• No results found

Lenovo IdeaPad S200/S206

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Lenovo IdeaPad S200/S206"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lenovo IdeaPad S200/S206

Lees de kennisgevingen m.b.t. veiligheid en belangrijke tips in de bijgeleverde handleidingen voordat u de computer gebruikt.

Gebruikershandleiding V2.0

(2)

Tweede uitgave (augustus 2012)

voordat u het product in gebruik neemt.

Bij bepaalde instructies in deze gebruikershandleiding wordt ervan uit gegaan dat u Windows® 8 gebruikt. Indien u een ander

Windows-besturingssysteem gebruikt, kunnen er kleine verschillen in de bediening zijn. Indien u andere besturingssystemen gebruikt, is het mogelijk dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn voor u. Indien u andere besturingssystemen gebruikt, zijn sommige aspecten van de bediening misschien niet van toepassing voor u.

De meeste modellen beschikken over de functies die in deze gebruikershandleiding beschreven worden. Het is mogelijk dat sommige functies niet beschikbaar zijn op uw computer en/of dat uw computer over functies beschikt die niet beschreven worden in deze gebruikershandleiding.

De illustraties in deze handleiding wijken mogelijk af van het eigenlijke product. Zie het product zelf.

Om dit te raadplegen, gaat u naar http://support.lenovo.com en klikt u op User guides and manuals.

Kennisgeving over veiligheidsvoorschriften

(3)

i

Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer... 1

Bovenaanzicht...1

Zijaanzicht links ...3

Zijaanzicht rechts ...4

Onderaanzicht ...5

Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren... 6

Eerste gebruik ...6

Werken met de netvoedingsadapter en de batterij ...7

Werken met het touchpad...8

Werken met het toetsenbord ...9

Werken met externe apparatuur...12

Speciale toetsen en knoppen...15

Statuslampjes ...16

Beveiliging van de computer...18

Hoofdstuk 3. Windows 8 gebruiken ... 19

Het besturingssysteem voor het eerst configureren ...19

Besturingssysteeminterfaces...19

De functies...20

De slaapstand activeren of de computer uitschakelen ...22

Help en ondersteuning...24

Hoofdstuk 4. Verbinding maken met internet ... 25

Draadloze verbinding...25

Hoofdstuk 5. Lenovo OneKey Recovery-systeem ... 30

Hoofdstuk 6. Problemen oplossen... 32

Veelgestelde vragen...32

Problemen oplossen...35

Handelsmerken ... 40

(4)
(5)

1

Bovenaanzicht - - -

Let op:

Vouw het beeldscherm NIET verder dan 130 graden open. Zorg dat er bij het sluiten van het beeldscherm GEEN pennen of andere objecten tussen het beeldscherm en het toetsenbord achterblijven. Zo niet kan het scherm schade oplopen.

a

d e

f c b



(6)

Geïntegreerde camera

Gebruik de camera voor videocommunicatie.

Antennes van draadloze module

De ingebouwde antennes verzekeren optimale ontvangst van draadloze radio.

Beeldscherm Het lcd-scherm met achtergrondverlichting d.m.v. LED's zorgt voor schitterende visuele uitvoer.

Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in te schakelen.

Ventilatiesleuven Hierlangs kan de inwendige warmte ontsnappen.

Opmerking:Zorg dat alle ventilatiesleuven voor de ventilator vrij zijn, omdat de computer anders oververhit kan raken.

Touchpad Het touchpad werkt als een gewone muis.

Opmerking:Zie "Werken met het touchpad" op pagina 8 voor meer informatie.

a

b

c

d e

f

(7)

3

Zijaanzicht links - - -

Statuslampjes Zie "Statuslampjes" op pagina 16 voor meer informatie.

Aansluiting voor netvoedingsad- apter

Sluit hier de netvoedingsadapter aan.

Opmerking: Zie "Werken met de netvoedingsadapter en de batterij" op pagina 7 voor meer informatie.

HDMI-poort Sluit hier apparaten aan met een HDMI-ingang zoals een tv of scherm.

USB 3.0-poort Sluit hier USB-apparaten aan.

Opmerking: Zie "USB-apparaten aansluiten" op pagina 13 voor meer informatie.

Combo-audio- aansluiting

Hiermee worden hoofdtelefoons of headsets aangesloten.

De combo-audio-aansluiting ondersteunt geen conventionele microfoons.

Simkaartsleuf (bij bepaalde modellen)

Plaats hier een simkaart (niet bijgeleverd) om van mobiel breedband gebruik te maken.

Opmerking:

Voordat u een SIM-kaart in deze gleuf stopt, moet u eerst de computer uitschakelen en de netvoedingsadapter uittrekken.

Zie "Mobiel breedband gebruiken (bij bepaalde modellen)" op pagina 27 voor meer informatie.

Ingebouwde microfoon

De ingebouwde microfoon (met ruisonderdrukking) kan worden gebruikt voor videoconferenties, gesproken commentaar of eenvoudige geluidsopnamen.

d e f g c

b a

a b

c

d

e

f

g

(8)

Zijaanzicht rechts - - -

Geheugenkaart- sleuf

Plaats hier geheugenkaarten (niet bijgeleverd).

Opmerking:Zie "Werken met geheugenkaarten (niet bijgeleverd)" op pagina 12 voor meer informatie.

USB 2.0-poort Sluit hier USB-apparaten aan.

Opmerking:Zie "USB-apparaten aansluiten" op pagina 13 voor meer informatie.

Novo-knop Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op deze knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem of het BIOS- instelprogramma te starten, of om het opstartmenu te openen.

Opmerking:Zie "Hoofdstuk 5. Lenovo OneKey Recovery-systeem" op pagina 30 voor meer informatie.

c b a

a

b

c

(9)

5

Onderaanzicht - - -

Sleuven Laat lucht de computer binnendringen om te koelen.

Luidsprekers De stereoluidsprekers staan garant voor een warm, krachtig geluid.

a

b

a b

(10)

Eerste gebruik - - -

„

De handleidingen lezen

Lees de bijgeleverde handleidingen voordat u uw computer gebruikt.

„

De computer op het stopcontact aansluiten

De ingebouwde batterij is niet volledig opgeladen bij aankoop.

Om de batterij te laden en uw computer in gebruik te nemen, sluit u de computer op een stopcontact aan. De batterij wordt automatisch opgeladen terwijl de computer netstroom gebruikt.

De computer op een stopcontact aansluiten 1 Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.

2 Sluit de netvoedingsadapter stevig aan op de daarvoor bestemde connector van de computer.

3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.

„

De computer inschakelen

Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.

(11)

7

Werken met de netvoedingsadapter en de batterij - - -

„

Batterijstatus controleren

U kunt het resterende percentage batterijvermogen controleren door het batterijpictogram te bekijken in het systeemvak.

„

Batterij opladen

Als het batterijvermogen laag is, moet u de batterij opladen.

U moet de batterij in de volgende situaties opladen:

• Als het lampje voor de batterijstatus begint te knipperen.

• Als de batterij lange tijd niet is gebruikt.

Opmerking:Omdat elke computergebruiker andere gewoontes en behoeften heeft, is het moeilijk te voorspellen hoe lang u met een batterijlading kunt werken. Dat wordt bepaald door twee factoren:

• De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint te werken.

• De manier waarop u de computer gebruikt: bijvoorbeeld hoe vaak u de harde schijf raadpleegt en hoe helder het beeldscherm is ingesteld.

Opmerking:

Om de levensduur van de batterij te verlengen, begint de computer de batterij niet onmiddellijk op te laden als ze iets minder dan volledig opgeladen is.

Laad de batterij op bij een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C (50 °F en 86 °F).

Het is niet nodig de batterij volledig te laden en op te gebruiken.

(12)

Werken met het touchpad - - -

Touchpad Als u de muiswijzer op het scherm wilt verplaatsen, beweegt u uw vingertop in de gewenste richting over het touchpad.

Gebied voor links klikken

De functie van deze knop is dezelfde als die van de linker muisknop van een gewone muis.

Door op dit deel te klikken gebruikt u de functie.

Gebied voor rechts klikken

De functie van deze knop is dezelfde als die van de rechter muisknop van een gewone muis.

Door op dit deel te klikken gebruikt u de functie.

Opmerking:U kunt het touchpad in-/uitschakelen door op te drukken.

b c a

d

a

b

c

d

(13)

9

Werken met het toetsenbord - - -

Het standaard toetsenbord van uw computer bevat functionele toetsen.

„

Combinaties van functietoetsen

Door op de juiste functietoetsen te drukken, kunt u de systeeminstellingen onmiddellijk wijzigen. U doet dit door Fn ingedrukt te houden terwijl u een van de functietoetsen indrukt.

Hieronder worden de functies van de beschikbare functietoetsen beschreven.

Fn + PgUp: activeer de functie Home.

Fn + PgDn: activeer de functie End.

a b

a b

(14)

„

Sneltoetsen

Sneltoetsen gebruiken

De sneltoetsen bevinden zich in de rij van de functietoetsen van het toetsenbord.

Door op de juiste sneltoets te drukken, kunt u de systeeminstellingen onmiddellijk wijzigen. Hieronder wordt de functie van elke sneltoets beschreven.

: Dempen/dempen ongedaan

maken. : Het geluidsvolume verlagen.

: Het geluidsvolume

verhogen. : Het actieve venster of

programma sluiten.

: Het bureaublad of de

webpagina's vernieuwen. : Touchpad in-/uitschakelen.

: De vliegmodus in-/

uitschakelen. : Alle actieve apps weergeven.

: De verlichting van het lcd-

scherm in-/uitschakelen. :

De interface voor het wijzigen van

weergaveapparaten openen.

: De helderheid van het

beeldscherm verminderen. : De helderheid van het beeldscherm verhogen.

(15)

11

De sneltoetsmodusinschakelen

Standaard zijn de sneltoetsfuncties toegankelijk door op de bijbehorende sneltoets te drukken. U kunt de sneltoetsmodus echter uitschakelen in de BIOS-instellingen. De sneltoetsmodus uitschakelen:

1 Schakel de computer uit.

2 Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens BIOS Setup (BIOS- instellingen).

3 In de BIOS-instellingen opent u het menu Configuration en wijzigt u de instelling van HotKey Mode van Enabled in Disabled.

4 Open het menu Exit en selecteer Exit Saving Changes.

Opmerking:wanneer de sneltoetsmodus uitgeschakeld is, drukt u op de toets Fn en de gewenste sneltoets om de overeenkomstige sneltoetsfunctie te gebruiken.

(16)

Werken met externe apparatuur - - -

Uw computer beschikt over een breed scala aan ingebouwde functies en aansluitmogelijkheden.

„

Werken met geheugenkaarten (niet bijgeleverd)

Uw computer ondersteunt de volgende soorten geheugenkaarten:

• Secure Digital (SD)-kaart

• MultiMediaCard (MMC)

Een geheugenkaart plaatsen

1 Duw tegen de dummykaart totdat u een klikgeluid hoort. Trek de dummykaart voorzichtig uit de geheugenkaartsleuf.

2 Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op haar plaats klikt.

Een geheugenkaart verwijderen

1 Duw tegen de geheugenkaart totdat u een klikgeluid hoort.

2 Trek de geheugenkaart voorzichtig uit de geheugenkaartsleuf.

Opmerking:

Plaats SLECHTS één kaart tegelijkertijd in de sleuf.

Deze geheugenkaartlezer biedt geen ondersteuning voor SDIO-apparaten (bijv. SDIO Bluetooth, enz.).

Opmerking: De dummykaart dient om te verhinderen dat stof en kleine deeltjes in de computer terechtkomen terwijl de geheugenkaartsleuf niet gebruikt wordt.

Bewaar de dummykaart voor toekomstig gebruik.

Opmerking: Stop de werking van de geheugenkaart voordat u ze verwijdert via het hulpprogramma Hardware veilig verwijderen in Windows. Anders kunnen uw gegevens beschadigd raken.

(17)

13

„

USB-apparaten aansluiten

U kunt een USB-apparaat aansluiten op uw computer door de USB- aansluiting (type A) in de USB-poort van uw computer te plaatsen.

De eerste keer u een USB-apparaat op een bepaalde USB-poort op uw computer aansluit, installeert Windows automatisch een stuurprogramma voor dat apparaat. Nadat het stuurprogramma geïnstalleerd is, kunt u het apparaat loskoppelen en opnieuw aansluiten zonder bijkomende stappen uit te voeren.

Voordat u een USB-opslagapparaat loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat de computer klaar is met het overzetten van gegevens van of naar dat apparaat.

Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen in het systeemvak van Windows om het apparaat los te verwijderen voordat u het loskoppelt.

Opmerking:Normaal detecteert Windows een nieuw apparaat nadat u het hebt aangesloten en installeert het automatisch het stuurprogramma. Voor bepaalde apparaten kan het echter nodig zijn voordat u deze aansluit het stuurprogramma te installeren. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant van het apparaat voordat u het apparaat aansluit.

Opmerking:Als uw USB-apparaat een netsnoer gebruikt, dient u dat apparaat aan te sluiten op een stroombron voordat u het aansluit. Anders wordt het apparaat mogelijk niet herkend.

(18)

„ Bluetooth-apparaten aansluiten (bij bepaalde modellen) Als uw computer een geïntegreerde Bluetooth-adapterkaart heeft, kunt u draadloos verbinding maken met andere Bluetooth-compatibele apparaten, zoals notebookcomputers, pda's en mobiele telefoons. U kunt gegevens overdragen tussen deze apparaten zonder kabels en tot afstanden van 10 meter in open ruimte.

Bluetooth-communicatie op uw computer inschakelen

Voer een van de volgende handelingen uit om de Bluetooth-functies te activeren:

• Druk op om de vliegmodus uit te schakelen.

• Open de functies en selecteer Instellingen om de netwerkconfiguratiepagina te openen. Zet vervolgens de schakelaar van de vliegmodus op Uit.

Opmerking: Het werkelijke maximumbereik kan variëren door interferentie en

zendbeperkingen. Plaats het apparaat zo dicht mogelijk bij uw computer om de best mogelijke verbindingssnelheid te bekomen.

Opmerking:

Als u de Bluetooth-functie niet gebruikt, kunt u deze beter uitschakelen om batterijvermogen te sparen.

U moet het apparaat met Bluetooth-mogelijkheden koppelen met uw computer voordat u gegevens tussen de beide kunt overdragen. Lees de bijgeleverde documentatie van het apparaat met Bluetooth-mogelijkheden voor meer informatie over hoe u het apparaat met de computer koppelt.

(19)

15

Speciale toetsen en knoppen - - -

„

Novo-knop

• Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op deze knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem of het BIOS-instelprogramma te starten, of om het opstartmenu te openen.

Opmerking:Zie "Hoofdstuk 5. Lenovo OneKey Recovery-systeem" op pagina 30 voor meer informatie.

a

a

(20)

Statuslampjes - - -

Deze lampjes houden u op de hoogte over de status van de computer.

a b

Aan/uit-statuslampje

Statuslampje voor de batterij a

b

(21)

17

Nr. Symbool Indicator Indicator-

status

Betekenis

Vermogen Aan (continu wit)

De computer is ingeschakeld.

Knipperend De computer bevindt zich in de slaapstand.

Uit De computer is uitgeschakeld.

Batterij Aan (continu wit)

De batterij is meer dan 20 % opgeladen.

Continu oranje

De batterij is tussen 5 % en 20 % opgeladen.

Snel knipperend oranje

De batterij is minder dan 5 % opgeladen.

Langzaam knipperend oranje

De batterij wordt opgeladen.

Zodra de batterij 20 % is opgeladen, verandert de knipperende kleur in wit.

Langzaam knipperend wit

De batterij is tussen 20 % en 80 % opgeladen en is nog bezig met opladen. Wanneer de batterij 80 % opgeladen is, knippert het lampje niet meer, maar zal het opladen doorgaan totdat de batterij volledig is opgeladen.

Uit De batterij is losgekoppeld.

a

b

(22)

Beveiliging van de computer - - -

In dit gedeelte vindt u informatie over het beveiligen van uw computer tegen diefstal en onbevoegd gebruik.

„

Werken met VeriFace™

VeriFace is software voor gezichtsherkenning die een digitale foto van uw gezicht maakt, de belangrijkste kenmerken van uw gezicht berekent en een digitale kaart genereert die vervolgens als "wachtwoord" voor uw systeem wordt gebruikt.

Klik op het VeriFace-pictogram op het bureaublad om de afbeelding van uw gezicht te registreren als u VeriFace voor de eerste keer wilt activeren.

Raadpleeg het Help-bestand van uw software voor meer informatie over VeriFace.

„

Werken met wachtwoorden

Met behulp van wachtwoorden kunt u voorkomen dat uw computer door onbevoegden wordt gebruikt. Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld en geactiveerd, verschijnt elke keer na het inschakelen van de computer een wachtwoordscherm. Typ uw wachtwoord in dit scherm. De computer kan pas worden gebruikt nadat het juiste wachtwoord is ingevoerd.

Zie de Help rechts in het scherm in de BIOS-instellingen voor informatie over het instellen van het wachtwoord.

Het BIOS-instelprogramma starten:

1 Schakel de computer uit.

2 Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens BIOS Setup (BIOS- instellingen).

Opmerking:

Registratie en verificatie van gezichtskenmerken functioneren het best in een omgeving met constante en gelijkmatige verlichting.

U kunt bepalen of u deze functie gebruikt als u zich aanmeldt op het systeem.

Opmerking: Dit wachtwoord kan bestaan uit een tot zeven alfanumerieke tekens in elke combinatie.

(23)

19

Het besturingssysteem voor het eerst

configureren - - -

U moet het besturingssysteem mogelijk configureren als u het voor het eerst gebruikt. De onderstaande procedures kunnen deel uitmaken van het configuratieproces:

• Akkoord gaan met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers

• De internetverbinding configureren

• Het besturingssysteem registreren

• Een gebruikersaccount aanmaken

Besturingssysteeminterfaces - - -

Windows 8 beschikt over twee hoofdinterfaces: het Start-scherm en het Windows-bureaublad.

Om over te schakelen van het Start-scherm naar het Windows-bureaublad, onderneemt u een van de volgende acties:

• Selecteer de tegel van het Windows-bureaublad op het Start-scherm.

• Druk op de Windows-knop.

• Druk op de Windows-toets + D.

Om over te schakelen van het bureaublad naar het Start-scherm, onderneemt u een van de volgende acties:

• Selecteer Starten bij de functies.

• Verplaats de cursor naar de linkeronderhoek en selecteer vervolgens de miniatuur van het Start-scherm als deze wordt weergegeven.

Start-scherm Bureaublad

(24)

De functies - - -

De vijf functies bieden een nieuwe en snellere manier om tal van basistaken uit te voeren en zijn altijd beschikbaar, ongeacht de app die momenteel geopend is.

Voer een van de volgende handelingen uit om de functies weer te geven:

• Verplaats de cursor naar de rechterboven- of rechteronderhoek tot de functiebalk wordt weergegeven.

• Veeg met een vinger vanaf de rechterrand over het scherm tot de functiebalk wordt weergegeven.

• Druk op de Windows-toets + C.

De functie Zoeken

De functie Zoeken is een krachtige nieuwe manier om bv. apps, instellingen en bestanden te zoeken.

(25)

21

De functie Delen

Met de functie Delen kunt u koppelingen, foto's en nog veel meer naar uw vrienden en sociale netwerken versturen zonder de geactiveerde app te moeten verlaten.

De functie Starten

Met de functie Starten kunt u snel naar het scherm Start overschakelen.

De functie Apparaten

Met de functie Apparaten kunt u verbinding maken met of bestanden versturen naar een extern apparaat (bv. een digitale camera, tv of printer).

De functie Instellingen

Met de functie Instellingen kunt u basistaken uitvoeren, zoals het volume regelen of de computer afsluiten. Via de functie Instellingen kunt u vanaf het bureaubladscherm ook het Configuratiescherm openen.

(26)

De slaapstand activeren of de computer

uitschakelen - - -

Als u klaar bent met werken op de computer, kunt u de slaapstand activeren of de computer uitschakelen.

„

De slaapstand activeren

Activeer de slaapstand op de computer als u er slechts voor een korte tijd van weg bent.

Als de computer zich in de slaapstand bevindt, kunt u deze snel activeren en verder gebruiken. Zo kunt u het opstartproces overslaan.

Voer een van de volgende handelingen uit om de slaapstand te activeren:

• Sluit het scherm.

• Druk op de aan/uit-knop.

• Open de functies en selecteer vervolgens Instellingen Energie → Slaapstand.

Voer een van de volgende handelingen uit om de computer te wekken:

• Druk op de aan/uit-knop.

• Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.

• Druk op de Windows-knop.

Opmerking:Wacht tot het aan/uit-lampje begint te knipperen (dit betekent dat de slaapstand geactiveerd is) voordat u uw computer verplaatst. Als u de computer verplaatst terwijl de harde schijf draait, kan de harde schijf schade oplopen, waardoor u gegevens kunt verliezen.

(27)

23

„

De computer uitschakelen

Schakel uw computer uit als u deze gedurende een lange periode niet zult gebruiken.

U kunt de computer als volgt uitschakelen:

1 Open de functies en selecteer Instellingen .

2 Selecteer Energie → Afsluiten.

(28)

Help en ondersteuning - - -

Als u problemen ervaart bij het gebruik van het besturingssysteem,

raadpleegt u het bestand Windows Help en ondersteuning. Voer een van de volgende handelingen uit om het bestand Windows Help en ondersteuning te openen:

• Selecteer de functie Instellingen en selecteer vervolgens Help.

• Druk op de Windows-toets + F1.

U kunt het bestand Windows Help en ondersteuning op uw computer lezen.

U kunt ook hulp en ondersteuning krijgen via het web door te klikken op een van de twee koppelingen onder Meer om te verkennen.

(29)

25

Als wereldwijd netwerk verbindt het internet computers over de hele wereld en biedt het diensten aan als e-mail, opzoeken van informatie, elektronische handel, browsen op internet en ontspanning.

U kunt de computer op de volgende manier met internet verbinden:

Draadloze netwerktechnologie: er zijn geen kabels nodig om te verbinden.

Draadloze verbinding - - -

Met draadloze verbindingen hebt u mobiele toegang tot internet. Zo kunt u online blijven op alle plaatsen die gedekt zijn door het draadloze signaal.

Afhankelijk van de omvang van het signaal, kan er volgens de volgende standaarden draadloze verbinding met internet worden gemaakt.

Wi-Fi Wi-Fi-netwerken dekken een klein fysiek gebied, zoals een huis, kantoor of kleine groep gebouwen. Er is een toegangspunt nodig voor de verbinding.

WiMAX WiMAX-netwerken verbinden verscheidende lokale draadloze netwerken om stedelijke gebieden te dekken, waar ze snelle breedbandtoegang bieden zonder dat er kabels nodig zijn.

Mobiel breedband Het mobiele breedbandnetwerk biedt toegang tot internet voor computers, gsm's en andere apparaten over een grote geografische oppervlakte. Mobiele netwerken worden gebruikt voor gegevensoverdracht en de toegang ertoe wordt gewoonlijk beheerd door een operator van mobiele netwerken. U hebt een simkaart voor mobiel breedband nodig om verbinding te maken.

Opmerking:Het is mogelijk dat uw computer niet alle manieren voor draadloze verbinding ondersteunt.

(30)

„

Verbinding maken met een draadloos LAN

Draadloze verbinding activeren

Voer een van de volgende handelingen uit om de draadloze functies te activeren:

• Druk op om de vliegmodus uit te schakelen.

• Open de functies en selecteer Instellingen om de netwerkconfiguratiepagina te openen. Zet vervolgens de schakelaar van de vliegmodus op Uit.

Verbinding maken met een draadloos netwerk

Na het inschakelen van de draadloze functies scant de computer automatisch naar beschikbare draadloze netwerken. Deze worden vervolgens weergegeven in de lijst met draadloze netwerken. Om

verbinding te maken met een draadloos netwerk, klikt u op de naam van het netwerk in de lijst en klikt u vervolgens op Verbinden.

Opmerking:Voor sommige netwerken hebt u een netwerkbeveiligingssleutel of een wachtwoordzin nodig om verbinding te kunnen maken. Om verbinding te maken met dit type netwerk, vraagt u de beveiligingssleutel of de wachtwoordzin op bij de netwerkbeheerder of de internetprovider.

(31)

27

„

Mobiel breedband gebruiken (bij bepaalde modellen)

Voordat u aan de slag kunt met mobiel breedband, moet u eerst een mobiele netwerkoperator kiezen en ervoor zorgen dat u zich in het gebied bevindt dat gedekt wordt door het netwerk. Daarna is het ook nodig:

• De mobiele breedbanddienst te activeren via uw lokale mobiele

netwerkoperator. U zult bij de activering een simkaart (subscriber identity module) ontvangen. Raadpleeg Zie "De simkaart plaatsen" op pagina 28 voor meer informatie om te weten te komen hoe u de simkaart plaatst.

• Over een hulpprogramma te beschikken voor het beheren van de verbinding, zodat u kunt verbinding maken met uw mobiel breedbandnetwerk en de verbinding weer verbreken.

Opmerking:

Mobiele operatoren gebruiken verschillende standaarden om mobiele breedbanddiensten te leveren. De mobiele breedbandmodule van Lenovo kan een of meer van de volgende standaarden ondersteunen:

ƒ GSM (Global System for Mobile Communications)

ƒ TD-SCDMA (Time Division-Synchronous Code Division Multiple Access)

ƒ SCDMA (Synchronous Code Division Multiple Access)

ƒ EV-DO (Evolution Data Optimized)

ƒ HSPA (High Speed Packet Access)

ƒ LTE (Long term Evolution)

U hebt een abonnement nodig om van mobiel internet gebruik te kunnen maken.

Raadpleeg uw lokale operatoren van mobiele netwerken voor beschikbaarheid, kosten en andere informatie.

Een simkaart is een soort chipkaart die wordt gebruikt door mobiele netwerkoperatoren om de mensen te identificeren die gebruik maken van het mobiele netwerk. U zult een simkaart ontvangen van uw mobiele netwerkoperator als u de mobiele breedbanddienst hebt geactiveerd.

Opmerking:Gewoonlijk krijgt u dat hulpprogramma van uw mobiele serviceprovider.

(32)

De simkaart plaatsen De simkaart plaatsen:

1 Schakel de computer uit. Koppel vervolgens de netvoedingsadapter en alle kabels los van de computer.

2 Plaats de simkaart in de kaartsleuf totdat deze op haar plaats klikt zoals te zien is op de afbeelding.

Opmerking: Als u de simkaart in de verkeerde richting inbrengt, kan dat tot schade aan de simkaartsleuf leiden.

Afgesneden hoek

(33)

29

De simkaart verwijderen

De simkaart verwijderen:

1 Schakel de computer uit. Koppel vervolgens de netvoedingsadapter en alle kabels los van de computer.

2 Duw de simkaart naar binnen totdat u een klikgeluid hoort en trek dan de simkaart naar buiten.

Opmerking:Plaats of verwijder nooit een simkaart terwijl de computer ingeschakeld is. Als u dat wel doet, kunnen zowel de simkaart als de simkaartlezer permanente schade oplopen.

(34)

Het Lenovo OneKey Recovery-systeem is een programma dat bedoeld is om een back-up te maken van uw computer en deze indien nodig te herstellen.

U kunt het gebruiken om de systeempartitie te herstellen naar de

oorspronkelijke status in geval van een systeemfout. U kunt ook naar wens gebruikersback-ups aanmaken voor eenvoudig herstel.

„

Een back-up maken van de systeempartitie

U kunt een back-up maken van de systeempartitie in een

spiegelbeeldbestand. Een back-up maken van de systeempartitie:

1 Druk op de Novo-knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten.

2 Klik op Systeemback-up.

3 Selecteer een locatie voor de back-up en klik op Volgende om de back-up te starten.

„

Herstellen

U kunt kiezen of u de systeempartitie herstelt naar de oorspronkelijke status of naar een eerder gemaakt back-uppunt. De systeempartitie herstellen:

1 Druk op de Novo-knop om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten.

2 Klik op Systeemherstel. De computer wordt opgestart in de herstelomgeving.

3 Volg de instructies op het scherm om de systeempartitie te herstellen naar de oorspronkelijke status of naar een eerder gemaakt back-uppunt.

Opmerking:Om de functies van het OneKey Recovery-systeem te kunnen gebruiken, bevat uw harde schijf standaard reeds een verborgen partitie om een

systeemspiegelbeeldbestand en programmabestanden van het OneKey Recovery-systeem op te slaan. Deze standaardpartitie is verborgen wegens veiligheidsredenen en dat is ook de reden waarom de vrije schijfruimte kleiner is dan opgegeven.

Opmerking:

U kunt een locatie voor de back-up kiezen op de lokale harde schijf of op een extern opslagapparaat.

Het back-upproces kan even duren.

Het back-upproces kan alleen gebruikt worden wanneer Windows normaal gestart kan worden.

(35)

31

Als Windows niet gestart kan worden, volgt u de onderstaande stappen om het Lenovo OneKey Recovery-systeem te starten:

1 Schakel de computer uit.

2 Druk op de Novo-knop. Selecteer in het Novo-knopmenu het Lenovo OneKey Recovery-systeem en druk op Enter.

Opmerking:

Het herstelproces is onomkeerbaar. Zorg ervoor dat u een back-up gemaakt hebt van alle te bewaren gegevens op de systeempartitie vooraleer u het herstelproces start.

Het herstelproces kan even duren. Zorg er dus voor dat de netvoedingsadapter aangesloten is op de computer tijdens het herstelproces.

De bovenstaande instructies kunnen gevolgd worden wanneer Windows normaal gestart kan worden.

(36)

Veelgestelde vragen - - -

In dit onderdeel vindt u veelgestelde vragen per categorie.

„

Informatie opzoeken

Welke voorzorgsmaatregelen moet ik nemen bij het gebruik van mijn computer?

Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie (geleverd bij de

computer) bevat voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van uw computer.

Lees alle voorzorgsmaatregelen en volg deze bij het gebruik van de computer.

Waar vind ik de hardwarespecificaties voor mijn computer?

U vindt de hardwarespecificaties voor uw computer terug op de gedrukte brochures die geleverd zijn bij de computer.

Waar vind ik informatie over de garantievoorwaarden?

Voor de garantie die van toepassing is op uw computer, inclusief de garantieperiode en het soort garantie, kunt u de brochure met de Lenovo- garantieverklaring raadplegen die bij uw computer werd geleverd.

„

Stuurprogramma's en vooraf geïnstalleerde software

Waar zijn de installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde programma's (bureaubladsoftware) van Lenovo?

Er worden geen installatieschijven voor vooraf geïnstalleerde software van Lenovo geleverd bij de computer. Als u de vooraf geïnstalleerde software opnieuw moet installeren, kunt u de installatieprogramma's terugvinden op de D-partitie van uw harde schijf. Als u het installatieprogramma daar niet terugvindt, kunt u het downloaden via de website voor

klantenondersteuning van Lenovo.

(37)

33

Waar vind ik de stuurprogramma's voor de verschillende hardwareonderdelen van mijn computer?

Als er op uw computer vooraf een Windows-besturingssysteem is geïnstalleerd, zet Lenovo de benodigde stuurprogramma's voor de hardwareonderdelen op de D-partitie van de harde schijf. U kunt de recentste stuurprogramma's ook downloaden via de website voor klantenondersteuning van Lenovo.

„

Lenovo OneKey Recovery-systeem

Waar zijn de herstelschijven?

Er zijn geen herstelschijven geleverd bij uw computer. Gebruik het Lenovo OneKey Recovery-systeem als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen voor het systeem.

Wat kan ik doen als het back-upproces mislukt?

Als u de back-upfunctie kunt opstarten maar het misgaat tijdens het back- upproces, probeert u de volgende stappen:

1 Sluit alle geopende programma's en start het back-upproces opnieuw.

2 Controleer of de doelmedia beschadigd zijn. Selecteer een ander pad en probeer vervolgens opnieuw.

Wanneer moet ik het systeem naar de fabrieksstatus herstellen?

Gebruik deze functie als het besturingssysteem niet opstart. Als er

belangrijke gegevens aanwezig zijn op de systeempartitie, moet u hier een back-up van maken voor u de herstelprocedure start.

„

Het BIOS-instelprogramma

Wat is het BIOS-instelprogramma?

Het BIOS-instelprogramma is een op ROM gebaseerde software. Deze software geeft basiscomputerinformatie door en voorziet opties voor het instellen van opstartapparaten, beveiliging, hardwaremodi en andere voorkeuren.

(38)

Hoe kan ik het BIOS-instelprogramma starten?

Het BIOS-instelprogramma starten:

1 Schakel de computer uit.

2 Druk op de Novo-knop en selecteer vervolgens BIOS Setup (BIOS- instellingen).

Hoe kan ik de opstartmodus wijzigen?

Er zijn twee opstartmodi: UEFI en Legacy. Om de opstartmodus te wijzigen, start u het BIOS-instelprogramma en stelt u de opstartmodus in op UEFI of Legacy in het opstartmenu.

Wanneer moet ik de opstartmodus wijzigen?

UEFI is de standaardopstartmodus voor uw computer. Als u een

Windows-legacybesturingssysteem wilt installeren (een besturingssysteem voor Windows 8) op uw computer, moet u de opstartmodus wijzigen naar Legacy. Het Windows-legacybesturingssysteem kan niet geïnstalleerd worden als u de opstartmodus niet wijzigt.

„

Assistentie

Hoe kan ik contact opnemen met het customer support center?

Zie "Hoofdstuk 3. Assistentie en service" in Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie.

(39)

35

Problemen oplossen - - - -

Problemen met het beeldscherm Wanneer ik de computer

inschakel, verschijnt er niets op het scherm.

Als het scherm leeg is, controleert u of:

- de netvoedingsadapter op de computer is aangesloten en de stekker van het netsnoer in een werkend stopcontact is geplaatst.

- de computer is ingeschakeld. (Druk ter controle nogmaals op de aan/uit-knop.)

Als u deze punten hebt gecontroleerd en het scherm nog steeds leeg is, laat u de computer repareren.

Wanneer ik de computer inschakel, verschijnt er een leeg scherm met een witte cursor.

Zet back-upbestanden terug naar uw Windows- omgeving of herstel de oorspronkelijke inhoud van de harde schijf met behulp van het OneKey Recovery-systeem. Als er nog steeds alleen een cursor op het scherm wordt weergegeven, laat u de computer repareren.

Het scherm wordt plots zwart terwijl de computer ingeschakeld is.

Mogelijk is een schermbeveiliging of

energiebeheerfunctie geactiveerd. U kunt op de volgende manieren de schermbeveiliging afsluiten of de computer wekken uit de slaapstand:

- Raak het touchpad aan.

- Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.

- Druk op de aan/uit-knop.

- Druk op F9 ( ) om te controleren of de achtergrondverlichting van het lcd-scherm uitgeschakeld is.

(40)

Problemen met BIOS-wachtwoorden Ik ben mijn wachtwoord

vergeten.

Als u uw gebruikerswachtwoord vergeten bent, dient u uw systeembeheerder te vragen het wachtwoord te resetten.

Als u uw hardeschijfwachtwoord vergeet, kan het wachtwoord niet worden gereset en kunnen de gegevens op de harde schijf niet worden hersteld, ook niet door een Lenovo-reparateur. U dient de computer naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur of -vertegenwoordiger te brengen om de harde schijf te laten vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs vereist. Er wordt een vergoeding in rekening gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.

Als u uw beheerderswachtwoord bent vergeten, kan dit niet meer worden hersteld, ook niet door een Lenovo-reparateur. U dient de computer naar een geautoriseerde Lenovo-reparateur of -

vertegenwoordiger te brengen om het moederbord te laten vervangen. Daarvoor is een aankoopbewijs vereist. Er wordt een vergoeding in rekening gebracht voor onderdelen en arbeidsloon.

Problemen met de slaapstand Er wordt een bericht over

een kritieke lage batterijspanning weergegeven en de computer wordt onmiddellijk uitgeschakeld.

Het vermogen van de batterij is te laag. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer.

De computer schakelt meteen na de Power-On Self-Test (POST) over naar de slaapstand.

Controleer of:

- de batterij is opgeladen.

- de omgevingstemperatuur binnen het acceptabele bereik ligt. Zie "Hoofdstuk 2. Gebruik en

onderhoud van de computer" in Lenovo's Gids met algemene en veiligheidsinformatie.

Opmerking:Als de batterij is opgeladen en de temperatuur binnen het bereik is, laat u de computer repareren.

(41)

37

De computer keert niet terug uit de slaapstand en werkt niet.

Als de computer in de slaapstand staat, sluit u de netvoedingsadapter aan op de computer en drukt u vervolgens op een willekeurige toets of op de aan/

uit-knop.

Als de computer nog steeds niet uit de slaapstand terugkeert, het systeem niet reageert en u de computer niet kunt uitschakelen, moet u de computer resetten. Hierbij kunnen niet-opgeslagen gegevens verloren gaan. Om de computer te resetten, houdt u de aan/uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.

Problemen met het beeldscherm

Het beeldscherm is leeg. Probeer het volgende:

- Als u de netvoedingsadapter gebruikt of als u de batterij gebruikt en het statuslampje voor de batterij brandt, drukt u op F12 ( ) om het scherm helderder te maken.

- Als het aan/uit-lampje knippert, drukt u op de aan/uit-knop om vanuit de slaapstand verder te gaan.

- Als het probleem zich blijft voordoen, probeert u de oplossing voor het onderstaande probleem "Het scherm is onleesbaar of vervormd".

- Druk op F9 ( ) om te controleren of het lcd- scherm uitgeschakeld is.

Het scherm is onleesbaar of vervormd.

Controleer of:

- het juiste beeldschermstuurprogramma is geïnstalleerd.

- de beeldschermresolutie en de kleurkwaliteit correct zijn ingesteld.

- het juiste monitortype is ingesteld.

Er verschijnen verkeerde tekens op het scherm.

Hebt u het besturingssysteem of de programma's correct geïnstalleerd? Als deze software correct is geïnstalleerd en geconfigureerd, laat u de computer repareren.

(42)

Problemen met het geluid Er komt geen geluid uit de luidspreker, ook niet als ik het volume hoger zet.

Controleer of:

- de functie Dempen is uitgeschakeld.

- de combo-audioaansluiting niet wordt gebruikt.

- de luidspreker geselecteerd is als afspeelapparaat.

Problemen met de batterij De computer wordt

uitgeschakeld voordat het statuslampje voor de batterij aangeeft dat de batterij leeg is.

-of-

De computer blijft werken terwijl het statuslampje voor de batterij aangeeft dat de batterij leeg is.

Zorg dat de batterij geheel ontladen is en laad de batterij vervolgens weer op.

De computer werkt niet terwijl de batterij volledig is opgeladen.

Mogelijk is de piekspanningsbeveiliging in de batterij actief. Schakel de computer uit en wacht een minuut om de beveiliging te annuleren. Schakel de computer vervolgens weer in.

Problemen met de harde schijf

De harde schijf werkt niet. Controleer in het menu Boot (Starten) van het BIOS- instelprogramma of de harde schijf op de juiste plaats wordt vermeld bij UEFI.

(43)

39

Overige problemen

De computer reageert niet. Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/

uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.

Als de computer nog steeds niet reageert, ontkoppelt u de netvoedingsadapter.

De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt geactiveerd tijdens een communicatiebewerking.

Schakel de timer voor de slaapstand uit wanneer u gebruikmaakt van het netwerk.

De computer wordt niet vanaf het gewenste apparaat opgestart.

Raadpleeg het menu Boot (Starten) van het BIOS- instelprogramma. Controleer of UEFI in het BIOS- instelprogramma zo is ingesteld dat de computer opstart vanaf het gewenste apparaat.

Controleer bovendien of het apparaat van waarop de computer opstart, is ingeschakeld. Controleer in het menu Boot (Starten) van het BIOS-instelprogramma of het apparaat wordt vermeld in de UEFI-lijst.

Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op de Novo-knop om het apparaat te selecteren waarmee de computer moet starten.

Het aangesloten externe apparaat werkt niet.

Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels van externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen terwijl de computer is ingeschakeld, omdat de computer anders beschadigd kan raken.

Wanneer u externe apparaten met een hoog energieverbruik aansluit, zoals een extern optisch schijfstation via USB, moet u de netvoedingsadapter bij het betreffende externe apparaat gebruiken. Doet u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet herkend of wordt het systeem uitgeschakeld.

(44)

De volgende termen zijn handelsmerken van Lenovo in België, Nederland en/of andere landen.

Lenovo IdeaPad OneKey VeriFace

Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Andere bedrijfs-, product- en servicenamen zijn mogelijk handelsmerken of servicemerken van derden.

(45)
(46)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

H5o: De Computer en Internet Zelfeffectiviteit (CISE) vertoont geen significante samenhang met de affectieve responsies, bestaande uit attitude, onzekerheid en vertrouwen en

As shown in Table 3, the controllers, which result in low jitter, provide small RMS error with high link utilization and the controllers, which result in large jitter, result in

Together with these functions the system makes use of a fully distributed hash table where keys are the names of the files to be shared and the values are the globally unique

We distinguish three major privacy issues in the group location privacy scenario: (i) Preserving the location privacy of each group member inside the group (this is called

The proposed sharing schemes are compared in terms of packet loss probability (PLP) by applying the proposed analytical models for SPIW and SPOW, and the models proposed for the SPN

We also compare the bandwidth allocation results using a real traffic trace (for one single day) obtained from the WIDE backbone at Sample Point B on May 14, 1999 for US–Japan link

Of course, the time in Moscow is 8 hours ahead of New York and the message takes a bit of time to send, so Vladimir is trying to figure out what time to send the message in order

Maar wel zijn op dat moment voor de eerste maal (kortstondig) alle NAVO-lidstaten in staat van oorlog.. Dit vloeit voort uit het verdrag tot