• No results found

BELEID MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD BELEGGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BELEID MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD BELEGGEN"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BELEID MAATSCHAPPELIJK

VERANTWOORD BELEGGEN

(2)

Inhoud

1 Inleiding ... 2

2 Visie en overtuigingen maatschappelijk verantwoord beleggen ... 3

2.1 MVB visie 3 2.2 MVB overtuigingen 3 2.3 MVB ambitie 3 3 Internationale beleidskaders ... 4

3.1 Global Impact 4 3.2 Sanctiewet Error! Bookmark not defined. 3.3 UNGP’s 4 3.4 IMVB 5

3.5 IORP II 5

4 Beleidsdoelstellingen ... 6

5 MVB-instrumenten ... 7

5.1 Uitsluitingsbeleid 7 5.2 Betrokkenheidsbeleid 8 5.2.1 Engagementbeleid 8 5.2.2 Stembeleid 8 5.3 ESG-integratie 8 6 Transparantie en verantwoording ... 9

6.1 Onze contracten met vermogensbeheerders 9 7 Monitoring en evaluatie van beleid ... 10

7.1 Monitoring 10

7.2 Evaluatie 10

(3)

1 Inleiding

Pensioenfonds Robeco hanteert een maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) beleid. Daarbij houdt het fonds reke- ning met ESG-factoren (milieu, sociale en governance aspecten) bij de invulling en uitvoering van haar beleggingsbeleid.

MVB is een belangrijk onderdeel van de beleggingsovertuigingen van het pensioenfonds. Het fonds heeft de overtuiging dat MVB positief bijdraagt aan het risicorendementsprofiel van de beleggingen van het pensioenfonds en aan de maat- schappij. Vanzelfsprekend houden wij in het beleid rekening met de eisen die de wet stelt aan MVB, zo beleggen wij niet in producenten van clustermunitie of in landen waartegen een wapenembargo loopt. Daarnaast heeft het fonds een ei- gen visie op MVB geformuleerd en hanteert het uitgangspunten voor verder invulling van het beleid die belangrijk wor- den gevonden door onze deelnemers.

Voor deelnemers van Pensioenfonds Robeco die zelf beleggingskeuzes maken in de DC-regeling is dit MVB beleid in be- perkte mate van toepassing.

(4)

2 Visie en overtuigingen maatschappelijk verantwoord beleggen

2.1 MVB visie

Het bestuur heeft in 2019 de visie en overtuigingen ten aanzien van maatschappelijk verantwoord beleggen vastgesteld.

Tevens is onder de deelnemers onderzocht of zij verantwoord beleggen belangrijk vinden en is het MVB Beleid tot stand gekomen nadat ook het Verantwoordingsorgaan hierover gehoord is. Op basis van deze uitkomsten heeft het bestuur het bestaande MVB-beleid geactualiseerd. Het beleid geldt nadrukkelijk voor de lange termijn. Concreet betekent dit dat wij soms spreken van ambities, waarbij we nog niet op dit moment alle ambities hebben gerealiseerd. Waar dit het geval is lichten wij dit expliciet toe.

2.2 MVB overtuigingen

Het pensioenfonds heeft onderstaande overtuigingen ten aanzien van het MVB-beleid en past deze zoveel mogelijk toe bij de vormgeving en implementatie van het beleid:

1. We houden bij de uitvoering van de pensioenregeling rekening met de risico’s en kansen die duurzame ontwik- kelingen bieden voor de beleggingsportefeuille. Dit omvat ook de risico’s voortvloeiend uit klimaatverandering, gebruik van natuurlijke hulpbronnen en uit afwaardering van activa ten gevolge van veranderingen in (onder andere) milieu regelgeving.

2. Het bestuur is van mening dat het integreren van duurzaamheidsinformatie tot betere beleggingsbeslissingen leidt. De dialoog met bedrijven leidt tot duurzame verandering. Beide zijn kernonderdelen van het verantwoord beleggen beleid van het fonds.

3. Het fonds wil niet belegd zijn in bedrijven en landen die actief zijn in controversiële activiteiten.

2.3 MVB ambitie

Onze ambitie is om met onze beleggingskeuzes bij te dragen aan zowel welvaart als welzijn. Wij kiezen hiermee voor een verantwoord rendement omdat we ons bewust zijn van onze maatschappelijke positie als pensioenfonds en institutio- nele belegger. Wij nemen, samen met onze inzet voor een financieel goed pensioen, verantwoordelijkheid voor de effec- ten van onze beleggingen op de wereld waarin onze deelnemers met pensioen gaan. We willen negatieve effecten voor de samenleving voorkomen en waar mogelijk via engagement en/of stembeleid een positieve bijdrage leveren. Wij heb- ben PRI ondertekend. Hiermee willen we voldoen aan marktnormen en op basis van periodieke assessments eventuele acties benoemen en implementeren om ons MVB beleid verder vorm te geven.

(5)

3 Internationale beleidskaders

Voor ondernemingsgedrag (governance) vormen de principes van het UN Global Compact (UNGC), de OESO richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO richtlijnen), de Nederlandse sanctiewet en de UN Guiding Principles on Busi- ness and Human Rights (UNGPs) het toetsingsraamwerk.

Voor pensioenfondsen zijn tevens de vereisten op het gebeid van MVB van toepassing die benoemd worden in de IORP- richtlijn (Institutions for Occupational Retirement Provision Directive), dit is de Europese richtlijn voor pensioenen.

3.1 Global Impact

Global Compact is een niet-bindend pact van de Verenigde Naties om bedrijven wereldwijd aan te moedigen een duur- zaam en sociaal verantwoord beleid te voeren en verslag uit te brengen over de uitvoering ervan. Het Global Compact heeft betrekking op vier hoofdthema’s:

1. Mensenrechten 2. Arbeidsnormen 3. Milieu 4. Anti-corruptie

Global Compact bestaat uit tien breed geaccepteerde principes (bijlage 1). Deze principes vinden hun oorsprong in inter- nationale verdragen zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, principes van de International Labour Organisation (ILO), de Rio verklaring inzake milieu en ontwikkeling en VN conventie tegen corruptie. Het Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun eigen invloedsfeer kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnor- men, milieu en anti-corruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen.

3.2 Sanctiewet

Het toetsingsraamwerk voor het gedrag van staten wordt gevormd door de Nederlandse sanctiewet (1977) die speci- fieke verplichtingen geeft aan pensioenfondsen waar het gaat om het naleven van sanctiemaatregelen. Sanctiemaatre- gelen worden ingezet als reactie op schendingen van het internationale recht of van mensenrechten door regimes die rechtstatelijke en democratische beginselen niet eerbiedigen. De door ons aangestelde vermogensbeheerders dienen te waarborgen dat zij niet beleggen in staatsobligaties uitgegeven door landen waartegen een wapenembargo is uitgevaar- digd, of in staatsbedrijven van landen waartegen internationale sancties zijn uitgevaardigd. Ook zijn we compliant met The Dutch act on Financial Supervision ‘Besluit marktmisbruik’ art. 21

wat ons verplicht om niet te beleggen in bedrijven die controversiële wapens maken.

3.3 UNGP’s

In de UNGPs is uitgewerkt welke principes multinationale ondernemingen in acht dienen te nemen om mensenrechten in de bedrijfsvoering te borgen. Het pensioenfonds onderschrijft deze en verwacht van de door ons aangestelde mana- gers en van de ondernemingen waarin wij beleggen dat zij conform deze internationale standaard handelen en dit pu- bliekelijk kenbaar maken.

(6)

3.4 IMVB

De pensioensector heeft op basis van de OESO richtlijnen en UNGP’s het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (IMVB-)convenant opgesteld.

Het fonds neemt echter pas een besluit over ondertekening van het IMVB-convenant nadat in de sector meer duidelijkheid bestaat over hoe het nastreven van (maatschappelijke) waardecreatie geïnterpreteerd

moet worden. De OESO richtlijnen die uitgewerkt zijn in het IMVB-convenant onderscheiden naast de vier genoemde thema’s van Global Compact ook nog de volgende thema’s:

5. Consumentenbelangen 6. Wetenschap en technologie 7. Mededinging

8. Belastingen.

3.5 IORP II

Onder IORP II krijgen ESG-aspecten (environmental, social en governance) een expliciete rol in het beleid en risicomana- gement van pensioenfondsen. Hierbij wordt ook expliciet naar het thema klimaat verwezen. De volgende ESG-

gerelateerde voorschriften worden in IORP II gehanteerd:

· Pensioenfondsen moeten rekening houden met ESG factoren bij hun beleggingsbeginselen

· Pensioenfondsen moeten in hun eigenrisicobeoordeling ook de risico’s voortvloeiend uit klimaatverandering, gebruik van natuurlijke hulpbronnen en uit afwaardering van activa ten gevolge van veranderingen in (onder andere) milieuregelgeving in beschouwing nemen.

· Pensioenfondsen moeten in hun verklaring inzake beleggingsbeginselen, het jaarverslag en in laag 1 van Pensi- oen 1-2-3 openbaar maken hoe in hun beleggingsbeleid milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhou- dingen in aanmerking worden genomen.

(7)

4 Beleidsdoelstellingen

Wij streven de volgende doelstellingen na met de uitvoering van ons MVB-beleid.

- voldoen aan wettelijke eisen - beheersen van beleggingsrisico’s

- vrijwaring beleggingsportefeuille van controversiële activiteiten

(8)

5 MVB-instrumenten

Voor de implementatie van het MVB-beleid zetten wij de volgende instrumenten in:

1. Het voeren van een uitsluitingsbeleid. Hiermee borgen wij onze normatieve ondergrens en ESG-risico’s;

2. Het voeren van een betrokkenheidsbeleid door als actief aandeelhouder ondernemingsbeleid te verduurza- men. Dit doen wij door selectie van vermogensbeheerders die aantoonbaar een betrokkenheidsbeleid voeren en hierover rapporteren;

3. Het integreren van duurzaamheidsaspecten in de beleggingsbeslissing (ESG-integratie). Dit kan zijn in het selec- tietraject van vermogensbeheerders, of binnen het beleggingsproces van de vermogensbeheerder. Wij zetten ESG-integratie in om beleggingsrisico’s te beheersen;

4. Het expliciet meenemen van ESG risico’s in het risicomanagement raamwerk. In de eigen-risicobeoordeling van het fonds wordt ook een beoordeling gemaakt worden van risico's die met klimaatverandering, het gebruik van hulpbronnen en het milieu verband houden als ook sociale risico's en risico's in verband met de waardevermin- dering van activa als gevolg van veranderde regelgeving.

5. Wij hebben in 2020 de UN-Principles for Responsible Investing (PRI) ondertekend. Wij verwachten dat de door ons geselecteerde managers ook PRI signatory zijn danwel kunnen aantonen vergelijkbare uitgangspunten op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen te omarmen. Met de ondertekening van deze zes princi- pes erkent de institutionele belegger dat hierdoor het belang van beleggers beter in lijn wordt gebracht met het bredere doelstellingen in de maatschappij op het gebied van milieu, mens en governance. De onderte- kenaars committeren zich aan het naleven van deze principes (https://www.unpri.org/about/the-six-principles).

5.1 Uitsluitingsbeleid

Wij zetten een uitsluitingsbeleid in om maatschappelijk onwenselijk gedrag of maatschappelijk onwenselijke producten uit onze beleggingsportefeuille te weren. Het beleid is van toepassing op alle beleggingscategorieën. Omdat wij beleggen in beleggingsfondsen is ons eigen uitsluitingsbeleid niet toepasbaar op deze beleggingen, maar beoordelen wij bij de se- lectie van nieuwe beleggingsfondsen in welke mate het toegepaste uitsluitingsbeleid overeenkomt met onze wensen.

Wij sluiten uit op basis van de volgende criteria:

· Ondernemingen die betrokken zijn bij de productie van controversiële wapens, waaronder clustermunitie, anti- persoonsmijnen, chemische-, biologische- en nucleaire wapens;

· Ondernemingen die op structurele en grove wijze de principes van het Global Compact, de OESO-richtlijnen voor Multinational Ondernemingen of de UNGPs schenden;

· Landen waartegen een wapenembargo is uitgevaardigd.

(9)

Het pensioenfonds heeft verder de ambitie zo veel mogelijk de uitsluitingenlijst van de aangesloten onderneming Ro- beco te volgen en zal in ieder geval jaarlijks aan de betrokkenen bij het pensioenfonds rapporteren over de afwijkingen ten opzichte van de uitsluitingenlijst van Robeco.

5.2 Betrokkenheidsbeleid

Wanneer wij beleggen in aandelen of obligaties van ondernemingen stellen wij ons actief en betrokken op. De wijze waarop wij dit doen is beschreven in het betrokkenheidsbeleid (zie bijlage 2). Dit beleid valt uiteen in het engagementbe- leid en het stembeleid en is gepubliceerd op onze website.

5.2.1 Engagementbeleid

Wij gaan in gesprek met bedrijven waar wij negatieve impacts hebben geïdentificeerd op basis van de screening. Voor de dialoog hanteren wij de volgende doelstellingen:

• De onderneming moet voldoende maatregelen nemen om toekomstige incidenten te voorkomen;

• De onderneming moet transparant zijn over de genomen maatregelen.

5.2.2 Stembeleid

Wij beleggen niet zelf direct in aandelen, maar doen dit enkel via beleggingsfondsen die beheerd worden door ge- specialiseerde vermogensbeheerders. Omdat wij participant zijn in het beleggingsfonds en geen juridisch eigenaar van de aandelen die het beleggingsfonds aanhoudt, kunnen wij geen eigen stembeleid toepassen. Het stembeleid van de vermogensbeheerder is dan ook van toepassing op onze aandelenbeleggingen.

5.3 ESG-integratie

Wij hebben de overtuiging dat ESG-integratie op langere termijn zorgt voor een betere risico-rendement verhouding van onze beleggingen. Vanuit deze gedachte, en waar toepasbaar gezien de beleggingsstrategie, passen de vermogensbe- heerders van onze beleggingsportefeuille ESG-integratie toe. De wijze waarop dit gebeurt kan verschillen per vermo- gensbeheerder. Omdat wij niet zelf beleggen, houden wij bij de selectie van beleggingsfondsen rekening met de wijze waarop de beheerder ESG-integratie toepast. Hierbij maken wij gebruik van de analyses en adviezen van onze fiduciair beheerder.

(10)

6 Transparantie en verantwoording

Wij leggen verantwoording af over de implementatie en uitvoering van ons beleid aan onze deelnemers. Dit doen we door ten minste eens per jaar via onze website verslag te doen van de uitvoering van ons MVB-beleid, inclusief ons be- trokkenheidsbeleid. Hierin presenteren wij ten minste de uitvoering van het uitsluitingsbeleid, het stembeleid en het engagementbeleid.

6.1 Onze contracten met vermogensbeheerders

Wij hebben beleggingsoplossingen geselecteerd die passen bij de lange termijn uitgangspunten van ons beleggingsbe- leid, zoals bepaald op basis van een ALM studie (in onze ABTN is dit nader beschreven). Dit uit zich onder andere in de beleggingsdoelstelling en benchmark van de beleggingsfondsen en -mandaten.

Wij houden bij de selectie van (nieuwe) vermogensbeheerders integraalrekening met de wijze waarop de beheerder fi- nanciële en niet-financiële (ESG) prestaties en risico’s meeneemt, en hoe het stem- en dialoogbeleid is ingevuld. Dit is soms, maar niet in alle gevallen, onderdeel van de overeenkomst met de vermogensbeheerder.

De door ons aangestelde aandelenmanagers evalueren wij periodiek. Hierbij beoordelen wij de behaalde rendementen (absoluut en ten opzichte van de benchmark), de kosten (inclusief transactiekosten), de beleggingsstijl en omloopsnel- heid van de portefeuille en andere relevante factoren.

Ieder kwartaal ontvangen wij een rapportage per manager van onze fiduciair beheerder, indien er op basis van actuele tussentijdse ontwikkelingen bij de vermogensbeheerder aanleiding is voor tussentijdse evaluatie zullen wij dit doen. De afgesloten contracten met vermogensbeheerders kennen een onbepaalde looptijd. De contracten kunnen te allen tijde met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn worden ontbonden.

(11)

7 Monitoring en evaluatie van beleid

Het Bestuur monitort de uitvoering van het eigen MVB-beleid en dat van de aangestelde vermogensbeheerders jaarlijks en evalueert het eigen MVB-beleid ten minste eens in de drie jaar, en vaker wanneer hiertoe eerder aanleiding is. Dit kan zijn vanwege nieuwe inzichten rondom ESG risico’s in verband met de klimaatverandering, het gebruik van hulpbronnen en het milieu, sociale risico’s en risico’s in verband met de waardevermindering van activa als gevolg van veranderende regelgeving. Ook kan dit volgen uit nieuwe deelnemers- of bestuursvoorkeuren ten aanzien van maatschappelijke kwes- ties.

7.1 Monitoring

Wij monitoren de door ons aangestelde vermogensbeheerders en de wijze waarom zij het MVB-beleid uitvoeren. Om een goed monitoringsproces mogelijk te maken vragen wij van de aangestelde vermogensbeheerders ten minste jaarlijks een rapportage over de uitvoering van het MVB-beleid. Hierin vragen wij een toelichting op:

· De uitgesloten ondernemingen/landen;

· Het engagementprogramma/stembeleid: ondernemingen, doelstellingen, voortgang, resultaten en vervolg be- slissingen

· De wijze waarop ESG geïntegreerd is in beleggingsbeslissingen

De beleggingscommissie geeft een opinie over de wijze waarop de vermogensbeheerders presteren ten aanzien van ons MVB-beleid en adviseert het bestuur over eventuele acties.

7.2 Evaluatie

Wij evalueren ons MVB-beleid op de volgende criteria:

· Zijn de overtuigingen en visie nog actueel;

· Wordt voldaan aan bestaande en te verwachten regelgeving;

· Wordt het beleid goed en efficiënt uitgevoerd;

· Draagt uitvoering van beleid bij aan de beleidsdoelstellingen.

(12)

Bijlage 1

De tien principes van het Global Compact

Het VN Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Bedrijven die het VN Global Compact initiatief onderschrijven, verbinden zich ertoe de onderstaande doelstellingen en waarden te steu- nen bij het uitvoeren van hun activiteiten:

Mensenrechten 1e principe: Bedrijven dienen binnen de eigen invloedssfeer de internationaal vastgelegde mensenrech- ten te ondersteunen en te respecteren; en 2e principe: er voor te zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan schendingen van de mensenrechten.

Arbeidsnormen 3e principe: Bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven; 4e principe: alle vormen van verplichte en gedwongen arbeid te elimineren;

5e principe: zich in te spannen voor de effectieve afschaffing van kinderarbeid; en 6e principe: discriminatie met betrek- king tot werk en beroep te bestrijden.

Milieu 7e principe: Bedrijven dienen het voorzichtigheidsbeginsel te hanteren met betrekking tot milieukwesties; 8e principe: initiatieven te ondernemen om grotere verantwoordelijkheid op milieugebied te bevorderen; en 9e principe:

de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.

Anticorruptie 10e principe: Bedrijven dienen alle vormen van corruptie, inclusief afpersing en omkoping, tegen te gaan.

De principes van het Global Compact zijn gebaseerd op internationale verdragen, onder andere afgeleid van de Univer- sele verklaring van de rechten van de mens, de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake de funda- mentele arbeidsrechten, en van de verklaring van Rio met betrekking tot milieu en ontwikkeling.

(13)

Bijlage 2

Betrokkenheidsbeleid Pensioenfonds Robeco

Inleiding

Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB) vormt een onderdeel van ons beleggingsbeleid. Vanuit de wet- en regelgeving die op ons als institutionele belegger van kracht is worden ook eisen gesteld aan de wijze waarop wij aan MVB invulling geven. Zo volgt uit de Europese Shareholder Right Directive II (SRDII) dat wij in beleid vastleggen en publiceren hoe wij ons als betrokken aandeelhouder opstellen (betrokkenheidsbeleid). Dit doen wij enerzijds door het aangaan van dialoog met ondernemingen waarin we beleggen, dit noemen we engagement. Anderzijds doen we dit door het stemmen van de aandeelhoudersrechten tijdens aandeelhoudersvergaderingen. Wij doen jaarlijks op onze website verslag van de uitvoering van dit beleid. De SRDII is in 2019 vastgelegd in Nederlandse wetgeving, waarvan de Wet Financieel Toezicht 5:87c en 5:87d voor ons het meest relevant zijn. Dit beleidsdocu- ment geeft invulling aan de eisen die de wet aan ons stelt.

Stem- en engagementbeleid: beleggen via beleggingsfondsen

Wij beleggen niet zelf direct in aandelen, maar doen dit enkel via beleggingsfondsen die beheerd worden door ge- specialiseerde vermogensbeheerders. Omdat wij participant zijn in het beleggingsfonds en geen juridisch eigenaar van de aandelen die het beleggingsfonds aanhoudt, kunnen wij geen eigen stembeleid toepassen. Het stembeleid van de vermogensbeheerder is dan ook van toepassing op onze aandelenbeleggingen. Ook voor het voeren van dialoog met ondernemingen waarin het fonds belegd is maken wij gebruik van het betrokkenheidsbeleid van onze vermogensbeheerders en voeren wij niet zelf de dialoog met ondernemingen waarin wij beleggen.

In onderstaand overzicht is het betrokkenheidsbeleid van de door ons aangestelde aandelenbeheerders gepresen- teerd.

Overzicht 1: Betrokkenheidsbeleid van aangestelde aandelenmanagers

Aandelenbeheerder Betrokkenheidbeleid Stembeleid

Robeco Sustainability investing Voting-report

Onze contracten met vermogensbeheerders

Wij hebben beleggingsfondsen geselecteerd die passen bij de lange termijn uitgangspunten van ons beleggingsbe- leid, zoals bepaald op basis van een ALM studie (in onze ABTN is dit nader beschreven). Dit uit zich onder andere in de beleggingsdoelstelling en benchmark van de beleggingsfondsen.

(14)

Wij houden bij de selectie van (nieuwe) vermogensbeheerders integraalrekening met de wijze waarop de beheer- der financiële en niet-financiële (ESG) prestaties en risico’s meeneemt, en hoe het stem- en dialoogbeleid is inge- vuld. Dit is soms, maar niet in alle gevallen, onderdeel van de overeenkomst met de vermogensbeheerder.

De door ons aangestelde aandelenmanagers evalueren wij formeel eens in de drie jaar. Hierbij beoordelen wij de behaalde rendementen (absoluut en ten opzichte van de benchmark), de kosten (inclusief transactiekosten), de beleggingsstijl en omloopsnelheid van de portefeuille en andere relevante factoren.

Ieder kwartaal ontvangen wij een rapportage per manager van onze fiduciair beheerder, indien er op basis van ac- tuele tussentijdse ontwikkelingen bij de vermogensbeheerder aanleiding is voor tussentijdse evaluatie zullen wij dit doen. De afgesloten contracten met vermogensbeheerders kennen een onbepaalde looptijd. De contracten kunnen te allen tijde met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn worden ontbonden.

Transparantie en rapportage

Wij rapporteren transparant over de uitvoering van het betrokkenheidsbeleid. Wij leggen in het jaarverslag verant- woording af over het gehanteerde maatschappelijk verantwoord beleggen beleid. Wij zullen tevens jaarlijks (ach- teraf) over de uitvoering van het betrokkenheidsbeleid van de door ons aangestelde aandelenmanagers rapporte- ren op onze website.

Ten aanzien van het betrokkenheidsbeleid werken wij samen met NN Investment Partners (fiduciair adviseur) en de in het overzicht genoemde aandelenmanagers.

Tenslotte

Wij actualiseren de informatie in dit document eenmaal per jaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de definitie van deze ondergrens maakt PMA onderscheid tussen producten die het pensioenfonds onacceptabel vindt (controversiële wapens en tabak) en ondernemingsgedrag dat het

o Het specifieke sub doel wat bij deze SDG past wat goed aansluit bij onze ambitie is doel 13.3: De opvoeding, bewustwording en de menselijke en institutionele capaciteit

Naast bovenstaande punten zijn er nog tal van internationale standaarden op het gebied van verantwoord ondernemen en verantwoord beleggen, waar het fonds zich in meer of mindere

Binnen de restricties van deze financiële doelstelling streeft het pensioenfonds naar het behalen van een maatschappelijk rendement (duurzaamheid).. Dit ESG-beleid bevat het beleid

Achmea IM voert de dialoog met ondernemingen die de uitgangspunten van het UN Global Compact (waaronder de arbeidsnormen van de ILO), de OESO-richtlijnen voor multinatio-

Binnen het aandelenfonds ontwikkelde landen wordt naast dialoog en stemmen het volgende MVB-beleid door de beheerder BlackRock toegepast:.  Uitsluiting controversiële wapens

Anders dan bij het instrument uitsluiting waarbij pensioenfondsen of beleggingsfondsen op voorhand niet beleggen in ondernemingen, geldt voor engagement dat er wel belegd wordt

Bij de invulling en uitvoering van verantwoord beleggen en betrokken aandeelhouderschap zijn de opvattingen en voorkeuren van onze deelnemers en pensioengerechtigden een belangrijk