoxine, and micro-organisms are possible among workers at the two facilities. Comparable exposures are likely in other areas ofthe waste collection, ship- ment, and processing industry.

lnleiding

In tal

van

industrietakken,

zoals de

textielindustrie,

de graanverwerkende

industrie,

de hout- en papierverwer- kende

industrie,

de voedings- en genotsmiddelenindustrie en de agrarische

industrie

worden werknemers blootge- steld a-an biologische factoren, zoals schimmels, bacteriën, toxinen en allergenen (Heederik en Smid, 1988). De bloot- stellingsniveaus

in

deze

industrietakken

zijn vaak zoda-

1. Vakgroepen Luchthygiëne en -verontreinigingen Humane epiderniologie en Gezondheidsleer. Landbouwuniversiteit Wageningen.

2. Vakgroep Humane epidemiologie en Gezondheidsleer, Land- bouwuliversiteit Wageníngen. Conespondentie-ad¡es: Dr. ir.

D.J.J. Heederik, vakgroep Humane epidemiologie en Gezond- heidsleer, Postbus 238, 6700 AE Wageningen.

3. Vakg'oep Luchthygiëne en -verontreiniging, Landbouwuni- versiteit Wageningen.

nig hoog dat een

wijd

spectrum aan gezondheidseffecten mogelijk is (Rylander et. al., 1985). Vooral respiratoire effecten waaronder cA¡e (astma, bronchitis) en allergische luchtwegaandoeningen treden op de voorgrond. Over zowel de blootstellingsniveaus als gezondheidseffecten

in

de afvalverwerkende sector is echter weinig bekend.

Afval kan,

afhankelijk

van de bron,

uit

een groot aantal componenten bestaan.

Huisvuil

neemt samen met straat-

vuil

ongeveer 9Vo van de totale afvalberg

in

beslag.

Hier-

naast

vormt industrieel

afval en afval van slachterijen en ziekenhuizen een belangrijke bijdrage aan de totale hoe- veelheid afval (nrvu, 1988).

Huisvuil

bestaat

uit

een anor- ganisch deel (steen,

klei,

porselein, glas, metaal en kunst- stoÐ en een organisch deel (hout, karton, papier,

textiel,

groente,

fruit-

en

tuinafval,

en uitwerpselen van mensen en dieren)

(Münz,

1982; Duckett et. al., 1980).

In

1990 werd

in total

5 miljoen ton

huishoudelijk

afual geproduceeerd (Brasser, 1990), waarvan ongeveer 100 000

>

Tiidscb¡ift v^^, toeg3_araùArbowArñè^rr^p

E

(lfXIlt¡¡ 4

GI

(2)

ton groente-,

fruit-

en

tuinafval.

Het organisch deel van het afval kan, al dan

niet

aan de bron, gescheiden worden van de rest van het afval en worden gecomposteerd. Com- postering is een microbiologisch proces waarbij het afval door zogenaamde rottingsorganismen, bijvoorbeeld bacte-

riën

(actinomyceten), schimmels, grsten, algen en proto- zoën, onder aërobe omstandigheden, omgezet wordt

in

eenvoudige verbindingen (Münz, 1982).

Dit

levert een

nuttig produkt

op dat gebruikt kan worden

in

land- en

tuinbouw

als grondverbeteraar en als voedingsstof.

In

een aantal onderzoeken wordt melding gemaakt van hoge blootstellingen aan micro-organismen

in

de afvalver- werkende sector. Tabel 1 geeft een samenvatting van de

resultaten

van enkele onderzoeken

bij

composteringsin-

stallaties,

afvalsorteerbedrijven en stortpìaatsen. De

variatie in

de

stofen

endotoxineblootstelling en de con- centratie micro-organismen

in

de lucht is groot. Gemid- delde stofconcentraties

in

composteringsinstallaties, een afvalsorteerbedrijf en

bij

afvalstortplaatsen variëren van 0,1 - 43,3 mg/m3 (Lacey et. al., 1990;

Clark

et. aì., 1983;

Duckett

et

al.,

1980; Rahkonen et. al., 1987). Endotoxine is

bij

twee van de

in tabel

1 vermelde onderzoeken geme- ten (Clarke et. al., 1983; Sisgaard et. al., 1990) met zeer uiteenlopende resultaten. Ook de gemiddelde concentratie aan micro-organismen

varieert

sterk en bovendien

blijkt

dat blootstelling aan diverse soorten micro-organismen voorkomt, waaronder fecale micro-organismen (Duckett et.

al.,

1980; Lembke en Kniseley, 1980) en thermofrele actinomyceten (Lacey et. al., 1990; Rahkonen et. al., 1987). Extreem hoge blootsteÌlingen aan stof, endotoxine en micro-organismen zljn, gezien deze gegevens, mogelijk

in

de afvalverwerkende

industrie.

Blootstelling

aan organisch stof, daarin voorkomende micro-organismen en toxinen en enzymen geproduceerd

door micro-organismen kunnen

in

de longen aanleiding geven tot infecties en allergieën (Dutkiewicz et. al., 1988).

In

de agrarische

industrie zijn

een aantal longaandoenin- gen bekend als gevolg van blootstelling aan de biologisch actieve componenten

in

organisch stof, bijvoorbeeld de boerenlong en champignonskwekerslong. Thermofrele actinomyceten spelen

waarschijnlijk

een belangrijke

rol bij

deze aandoeningen (Lacey et. al., 1990).

Extrinsieke

allergische alveolitis en beroepsastma worden ook vaak vermeld als gevolg van blootstelling aan micro-organis- men (Rylander, 1986). Blootstelling aan endotoxine wordt

in relatie

gebracht

met'Organic

Dust Toxic Syndrome' (Rylander, 1986), welke zich

uit in

het optreden van koortsverschijnselen na een excessief hoge blootstelling.

In

een onderzoek door Lundholm en Rylander (1980)

bij

eÌf werknemers van een compostfabriek werden werkgere- lateerde symptomen gevonden, waaronder hoofdpijn (bij 5

van de 11 werknemers) en diarree

(bij

4 van de 11 werk- nemers). Nederlandse gegevens over gezondheidseffecten

zijn

schaars.

Naar

aanleiding van een geval van AspergilÌose

bij

een werknemer

in

een

huisvuilverbrandingsinstallatie

is een onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van

antili-

chamen tegen componenten van het organisch stof

in

het sera van de werknemers van deze

installatie

(Van der

Laar,

1990).

In

een aantal gevallen werden antilichamen tegen op de werkplek voorkomende schimmels gevonden, vooral tegen AspergiÌÌus fumigatus en

Penicillium

nota-

tum.

Om een overzicht te

krijgen

van de blootstellingsniveaus aan organisch stof, micro-organismen en endotoxinen

in

de afvalverwerkende

industrie in

Nederland

zijn

twee onderzoeken uitgevoerd,

bij

een vuiloverlaadstation en

in

een compostzeeffabriek.

In

beide onderzoeken is de bloot-

Tabel 1. Overzicht van rekenkundig gemíddelde (AMl concentrat¡es

stof,

endotoxine en micro-organismen in ver- schillende sectoren van de afvalverwerkende ¡ndustr¡e

soort bedrijf

stof-concentratie

endotoxine- coneentratie

concentratie

micro-organismen

ref.

Composterings- installatie

Composterings- installatie

Afvalsorteer- bedrijf (1980)

Afvalsorteerbedrijf

Afralsorteerbedrijf

Afval stortplaatsen

.,r,v:43,3 mg/m3

e,u: 0,1-10,6

mglm'r

.r.rt: 1-4,2 nglm3

l,lr:28,1 mglm3

e,lr: 1,3 x 10õ - 1,5 x 10u kve/m (bacteriën)

.ltr: 1,9 x 105 - 4,6 x 105 kve/m3 (thermofi eIe actinomyceten

¡rt: 4,8 x 10r - 1,1 x 106 kve/m3 (schimmels)

,ru: 1,1 x 10{ - 2,8 x 10a kve/m3

( gTam-ne gatieve bacteriën) r,v: 0,1 x 103 - 1,0 x 105 kve/m3 (bacterién)

elr: 0,1 x 103 - >1,5 x 106 kve/m3 (AspergilÌus furnigatus)

erv: >4,5 x 106 kve/m3 (totaal micro- organismen)

n-n: 8,6 x 106 kve/m3 (fecale micro- organismen)

.,ru: 0,1 x lo3 -

z,Ix

103 kve/m3 (bacteriën)

¡¡r: 0,02 x 103 - 1,0 x 10s kve/m3 (fecale bacteriën)

>20 x 103 kve/m3o (bacteriën)

>6 x 103 kve/m3u (gram-negatieve bacteriën)

>10 x 103 kve/m3" (schimmels) rr,v: 7,4 x 103 kvey'm3 (bacteriën) elr: 6,8 x 103 kve/m3 (schimmels) eulr: 0,2 x 103 kve/m3 (thermofiele actinomyceten)

Lacey et. aI. (1990)

Clark et. al. (1983)

Duckett et. al

Lembke en Kniseley (1980)

Sisgaard et. al.

(1990)

Rahkonen et al.

(1987)

" in deze publikatie worden geen gemiddelde waarden gegeven

68

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap 5 (19921 nr 4

(3)

stelling

aan stof, schimmels, bacteriën, gram-negatieve bacteriën en endotoxinen afkomstìg van gram-negatieve bacteriën gemeten. De gevonden blootstellingsniveaus

zijn

vergeleken met bestaande grenswaarden en

vuistre-

gels

(stofen

endotoxine), en met resultaten van andere onderzoeken

waarbij

gezondheidseffecten gevonden

zijn

(stof, micro-organismen en endotoxine).

Materiaal en methode

In

het overlaadstation wordt

huishoudelijk

afval aange- voerd

in

vrachtwagens en overgeladen

in

wagons die het afvaÌ vervolgens transporteren naar een stortplaats.

Het

afval

wordt ofdirect

overgeladen

in

een wagon, ofeerst

in

een stortbunker gestort en

later

overgeladen.

In

de com- postzeeffabriek wordt gecomposteerd organisch afval op verschillende

fracties

gezeefd. Allereerst worden de grove delen

uit

het compost gehaald (zeef 3). Vervolgens

wordt

de compost gezeefd op de kleinste fractie (zeef

I).

De rest-

fractie

wordt hierna op een iets grovere fractie gezeefd (zeef 2).

Totaal stof is zowel

stationair

als persoonlijk gemeten. De stationaire metingen zijn uitgevoerd

in

de stortbunker en op het rangeerterrein van het overlaadstation en

bij

de drie zeven

in

de compostzeeffabriek. Totaal

stofis

geme- ten met behulp van een Pas-6 frlterhouder

bij

een debiet

van2,0

Umin (Van der Wal, 1983; Ter

Kuile,

1984). De meetduur van alle stofmetingen bedroeg 6

tot

8

uur.

Van de stofmonsters van de compostzeeffabriek is het endotoxine gehalte bepaald.

Het

endotoxine is geëxtra- heerd van het

stofen

verdund met pyrogeenvrij water. De bepaling van de endotoxineconcentratie gebeurt met een

Limulus

Amoebocytlysaat Test (r,¿r,-test). Endotoxine activeert een pro-enzyrn

in

het

Limulus

Amoebocytlysaat, waarna het gevormde enzym de splitsing van p-nitro-ana-

line uit

het substraat katalyseert onder de vorming van azijnz:ul:r (Boley et. al., 1987).

Het

azijnzuur wordt vervol- gens spectrofotometrisch bepaald. Voor meer details over deze bepaling wordt verwezen naar Kateman et. al.

(1990).

Bij

de analyse van de monsters van de zeeffabriek is gebruik gemaakt van een kinetisch

turbidimetrische

methode

(Milton

et. al., 1990).

Dit

is een verfrjning van de algemeen gebruikte LAI--test, De reactiesnelheid heeft een sigmoidaal verloop. De reactie komt traag op gang, ver- loopt vervolgens steeds sneller en neemt tegen het eind van de reactie weer

in

sneÌheid af. De endotoxineconcen-

tr1lie wordt

berekend door van de reactiecurve de

rich-

tingscoëffrcient van het rechte deel te berekenen en deze te vergelijken met die van een aantal

ijklijnen.

Het voor- deel van deze analyse ten opzichte van de conventionele LAL-test is de hogere precisie.

De concentratie schimmels, bacteriën en gram-negatieve bacteriën is gemeten met de N6-modiflicatie van de Ander- sen Sampler (Jones et. a1., 1985).

Het

debiet is ingesteld op 28,3 Vmin. Voor de schimmel-monstername is

gebruik

gemaakt van

Malt Extract

Agar (MEA) als voedingsbo- dem. Voor de bacterie-monstername was

dit

Plate Count Agar (pc.c) en voor de gram-negatieve bacterie-monsterna- me Plate Count Agar met

kristalviolet

(pc.r+) (n=176). De voedingsbodems voor de schimmelmetingen

zijn

geduren- de 4 dagen geïncubeerd

bij

een

temperatuur

van

24C.

De voedingsbodems voor de bacteriemetingen

zijn

1 dag geTn- cubeerd

bij

een temperatuur van 37"C. Na de incubatiepe- riode

zijn

de kolonievormende eenheden op voedingsbo- dems geteld. Na correctie voor zogenaamde

'multiple hits'

met behulp van de'positive hole conversion table', werd de concentratie berekend en

uitgedrukt

als kolonievor- mende eenheden (kve) per

m'.

Een aantal voedingsbo- dems is geselecteerd voor determinatie van de schimmels en bacteriën.

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap 5 (19921 nr 4

Resultaten

De gemiddelde,

stationair

bepaalde stofconcentratie

in

het overlaadstation en de compostzeeffabriek is lager dan de tvtAc-waarde voor

hinderlijk totaal

stof (10 mg/m3, 8

uur

tgg) (tabel 2). De gemiddelde

total

stofconcentratie is het hoogst

in

de stortbunker van het overlaadstation

(¡lr

2.8 mg/m3, csD 2.4). De grote betrouwbaarheidsintervallen rond de geometrisch gemiddelden voor de bunker en het rangeerterrein worden veroorzaakt door de kleine aantal- len metingen.

De persoonlijke stofblootstelling is weergegeven

in

tabel 3. Behalve voor de werknemers

in

de bunker geldt dat de

fabel

2. Resultaten stat¡onaíre

totaal

stof-metingen (in mg/mt)

n AM GM csD

9í7obtl¡hi Overlaad-

station:

bunker rangeer- terrein Compost- zeeffabúek:

zeef L zeef 2 zeef 3

2,8 2,2

2,4

0,7 0,6

2,4

26 0,5 0,7

1,8

26 t,2 0,7

2,6

23 t,7 I,2

2,7

0,5- 8,9

0,1- 5,3

0,6- 0,9 0,5- 1,0 0,8- 1,8

n= aantal metingen

¡v=

rekenkundig gemiddelde (mg/m3) cn=geometrisch gemiddelde (mg/ns) oso= geometrische standaard deviatie

95% btbhi= 957¿ betrouwbaarheidsinterval van er,r (mg/m3)

persoonlijke stofblootstelling hoger is dan de

stationair

bepaalde concentratie.

Dit wordt

veroorzaakt doordat werknemers door hun werkzaamheden over het algemeen dicht

bij

de stofbron komen.

In

het geval van de stortbun- ker wordt de lagere persoonlijke blootstelÌing waarschijn-

Iijk

veroorzaakt doordat de afstand van de werknemers

tot

de bron door technische hulpmiddelen vergroot is (bijv.

een afgesloten cabine

in

het geval van kraanmachinisten).

De geometrisch gemiddelde stofblootstelling

in

de com- postzeeffabriek bedraagt 4,7 mg/rns (csD 3,5).

Bij

6 van de

20metingenwerddegrenswaardevoorhinderlijktotaal>

Tabel 3. Persoontijke

stofblootstefling lin

mg/mtt

n Arvr cM GSD

9í%obtbltt Overlaad-

station:

bunker rangeerterrein stortperron algemeen

Compost- zeeffabriek:

persoon 1

persoon 2 persoon 3 persoon 4

13 T2

4

I

5 3 3

2,L 2,2 3,1 2,4

1,8 r,7

r,3- 2,5

1,9 I,7

t,4- 2,7

2,9 1,6

0,9- 9,3

2,2 1,7

0,9- 5,1

1,9 t,7

1,6

19,7 I2,9

2,8

r2,2 10,8

1,8

I4,4 7,7

5,5 n = aantal metingen

Au = rekenkr¡¡dig gemiddelde (mglm3) cM = geometrisch gemiddeld (mdm1 csD = geometrische sta-ndaard deviatie

9íVobtbhi = 957o betrouwbaarheidsintewal van cM (mglmr)

69

(4)

Stationaír zeef 7-

zeef 2 zeef B

Persoonlíjk persoon 1 persoon 2 persoon 3 persoon 4

7,4

0,9

2,r

1,0

2,8

1,0

23,8

3,8

t4,4

3,5

t7,6

14,8

r7,7

8,2

0,3- 2,5 0,5- 2,r 0,4- 2,4

0,9-

15,4

0,4-

34,5 2,r- LO4,9 0,4- 344,0 Tabel 4. Stationaire en persoonlijke endotoxinecon- centrat¡e (nglm3l in de compostzeeffabriek

957obtbhi

(Boley et. al., 1987). De grote

spreidingin

de blootstelling die zich

uit in

de hoge geometrische standaarddeviatie bij de werknemers

in

de zeeffabriek wordt vooral veroorzaakt door grote verschillen

in

blootsteÌling tussen werknemers en tussen werkdagen. Eén werknemer had een signiflrcant lagere blootstelling dan de overige werknemers. Oorzaken hiervan

zijn

op grond van de verzamelde gegevens

niet

met zekerheid te geven, maar moeten

waarschijnlijk

gezocht worden

in

een verschil

in

takenpakket, een ver- schil

in

werkmethoden tussen verschillende werknemers en verschillende werkdagen en/of een verschil

in

vochtig- heid van het compost.

De resultaten van de endotoxinebepaling zijn weergege- ven

in

tabel 4. De gemiddelde,

stationair

gemeten, endo- toxineconcentratie

in

de compostzeeffabriek bedtaagL 4,1 ng/mS. De persoonlijke blootstelling is echter hoger, name-

lijk

19,6 nglm3. De hoge geometrische standaardafwijkin- gen (cso) geven aan dat de endotoxineconcentratie erg variabel is. Evenals

bij

de persoonlijke stofblootstelling, worden

bij

de endotoxineblootstelling grote verschillen gevonden tussen verschiÌlende werknemers en werkda- gen, hetgeen veroorzaakt wordt door verschillen

in

de blootstelling en verschillen

in

het endotoxinegehalte van de stof.

De gemiddelde schimmel- en bacterieconcentratie varieert tussen 13,1

x

103 kve/mS en31,2

x

103 kve/m3 (tabel 5). De gemiddelde concentratie gram-negatieve bacteriën

varieert

tussen 1.9

x

103 kve/m3 en 5.0

x

103 kve/m3. Bi;

het beoordelen van deze resultaten moet bedacht worden dat de

hier

gevonden schimmel- en bacterieconcentratie- niveaus de bovenste

limiet

van de meetmethode benade- ren.

Bij

een groot aantal metingen waren de voedingsbo- dems overgroeid en konden hierdoor

niet

geteld worden.

De bovenste

limie

wordt bepaald doordat maximaal 400 kolonievormende eenheden op een voedingsbodem

uit

een 'Andersen sampler'geteld kunnen worden.

Bij

een mon- sternametijd van 1

minuut

is de bovenste

limiet

14,1

x

103

kve/m3 (hogere concentraties worden desondanks toch gevonden door toepassing van een correctie

voor'multiple

hits'). Bovendien

wordt

aanbevolen om

niet korter

dan 1

minuut

te monsteren, omdat de fout geïntroduceerd door het aan- en

uitzetten

van de pomp dan te groot wordt. De

werkelijke

concentratie is daarom

waarschijnlijk

hoger dan de

hier

gepresenteerde.

Uit

de determinatie van de micro-organismen van een aantal geselecteerde monsters van de zeeffabriek

blijkt

dat de

variatie in

soorten micro-organismen groot en com- plex is (tabel 6). De populatie bestaat

uit

potentieel aller- gene micro-organismen, zoals Aspergillus spp. en Penicil-

lium

spp, en infectieuze micro-organismen, zoals Candida albicans en Cryptococcus neoformans (Duguid and Path, 1969).

Bij

de schimmels zijn

relatief

veel

Penicillium

spp.

gevonden, en

bij

de bacterièn

relatiefveel

Pseudomonas, Staphylococcus en Bacillus spp. De concentratie per micro-organisme kon niet worden berekend, aangezien slechts een beperkt aantal monsters is geselecteerd voor

kwalitatieve

determinatie.

Er

zijn weinig

tot

geen thermo- frele micro-organismen aangetoond.

Discussie en conclus¡e

De blootstelling aan organisch stof en biologisch actieve componenten

in

de afvalverwerkende

industrie blijkt

hoog

te

zijn. Voor organisch

stofwordt

veeÌal uitgegaan van de rtec-waarde voor

hinderlijk totaal

stof (10 mg/mS) over 8

uur.

De aard van de gezondheidseffecten die ten gevoÌge van beroepsmatige blootstellingen

zijn

beschreven, geeft aan dat

dit

ten onrechte is (Heederik en Smid, 1988).

Afhankelijk

van de aard van en de actieve componenten

in

het stof kunnen al

bij

lagere blootstellingen gezond- heidseffecten optreden (Heederik, 1990). De persoonlijke

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap 5 (1992) nr 4

13 13 13

I

5 3 ù

5,4 3,3 4,2

6,2 5,2 2,2 4,5

n= aantal metingen

¡,v= rekenku¡rdig gemiddelde (nglm3) 6¡4= geometrisch gemiddeld (ng/m3) cso- geometrische standaard deviatie

g5%btbhi= 957o betrouwbaarheidsinterval van c¡t (nglm3)

stof overschreden. De kans op grenswaarde-overschrijding van de tt¿tc-waarde voor

hinderlijk

stof varieert

bij

de werknemers

in

de zeeffabriek van

minder

dan íVo

tot

607o, de kans op grenswaarde-overschrijding

bij

de werk- nemers van het overlaadstation is

kleiner danSTo.Bij

deze resultaten moet bedacht worden dat weliswaar vol- gens de

totaal

stof-definitie, een aanzuigsnelheid var.1,25 m/s

in

de aanzuigopening (Staubforschungsinstitut, 1973), is gemonsterd, maar dat

in

de

praktijk

is gebleken dat de afvangstcurve van de e.o.s-6

redelijk

overeenkomt met de inspirabele fractie van het

stofen

dus een onder- schatting van de totaal stofblootstelling

plaatsvindt

Tabel 5. Schimmel- en bacterieconcentÍat¡s

lin

kve x

f o-3lm3l

cM csD

957o btbhi Schimmels (voedingsbodem

^wrr) Overlaadstation:

bunke¡ 7 3L,2 30,0

1,4

rangeerterrein 17 I4,3 I3,4

1,5

Compostzeeffabriek:

zeef

I

zeef 2 zeefS

zeef L

zeef2 zeef 3

zt,s- 4r,0 10,9- 16,5

6,9- t2,3 9,1- 16,6 t4,8- 26,7

6,9- 11,8 5,6- 10,9

63- t2,2 12,9-19,9 t4,2- 23,I Bacter iän (voedingsbodem pc¡t)

Overlaadstation:

br¡nker 14 10,3 9,0

1,6

rangeerterrein 21 10,3 7,8

2,1

Compostzeeffabriek:

44 13,1 9,4

2,4

35 18,6 t2,3

2,4

30 26,9 19,9

2,2

35 13,0 8,8

2,6

36 t9,2 16,0

1,9

29 2r,4 18,1

1,9

Gram- negatieu e bacteriiin (voedùrgsbodem pce + krista-lviolet) Overlaadstation:

bunker 23 5,0 4,7

1,4

rangeerterrein 30 2,6 0,6

6,0

Compostzeeffabriek:

4,7- 5,4 o,3- L,2

0,4- r,4 0,5- t,2 0,5- 1,9

zeefl

43

zeef2

44

zeefS

36

3,0 0,7

8,5

1,9 0,8

3,6

3,1 1,0

7,O

n= aantâl metingen

¡M= rekenkr¡¡dig gemiddetde (x 10r kvey'm3) ç¡4= gsometrisch gemiddelde (x 10-3 kve/m3) csD= geometrische standaard deviatie

gl%obtbhi= 957o betrouwbaarheidsinterval van cn (x 10r kve/m3)

(5)

stofblootstelling

in

de compostzeeffabriek overschreed de grenswaarde voor

hinderlijk

totaal stofinsOVo van de metingen.

Voor de blootsteÌÌing aan endotoxine bestaat geen MAC-

waarde. Door een

internationale

werkgroep is

in

het begin van de

jaren tachtig

een grenswaarde gesuggereerd van 100 ng/m3 (Heederik en Smid, 1988). LaterÀ publikaties (Castellan et. al., 1984; Palchak et. al, 1g83) suggereren een lagere grenswaarde voor endotoxine

in

de ïange van 10-30 ng/m3.

In

beide gevallen is de grenswaarde geba- seerd op acute effecten op de luchtwegen.

In

de

praktijk

moet worden gestreefd naar een zolaag mogelijke bloot-

Tabel 6. Resultaten van de schimmel- en bacteriedeter- minaties

Schimmels

Gisten Bacteriên

(glam-kleuring) Penicillium

spp. Saccharomyces

Pseudomonas

spp.

spp.

()

P.

arenicola

S.

cerevisiae

P. putida

P.

cligitatum

p. intermedius

P.

echinulatum

Cryptococcus spp.

P.

roqueforti

Cr.

neofo¡mans

Serratia spp. (-) P.

commu¡e

Cr.

laurentii

S. rubidae P. aurantio-

B:rlSeum

P.

verr¡cosum

Candìda

spp

Micrococcus spp' (+) P.

chrysogenum

C.

albicans

M. luteus P. paxilii

Staphylococcus spp (+)

St. xylosum St. gallinamm St. intelmedius Bacillus spp (+) B. megaterium B. cerreus B. circulans Erwinía spp. C)

E. herbicoìa

Alcaligenes spp. (-) A. faecalis

worden beschouwd (CCnr', 19Bg). Boven deze niveaus moe- ten maatregelen genomen worden. Een commissie van de 'American Conference of Governmental

Industrial

Hygie- nists'(AccIH) heeft geadviseerd dat de concentratie sapro- fytische micro-organismen (-micro-organismen die leven

in

organisch afval)

in

de binnenlucht minder dan een der- de van de

buitenlucht

moet bedragen als de

buitenlucht

de enige bron van micro-organismen is (Burge et. a1., 1987). Deze vuistregels geven echter geen garantie voor bescherming van de werknemer en moeten

niet

als grens- vraarden worden beschouwd (Heederik, 1990). Overigens

zijn

ook situaties bekend waarbij blootstelling aan hogere niveaus dan deze richtwaarden plaatsvond zonder dat gezondheidseffecten voor leken te komen.

Duidelijk

is dat de concentraties

in

beide

hier

onderzochte arbeidssitu- aties zeer hoog zijn. Bovendien

blijkt uit

de determinaties dat een veelvoud aan verschillende soorten schimmels en bacteriën voorkomt

in

de lucht, waaronder micro-organis- men met potentieel allergene en potentieel infectieuze eigenschappen.

In

tegenstelling

tot

andere onderzoeken

bij

composterings- bedrijven

(MiÌlner

et. a7.,1977;

Clark

et. al., 1g8S; Lacey et. al., 1990) werden

in dit

onderzoek nauwelijks thermo- frele micro-organismen gevonden. Het is

niet

aannemelijk dat

in

de compostzeeffabriek geen thermofiele micro-orga- nismen voorkomen. De afwezigheid van dergelijk micro- organismen kan verklaard worden doordat

in dit

onder- zoek gebruik is gemaakt van algemene technieken om micro-organismen te meten,

terwijl

het meten van ther- mofrele micro-organismen een speciflreke aanpak vereist.

De resultaten komen overeen met het beeld dat ontstaat

uit

andere onderzoeken

in

verschillende sectoren van de afvalverwerkende

industrie

(Lacey et. al., 1gg0; Rahko- nen et. a1.,1987; Duckett et. al., 1980; Lembke en Knisely 1980;

Clark

et. al., 1983). Algemeen kan dan ook gesteld worden dat hoge blootstellingen aan organisch

stofen

extreem hoge blootstellingen aan micro-organismen

in

de afualverwerkende sector kunnen voorkomen.

Meer aandacht voor de arbeidsomstandigheden is dan ook gewenst. De overheid geeft

in

het Nationaal Milieube- leidsplan (Tweede Kamer der Staten Generaal, 1g8g) aan dat

in hetjaar

2000,55Vo van het afval op een of andere manier

hergebruikt

moet worden. Grote investeringen

in

de afvalverwerkende sector worden dan ook voorzien.

Bij

het

invullen

van de investeringen is het noodzakelijk dat aandacht besteed wordt aan arbeidsomstandigheden van de werknemers en aan beheersmaatregelen om zodoende toekomstige blootstellingen en mogelijke schadetijke gezondheidseffecten te voorkomen

ofte

reduceren. Onder- zoek naar gezondheidseffecten

bij

werknemers

in

de afualverwerkende

industrie

als gevolg van de huidige blootstelling aan organisch

stofis

noodzakelijk. Boven- dien is onderzoek nodig naar mogelijke beheersmaatrege- len om

in

de huidige en toekomstige

situatie

de blootstel-

ling

aan organisch

stofen

de biologische componenten

hierin

zo laag mogelijk te houden.

Op deze plaats

willen wij

de medewerkers van het

vuil-

overlaadstation en van de compostzeeffabriek bedanken voor hun medewerking aan het onderzoek. Verder bedan- ken

wij

Ton Arends en Nienke van Kerkhof voor de

uit-

voering van het onderzoek

bij

het vuiloverÌaadstation, en mevr.

Bunnik

en mevr. den

Brinker

van de afdeling Bedrijfsgezondheidszorg van de gemeente Hilversum voor

hun

ondersteuning

hierbij.

Literatuur

- Boley, J., D. Heederik, H. Kromhout, 1987; Karakterisering van de blootstelling aan chemische stoffen in de werkomgeving.

Pudoc, Wageningen.

Cladospolium spp.

Cl. macrocarpum CI. sphaeros- permum Byssochlymas spp.

B. nivea B. fulva Nlaniliella spp.

M. acetobutens Mucor Spp

M. r'acemosus M. hiemalis Aspergillus spp,

',À. fumigatus A. alternata A. terreus Alternaria spp.

A. altemata Absidia spp.

A. corymbufera Neurospora spp.

N. crassa Tîichosporon spp.

stelling. Uit

de resultaten

blijkt

dat de blootstelling

in

de compostz eeffabriek zodanig is dat gez ondheidseffecten

bij

de wérknemers

niet

uitgesloten kunnen worden (Kateman et. al., 1990; Houba et. al., 1989).

Blootstellingen aan micro-organismen

in

zowel de com- postzeeffabriek als het

overlaadstatioî

zljrr hoog en

kun-

nen gezondheidseffecten veroorzaken

bij

de werknemers.

In

een rapport van de Contactgroep Biologische Factoren,

dat

door de Nederlandse Vereniging voor Arbeids en Bedrijfsgeneeskunde (rw¿¡) en de Nederlandse Vereni- ging voor Arbeidshygrëne (NVvA) is uitgegeven,

wordt

aan- gegeven dat schimmelconcentraties boven 10

x

103 kve/m3 ofboven 500 kve/m3 voor één soort als te hoog kunnen

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap S (1992) nr 4 71

(6)

- Brasser, L. J., 1g90; Solid waste disposal in The Netherlands.

J.

mische technieken. Vakgroep Gezondheidsleer, Landbouwuniver- Air. Waste Manage. Assoc. 40:

1364-1367.

siteit Wageningen'

- Burge, H.4., M. Chatigny, J. Feeley, K. Kreiss, P.

Morey,

- Lacey, J., P. A' M. Williamson, P. King, R' P. Barbos, 1990' Air- J. Otten, K. Peterson, 1987; Guidelines for the assessment

and

borne microorganisms associated with domestic waste compos- sampling of saphrophytic bioaerosols in the indoor

environment.

ting. Warren Spring Laboratory, Stevenage, United Kingdom' eppi. f.rã. ffve. Z (no. 5):

R10-R16.

- Lembke, L. L., R. N. Kniseley, 1980; Coliforms in aerosols gene- - Castellan, R. M. et at., 1984; Acute bronchoncgnstriction

indu-

rated by a municipal solid waste recovery system' Appl' Environ' ced by cotton dust; dose-related responses to endotoxin and

other

Microbiol. 40:888-891'

dust factors. A¡n. Int. Med. 101:

15?-16g.

- Lundholm, M. en R. Rylander, 1980; Occupational symptoms - CBGF, Contactgroep Bioloigische Faktoren, studiegroep

meet-

among compost workers. J. Occ. Med. 22:256-257 '

methoden, 1989;Þroiocol onáerzoeksmethoden

(microlbiologi-

- Millner, P. D., P. B. Marsh, R. B. Snowden,J'F.Patt'1977;

sche binnenlucht verontreiniglng. NVvA./ÌrIVAB, Den

Haag.

Occurence of Aspergillus fumigatus during composting of sewage - Clark, C. S., R. Rylander, L. La.""on, 1983; Levels of

gram-

sludge. Appl. environ. Microbiol. 34:765-772-

negative bacteria, Aspergillus fumigatus, dust, and endotoxin

at

- Milton, D. K., R. J. Gere, H. A. Feldman, I. A, Greaves, 1990;

compost plants. AppL Environ. Microbiol.

45:1501-1505.

Endotoxin measutement: aerosol sampling and application of a - Ou'ìt

"ti,

E. J. , J. Wagrrer, R. Welker, B. Rogers, V. Usclin,

1980;

new limulus method. Am. Ind. Hyg. Assoc. J. 51:331-337' physicaVchemical and microbiological analyses of dusts at

a

- Mùnz, H., 7982; Untersuchungen zur Hygiëne bei der Ablage- .".-o1,r"" recovery plant. Am. Ind. Hyg. Assàc. J.

41:908-914.

rung von Kommunalem Mu4ll, Universität Hohenheim' - Duguicl, J. p. anj F. C. path, 1969; Þathogenic fungi. In: (eds)

R.

- Tweecle Kamer der Staten Generaal, 1989; Nationaal Milieube- Cruiãkshank, J. p. Duguid and R. H. A. Swain. Medical

Microbio-

leidsplan. Vergaderingen 1988-1989, rc.2L 737, sou publikaties, Iogy. 11'h ed. Livingstone, Edingburgh and

London.

Den Haag'

-

ñLtkl"*i.r,

J., L. Jabtonsky, S. A.bi"n"hock, 1988;

Occupation-

- Palchak, R. B. et at., 1983; Airborne endotoxine associated with al Biohazards: A Review. Am. J. Ind. Med.

14:605-623.

industrial scale production of protein product in gram-negative - Jones, W., K. Morring, P. Morey, W. Sorenson, 1985;

Evaluation

bacteria. Am. Ind. Hyg. Assoc. J.43:81I-812-

of the A¡dersen viable impactor for single stage sampling.

Am.

Rahkonen, P., M. Ettala, I. Loikkanen, 1987; Working conditions Ind. Hyg. Assoc.

J. 46.2g4-298.

and hygiene at sanitary landflrlls in Finland. Ann. Occup. Hyg'

- Heederik, D., 1990; Naar een beheersstrategie voor

allergenen

31:505-513'

van biologische herkomst? In: A. Burdorf (ed).

Beheersmaatrege-

- Rijks Instituut voor Milieuhygiëne, 1988; Zorgen voor Morgen, len in de Arbeidshygiëne. Reeks symposiumverslagen deel

1,

Nationale Milieuverkenning 1985-2000. Samsom-fieenk Willink Nederlandse Vereniging voor

Arbeidshygiëne.

uitgeverij, Alphen a/d Rijn.

- Heederik, D. en T. Smiit, 1988; Beroeismatige blootstelling

aan

- Rylander, R., 1985; Organic dust and lung reactions - Exposure organisch stof en daarmee same.rhangãnde risico's voor

de

characteristics and mechanisms for disease. Scan J. Work Envi- gezonclheiil. Directoraat Generaal van cle Arbeid,

Voorburg.

ron' Health 11:199-206'

IHorrba, R., D. Heederik, T. Smicl, 198g;

Longfunctieveranderin-

- Rylander, R., 1986; Lung diseases caused by organic dust in the gen door blootstelling aan organisch stof en endotoxine in

de

farm environment' Am. J' Ind. Med. 10:221'227 .

Ñederlandse -"ngvoed"rindostrie. Vakgroep Gezondheidsleer

en

- Sigsgaard, T., B. Bach, P. Malmros, 1990; Respiratory impair- vakgroep Luchthygiëne en -verontreiniging.

Landbouwuniversi-

ment among workers in a garbage-handling plant. am' J' Ind'

teit

Wageningen.

Med' 17:92-93'

- Katemãn, E., D. Heeclerik, T. M. Pal, M. Smeets, T. Smid,

M.

- Staubforschungsinstitut, 19?3; Empfehlung zur messung und Spitteler, 19g0; Relationship ofairborne microorganisms with

the

beurteilung von gesundheidsgefährlichen stauben. Staub-Rein-

¡ing

function and leucoc¡rte levels ofworkers with a history

of

haltung der Luft, 33:1-3.

humidifrer fever. scand. J. work Envion. Health

L6:428-433.

- wal, J. F. van der, 1983; Vergleichsmessungen mit verschiede- - Kuile, W. M. ter, 1g84; Vergleichsmessungen mit

verschiedenen

nen Geraten zur Bestimmung der Gesamtstaubkonzentration am Geraten zur Bestimmung der Gesamtstaubkonzentration

am

Arbeitsplatz: Teil I. Staub-Reinhaltung der Luft, 43:297-294.

I

Arbeitsplatz: Teil II. Staub-Reinhaltung tler Luft, 44:2ll-216.

- Laar, M. van der, 1990; Karakterisering van de blootstelling aan organisch stof in de huisl'uilvérbranding d.m'v. immunoche

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

B Een spier verkort zich over een beperkte lengte doordat een aantal spiervezels van deze spier zich maximaal samentrekken en andere spiervezels zich in het geheel

The purpose of this research was to provide a critical analysis of trans- boundary tourism resources straddling the Botswana NWP border of South Africa, an analysis including,

- Andere noten dan die genoemd in (7) , en door verwerking daarvan verkregen producten, die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te

De intercommunales en samenwerkingsregioÕs waar geen selectieve inzameling van GFT-afval is ingevoerd, dienen door intensivering van het thuiscomposteren en de selectieve inzameling

In dic onderzoek is gekeken naar de blootstelling aan beroepsgebonden allergenen, tarwe en cr-amylase in de woningen van 34 ambachtelijke bakkers, en naar de

De externe bloocstellingsdeskundigen (BD, en BDÐ schatten gebaseerd op dezelfde informacie de score voor de duur van de blootstelling gemiddeld significant (c- coets;

Er werden geen significante verschillen gevonden tussen controles en werknemers in percentages van de verschillende celtypen aanwezig in de ochtendlavage, terwijl het