""..~"I..I..""."I.I"I..Csl.,.,), Y n ~ n (

(1)

(2)

Evaluatie regiobezoek Rijnmond

Resultaten van een enquête onder de aanwezigen bij het bezoek v a n minister Jorritsma op 7 september 1994

Samenstelling:

L.J.C. Meijer drs. J.A. Tamis

Directie Voorlichting,

afd. Onderzoek en Presentatie 15 september 1994

""..~"I..I..""."I.I"I..*Csl. ,.,), Yn~*n(

Ministerie van Verkeer en \Waterstaat Iníorinatie en Documeniatip Postbus 20901

2500 EX Den Haag

-rd. 070-351 70.19 / F , ? ~ 0 7 ~~ G A w ) 7 ~

(3)

I I I I 1 I 1

u

I E

I

I 1 1 U I 1 I I 1 I

Regiobezoek Rijnmond

Lnhoudsopgave 1 Inleiding

2 Resultaten van de enquête

2.1 Samenwerking en afstemming met de directie Voorlichting 2.2 Opzet en verloop van het bezoek

3 Conclusies

tijdens de voorbereiding van het bezoek

3 3

3 5 10

(4)

(5)

Regiobezoek Rijnmond

1 Inleiding

Op woensdag 7 september bracht minister Jorritsma een bezoek aan de regio Rijnmond. Het betrof een eerste van een reeks geplande bezoeken, waarbij de minister kennis maakt met V&W-diensten en vertegenwoordigers van overheid en bedrijfsleven in een aantal regio's.

Om de opzet en het verloop van het bezoek aan de regio Rijnmond te kunnen evalueren, is een korte telefonische enquête gehouden onder personen die (een deel van) het bezoek hebben bijgewoond. Het betreft zowel. medewerkers van de directie Zuid-Holland als aanwezige vertegenwoordigers van lagere overheden en bedrijfsleven, hierna aangeduid als externe relaties. Bij de directie Zuid-Holland zijn 10 betrokkenen geinterviewd. Bij de externe relaties ging het om 15 personen. Bijlage A geeft een overzicht van de geinterviewde personen.

Doel van de enquête is het inventariseren van meningen en ervaringen.

De *

*

De

gestelde vragen hebben o.a. betrekking op:

samenwerking en afstemming met de directie Voorlichting tijdens de voorbereiding van het bezoek

verwachtingen over het bezoek bij de aanwezigen oordeel over opzet en verloop van het bezoek

mogelijkheid voor de aanwezige instanties om zich aan de minister te presenteren

volledige tekst van de enquête is opgenomen in bijlage B. Voor de duidelijkheid moet worden vermeld dat niet alle vragen aan alle respondenten konden worden gesteld. Zo heeft b.v. slechts een beperkt aantal mensen tijdens de voorbereiding contact gehad met de directie Voorlich- ting. In de rapportage is per behandelde vraag het aantal respondenten vermeld, aan wie die vraag is voorgelegd ( n = . . )

.

2 Resultaten van de enqu8te

...

2.1 Samenwerking en afstemming met de directie Voorlichting tijdens de voorbereiding van het bezoek

De directie Voorlichting heeft een coordinerende rol gespeeld bij de voorbereiding van het bezoek. Aan personen die tijdens de voorbereiding één of meerdere malen contact hebben gehad met de directie Voorlichting is gevraagd: "Hoe is naar uw mening de samenwerking en afstemming met de directie Voorlichting verlopen?". Deze vraag is aan 2 medewerkers van directie Zuid-Holland en aan 9 externe relaties voorgelegd.

3

(6)

k n ja nee

extern 9 2 7

intern 2 1 1

totaal 11 3 8

De twee RWS-medewerkers oordeelden overwegend positief: Ilgoed contact".

Datzelfde geldt voor de externe relaties. Enkele reacties:

P 1 e z i er i g Prima

en hield voortdurend contact"

"Contact met Eef (Westerhout: schr.) zeer goed, hij gaf goede tips

"Ondanks de vrij korte voorbereidingstijd redelijk goed"

"De uitnodiging kwam laat, maar alles is toch heel goed verlopen"

Eén van de externe relaties gaf blijk van enige kritiek:

"Ze wisten het op tijd, maar toch ontstond er nog verwarring over hoe het zou worden ingestoken."

Bij de vraag "Waren er punten waarop volgens u de samenwerking en wijze van afstemming te wensen overliet?" waren de antwoorden als volgt

verdeeld :

Ten besluit van dit deel van de enquête werd aan de respondenten

gevraagd een totaaloordeel te geven over de samenwerking en afstemming met de Directie Voorlichting, uitgedrukt in een rapportcijfer van 1 tot 10. De gemiddelden per doelgroep waren als volgt:

extern: 7,4 (n=9) intern: 8,0 (n=2)

in- en extern samen: 7 , 6 (n=11)

Geconstateerd kan worden, dat de betrokkenen de samenwerking en afstemming met de directie Voorlichting een ruime voldoende geven.

4

(7)

. . . I . . I . . . * ~ . ~ " * ~ ~ . ~ ~ ~ ~ . ~ ~ . ~

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Informatie en Documeritatie

2500 EX Den Haag

Tel. 070-351 7049 / Fax fl7n-?Kl &*.m Postbus 2090'1

4

(8)

1 I

I

I I 1 I

...

2.2 Opzet en verloop van het bezoek

De vragen in dit deel van de enquête zijn aan alle respondenten voorgelegd.

Op de vraag "Welke verwachtingen had u vooraf van het bezoek?" kwamen de volgende antwoorden:

Betrokkenen bij de directie Zuid-Holland

* Dat het een toegankelijk persoon zou zijn, zeer vlot.

*

Een open en informeel gesprek met de minister om te vertellen en

* Indruk krijgen van de minister en op een goede manier een presentatie

* Soepel lopend bezoek en het verhaal kwijt kunnen dat men de minister

*

Hooggespannen. Belangrijk om te weten te komen voor de minister wat

*

Minister vertellen over het doen en laten van het bedrijf en daarvoor

* Dat het allemaal goed zou verlopen.

* Open benadering van de minister naar de regio en de minister laten dingen te laten zien van de regio Rijnmond.

houden voor de minister.

wil vertellen.

er allemaal gaande is.

een gevoelig oor vinden.

luisteren naar wat voor de regio belangrijk is.

Externe relaties

* Gelegenheid voor de minister om zich te oriënteren op wat er leeft en daar nog geen standpunten over hoeven in te nemen.

* Gesprek om standpunten naar voren te brengen en om met de minister kennis te maken.

* Kennismaken met de minister, licht qua inhoudelijkheid, sfeer proe ven.

*

Duidelijk maken waar de gevoelige punten liggen in de haven.

* Minister wat vertellen over het verkeer en vervoer en over bestuur

* Persoonlijke kennismaking met de minister en peilen of ze geïnteres

*

Een eerste ontmoeting met de nieuwe minister van V en W.

*

Een boodschap aan de minister overbrengen.

*

Een algemeen bezoek, kennismaken met de minister.

*

Geen verwachtingen, hoopte dat alles goed en leuk over zou komen.

*

Zeer positief, blij met het ministerbezoek, had hoge verwachtingen.

*

In een informele sfeer met de minister informatie uitwisselen, lijke zaken.

seerd was op het bestuurlijk gebied in de regio.

waarbij de minister vooral veel zou luisteren.

5

(9)

n volledig deels

extern 15 12 3

intern 10 9 1

totaal 25 21 4

Uit de antwoorden op de vraag "In hoeverre is aan uw verwachtingen voldaan: volledig, deels of geheel niet?" spreekt een grote mate van tevredenheid. Een grote meerderheid meent dat volledig is voldaan aan de verwachtingen, die men vooraf over het bezoek had.

geheel niet O

O O

n volledig deels geheel niet

-

extern 15 14 1 O

intern 10 9 1 O

totaal 25 23 2 O

Aan degenen die bij de vorige vraag "deels" antwoordden werd gevraagd wat zij tijdens het bezoek had gemist. De drie externe relaties (alle drie lid van het Dagelijks Bestuur van de stadregio Rijnmond) antwoorden hier dat er iets te weinig tijd bestond om wat dieper op de materie in te gaan. Eén van hen stelde: "Het uiteenlopende gezelschap, de verschillende belangen alsmede de entourage en de korte tijd maakten het niet goed mogelijk dieper op de onderwerpen in te gaan". Daarbij tekenen zij alle drie aan dat de minister over de meeste aangesneden onderwerpen al goed geïnformeerd was.

Grote tevredenheid bestaat er ook over de opzet van het bezoek in

relatie tot de doelstelling die eraan ten grondslag lag. Dit blijkt uit de antwoorden op de vraag die daarop betrekking had: "Doel van het bezoek was een kennismaking van de minister met de regio Rijnmond én van de regio Rijnmond met de minister. In hoeverre vindt u dat de gekozen opzet aan dat tweeledige doel beantwoordde: volledig, deels of geheel niet?". De respons was hier als volgt verdeeld:

~ -~ ^~

De twee respondenten die hier ffdeelslf antwoorden, refereren vooral aan de relatief korte tijd voor discussie met de minister.

*

Ze heeft kunnen proeven van Rijnmond, maar heeft nog lang niet

* Er was onvoldoende ruimte voor discussie (externe relatie) alles gezien (directie Zuid-Holland)

6

(10)

extern intern totaal

Vervolgens is aan de respondenten gevraagd in hoeverre ze de indruk hebben dat de door hen vertegenwoordigde organisatie voldoende gelegenheid heeft gekregen zich te presenteren. Deze vraag werd door 21

respondenten beantwoord. Ook hier is sprake van een grote mate van tevredenheid, zo blijkt uit de onderstaande tabel.

n ruim vol- voldoende onvo 1 - ruim on-

doende doende vo 1 doende

14 6 7 1

7 5 2 O

21 11 9 1

extern intern totaal

Slechts één respondent (een externe relatie) stelt dat zijn organisatie onvoldoende voor het voetlicht heeft kunnen treder. '4i.i c-?ft daarvoor de volgende verklaring:

n ruim vol- voldoende onvo 1

-

^{ruim on-}

doende doende voldoende

9 6 3 O O

10 9 1 O O

19 15 4 O O

Mijn verhaal was onvoldoende gestructureerd door het. feit dat ik niet wist dat ik een presentatie moest houden. Ik dacht dat het vooral een informeel gesprek met de minister zou zijn.

Aan de respondenten die zelf een presentatie hadden gegeven werd de vraag gesteld: "In welke mate heeft u de gelegenheid gekregen voor het houden van uw eigen pressntatie?I'. Ook hier is het beeld zonder meer positief te noemen, zo valt uit de onderstaande tabel op te maken. Geen van de respondenten vindt dat zijn presentatie onvoldoende uit de verf

is gekomen. Een grote meerderheid vindt de geboden gelegenheid zelfs

"ruim voldoende".

7

(11)

I I

I

1 I

8 8 I

1 I I

i

I I I

8 I 8 I

I

(12)

Om een algehele indruk te krijgen van wat de respondenten van het bezoek vonden, is hen gevraagd een totaaloordeel te geven door middel van een rapportcijfer van 1 tot 10. De gemiddelden waren als volgt:

extern: 7,7 (n=15) intern: 7,9 (n=10)

in- en extern samen: 7,8 (n=25)

Geconstateerd kan worden dat het bezoek door de respondenten hoog is gewaardeerd. In de onderstaande tabel is te zien hoe de scores waren verdeeld. 19 van de 25 respondenten gaven als totaaloordeel een 8 of hoger.

Alle respondenten verwachten nog verdere contacten te zullen hebben met het ministerie. De meeste gaan ervan uit dat de contacten intensiever zullen worden. Mede door de positieve indruk die men aan het bezoek heeft overgehouden, zijn de verwachtingen ten aanzien van de verdere contacten tamelijk hooggespannen.

Voortzetten van de goede connecties.

Zeer goede verwachtingen; men kan met de nieuwe minister over een breed pakket praten.

Wensen blijven altijd, verwachtingen positief, samenwerking tot genoegen.

Wensen: verladers en ontvangers meer in het beleid betrekken.

Verwachtingen: samen met het bedrijfsleven de hoofdvraagstukken behandelen en alles tijdig melden.

Intensieve voortzetting van contact en dat liefst op een ongedwongen manier, zoals tijdens het bezoek.

Indringende manier om te spreken over operationele zaken en dat op

8

(13)

een goede manier op te lossen.

een open oog en oor voor problemen te hebben als die er zijn.

met haar praten.

minister. Er moet vooral nog worden gesproken over VINEX, IPNR en over de grote infrastructurele werken in de regio Rijnmond.

* Al reguliere contacten, maar met deze minister wellicht meer reëel overleg mogelijk.

* Extra impuls voor de samenwerking. Concrete afspraken maken in het komende jaar en die ook nakomen. Dat betekent echt complementair bestuur.

* Een open oor voor de problemen, goed naar elkaar luisteren en niet te snel oordelen vellen. Geen blokkades.

*

Verwacht nog veel contact met de minister en het ministerie te zullen hebben over een goede internationale en nationale binnenvaartpoli- t iek.

* Wensen: dat de minister deelneemt aan het jaar diner. Verwachtingen:

* Zeer goede verwachtingen, men kan over veel op een redelijke manier

* Hooggespannen verwachtingen vooral ook gewekt door het contact met de

Betrokkenen bij de directie Zuid-Holland

*

De contacten zullen op eenzelfde manier blijven verlopen.

*

D2- en D3-niveau moeten de handen in elkaar slaan en zorgen dat het

*

Positief opstellen ten opzichte van de minister.

* Heeft al goede contacten en is daar zeer tevreden mee en hoopt dat in de toekomst ook zo te houden.

* Toekomstige bezoeken/kennismakingen op dezelfde makkelijke manier laten verlopen als de laatste keer.

* Samenwerking op basis van elkaar versterken waar mogelijk.

* Goede samenwerking en dat in de toekomst zo houden.

* Samenwerking verloopt prima.

* Hoop dat de minister in de toekomst met de mensen om tafel willen zitten om de problemen te bepraten.

geen twee aparte werelden gaan worden.

Bij de vraag "Heeft u nog suggesties of opmerkingen, die van pas zouden kunnen bij de organisatie van de andere regiobezoeken?" drongen de meeste respondenten erop aan, om de huidige formule te handhaven of hooguit op details aan te passen. Met name het informele en open

karakter van de bijeenkomst werd zeer gewaardeerd. Enkele respondenten deden suggesties voor mogelijke bijstelling van het programma:

*

Duidelijkheid verschaffen over het onderscheid tussen de problematiek op internationaal, nationaal en regionaal niveau. Dit zou vooral moeten bij bedrijven die op alle drie gebieden actief zijn.

* Meer duidelijkheid verschaffen in de briefing; inhoudelijk aangeven wat de bedoeling van de bijeenkomst is, zodat misverstanden voorko-

9

(14)

(15)

men worden.

alleen misschien meer particuliere organisaties op het gebied van verkeer en vervoer uitnodigen. Ook meer denken aan het organiseren van werklunches met belangrijke partijen in de regio.

* In grote lijnen het stramien van het eerste bezoek gelijk houden,

Betrokkenen b i j de directie Zuid-Holland

* Discussie en ongedwongen manier zo houden.

* Mensen wat eerder op de hoogte te stellen en niet op het laatste

* Ochtendgedeelte inkorten.

*

Aan andere regio's adviseren het vooral informeel te brengen.

*

De regio's die volgen contact laten opnemen met RWS Zuid-Holland als zij vragen hebben en in de gaten houden dat er geen verhalen dubbel worden verteld.

moment het programma veranderen, daardoor wordt het wat rommelig.

*

Programma eerder vaststellen.

3 Conclusies

O p grond van de enquêteresultaten kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. De samenwerking met en wijze van afstemming door de directie

Voorlichting wordt zowel door de betrokkenen bij de directie Zuid- Holland als bij de externe relaties positief beoordeeld.

2. De grote meerderheid van de respondenten is buitengewoon tevreden over de opzet en het verloop van het bezoek. Het heeft in hoge mate voldaan aan de voorafgaande verwachtingen. Ook menen nagenoeg alle respondenten dat met de programmatische invulling van het bezoek volledig is beantwoord aan de doelstelling, die aan het bezoek ten grondslag lag. De grote meerderheid vindt ook dat de door hen vertegenwoordigde organisatie voldoende gelegenheid heeft gekregen, om zich te presenteren.

dat als totaaloordeel voor het bezoek wordt gegeven. Dat ligt zowel voor de betrokkenen bij de directie Zuid-Holland als bij de externe relaties dicht bij acht. Dit betekent dat het bezoek hoog is gewaardeerd.

4. Veel respondenten verwachten in de komende jaren meer en intensie- vere contacten met het ministerie van V&W te zullen hebben. Mede door de positieve indruk die men aan het bezoek heeft overgehouden, zijn de verwachtingen ten aanzien van de verdere contacten tamelijk hooggespannen.

5. De meeste respondenten geven aan dat d~e huidige formule van het regiobezoek gehandhaafd moet blijven of hooguit op details moet worden aangepast. Met name wordt erop aangedrongen vast te houden

aan het open en informele karakter

3. De hoge mate van tevredenheid wordt uitgedrukt in het rapportcijfer

10

(16)

I -._ ^-

bijlage 1

Namen van de mensen die mee heb een qedaan externen:

dr A.peper, burgemeester Rotterdam, aanwezig bij de lunch

drs Den Duijn, burgemeester Rozenburg/Groen beheer, aanwezig bij de lunch dhr M.J.D. Jansen, burgemeester Krimpen a/d IJssel, aanwezig bij de lunch Ed P.J. Smulders, NS Cargo, ' s morgens aanwezig bij de boottocht

dhr J.C. Kombrink, wethouder Rotterdam, aanwezig bij de lunch

dhr J. Verbree, burgemeester Capelle a/d IJssel, aanwezig bij de lunch dr A.H. Flierman, secretaris, aanwezig bij de lunch

dhr Struis, havenbedrijf Rotterdam, ' s morgens aanwezig bij de boottocht dr K. Van der Linde, Stichting Europoort Botlekbelangen, ^{I s}middags mr R.P.M. de Bok, Kamer van Koophandel, ;s middags aanwezig bij de boot- dhr A.V. Freriks, Alfons Freriks B . V . , ' s morgens aanwezig bij de boottocht drs H.W.H. Welters, Scheepvaart vereniging Zuid, ' s middags aanwezig bij de dhr Plasse, EVO, ' s morgens aanwezig bij de boottocht

dhr C.G.A. Hoenders, Rail Service Center, aanwezig bij opening "Rail

drs R. Walthuis, Europese Waterweg Transporten, I s morgens aanwezig bij de aanwezig bij de boottocht

tocht

boottocht

Service Center Rotterdam"

boottocht

internen

ir H. Prins, HID Zuid Holland, aanwezig de hele dag ing A. Noordegraaf, MT-lid, aanwezig in gebouw de Maas mw C.E. Winkler Prins, aanwezig in gebouw de Maas

ir E.H. Ebbens, dijkversterking, aanwezig in gebouw de Maas

dhr J.K. Seinstra, vervoersregio, W.O. Randstadrail, aanwezig in gebouw de mw mr R.L. Boutellier-Muys, ROM-Rijnmond, aanwezig in gebouw de Maas

ir A.A.J. Rohde, Stormvloedkering/Europoortkering, aanwezig in gebouw de drs J.H. van Donkelaar, project en subsidies, aanwezig in gebouw de Maas ir J.G.A.M. de Bont, MT-lid, aanwezig in gebouw de Maas

ir J.A. Jacobs en, MT-lid, aanwezig in gebouw de Maas Maas

Maas

(17)

I r " l . . " e . I " . . . " * . Y I I Y . . I . Y I * U . . Y E < ,

Ministerie van Verkeer eri Waterstaat Informatie en Documentatie Postbus 20901