• No results found

01-10-2000    Bram van Dijk, Mark Rietveld, Nelleke Hilhorst Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen – Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-10-2000    Bram van Dijk, Mark Rietveld, Nelleke Hilhorst Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen – Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

Een analyse in het kader van de motie Duykers

Amsterdam, o ktober 2000

M ar k Rietveld Nelleke Hilhor st Bram van Dij k

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding

1 . 1 Algemene inleiding

1 . 2 Onderzoeksvr agen

2 On derzoek sopzet 2. 1 O nderzoekspopu latie

2 . 2 H KS-Analyse

2. 3 Dossieronderzoe k 3 Algemene gegeven s

4 HKS -gegeven s 4. 1 I n leiding

4. 2 Delictkenmer ken van alle jongeren

4. 3 K enmer ken van de delictplegende jong eren 4 . 4 Co nclu sies

5 Do ssie ron de rzoek 5. 1 In leiding

5. 2 De COM-variabe len 5. 3 P ersoo n l ij k heidsonderzoek 5.4 Andere pro ble emvar iabelen 5. 5 Co nclu sies

6 Conclusie s en di scussie

Bijlagen

B ijl age 1 Aanvu llende analyses Bijl age 2 I ndeling naar de licten Bijlage 3 G e bru i kte var iabe len Bijlage 4 L iter atuur

2

3 3 3

5 5 5 6 1 0

1 2 1 2 1 2 1 4 1 7

18 1 8 1 8 2 1 2 3 24 25

2 6 3 0 3 2 3 4

DSP - Amsterdam

(3)

1 Inleiding

1 .1 Algemene inleiding

In o pdr acht van M i ni sterie van J ustitie (WODe en DPJS) heeft Van Dijk, Van Saa meren en P artner s (DSP) een ond erzoek uitgevoerd naar ken­

mer ken van jeugdigen i n justitiële jeugdinr ichtingen ( J J l's) . Dit onderzoek h eeft een tweeledig doel.

In de eerste plaats w i l h et Min ister i e een actueel beeld kr ij gen van de psychische- en gedragspr oblem atiek van deze jonger e n . Het l aatste onderzoek naar deze populatie is in 1 9 93 uitg evoerd door Boender maker ( 1 9 9 5 , 1 9 99) . In d e per i ode vanaf 1 9 9 1 tot 1 9 9 7 is d e pr oblematiek van de jon geren in d e Landelij k Wer kende Residentiele Voorzieningen ( LWRV's) f l inke zwaarder g eworden (Mesman Schultz, 1 9 98). De vr aag is of deze ontwikkeling zich ook b ij de jon ger en i n de justitiële i nr ichtingen heeft voor ged aan . Ook is i n 1 99 5 het jeugdstrafr echt i ngr ijpend gewijzigd : de P IJ -m aatr egel i s in d at jaar ingevoerd . Sinds d i e tijd is het per centage jongeren dat via de ' str afr echtel ijke weg' de i nr ichtingen binnenkomt meer dan verdubbel d : van 20% naar 4 5 % (Bron: D ienst J ustitiële I nr ichtingen ( DJ I ) ) .

G ezien d e bovenstaande verschuiving van d e samenstelling v a n de groep jongeren i n de J J I' s, is het belangr ij k om te weten of jongeren die op civiele, dan wel str afr echtelijk titel gepl aatst zijn, verschillen met betrekking tot hun psychische- e n gedragspr o b lemati e k . Deze vr aag i s in gegeven door een motie in de Tweede Kamer, i n g ediend d o or mevrouw Duyker s ( PvdA) . B ij d e behandeling van deze motie w erd gesugg er eerd d at civi elr echtel ij k gepl aatste jongeren cr i m ineel gedr ag zouden k u nnen over nemen door omgang met str afr echtelij k gepl aatste jongeren i n de behand elinr ichtin gen:

d e zogenaamde 'criminele besmetting' . De M i nister van J ustitie werd i n de motie vervolgens gevr aagd te l aten onderzoeken of het wenselijk is deze groepen gescheiden onder te brengen. Een onder d eel hiervan is vast te stellen of de groepen jongeren bij opname in de behandelinr ichti n g verschillen m e t betrekking tot hun psychische- e n gedragsproblematie k . Deze vr aag staat i n d i t onderzoek centraal . H i er bij moet worden o pgemerkt d at op deze manier geen antwoor d kan w orden g eg even op d e vr aag of binnen de mur en van de inrichting eventueel 'cr i m i nele besmetting' zou kunne n optreden.

1.2 Onderzoeksvragen

De onder zoeksvragen die in dit onder zoek a a n bod komen zijn de volgende:

Wat zijn de aard en ernst van d e psychische en gedragspr o blematiek van jeugdigen i n justitiële behandel inr ichtingen ? I n hoeverr e is hier b ij een verschil aan te g even tussen str afrechtelij k geplaatste jon geren en civielrechtelijk gepl aatste jonger e n ?

W a t zijn de aard en omvang van eerder e justitiecontacten van jeugdigen i n j ustitiële behandelinr ichti ngen ? In hoeverr e is hierb ij een verschil aan te geven tussen strafr echtelijk geplaatste jongeren en civielrechtelijk gepl aatste jonger e n ?

Pagina 3 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(4)

Hoe ziet het totaalbeeld (op basis van v raag 1 en 2 samen) er uit van jeugdi gen i n justitiële behandelinrichtingen? In hoeverre is h i erbij een versch i l aan te geven tussen strafrechtel ij k geplaatste jongeren en civiel rechtel ij k geplaatste jongeren?

Hierna ast wordt bekeken welke verschuivingen zich hebben voorgedaan sinds 1 9 9 3 . Deze onderzoeksvraag wordt b eantwoord door een

vergelijking te maken met de g egevens die i n het onderzoek van Boendermaker ( 1 9 9 5 ) zijn verzamel d .

O m antwoord t e k u n nen k rijgen o p d e b ovenstaande vragen wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van een twee versch illende i nformatiebronnen . O m zicht te krijgen op de gedrags- en psychische problematiek zijn de behandeldossiers van de jongeren geanalyseerd . De justitie- e n

politiecontacten van d e jon geren zijn i n beeld gebracht d o o r middel van het Herkenn ingsdienst Systeem ( H K S ) van de politie.

Pagina 4 Jeugdigen in justitiële behandel inrichtingen

(5)

2 Onderzoeksopzet

2.1 Onderzoeksp opulatie

De doelen van dit onderzoek zijn een actueel beeld te geven van de p sychische- en gedragsproblematiek van d e jeugdigen in de justitiële jeugdinrichtingen (JJ I ' s) en een zinvoll e vergel ijking te kunnen maken tussen de g roepen strafrechtel ij k en civielrec htelijk gep laatste jongeren.

M et deze doelen i n ged achte is e r voor g e kozen om alle jon geren die in de periode van januari tot e n met m aart 2000 voor behandel i n g i n een JJI zijn geplaatst mee te nemen in het onderzoek. D e jongeren die voor opvang in de J J I 's verblijven zijn, mede gezien de ster k wisselende populatie van deze opvang en het korte verblijf aldaar, niet meegenomen . In deze periode werden volgens informatie va n d e Dienst J u stitiële I nrichtingen ( D J I ) van h et M in isterie van J ustitie i n totaal 1 28 j o ngeren nieuw g eplaatst voor behandeling i n de j ustitiël e behandel i nrichtingen. Op deze ma nier w ordt aan beide doelen tegemoet genome n: deze stee k proef van de populatie is zowel g root genoeg voor een zinvol le vergelijking t ussen de g roepen jongeren als actueel genoeg voor een beeld van de h u i d i g e pro blematiek van deze jongere n .

D o o r de DJI is a a n de behandel inrichtingen g ev raagd kopieën v a n de behandeldossiers van de deze jon g eren beschikbaar te stel len. Op de korte termij n waarin het onderzoek pl aats had zij n op deze manier 1 1 4 dossiers beschikbaa r gekome n . Om de vertrouwel ij k hei d van de i nformatie in de dossiers veilig te stellen heeft d e anal yse door de onderzoekers van DSP p l aatsgevonden in het huis van bewaring ' De Schans' te Amsterd a m . B ij de anal yse van de dossiers bleken 6 dossier s o nvolled i g . Hiernaast bl eek van 6 andere jon geren d at zij i n de ond erzoe ksperiode doorgeplaatst waren va n uit een andere inrichting. Deze twee groepen jongeren werden niet meegenomen in het onderzoek . I n totaal h eeft dit onderzoek dus betre kking o p 1 02 jongere n .

Van deze 1 02 jongeren d i e i n h e t onderzoek worden meegenomen staan 6 6 jon geren onder de ci viel e m aatregel ' O n d ertoezichtstelling' (de ' OTS­

ers ' ) . De voogdij-p upillen i n de justiti ële i n richtingen ( 4 jongeren) zij n voor dit o nderzoek als OTS-ers meegerekend . Voor de overige 36 jeugdigen is na een gepl eegd delict door d e rechter d e strafmaatregel ' P la atsing i n een I n richting voor Jeugdigen' opgelegd (de ' P IJ-ers ' ) . Een tabel met in wel ke i nrichtingen de jongeren uit dit onderzoek zij n gepl aatst is opgenomen in B ijlage 2 .

2.2 H KS-Analyse

Om de contacten van de jongeren met j ustitie e n politie i n beeld te b rengen i s de g eautomatiseerde administratie van de politie geraadpleeg d . I n dit systeem, Herkennings Dienst Systeem ( H K S) genaamd, worden al le

processen-verbaal van oplossing ( antecedenten) gereg istreerd die de politie tegen verdachten opmaakt . Een proces verbaal , en dus een antecedent, kan betrekking hebben op meerd ere delicte n . Al leen opgeloste zaken die naar het parket worden gestuurd komen voor in HKS.

Pagina 5 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(6)

Wordt er vervolgens geseponeer d , bijvoorbeeld wegens gebre k aan bewijs, dan wordt de zaak uit H K S verwijd erd . O m d at jongeren onder de 1 2 jaar n iet str afwaar d i g zijn komen zij niet voor i n H K S .

Van de DJ I en het P a rk et -Generaal is toestemming verkregen de H K S gegevens v a n de jo ngeren t e r aadplege n . Deze raadpleging heeft voor alle politieregi o ' s centraal pl aatsgevonden bij d e afdeli n g H K D van de

pol itieregio Rotterdam- Rijnmond. De jongeren zij n aan de hand van naam en geboortedatum i n het H K S- systeem teruggevonden. I n dit onderzoek worden alle delicten meegenomen die de jeugdigen vanaf hun geboorte tot 1 april 2000 b i n nen Nederland hebben gep leegd . Voor deze d atum is g ek ozen o m zoveel mogelij k antecedenten van d e jongeren mee te kun nen nemen.

De g eg evens d i e in dit ond erzoek aan het H K S zijn o nttr ok ken, betreffen :

jaar van het antecedent;

overtreden wetsartikel;

aantal keer dat het wetsartikel is overtreden.

Een antecedent bevat vaak meerdere overtr eden wetsarti kelen . Een

antecedent dat b ijvoor beeld als eerste het wetsartikel voor gekwalificeerde diefstal noemt, b evat vaak subsidiair ook het wetsartikel voor eenvo udige diefsta l . Voor het coderen is alleen het eer ste, vr ijwel altijd zwaa rste del ict meegenomen . D e antecedenten van de j o ngeren zijn opgeschoond en vervo lgens geaggr egeer d op persoons- en del ictnivea u . D e resultaten van d e analyses van het H K S- materiaal zijn terug te vinden i n Hoofdstuk 4.

2.3 Dossieronderzoek COM-variabelen

O m de psychische- en gedragsproblemen v a n d e jongeren in de J J I 's i n k aart te b rengen is a a n de h a n d van de behandeldossier s van de jongeren d e zogenaamde C O M -vragen lijst ingevuld. H ier b ij is voor zover mogelij k de m ethode uit het onderzoek van Boender m a k e r ( 1 9 9 5, 1 9 99) gevo l g d .

De dossiers b evatten in de meeste gevallen h et verslag van een P ersoonlij kheidsonderzoek ( P O) . Dit PO word t b ij opname i n de

behandel inr ichting gedaan of door de rechter bevolen b ij oplegging van d e m aatregel . Het P O bevat meestal het ver s l a g v a n psychiatrisch- of

psycholog isch o nd erzoe k , een milieuonderzoek, een medisch onderzoek en een conclusie e n advies. Bij 4 jongeren ontbr a k h et P O i n het dossier.

Hier naast bevatten de dossiers i n sommige g evallen delen uit het

str afdossier , behandelverslagen van eer d er e hul pverlening of rapporten van de Raad voor de K i nd er beschermi n g . De h oeveel heid i nformati e verschilt ster k per behandel i nr i chting en ook per jonger e.

O m de dossier s te analyseren is gebruik gemaakt van d e zogeheten COM­

vragenlijst ( ' C O M b i natie van variabelen') ( M esman Schultz, Depla & Nelen, 1 98 7 ) . Oorspronkelij k is deze vragenlijst ontwi kkeld om een advies te geven voor het p l aatsen van een jongere i n een tehuis ( M esman Schu ltz, 1 9 78, p. 1 ). Hier n aast wordt de COM-lijst b i n n en de jeugdhulpverlening veel gebr u i kt om problemen van jongeren i n kaart te brengen

( B o endermaker , 1 9 9 9 , p. 6 1 -62).

6

(7)

De v oor naamste re de n o m de CaM-vr age n l ijst te ge br u i ke n is dan ook de vergelijkbaarheid met eerder onderzoe k . N aast het feit dat de vr agenlijst ge br u ikt is in eerder o nder zoe k van Boender maker in de JJ I ' s , is er met deze vragen l ijst ook onder zoe k gedaan naar jongere n i n de L ande l ij k Wer ke nde Reside ntiële Voorzie n in gen ( LWRV's) (Mesman Schultz, 1 9 98 ) .

Voor dit onder zoe k i s de laatste , o ngep u b l i ceerde ver s ie van de COM­

vr age n l ijst gebr ui kt . Deze vr age n l ijst bestaat uit ee n 60-tal vr agen over de gezi nssituatie, de prestaties op school, eerdere h u lpverle n i n g e n aller le i p sychosociale pro b le me n v a n de jongeren . De scores van deze v ariabe le n worde n gecombineerd tot ee n aantal over koepe lende 'Ca M -v ar i abe le n ' . De C O M - v ariabe le n d ie i n deze lijst worde n same n ge ste l d zij n : N or mal iteit van de Gezinssituatie ( NG ) , Rel atie s I n het Gez i n ( R IG ) , M oe i l ij k he de n van het Gezin ( MG ) , M oe i l ij k he de n v a n het Kind ( M K) , Ver loop Basisonder wijs

( N Ba ) , Resu ltate n Basisonder wijs (RBa), Eerdere H u lpver le ning ( H C ) , Acting-outgedr ag (A R ) , Ter u g getr okkenhe i d ( E T D ) e n A sp ir aties voor de Toe komst (A SP) . De v ar i a be le M K wordt dr ie keer weer ge geven: ee n totaalscore ( M K ) e n twee dee lscores: M oe i l ij khede n Del i nq uentie e n A gre ssie ( M K D ) e n M oe il ij k heden N iet-De l i nq ue ntie ( M K N D ) . De v ar iabe le

I DA ( De l i nq uentie e n A gressie als Op name i ndicatie ) d ie i n het onderzoe k v a n Boender maker ( 1 9 9 5 ) wer d gebr u i kt is i n deze versie v a n de CaM- l ijst verv angen door de v ar i abele M K D . Voor het grootste dee l over lappen de ite m s van deze twee CaM-v ar i abe le n . I n Bijlage 3 i s de precieze

same nstelling v a n de CaM-lijst opgenome n.

De betrouw baar he i d e n v alid iteit van de CaM-vr agenlij st i s aan vee l kr itie k onder hev ig geweest . Zo twijfe lde Knorth ( 1 98 0) ernstig aan de waar de van het p laatsingsadv ies d at met be hulp van de CaM-vr age n l ij st kan worden bere i k t . In de bespre king v a n instr umente n v oor re gi stratie in de je ugdzor g wer d door Van Yperen , Ver heg ge n e n Roza ( 1 9 9 5 ) ee n aantal nade le n v an het ge bruik van de C a M- l ijst bespr oke n . I n de eerste p l aats l ijkt ee n duide l ij ke handle i d i n g voor het gebr u i k van de l ijst te o ntbre ke n . Dit geeft r uimte voor e i ge n i nterpretatie v an degene d ie de vr age n l ij st i nv ult.

H ier naast is het m oe i l ij k een d uide l ijk over zicht van de inhoud van vrage n l ijst te kr ijge n; i n de loop der jaren zij n er nogal wat v ar i a be le n verander d . Bove ndie n l ijkt de CaM-vr age n l ijst n iet alle pro b le m atie k v a n je ugdige n a f te dek ke n . Omdat de vr age n l ij st i s ontwi k ke l d om een plaatsingsadv ies te ver ge m a k ke l ij ke n l ijkt de nadr u k i n de vr age n l ijst te l i g ge n op de re latie s van het kind met de o mgev i n g . Voor a l gedrags- e n psychi sche pro b le me n e n proble me n op het ge bie d v a n e moti oneel fu nctioneren van het k i nd l ij ke n te ontbre ken (Van Ypere n , Ver he g gen en Roza , 1 995, p . 50).

O m aan de geschetste pro bleme n met de CaM-lijst te gem oet te kome n is er ge br u i k ge maakt van de meest recente ver sie van de C a M-vr agen l ijst,

met de norme n en scor ingsi nstr ucties d ie d oor de samensteller s van de vr agenlijst zelf zijn aange lever d . H ier naast zijn er , in navolging van

Boe nder maker ( 1 9 9 5 ) , ee n aantal v ar iabe le n toegevoe gd d ie de ' witte p le k ke n' i n de CaM-lijst k u n ne n afde k ke n e n zo een beter bee ld kunnen

schetsen van de pro b le m atie k v an de jongeren .

Pagina 7 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(8)

Persoonlijkheidsonderzoek en overige probleemvariabelen

I n het pe rsoo nlijkhe idso nde rzoe k e n de rest van de behandeldossie rs is vaak veel informat ie aanwezig over de psychische- e n sociale p ro ble me n van de jongere . Een f l i n k dee l h ie rvan wo rdt bij het i nvullen van de C O M­

vrage n l ijst niet gebruikt . E r is voor ge koze n om ee n aantal variabe len voor deze p roblemat ie k over te ne men van het onde rzoe k van Boe n de rmake r ( 1 9 9 9 , p. 60). Het betreft h ie r vooral inform at ie met bet re k k i n g tot o nt w i k ke l i n gsachte rstande n, psych iatrische st oornissen e n

ged ragsp roble matie k v a n de jonge re n.

Pagina 8 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

(9)

N aast deze v ariabe le n bevat de COM-v rage n l ijst zelf ook een aantal items d ie wel ingev uld ku n nen worde n , maar waarove r geen C O M-score s worden bere ke n d . Deze v ariabe le n noe me n we de ove rige p roblee mv ariabe le n . Ee n ove rzicht van de ge brui kte vari abelen kan me n te rugv i nden i n Bijlage 3 .

Het aanbrengen van ee n typering van de p ro b lematie k door deze variabe len te aggre geren, zoals Boe nde rmake r ( 1 9 9 9 , p . 77) heeft gedaan, is n iet het voornaamste doe l van dit onde rzoe k . Om op ee n gedetailleerde manie r te k u nne n laten zie n op we l ke aspecte n v a n de p roble m atie k de

strafrechtel ij ke e n civ ie l re chte l ij ke gep laatste jon ge re n eve ntuee l v a n e l kaar versc h i l len i s e rvoor ge koze n deze variabe le n los te p rese nte re n. De

resultate n hie rvan staan wee rge geve n i n hoofdstuk 5 .

Werkwijze

De be hande ldossiers zijn door twee onde rzoe ke rs gecodee rd op de C O M ­ v ariabe le n . De o nderzoekers werden van te v o re n getraind i n het i nv u l le n v a n d e v ragenlijst. Omdat een duide l ij ke handle iding v a n d e COM-lijst ontbree kt, is er tijde ns dit code re n ruimte geweest voor inte rp retatie . B ij twijfe l ove r de inte rp retatie van ee n v raag heeft de ande re o nderzoe ke r ook naar het dossie r gekeken en i s same n ee n o ordeel gevormd ove r de

inte rp retatie van de v raag.

T ijde ns het invu l le n van de v rage n l ijst blee k d at de d ossie rs n iet a ltijd ge noe g informatie over bep aalde variabe le n bevatte n . Vooral over de schoolsituatie van de jonge re n e n de v rage n ove r de ' gezel l i g he id v a n het huis' e n de rel aties tusse n man en v rouw in het gezin k onden i n vee l gev a l le n niet ingev uld worde n. B ij zes jonge re n was het dossie r de rmate o nv o l ledig, dat de gehele v ragenlij st n iet ingev uld kon worde n .

Pagina 9 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(10)

3 Algemene gegevens

T a be l 3 . 1

I n dit h oofdstu k wor de n de alge me ne gegevens van de jongeren uit dit o nderzoek weer gegeven , uitgespl itst naar maatregel: gesl acht (Tabel 3 .1 ) , leeftijd (Tabe l 3 . 2 ) e n etniciteit (Tabe l 3 . 3 ). De gegevens over gesl acht e n leeftijd zij n afkomstig uit zowe l de dossier s a l s de H K S- registr atie; de gegeve ns over etnicite it worden i n de dossier s gen oemd e n zijn gecodeerd in de CaM-vrage n l ijst . Een over zicht van de inrichtinge n waar de jongeren gep laatst zijn v i ndt me n in bijlage 1 .

Gesl acht naar m aatrege l

absoluut percentage

ots l2ii ots l2ij

jongen 4 1 33 62 92

meisje 25 3 38 8

totaal 66 36 1 00 1 00

B ij zowel de OTS-ers als de P IJ-ers zijn de jongens i n de meer der hei d; met name onder de P IJ-ers bev inden zich zeer we inig meisje s .

I n de v olge nde tabe l w orde n de leeftijd v a n d e je ugdigen weer ge geve n . De jongste p upil was b ij op name 1 2 j aar , de o udste 20 jaar1•

T abel 3 . 2 Leeftijd naar maatrege l

Noot 1

absoluut percentage

ots l2ii ots l2ij

1 2 t/m 1 4 jaar 24 36 3

1 5 jaar 1 5 9 23 25

1 6 jaar 2 1 4 32 1 1

1 7 jaar 6 1 1 9 3 1

1 8 jaar en ouder 1 1 3 1

totaal 66 36 1 00 1 00

Uit tabel 3.2 wordt d uidelijk dat de OTS-ers jonger zijn dan de P IJ-er s : r ui m ee n derde i s jonger d an 1 5 jaar . Bij de PIJ-ers i s daare ntege n bijna ee n

derde 1 8 jaar e n ouder .

De OTS- maatregel eindigt automatisch op de 1 8e verjaardag van de jongere. Een PIJ­

maatregel kan uitgesproken worden tot het 1 8e jaar voor een periode van twee jaar. Om deze reden, en om het feit dat de tenuitvoerlegging van een opgelegde PIJ-maatregel op zich kan laten wachten, vindt men in dit onderzoek onder de PIJ-ers jongeren van 20 jaar oud.

10

(11)

I n tabel 3 . 3 v i nden we de etniciteit v a n de j onge ren terug. Deze gegevens zij n afkomstig uit het dossieronderzoe k e n zij n onde r andere ge basee rd op de i nterpretatie van de etniciteit door de psycholoog of psychiater d ie het Persoonlijkheidsonderzoe k ( P O ) heeft u itgev oer d .

T a be l 3 . 3 Etniciteit naar maatrege l

Nederlands Surinaams Antilliaans Marokkaans Turks overige totaal

ots 44 5

3

1 3 66

absoluut percentage

pij ots pij

1 4 67 39

1 0 8 28

2 3

5 5 1 4

3 8

3 20 8

3 6 1 00 1 00

I n deze tabel wordt du ide l ij k d at het percentage jongere n met een

Nede rlandse etniciteit i n de groep OTS-er s veel hoger is dan b ij de P IJ -er s . I n deze laatste g roep valt v oor al het hoge pe rce ntage jongere n v a n

Sur i n aamse afkomst op .

Pagina 1 1 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(12)

4 H KS- gegevens

4.1 Inleiding

I n d it hoofdstuk worden de de l ictgegeven s in twee delen geprese nteerd.

Om de ver schil le n in de lictgedr ag tusse n de OT S er s en P IJ-ers i nzichte lijk te m a ken, is het z i nvol bij de analyse van de de lictkenmerken van deze groepen alle jongeren mee te neme n . I n het eerste deel v an dit hoofdstuk wordt daarom ger apporteer d over alle jon geren. In p aragraaf 4 . 3 zulle n vervo l gens de de lictgegevens v a n d e 7 5 jongere n d ie del i cten he b be n

gepleegd nader wor de n be ke ke n .

4.2 Delictkenmerken van alle jongeren

Tabe l 4 . 1

T a be l 4 . 1 l aat het aantal gep lee gde del i cte n i n aantalle n en perce ntage s z ie n , u itgesp l itst naar maatre ge l . I n de l aatste twee kolommen i s een ver ge l ij king op ge nome n met de cijfers u it het o n derzoe k van Boe nder maker

( 1 9 9 3 )2 .

A a ntal de licten naar maatregel v oor a l le j o n gere n

absoluut percentage

1 99 3 1 993

ots pij

ots pij ots pij n=343 n=343

geen delicten 2 7 40 52 1 8

1 delict 1 2 3 1 8 8 1 5 22

2- 5 delicten 1 8 1 1 2 7 3 1 1 7 22

5- 1 0 delicten 7 6 1 1 1 7 9 2 1

meer dan 1 0 delicten 2 1 6 3 44 7 1 6

totaal 66 3 6 1 00 1 00 1 00 1 00

U it deze tabe l komt naar v oren dat de P IJ -er s over het alge meen meer del i cte n p le ge n dan de OTS-er s. Van de P IJ -ers heeft bijna de he lft van de jongere n meer dan 1 0 de l icte n gep leeg d: het hoogste aantal del i cten d at v o or een jongere gere gistreer d staat is 8 2 .

Ver ge l ij ki n g met het onderzoe k i n 1 9 9 3 l aat zie n dat de P IJ-ers uit dit onderzoe k voor vee l meer de l icte n staan gereg istreerd dan de jongeren in 1 9 9 3 . Ditzelfde ge ldt voor de OTS-ers; i n 1 9 9 3 staan er meer OTS-ers gereg istreer d d ie gee n del icte n he b be n gep leeg d dan in dit onder zoe k. Dit verschil kan mogelijk ver kl aard worden d oor d at de re gistratie van de H KS­

gegeve ns door de politie tusse n 1 9 93 e n 2000 i s ver beterd.

Noot 2 Deze gegevens zijn niet gepubliceerd, maar door DSP berekend aan de hand van de dataset van Boendermaker. In 1993 bestond de PIJ-maatregel nog niet. Om deze reden is de 'civielrechtelijke plaatsing' uit dit onderzoek voor deze tabel gepresenteerd als OTS, de 'strafrechtelijke plaatsing' als PIJ. Omdat deze categorieën niet geheel parallel lopen met de OTS- en PIJ- maatregel zoals die nu bestaan, wordt aangeraden deze vergelijking met de nodige voorzichtigheid te interpreteren.

1 2

(13)

T abel 4 . 2

T abe l 4 . 3

Ee n a anwijzing daarvoor i s het fe it d at in 1 99 3 slecht s 8 2 % v a n de P IJ­

er s wer de n ter uggevonde n i n H KS ( 8oe nder maker , 1 9 9 9 , p. 96), ter wijl d it logisch gezie n 1 00 % zou moeten zij n .

I n tabe l 4 . 2 worden d e aant allen gep leegde de l icte n naar gesl acht e n maatre ge l i n procenten weerge geven . Deze lfde tabe l i n a ant allen k a n men ter ugv i n den in b ij l a ge 1 .

Aant a l delicte n naar geslacht e n m aatrege l v oor alle jongeren in procenten

ots pij

jongen meisje jongen meisje

n=41 n=25 n=33 n=3

geen delicten 34 5 2

1 delict 24 8 6 33

2- 5 delicten 22 3 6 3 0 3 3

5- 1 0 delicten 1 7 1 8

meer dan 1 0 delicten 2 4 46 33

totaal 1 00 1 00 1 00 1 00

I n deze tabe l is te zien dat meisjes over het alge mee n minder del i cten p le ge n dan jonge n s . Dit komt vooral naar v oren bij de OT S-er s, omdat i n deze groep z i c h bijna alle meisjes bev inde n . Ee n verge l ijking binne n de PIJ­

groep tusse n jongens en meisjes is gezien het lage aantal meisje s in deze gr oep i n n iet zinv o l . De jongens i n de P IJ -gr oep he b be n veel meer de licten gepleegd dan de jonge ns i n de OTS-gr oep; bijna de helft van de P IJ-ers heeft meer dan 1 0 de licten gepleeg d .

Jongere n bove n 1 8 jaar kome n a l lee n v o o r i n d e P IJ-gr oep; mei sjes v oor name l ijk b ij de OTS-er s . Om deze rede ne n zijn alle mei sjes en de jonge n s boven 1 8 jaar in de volgende tabel weg ge l ate n . H ier i n worden de aantalle n de licten van jongens tusse n 1 2 en 1 8 jaar weergegeve n ,

uitgesp l itst naar m aatre gel.

Aantal delicte n n aar maatrege l voor jonge n s t usse n 1 2 en 1 8 jaar

absoluut percentage

ots l2ii ots l2ij

geen delicten 1 4 34

1 delict 1 0 2 24 9

2- 5 delicten 9 6 22 27

5- 1 0 delicten 7 4 1 7 1 8

meer dan 1 0 delicten 1 0 2 46

totaal 4 1 22 1 00 1 00

O o k b i n ne n de gr oep jonge ns van 1 2 tot 1 8 jaar p lege n de PIJ-ers re lat ief meer del i cten dan de OTS- er s . Meer dan ee n derde van de OTS-ers in deze groep heeft geen de l icte n gep leegd; bijna de hel ft van de manne l ij ke P IJ -ers van 1 2 t ot 18 jaar heeft 1 0 de licten of meer gepleeg d .

Pagina 13 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(14)

4.3 Kenmerken van de delictplegende jongeren

T a be l 4 . 4

I n deze paragraaf wordt d ieper i n gegaan op de kenme r ken v a n de 7 5 jonge re n d ie i n de H K S staan gere gist reerd e n de ve rschi l le n tusse n de g roepen OTS-ers e n PIJ-e rs d ie del i cten heb be n gep lee g d .

I n tabel 4 . 4 w orde n d e aantallen e n percentage s weer gegeven v an de de l ictp legende jonge re n d ie ooit een de l i ct v a n een bep aalde delict groep gep leegd he b be n3 .

De l i ctcatego rieën naar maat re ge l voor del i ctplegende jongere n

aantal jongeren percentage

ots pij ots pij totaal

n=39 n=36

misdrijven tegen leven en 1 7 1 8 44 50 47

persoon

misdrijven tegen openbare 9 1 7 23 47 35

orde en gezag

ruwheidsmisdrijven 1 0 1 8 26 50 37

vermogensmisdrijven 28 30 7 2 83 77

zedendelicten 5 7 1 3 19 1 6

verkeersmisdrijven 3

vuurwapenmisdrijven 2 7 5 19 12

overige/onbekend 4 4 1 0 1 1 1 1

U it deze tabe l komt naar v o re n d at de PIJ-ers i n e l ke delictcate gorie vake r voorkome n dan de OTS-ers. B ij d e de l i ctcate go rieën d ie betre k ki n g heb be n op ge we ldsde l i cte n , ruwhe idsde l i cte n of ve rmoge ns- e n

vuurwape nmisd rijve n l ij ke n d e verschi l le n het g rootst; v o o r zede ndelicte n e n ove rige misdrijven zijn de versch i l len w at k le i ne r . In Bijlage 1 kan me n ee n gedetail leerde beschrijv i n g v i nden van de hoevee l he i d e n soort de licte n d ie door de jonge re n u it dit onde rzoek zijn gep lee gd, u itge sp l itst naar maatre ge l .

In tabe l 4.5 wordt wee rgegeve n we l k gedee lte v a n de de l i ctp legende jonge re n geverbal i seerd is v oo r een gewe l d s m i sd rijf . De v o l ge nde del i cten worden tot de gewe l d sde l icte n gere kend : a l le m isd rijven tegen leven en pe rsoon, al smede d iefstal met ge weld, ope n l ij ke gewe l dp le g i n g en weder­

spannighe i d.

Noot 3 De precieze indeling naar delicten vindt men in bijlage 2.

Pagina 14 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

(15)

Tabe l 4 . 5 Aantal geweldp le ger s naar maatrege l voor de l i ctple ge nde jongere n

Tabe l 4 . 6

aantal percentage

ots l2ij ots l2ij

geweldpleger 1 1 1 6 29 44

niet-geweldpleger 28 20 71 56

totaal 39 36 1 00 1 00

lets meer dan ee n k w art v a n de OTS-ers heeft ee n ge weldsmisdrijf beg aan:

bij de P IJ-ers is d at b ij b ij n a de helft van de jongere n het gev a l .

Tabe l 4 . 6 geeft het ge midde l d aantal del i cte n a a n d ie de de l i ctp le gende jongere n per leeftij dsgr oep heb be n geplee g d , uitge sp l itst voor OTS-er s e n P IJ -er s .

Ge m iddeld aantal de l i cte n n aar leeftijdsgr oep e n maatre ge l voor delictplegende j o n geren

aantal jongeren gemiddelde

ots l2ij ots l2ij totaal

1 2 t/m 1 4 jaar 1 0 3,4 3,4

1 5 jaar 1 0 9 4,5 7,0 5,7

1 6 jaar 1 5 4 4,7 3,8 4,5

1 7 jaar 4 1 1 4,3 1 9,8 1 5,7

1 8 jaar en ouder 1 1 1 8,2 1 8,2

totaal 39 3 5 4,3 1 4, 1 8,9

Zoals tabel 4 . 6 l aat zie n ver schilt het ge m i dde l d a antal de licte n van 1 2 tot e n met 1 6 jaar per leeftijdsk l asse tusse n OTS-er s e n P IJ-ers n ie t al te sterk.

Het l ijkt er op dat de verschille n i n del i ctgedr a g tusse n OTS-ers e n P IJ -er s p as optreden na het 1 6e jaar . Men kan dan ook ver wachten dat de soorte n del icten die OTS-ers e n P IJ -er s in de leeftijdsgroep van 1 2 tot e n met 1 6 jaar p le gen m i nder van e lkaar verschille n d an voor a l le de l i ctp legende jongere n . In tabe l 4 . 7 wor de n de aantal le n en per centage s jongere n v an 1 2 tot e n met 1 6 jaar weer gegeven d ie één of meerdere del i cte n van ee n bep aalde de l ictgr oep he b be n gepleegd4.

Noot 4 Gezien de kleine absolute aantallen is het raadzaam de gegevens uit deze tabel met de nodige voorzichtigheid te interpreteren. Vanwege deze kleine aantallen is er vanaf gezien dezelfde gegevens apart te presenteren voor jongeren boven de 1 6 jaar.

Pagina 15 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(16)

Tabel 4. 7

T abel 4.8

Delictcategorieën naar m aatregel voor delictp l egende jongeren v a n 1 2 tot en met 1 6 jaar

aantal jongeren percentage

ots pij ots pij totaal

n",35 n '" 1 3

misdrijven tegen leven en 1 3 5 37 36

persoon

misdrijven tegen openbare 8 6 23 43

orde en gezag

ruwheidsmisdrijven 1 0 5 29 3 6

vermogensmisdrijven 26 1 0 74 7 2

zedendelicten 5 5 1 4 36

vuurwapenmisdrijven 2 3 1 4

overige/onbekend 4 1 1 7

B i n n e n de leeftijdsgroep van 1 2 tot en met 1 6 jaar zijn de verschillen i n soorten geregistreerde delicten tussen OTS-ers en P IJ-ers inderdaad een stu k m i nder g root dan voor alle del ictp l egende jongeren.

Tabel 4 .8 geeft d e l eeftijd weer waarop de jon geren hun eerste delict hebben gep leegd .

Leeftijd bij eerste del ict naar leeftijdsgroep en maatregel voor del ictplegende jongeren

37

29

31 74 20 6 1 0

aantal percentage

ots Qij ots Qij

1 0- 1 1 jaar 3

1 1 - 1 2 jaar 4 3 1 0 8

1 3- 1 4 jaar 1 9 2 1 48 58

1 5- 1 6 jaar 1 6 1 0 4 1 28

17- 18 jaar 3

totaal 39 36 1 00 1 00

U it tabel 4.8 komen weinig verschillen n a a r v oren tussen OTS-ers en P IJ ­ e rs i n de leeftijd waarop het eerste delict i s g epleegd . Het belangrijkste versc h i l betreft het grotere percentage OT S-ers d at pas op 1 5 of 1 6 jarige l eeftijd het eerste del ict pleegt.

Pagina 1 6 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

(17)

4.4 Conclusies

De analyse van de i nfor m atie uit de H K S-re g i stratie l aat zie n d at jonge ns uit de justiti ële behande l i nr ichtinge n meer del i cten he b be n gep leegd dan me i sjes . Een ver ge l ij k i n g met de jongeren in het onderzoe k van

Boe n der maker uit 1 9 93 l ij kt uit te wijzen d at de jongere n i n dit onderzoe k voor meer del i cten staan geregistreerd dan de jongeren i n 1 9 9 3 . Dit is moge l ijk mede te ver klare n d oor het fe it dat de H K S- re gistr atie door de p o l itie i n de tijd tusse n de onderzoeken is ver beterd.

Jongere n uit de P IJ-gr oep heb be n meer de l icten gep lee gd dan de OTS-er s . Bijna de helft v a n de OTS-ers heeft he le m a a l gee n del i cten gep leegd . P IJ­

er s staan h ier naast v a ker i n H K S gere gistreer d voor met name ver mogens-, r uw he ids- e n ge we ldsde l i cte n . Voor een be langr ijk dee l i s dit verschil tusse n OTS-ers en P IJ-ers te ver klaren door d at de P IJ -groep gem iddeld meer jongens te lt en ouder i s dan de OT S-er s . Voor P IJ-er s b oven de 1 6 jaar loopt het aantal de l icte n waarvoor zij gereg istreer d staan immers sne l op . I n de leeftijdsgr oep v a n 1 2 tot e n met 1 6 jaar is het ver schil i n

del ictgedr ag tussen OTS-ers e n P IJ-ers m i n der gr oot . Hier naast zijn er meer OTS-er s d ie op l atere leeftijd hun eer ste de lict p le ge n dan P IJ-er s .

Pagina 17 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(18)

5 Dossieronderzoek

5.1 Inleiding

Dit h oofdstu k geeft achtereenv olgens de resu ltaten van de anal yses van de COM- variabelen (parag raaf 5 . 2 ) , het Persoonl ij k heidsonderzoek ( P O) (p arag raaf 5 . 3) en d e ov erige p ro b l eemvariabelen uit de behandeldossiers van de jong eren (p aragraaf 5.4) weer.

5.2 De COM-variabelen

In d e o nderstaa nde analyses worden de resultaten v an de COM-v a riabelen Normaliteit van de G ezinssituatie ( NG ), Relaties In het Gezin ( R IG ) ,

Moeilijkheden v a n h et Gezin ( MG ) , Moeil ijk heden v a n het K i n d ( M K ) , Verloop Basisonderwijs ( N B O ) , Resu ltaten Basisonderwijs ( R B O ) , E erdere H u lpverlening ( H C ) , Acting-outgedrag (AR), Teruggetrokkenheid ( ETD) en Asp i raties voor d e Toekom st (ASP) g ep resenteerd . De variabele MK wordt d rie keer weergegeven: een totaalscore ( M K) en twee deel scores :

Moeilij kheden Delinq uentie en Agressie ( M K D) en Moeilijkheden N iet­

Delinq uentie ( M K N D ) .

De m ate van p roblemen van de jongeren wordt weergegeven als z- scores ten op zichte van de normgro ep . Deze normgroep i s representatief voor de jon geren in de residentiële behandelin richti ngen in Nederl a n d . Voor d eze v a riabelen geldt dat een negatiev e score v oo r minder p roblemen dan gemiddeld staat; een p ositiev e score geldt als meer problemen dan gemiddeld5• De variabelen I ncest e n Mishandeling (J l L M ) en Druggebru i k ( I HSD) geven a a n i n hoev erre d eze p roblemen gelden a l s op name- indicatie in de behandel inrichting. Een hogere z-score op deze variabel e betekent dat deze p ro blemen zwaarder sp elen b ij op name.

I n tabel 5 . 1 staan de z-scores van de COM-variabelen uitgespl itst naar m aatregel. N iet voor alle jongeren was voldoende i nformatie aanwezig i n het d ossier o m d eze variabelen t e berekenen6; het aantal jongeren waarvoor de variabele berekend i s staat i n de tweede kolom v an de tabe l . I n de l aatste kolom staan de vergelij k bare z-scores van de jongeren i n d e j ustitiële behandeli nrichtingen uit het onderzoek van Boendermaker ( 1 993, p. 6 5 ).

Noot 5 Deze z-scores zijn een maat die de afwijking van het gemiddelde van een normgroep uitdrukt;

dit gemiddelde is per definitie O. Voor de scores kan men de volgende interpretatie geven (naar Boendermaker, 1 995, p. 64): scores beneden -1 gelden als 'zeer laag', scores tussen -0,5 en 1 zijn 'laag', tussen -0,25 en -0,5 'beneden gemiddeld', scores tussen -0,25 en 0, 25 zijn 'gemiddeld', tussen de 0, 25 en 0, 5 zijn zij 'boven gemiddeld', tussen 0, 5 en 1 zijn de scores 'hoog' en boven de 1 'zeer hoog'.

Noot 6 In hoofstuk 2 wordt de methode om de COM-variabelen te berekenen nader toegelicht; de variabele Stabiliteit van de Gezinssituatie (SG) kon slechts voor 3 jongeren worden berekend en is daarom weggelaten uit de tabel.

18

(19)

T abel 5 . 1 z- scores COM- var i abelen naar maatr egel

aantal ots l2ij gemiddeld 1 993

normaliteit gezinssituatie (NG) 1 02 0,08 0,20 0,1 2

relaties in gezin (RIG) 50 -0, 1 5 -0,68 -0,34 0,04

moeilijkheden gezin (MG) 54 -0,30 -0,38 -0, 33 -0, 1 7

moeilijkheden kind delinquentie 1 02 1 .28- 1 ,84- 1 .47 en agressie (MKD)

moeilijkheden kind niet- 1 02 0,95 0,75 0, 88 0,65

delinquentie (MKND)

moeilijkheden kind totaal (MK) 1 02 1 , 23 1 .44 1 , 30

verloop basisonderwijs (NBO) 68 0, 1 3 0,03 0,08 0,20

resultaten basisonderwijs 30 -0, 1 5 0,05 -0,07 -0,03

(RBa)

eerdere hulpverlening (He) 1 00 0, 67 0,5 9 0,64 0,83

acting-outgedrag (AR) 1 02 1 ,49 1 ,07 1 ,34 -0, 0 1

teruggetrokkenheid (ETD) 1 02 -0, 1 5 -0, 5 2 -0,28 -0, 1 9

incest en mishandeling 1 02 -0, 2 5 -0, 23 -0,24 -0,06

opnameindicatie (lILM)

druggebruik opnameindicatie 1 02 0,28+ 0,3 1 0,29 0,38

(lHSD)

Aspiraties voor de toekomst 25 -0,20 -0.47 -0, 36

(ASP)

* verschil tussen ots en pij significant op p < .05

Deze t abel laat zien d at de verschillen t ussen de OTS-ers en P IJ-e rs zich voor a l bevinden op h et gebied v a n de Moeilijkheden van het K i n d . Beide gr oepen scoren op deze var iabelen zeer hoog boven het gemiddelde van de referent i eg roep. Op de t ot ale MK score ver schillen de OTS-ers e n PIJ- niet veel; op de deelscore M K D scoren de PIJ -ers significant hoger d a n de OTS­

ers; b ij de PIJ-ers l ij kt h et e r dus op dat hun p roblemat iek meer naar b uit en tr eedt i n delinquent g edrag. De OTS-er s lijken iets hoger te scoren op de M K N D-sco re; voor hen u iten de moeilij kheden zich meer op school en t h u i s . Naast de M K- scores verschillen de groepen niet significant op d e COM­

variabelen. Het l ij kt er op d at de P IJ-ers iet s m i nder pr oblemen hebben op h et gebied van R el at ies i n h et Gezin (RIG) e n i ets duidelijker e asp ir at i es voor d e toekomst hebben. De OTS-ers vert onen meer act in g-out g edr ag en zijn iet s meer ter uggetr o k ke n dan de PIJ -er s . De versch illen op deze var iabelen zijn bijna significant op p < .05 .

Vergeleken met d e z- sco res op d e CO M-variabelen u it het onderzoek van Boendermaker ( 1 9 9 3 ) , weergegeven i n de l a at ste kolom van t abel 5 . 1 , l ij ke n d e scores van de jong eren i n d it onderzoek r edelij k overeen t e kome n : d e z-scores w ijken voor de meest e variabelen niet veel a f . D e

uit zo nd er i ngen zijn h i er d e variabelen RIG en AR. Op Relat ies i n h et Gezin scor en de jongeren uit d it onderzoek lager: hun r el at ies in het gezin zijn dus iet s b et er dan die van de jongeren i n het onderzoek van Boender m aker . Op de v ar i abele AR scoren d e jongeren i n d it onde rzoek veel hoger . Een mogelijk verklar i n g h iervoor is dat i n het onder zoek van Boender m aker een zeer st rikte interp ret at i e van deze factor werd gehanteerd: d it heeft mogelij k geleid tot een onderschatt i n g v a n deze problemat iek i n 1 9 93.

Pagina 19 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(20)

T a bel 5. 2

O m t e kij ken of del ict gedrag een fact o r is d i e verband houdt met d e scores op de CO M-varia belen worden in tabel 5. 2 de z-scores op de COM­

variabelen ap art weergegeven voor de OTS-ers die wel of g een delicten hebben g epleegd .

z- scores COM- variabelen n aar maat regel

aantal ots- ots- pij gemiddeld

geen delicten delicten

normaliteit gezinssituatie (NG) 1 02 0,09 0,07 0,20 0, 1 2

relaties in gezin (RIG) 50 -0, 1 1 -0,20 -0,68 -0,34

moeilijkheden gezin (MG) 54 -0,43 -0,25 -0,38 -0,33

moeilijkheden kind delinquentie 1 02 0,79* + 1 ,6 1 1 ,84 1 ,47 en agressie (MKD)

moeilijkheden kind niet- 1 02 0,74 1 , 1 0* 0,75 0,88

delinquentie (MKND)

moeilijkheden kind totaal (MK) 1 02 0,85* + 1 , 5 1 1 ,44 1 ,30

verloop basisonderwijs (NBO) 68 0,39 -0,08 0,03 0,08

resultaten basisonderwijs 30 0,00 -0, 22 0,05 -0,07

(RBO)

eerdere hulpverlening (He) 1 00 0,77 0,60 0,60 0,64

acting-outgedrag (AR) 1 02 1 ,56 1 ,45 1 ,07 1 ,34

teruggetrokkenheid (ETD) 1 02 -0,08 -0,20 -0,52 -0,28

incest en mishandeling 1 02 -0,33 -0,20 -0,23 -0,24

opnameindicatie (IILM)

druggebruik (IHSD) 1 02 0,3 1 0,26 0,3 1 0,29

Aspiraties voor de toekomst 25 -0,29 -0,20 -0,47 -0,36

(ASP)

* verschil met pij significant op p < .05

+ verschil met ots- delicten significant op p < .05

U it t a bel 5 . 2 komt naar voren dat het u it sp l it st en van de OTS-ers n aar del ict g edrag vooral verschil len opl evert in h et scorepat roon op d e M K­

variabelen . Zoals men zou verwachten scoren de OTS-ers die g een delicten hebben g epleegd op de variabele Delinqu ent i e en A g ressie ( M K D ) lager dan de an dere twee groepen . H ierdoor hebben deze jongeren in totaal ook m in der moeilij k heden dan de an dere t wee groepen . De OTS-ers d i e wel delicten hebben gep leegd sco ren juist h et hoogst op de M K N D-variabele: de moeilij k heden van d eze groep in de vorm van del ict gedrag zijn m in der ernst i g , m aar de overige moeilij k heden juist s i gn ificant g rot er dan die van de overi g e g roepen .

Naast de scores op de COM- variabelen in d e bovenstaande tabellen , is ook wat meer specifiek gekeken hoe de OTS-ers en PIJ-ers verschillen in hun hu lp verlen in gscarrière. In de t abel len 5 . 3 en 5 . 4 wo rdt in aant allen en p ercent ages weergegeven hoe vaak d e OTS- e rs en PIJ -ers vóó r de opn ame in de j ust it iële behandelin richt in g in resident i ë l e en semi- resident iële h u lpverlen ingsin st e l l in g en hebben verbleven .

Pagina 20 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

(21)

Ta bel 5 . 3

Ta bel 5 . 4

Op namen in semi- residentiële h u lpver l ening n aar maatr egel

aantal jongeren percentage

pij pij totaal 1 9 93

ots ots

n=370

geen 5 3 24 80 68 76 7 9

één maal 1 2 9 1 8 26 2 1 1 7

twee maal 2 2 6 3 4

totaal 66 35 1 00 1 00 1 00 1 00

Op namen i n residentiële h u lpverlening naar m aatregel

aantal jongeren percentage

ots pij pij totaal 1 99 3

ots n=382

geen 8 9 1 2 2 5 17 5

één maal 1 5 9 2 3 2 5 24 23

twee maal 1 1 4 1 7 1 1 1 5 24

drie maal 1 1 3 1 7 8 1 4 1 8

meer dan drie maal 20 1 1 3 1 3 1 3 1 30

totaal 65 36 1 00 1 00 1 00 1 00

U it d e tabellen 5 . 3 en 5 . 4 b l ijkt d at al le jon g eren een flinke ' h u lpver lenin gs­

carrièr e' achter de ru g hebben: zij hebben all e n v er bl even in r esi denti ël e en sem i-r esidentiele h u lpver l eni n g. De P IJ-ers lijken iets vaker te heb ben v er bleven in de semi-residentiële hulpverlening e n ver bleven minder vaak in een r esidentiële hu lp verleni n gstel l i n g . Een ver gelij k i n g met d e jongeren in het onderzoek uit 1 9 9 3 l aat weinig verschillen zien .

Vervolgens is berekend op welke leeftijd d e 8 2 jongeren die i n een

r es i dentiële setting hebben ver bleven voor h et eerst uit huis zijn g ep laatst . OTS- er s die geen delicten hebben gepleegd zijn gemiddeld op jonger e l eeftij d ( 1 1 jaar en 1 m aa n d ) voor het eerst uit h u i s g ep l aatst dan d e PIJ- er s en d e OTS-ers die wel del icten hebben g ep l eegd (beide gr oepen 1 3 jaar ) .

5.3 Persoonlijkheidsonderzoek

I n d e dossiers zijn voor 98 jonger en g egevens over h et

p er soonl ijkheidsonderzoek ter u g gevonden . I n ta bel 5.5 worden de

pro b l emen die i n het persoonlij kheidsonderzoek ( P O ) worden genoemd voor d e jongeren uitgesp l itst naar m aatr egel .

Pagina 21 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen OSP - Amsterdam

(22)

Tabel 5. 5 I n P O genoemde problemen naar maatregel

aantal jongeren percentage

ots pij ots pij totaal 1 99 3

n=64 n=34 n=343

stoornis in de motorische 2 3 3 3 5

ontwikkeling

stoornis in de cognitive 1 1 1 5 1 7 44 2 7 1 5

ontwikkeling

stoornis in de emotionele 42 23 66 68 66 50

ontwikkeling

stoornis in de sociale 39 22 6 1 65 62 43

ontwikkeling

stoornis in de 2 5 2 3 39 67 49 3 8

gewetens ontwikkeling

stoornis in de 1 6 1 7 25 50 34 34

agressieontwikkeling

gebrekkige ontwikkeling van het 6 7 1 0 2 1 1 3 1 7

gevoelsleven

stoornis in de seksuele 6 3 1 0 9 9 1 1

ontwikkeling

psychiatrische klachten 34 1 9 5 3 5 6 5 4 2 0

lichamelijke klachten 1 3 7 20 2 1 20 1 2

pedagogische/ affectieve 3 5 2 2 55 65 58 54

verwaarlozing

plotselinge 6 4 9 1 2 1 0 1 3

stemmingswisselingen

ontbreken basisveiligheid 1 6 7 25 2 1 2 4 3 5

verstoorde hechtingsrelaties 20 9 3 1 27 30 36

hyperactiviteit 1 7 5 27 1 5 2 2 6

concentratieproblemen 7 3 1 1 8 1 0 1 9

faalangst 4 6 4 1 9

geen inzicht in oorzaak/ gevolg 5 4 8 1 2 9 2 2

relaties

aandacht vragend gedrag 7 2 1 1 6 9 1 7

slechte impulscontrole 2 1 1 1 33 32 33 43

Op de meest e aspecten die in het P O worden g enoemd zij n de verschillen t ussen de OT S-ers en PIJ-ers geri n g . Voor d e PIJ-er s worden i n h et P O va k er jon geren met st oor n i ssen i n d e cog nit ieve, gewetens- e n agr essie­

o nt wi k keling en stoornissen i n het gevoelsleven g enoemd dan voor de OT S­

ers. B ij de OTS-ers worden juist vaker faalangst en aandacht vragend g edr ag genoemd in het P O .

H i er n aast val len d e hoge percentages st oorni ssen i n d e emot ionele en sociale o nt w i k keling en jongeren met psychi atr ische klachten of peda go g ische en affect i eve ver w aar lozing op . Het merendeel van de jongeren i n d it onderzoek l ij kt deze p roblemen te hebben.

Pagina 2 2 Jeugdigen i n justitiële behandel inrichtingen

(23)

De psychi atrische st oornis die het meest gen oemd wordt i s de

g edr agsst oorn is, gevolgd door A D H D , d e p ersoon l ij kheidsstoorn i s en de bor d er l in e st oornis .

Een vergelijkin g met de jon geren uit h et on d erzoek in 1 9 93 laat zien dat de pr oblemati ek van de jon g eren in d it on derzoek op een aant al punten

zwaarder is geworden; er worden meer stoorn issen in de cognit ieve, emot i onele, sociale en gewetensont w i k kelin g g en oemd in het P O . Hiern aast vallen de hogere p ercent ages psych i atrische klachten en hyperact iviteit bij d e jon g er en in dit on derzoek op .

5.4 Andere probleemvariabelen

Tabel 5. 6

Tabel 5.4 g eeft de pr oblemen weer die n aast d e Ca M-var i a belen en het p ersoon l ij k heidsonderzoek ook in d e behandeldossier s van de jongeren zijn

gevon den . De t abel geeft de aant allen en p ercent ages van j onger en waarvoor d eze pr oblemen in het dossier gen oemd w erden .

In dossier genoemde pr oblemen n a ar maatregel

aantal jongeren percentage

ots pij pij totaal 1 993

n=66 n=36 ots

n= 383

regelmatig weglopen 34 1 2 5 2 3 3 45 55

zwervend gedrag 23 1 0 3 5 2 8 3 2 25

alcoholmisbruik 23 1 3 35 36 35 9

harddrug gebruik 9 3 1 4 8 1 2 1 3

softdrug gebruik 3 2 1 7 49 47 48 37

onredelijke opstandigheid 5 9 3 1 89 86 88 1 9

waanvoorstellingen 8 6 1 2 1 7 1 4 6

angsten 24 4 37 1 1 28 9

incest 7 5 1 1 1 4 1 2 1 3

lichamelijke mishandeling 1 6 8 24 22 24 24

conflicten in gezin 2 1 8 33 23 29 45

verslaving ouders 9 6 1 4 1 7 1 5 1 5

onmachtige ouders 64 34 97 94 96 84

afbreken gezinsrelaties 1 5 1 2 23 33 27 1 8

cultuurkloofproblemen 8 9 1 2 25 1 7 1 9

psychosomatische klachten 1 8 8 27 23 26 1 1

neurologische klachten 2 3 3 8 5 3

In deze t abel zi et men dat b ijna alle jon g er en t e maken hebben met

onredelijke op st an di g heid en on machti ge ouders. Ook op de meeste an dere vari abelen zijn de verschi l l en t u ssen beide gr oep en n i et groot . Voor de OTS­

er s worden regel m at i g weglopen , t eruggetr o k ken heid, an gsten en conflicten binnen het gezin vaker genoemd d an voor d e PIJ-er s .

Pagina 2 3 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen DSP - Amsterdam

(24)

Voor de PIJ -ers wor d en voor a l cultuur k loofpr o b l emen en het afbreken van de gezin sr elaties vaker genoemd in de dossier s .

Op veel aspecten l ij ken er b ij de jongeren in d i t on derzoek meer pr obl emen aan wezig dan bij de jon g er en uit het onderzoek van Boender m a ker . Vooral alcoholmisbr u i k , softdr u g gebr ui k , on machti g e o uders, afbreken

gezinsrelaties en p sychosomatische klachten k omen bij de j on g eren uit dit on der zoek vaker voor. Conflicten in het gezin en regelmatig weglopen worden juist voor d e jon geren uit h et on derzoek van 1 9 93 vaker g enoemd . Het grote verschil op de variabele 'onredelijke opstandigheid' tussen het huidige on derzoek en 1 9 93 is, zoals al eerder g en oemd in d it h oofdstuk, waarschijn l ij k h et gevolg van een beperktere interpr etatie van d it begrip in h et onder zoek van 1 9 9 3 .

5 . 5 Conclusies

Bij het bereken en van de COM-var i abelen komt n a ar voren d at de OTS-ers en PIJ-ers voorn amelij k verschillen op één aspect van h un pr oblematiek: de PIJ-ers scoren hoger op de COM-var iabele voor delinq uentie en agressie. De OTS-ers, vooral d e OTS-ers die ook delicten h e bben g ep leegd, hebben hoger e scores op d e COM- var iabele voor n i et-delinq uente moeilij kheden . Op de r est van d e C O M-var i abelen versch i l len d e gr oep en n i et sign ifi cant van elkaar . De j on g er en uit dit onderzoek ver s c h i l l en op vr ij wel alle COM­

var iabelen n iet m et de jon geren uit het on derzoek van Boen d er m aker in 1 9 93. A l l e OTS-er s en PIJ-ers hebben een uitge breide carr ièr e in de

residentiële en sem i-residentiële hulpver l en in g achter d e r u g voordat zij in de justitiële behan d e l inr ichtin g en zijn g ep laatst. D e OTS-ers d i e geen delicten hebben gep leegd zijn bij h un eerste p l aatsin g in e en inste l l in g van

r esidentiële hulpver l en in g jon g er d an de over i g e gr oepen .

U it het p ersoon l ij kheidsonder zoek b l ij kt d at d e verschillen tussen de OTS­

er s en de PIJ-ers op de meeste variabelen k l e in zijn . De PIJ- groep heeft meer pr oblemen met de cogn itive-, agr essie- en gewetensontwikkeling dan de OTS-ers. Deze l aatste gr oep heeft iets meer l ast van faalan g st en aand acht vr agen d gedr a g . Het merendeel van d e jon g er en in h et on der zoek h eeft stoorn issen in de emotionele en soci ale ontwikkelin g en heeft geleden on der pedagogische of affectieve ver w aar lozin g . Van d e over i g e

p robleemvar iabelen komen voor a l onredelij ke op stan d i g heid en on machtige ouders bij vr ijwel alle jon ger en voor . De OTS-er s l ij ken hiern aast meer l ast te hebben van ter u g getrokken heid, an gsten en d epressies. Ver geleken met h et on derzoek u it 1 99 3 laten de jonger en in d it on d er zoek op een aantal aspecten een verzwar in g zien van de pr oblematie k. Dit betreft met name problemen met b etr ekkin g tot dr uggebr u i k , p sychische- en

p sychosomatische ziektebeelden en achter stan den in d e ontwikkelin g op sociaal, emotioneel en cogn itief gebied .

Pagina 24 Jeugdigen in justitiële behandelinrichtingen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de tweede fase in het onderzoek spreken we met kinderen en jongeren in alle doelgroepen (alle soorten jeugdhulp met verblijf, JJI’s en AMV’s in opvang), waarbij we ook

Als gevolg van de decentralisatie zijn gemeenten en provincies veel actiever geworden in hun beleidsvorming op het gebied van welzijn, onderwijs en (jeugd)zorg. De nationale

5 Het programma dient om zicht te • Interviews met medewerkers projecten krijgen op de voorwaarden waar bij en sleutelpersonen van andere instellin- verdere

senteerd over het aantal Stop-cliënten dat bij de Halt-bureaus is aangemeld, gegevens over de doorstroom en uitvalpercentages, de snelheid waarmee de aanmelding bij Halt

In het bedrijfsplan is als doelstelling geformuleerd dat op elke basisschool in het verzorgingsgebied van Bureau Halt jaarlijks preventieve voorlichting wordt gegeven.

Lokaal overleg kinderopvang is een adviesorgaan dat de taak heeft om alle kwesties te behandelen op gemeentelijk vlak, die hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks met

De 1ste branding heeft 54- M 3 roode cement opgeleverd; hiervan is een 4l.-^^4« deel gebruikt voor het vormen van bovengenoemde buizen; de rest ligt in de loods by de Tjimerak.

Meteen al in haar eerste jaar richtte de commissie zich op de breedte van het waterbeleid in de adviezen over Water in Beeld 2004 en over de implementatie van het