• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Het huis van tante Jans in Den Burg op 18 en 19 augustus en 17 september 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Het huis van tante Jans in Den Burg op 18 en 19 augustus en 17 september 2021"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Het huis van tante Jans

in Den Burg

op 18 en 19 augustus en 17 september 2021

Utrecht, november 2021 V2034435

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4 1.2 Doel en werkwijze 4

1.3 Beschrijving Stichting Het huis van tante Jans 4

1.4 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 5

1.5 COVID-19 6

2 Conclusie en vervolgacties 7 2.1 Conclusie bezoek 7

2.2 Vervolgacties 7

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Stichting Het Huis van Tante Jans verwacht 7 2.2.2 Vervolgactie van de inspectie 7

3 Resultaten Stichting Het huis van tante Jans 8 3.1 Persoonsgerichte zorg 8

3.2 Deskundige zorgverlener 10

3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 13 3.4 Medicatieveiligheid 15

Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten 17 Bijlage 2 Beoordeelde documenten 18

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 18 en 19 augustus 2021 een bezoek aan Stichting Het huis van tante Jans in Den Burg. Het bezoek op 18 augustus was een onaangekondigd bezoek aan de locatie in de avond. Op 19 augustus sprak de inspectie met de raad van bestuur en op 17 september met raad van toezicht.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezoekt alle zorgaanbieders die intramurale ouderenzorg leveren op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Stichting Het huis van tante Jans heeft zich daarnaast bij het CIBG aangemeld als nieuwe zorgaanbieder.

De inspectie vroeg de zorgaanbieder informatie aan te leveren over onder andere de zorg, de cliënten, de zorgverleners en beleid. Bij de ingevulde vragenlijst ontving de inspectie ook (beleids)documenten (zoals

klachtenregeling, medicatiebeleid, incidentenbeleid). Op basis van de

toegezonden informatie kon de inspectie niet beoordelen of bij Stichting Het huis van tante Jans de voorwaarden voor goede en veilige zorg aanwezig zijn.

Daarom bezocht de inspectie Stichting Het huis van tante Jans.

1.2 Doel en werkwijze

Het inspectiebezoek bestaat uit een gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht. Dit gesprek gaat over de besturing van de organisatie. Daarna bezoekt de inspectie één of meerdere locatie(s). Waar de inspectie naar kijkt, ligt vast in een toetsingskader. Bij de gesprekken, de rondleiding, de observaties en de eventuele documenten die zij inzien, letten de inspecteurs op een aantal normen uit de thema’s: persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatieveiligheid.

De inspectie toetst of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Zij beoordeelt daarnaast de samenhang tussen de informatie uit het gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht en de bevindingen uit het locatiebezoek.

Op basis van de bevindingen tijdens dit inspectiebezoek, bepaalt de inspectie of er vervolgtoezicht nodig is en in welke vorm.

1.3 Beschrijving Stichting Het huis van tante Jans

Stichting Het huis van tante Jans is opgericht in 2019 en exploiteert sinds het najaar van 2020 een woning van waaruit de zorgaanbieder verpleging,

begeleiding, verzorging, huishoudelijke hulp aanbiedt voor maximaal 10 ouderen.

Stichting Het huis van tante Jans heeft één locatie in Den Burg. Een deel van de het gebouw en het terrein deelt Stichting Het huis van tante Jans met een andere zorgaanbieder. Deze zorgaanbieder biedt jeugdhulp. De zorgaanbieder is niet aangesloten bij een branchevereniging.

De woning huurt Stichting Het huis van tante Jans van een lokale

woningbouwcoöperatie. De cliënten wonen op één terrein met een omheinde binnentuin en huren een kleine zorgwoning van een lokale woningbouwcorporatie.

Overdag kunnen cliënten deelnemen aan ‘kleinschalige groepszorg’ zoals dagbesteding, welzijnsactiviteiten en de maaltijdvoorziening. De locatie betreft

(5)

‘geclusterd wonen’ voor cliënten met een zorgindicatie op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg is van toepassing.

Alle zorgverlening wordt bekostigd vanuit een persoonsgebonden budget (pgb).

Aansturing

Het management bestaat uit een vijfhoofdige raad van bestuur.

Twee van de bestuurders (de voorzitter en de secretaris) zijn in loondienst en zijn tevens zorgverlener bij Stichting Het huis van tante Jans. Zij coördineren de dagelijkse zorgverlening. De andere drie bestuurders zijn onbezoldigd. Zij hebben respectievelijk een achtergrond als huisarts, in de financiële sector en als

ergotherapeut. Binnen het bestuur worden besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Twee bestuurders tezamen zijn bevoegd tot handelen namens de zorgaanbieder. De organisatie heeft een raad van toezicht bestaande uit drie leden. De voorzitter is mede-eigenaar van de enige apotheek op Texel. De raad van toezicht is onlangs gestart. De statuten regelen de onderlinge verhouding binnen het bestuur en tussen het bestuur en de raad van toezicht via periodiek overleg. Ten tijde van het bezoek is er nog geen formele vergadering geweest van de raad van bestuur en de raad van toezicht. Er zijn nog geen reglementen en aftreedschema beschikbaar. Geen van de leden is lid van de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders Zorg in Zorg en Welzijn

Cliënten

Stichting Het huis van tante Jans biedt zorg aan cliënten met een

psychogeriatrische zorgvraag. Ten tijde van het bezoek ontvangen tien cliënten zorg. De cliënten hebben zorgprofielen (VV) die variëren van VV 5 (negen cliënten) tot en met VV 6 (één cliënt).

Ten tijde van het bezoek heeft Stichting Het huis van tante Jans een wachtlijst. In de toekomst wil de organisatie haar zorgaanbod uitbreiden om ook mensen op de wachtlijst te helpen.

Zorgverleners

Negen zorgverleners (inclusief bestuurders) verlenen de zorg bij Het Huis van Tante Jans. Dit betreffen twee verpleegkundigen, vijf verzorgenden niveau 3, een helpende en een activiteitenbegeleider. Ten tijde van het bezoek is er daarnaast een vakantiekracht aanwezig overdag. Gedurende de nacht is een slaapwacht beschikbaar voor eventuele zorgvragen. Alle zorgverleners zijn in loondienst bij Stichting Het huis van tante Jans.

Een cliënt van een naastgelegen zorgaanbieder onderneemt als vrijwilliger een keer per week een activiteit zoals wandelen met cliënten. Ten tijde van het bezoek zijn er geen leerlingen/stagiaires betrokken bij Stichting Het huis van tante Jans.

Bij Stichting Het huis van tante Jans zijn verschillende behandeldisciplines betrokken bij de cliëntenzorg. De huisartsen van de cliënten zijn

eindverantwoordelijk voor de medische zorg. Bij de behandeling schakelen zij zo nodig de hulp in van een grote regionaal werkende zorgaanbieder voor

casemanagement en behandeling van cliënten met een dementie. Ook zijn lokale eerstelijns zorgaanbieders betrokken zoals de apotheker(s), een ergotherapeut, een fysiotherapeut en een diëtist.

1.4 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz Stichting Het huis van tante Jans is niet ingeschreven in het openbaar locatieregister als accommodatie of locatie. De bestuurders geven aan dat Stichting Het huis van tante Jans de Wet Zorg en Dwang (Wzd) nog moet

(6)

ontwikkelen en implementeren. Ten tijde van het bezoek past Stichting Het huis van tante Jans onvrijwillige zorg toe, zo blijkt.

1.5 COVID-19

Stichting Het huis van tante Jans met de zorgverlening gestart tijdens de coronaperiode (najaar 2020). Van meet af aan zijn is een strikte bezoekregeling van toepassing geweest om besmetting te voorkomen en trof de zorgaanbieder enkele hygiënemaatregelen. Geen van de cliënten kreeg te maken met het coronavirus.

Het merendeel van de cliënten is gevaccineerd. De bezoekregeling is sindsdien versoepeld en passend bij actuele richtlijnen van het RIVM.

(7)

2 Conclusie en vervolgacties

2.1 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat de geboden zorg bij Stichting Het Huis van Tante Jans niet voldoet aan de getoetste normen. Vijf van de twaalf getoetste normen voldoen (grotendeels) niet.

De zorgaanbieder zet zich in voor warme en persoonsgerichte zorg voor haar cliënten. De inspectie ziet ook de sterke motivatie en transparante toetsbare opstelling van bestuurders en interne toezichthouders.

Toch is op diverse thema’s tegelijk nog een samenhangende ontwikkeling nodig.

Het lerend vermogen van de zorgaanbieder staat (nog) onder druk omdat tot heden voldoende kennis en toepassing van actuele wet- en regelgeving en veldnormen mist bij zowel de raad van bestuur alsook de raad van toezicht.

Daarnaast levert versnipperd in- en overzicht, met ruim gedeelde verantwoordelijkheid op bestuurlijk niveau, enig risico voor doortastend doorvoeren en borgen van passende verbetermaatregelen voor het bieden van goede en veilige zorg.

De inspectie heeft op dit moment nog onvoldoende vertrouwen in wijze waarop Stichting Het Huis van Tante Jans stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg.

De inspectie wil het verbetertraject van de organisatie daarom volgen.

2.2 Vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Stichting Het Huis van Tante Jans verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Stichting Het Huis van Tante Jans verwacht De zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat het bestuur verbetermaatregelen treft zodat de zorginstelling alsnog gaat voldoen aan de normen. Hierbij verwacht de inspectie gepaste prioriteit voor het thema medicatieveiligheid en het doorvoeren van verbetermaatregelen voor het naleven van norm 2.1. Ook voor de andere normen die nog niet voldoen, verwacht de inspectie dat de zorgaanbieder de benodigde verbetermaatregelen realiseert (zie hoofdstuk 3 van het rapport).

Binnen uiterlijk zes maanden na ontvangst van dit rapport, verwacht de inspectie een overzichtelijk resultaatverslag te ontvangen over de

verbeteraanpak en de stand van zaken inzake de behaalde en/of de eventueel nog te verwachten resultaten.

2.2.2 Vervolgactie van de inspectie

Op basis van het voortgangsverslag bepaalt de inspectie het vervolg.

(8)

3 Resultaten Stichting Het huis van tante Jans

Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis.

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

3.1 Persoonsgerichte zorg Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat de fysieke omgeving niet aansluit bij de behoeften van de aanwezige cliëntengroep. Zo ziet de inspectie dat de paden op het terrein (en in de binnentuin) uit grind bestaan. Ook de cliënten met mobiliteitsproblemen en gebruik van rollators en/of rolstoelen kunnen alleen via dergelijke paden de gemeenschappelijke ruimte of een geparkeerde auto (taxi) bereiken, zo ziet de inspectie. De inspectie constateert dat de mobiliteit en de zelfstandigheid van cliënten gehinderd zijn met risico op struikelen of vallen vanwege oneffenheden.

Een bestuurder licht toe dat de wooncoöperatie het terrein zo heeft opgeleverd, maar dat dit niet veilig of praktisch is voor de doelgroep van de zorgaanbieder.

Het bestuur herkent dit als een dringend aandachtspunt.

Verder ziet de inspectie dat het dagindelingsschema van de zorgverlening leidend is voor het dagritme van cliënten en het gezamenlijke huishouden.

De inspectie leest dat een zorgverlener cliënten naar hun woning terugbrengt na de broodmaaltijd, rond 18.00 uur. Daar kunnen cliënten bijvoorbeeld televisie kijken. Om 20.00 uur en 22.30 uur maakt de enige aanwezige zorgverlener een ronde langs alle cliënten. Voor ad hoc hulp tussendoor moeten de cliënten met psychogeriatrische problemen, gebruik maken van het alarmeringssysteem.

Uit dossierinzage blijkt verder dat de levensloop en het sociaal netwerk van de cliënt summier beschreven is. Een bestuurder licht toe dat Stichting Het huis van tante Jans bezig is om deze informatie in het zorgdossier op te nemen. In een nieuwsbrief aan cliëntvertegenwoordigers leest de inspectie over het voornemen om een levensboek te maken van bewoners. Het maken van het levensboek wil Stichting Het huis van tante Jans samen met familie van cliënten oppakken.

(9)

Tegelijk blijkt uit observaties en gesprekken dat zorgverleners de actuele zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënten goed kennen.

De inspectie ziet bijvoorbeeld dat zorgverleners wensen van cliënten voor het wel of niet reanimeren registreren en hiervan een lijst bijhouden.

Gesprekspartners vertellen ook dat een cliënt die graag fietst, zelf erop uit kan gaan. De inspectie ziet verder dat tijdens een gymles niet alle bewoners

aanwezig zijn. Een bestuurder vertelt dat zij vooraf met een cliënt die afwezig is overleg heeft gehad en dat deze cliënt liever op de eigen woning bleef. Verder hoort en ziet de inspectie dat cliënten hun woning naar eigen wens kunnen inrichten. Huisdieren zijn toegestaan en de inspectie ziet dat een cliënt de hond meeneemt naar de gemeenschappelijke ruimte.

De inspectie hoort dat zorgverleners een cliënt aanspreken bij de voornaam. In het zorgdossier van deze cliënt leest de inspectie dat de cliënt graag wil dat zorgverleners haar bij de voornaam aanspreken. In een ander zorgdossier leest de inspectie dat de cliënt het fijn vindt om mee te helpen bij het klaarmaken van de warme maaltijd. De inspectie ziet tijdens de rondgang hoe dit gebeurt.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en observaties blijkt dat zorgverleners de eigen regie van de cliënt voldoende versterken. Een zorgverlener vertelt dat cliënten mee helpen koken en afwassen. De inspectie ziet dat cliënten aardappels schillen en groenten snijden voor de lunch. Een zorgverlener vertelt dat alle cliënten een hals- of polsalarm hebben. In een woning ziet de inspectie op de slaapkamerdeur een bericht dat de cliënt het alarm kan gebruiken wanneer deze hulp nodig heeft. Een zorgverlener vertelt dat er ten tijde van het bezoek geen cliënten zijn die in de nacht gaan dwalen. In de avond ziet de inspectie dat een cliënt met de hond aan het wandelen is.

In zorgdossiers leest de inspectie wat cliënten zelf kunnen. Zo leest de inspectie dat een cliënt zichzelf kan aan- en uitkleden. Ook leest de inspectie dat een cliënt op zondagochtend graag naar de livestream van haar geloofsgemeenschap kijkt. Dit is voor de cliënt geprogrammeerd. Cliënten kunnen in hun eigen woning blijven wanneer zij dat willen. Zo leest de inspectie in een zorgdossier dat de cliënt graag uitgenodigd wil worden voor activiteiten en op het moment zelf wil besluiten of er zin is om mee te doen.

Verder ziet de inspectie in zorgdossiers dat afspraken zijn vastgelegd over wel of niet reanimeren nadat deze zijn besproken met de cliëntvertegenwoordiger.

De inspectie ziet in zorgdossiers dat bij alle cliënten het beheer van eigen medicatie is overgenomen. De inspectie ziet geen risico inschatting of afweging voor het overnemen van medicatie. Verder vertelt een bestuurder dat bij het merendeel van cliënten de voordeur is afgesloten in overleg met familie (zie ook norm 2.1.). Ook de tuinhekken zijn gesloten zo ziet de inspectie.

Cliëntvertegenwoordigers hebben niet te allen tijde inzage in de informatie over de zorgverlening aan cliënten. Een bestuurder vertelt dat Stichting Het huis van tante Jans nog geen gebruik maakt van een cliëntportaal. Dit gaat de organisatie in de toekomst oppakken zo vertelt zij.

(10)

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans aan deze norm.

Uit gesprekken en observaties blijkt dat zorgverleners cliënten op een persoonlijke en respectvolle manier aandacht geven. De inspectie ziet dat zorgverleners cliënten betrekken in het voorbereiden van de lunch. Zo vraagt een zorgverlener een cliënt groente te snijden. De inspectie ziet dat cliënten met plezier meewerken aan de voorbereiding van de maaltijd. De inspectie ziet dat zorgverleners en cliënten over en weer grapjes maken.

Wanneer een cliënt tijdens de gymles aangeeft een oefening lastig te vinden doet de gymbegeleider de oefening voor. Een zorgverlener vertelt dat ze cliënten heeft zien opbloeien en aansterken sinds zij in zorg zijn bij Stichting Het huis van tante Jans. In een zorgdossier leest de inspectie dat een cliënt erg gelovig is en dat zorgverleners hier rekening mee houden door aandacht te hebben voor haar gebeden.

3.2 Deskundige zorgverlener Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels niet aan deze norm.

Bij de inzet van maatregelen die de bewegingsvrijheid van de cliënt beperken vindt nog niet altijd een navolgbare individuele afweging van (ernstige) nadelen en maatregelen plaats. Zo ziet en hoort de inspectie dat bij het merendeel van de cliënten de voordeur op slot zit. De cliënten kunnen het terrein alleen via een afgesloten poortje verlaten. Een bestuurder vertelt dat deze werkwijze bij opname is afgestemd met de familie van de cliënten. De inspectie leest in meerdere zorgdossiers niets terug over deze afstemming of over de afweging die zorgverleners per cliënt hebben gemaakt. In een ander zorgdossier ziet de inspectie dat veiligheid wel individueel is afgewogen. Zo leest de inspectie dat deze cliënt het terrein mag verlaten na afmelding. Een zorgverlener vertelt dat enkele cliënten zich soms buiten het hek begeven voor een ommetje.

Verder ziet de inspectie dat over de wils(on)bekwaamheid van de meeste cliënten niets is vastgelegd en dat van een familielid instemming met de afspraken over de zorg is gevraagd.

Stichting Het huis van tante Jans staat niet geregistreerd in het locatieregister.

De organisatie heeft nog geen Wzd-functionaris beschikbaar om de wettelijk geregelde1 stappen in het afwegen van onvrijwillige- en/of gelijkgestelde zorg te volgen en te toetsen. Wel ziet de inspectie dat zorgverleners in een klapper suggesties voor alternatieven beschikbaar hebben.

Verder ziet de inspectie geen risicosignalering invullen voor cliënten terwijl dit instrument wel beschikbaar is in het zorgdossier. Een bestuurder vertelt dat bij alle cliënten de medicatie volledig is overgenomen. De inspectie ziet dat de

1 Zie de Wet zorg en dwang, onder meer artikel 2, 10, 11, en 21 en de nadere uitwerkingen in het Besluit Wzd en de Regeling Wzd.

(11)

Beheer Eigen Medicatie (BEM) score voor alle cliënten is vastgelegd maar dat niet inzichtelijk is hoe men tot deze score is gekomen. In een zorgdossier leest de inspectie over agitatie bij een cliënt wiens medicatie in een afgesloten kast zit. De cliënt wil de medicatie zelf beheren. De bestuurder licht toe dat de cliënt de medicatie niet zelf kan beheren omdat deze de medicatie niet meer

zorgvuldig inneemt.

Daar staat tegenover dat de inspectie van een bestuurder een voorbeeld hoort van een cliënt die vaak de kleding verplaatst. Zorgverleners dachten erover om de kleding op te bergen in een afgesloten kast. Een zorgverlener vond dat deze maatregel niet passend is bij de wensen van de cliënt zo vertelt een bestuurder.

Na onderling overleg tussen zorgverleners is besloten om geen afgesloten kast in te zetten. Ook vertelt een bestuurder een voorbeeld waarbij zorgverleners en de huisarts onderling overleggen of het standaard gebruiken van een

inhalatiemiddel tegen astma nodig en wenselijk is voor een cliënt.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat cliënten een zorgplan hebben met daarin de zorgafspraken per thema. Voor sommige thema’s ziet de inspectie dat een doel is

geformuleerd. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners dagelijks rapporteren in het zorgdossier. Zorgverleners rapporteren doorgaans op de zorgafspraken in het zorgplan. De inspectie ziet dat rapportages inhoudelijk aansluiten bij de zorgafspraken. Zo leest de inspectie over de wisselende stemming bij een cliënt wiens medicatiebeheer onvrijwillig is overgenomen.

In zorgdossiers ziet de inspectie dat zorgverleners afstemming met andere disciplines rapporteren. Zo leest de inspectie dat een zorgverlener afstemming met de fysiotherapeut heeft gehad over het afbouwen van medicatie bij een cliënt. Ook ziet de inspectie dat een verslag van de stoma verpleegkundige is opgenomen in de rapportages.

Een bestuurder vertelt dat zij de zorg voor cliënten evalueert met de

cliëntvertegenwoordiger/familie. Deze afstemming ziet de inspectie niet terug in het zorgdossier. De inspectie ziet het verslag van het intakegesprek en de indicatie van het CIZ niet terug in het zorgdossier. Deze informatie ziet de inspectie terug op papier in een klapper. Verder ziet de inspectie dat

zorgverleners meldingen incidenten cliënten (MIC) in het zorgdossier vastleggen.

Echter ziet de inspectie dat MIC’s niet altijd de status afgehandeld hebben. Zo ziet de inspectie dat een MIC die in juni is ingevuld nog open staat met de status

‘concept’.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels aan deze norm.

(12)

Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat de bezetting van zorgverleners voldoende is voor de uitvoering van de dagelijkse zorg. De inspectie hoort dat in de ochtend en begin van de middag twee zorgverleners aanwezig zijn met minimaal één zorgverlener niveau 3. Ten tijde van het bezoek is tevens een vakantiekracht aanwezig in de ochtend en middag. In de avond en nacht is één zorgverlener met minimaal niveau 3 aanwezig. Daarnaast is een achterwacht beschikbaar tijdens de avond en nacht, dit is een van de bestuurders die tevens zorgverlener is. In de roosters ziet de inspectie dat er voldoende tijd is voor overdracht tussen de diensten. De avonddienst met slaapwacht is op het rooster verdeeld onder ongeveer zes zorgverleners. Deze zorgverleners werken

maximaal acht avond/nachtdiensten per maand, zo ziet de inspectie op het rooster van juli-september 2021.

Maandelijks is er een teamoverleg vertellen gesprekspartners. In de notulen leest de inspectie dat zorgverleners de zorg aan cliënten bespreken in het teamoverleg. Zo leest de inspectie dat zorgverleners hebben afgestemd over de stomazorg aan een cliënt en hoe ze de cliënt vertrouwen willen geven.

Gesprekspartners vertellen dat er vanwege COVID-19 weinig scholingen zijn geweest. Een bestuurder geeft aan dat door een hogeschool een scholing stomazorg is gegeven vanwege de stomazorg die een cliënt nodig heeft. Een zorgverlener vertelt verder dat binnenkort een BHV-scholing is ingepland. In het scholingsplan van Stichting Het huis van tante Jans leest de inspectie over het voornemen om een aantal scholingen inclusief e-learnings te organiseren. Dit op het gebied van bekwaamheden, probleemgedrag en dementie, en klinische lessen die aansluiten bij de doelgroep. De inspectie ziet echter geen overzicht van de geplande scholingen voor het komende jaar.

De inspectie ziet desgevraagd geen overzicht2 per zorgverlener met daarin de status van de bekwaamheid wat betreft risicovolle en/of voorbehouden

handelingen. In het opleidingsplan leest de inspectie dat Stichting Het huis van tante Jans bekwaamheden wil laten toetsen door een collega zorgaanbieder.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels aan deze norm.

In een woning van een cliënt die stomazorg ontvangt ziet de inspectie een protocol voor stomazorg op papier. Een bestuurder vertelt dat alle zorgverleners (digitaal) toegang hebben tot de Vilans protocollen. De inspectie ziet verder dat Stichting Het huis van tante Jans beschikt over de ‘Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling’. Van een zorgverlener hoort de inspectie een voorbeeld van alertheid hierop en samenwerking in de zorgverlening.

Een bestuurder vertelt dat Stichting Het huis van tante Jans aandacht besteedt aan infectiepreventie. Bezoekers kunnen de gemeenschappelijke ruimte in na desinfectie van de handen. Wanneer 1,5 meter tot de cliënt niet lukt moeten bezoekers een mondkapje dragen. De inspectie ziet bij de ingang van Stichting Het huis van tante Jans een pompje met desinfectiemiddel. Tevens ziet de

2 In de reactie op feitelijke onjuistheden geeft de zorgaanbieder aan: “het overzicht van de bekwaamheden per zorgverlener is wel degelijk aanwezig”.

(13)

inspectie ook dat er op de badkamers in de woningen van cliënten en in de gemeenschappelijke ruimte geen papieren handdoekjes beschikbaar zijn. En in de gemeenschappelijke ruimte ziet de inspectie een (vochtige) handdoek die cliënten, zorgverleners en bezoekers delen (bij fontein toilet).

Verder heeft de organisatie een draaiboek voor het handelen bij een verdenking van een COVID-19 besmetting. Grotendeels blijkt dit draaiboek dat afkomstig is van een collega instelling, toegesneden op de Het Huis van Tante Jans.

Verder vertelt een bestuurder niet op de hoogte te zijn van de verplichting voor het jaarlijks afnemen van de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) binnen de organisatie.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze

samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels aan deze norm.

Een bestuurder vertelt dat Stichting Het huis van tante Jans diverse disciplines betrekt in de zorg voor cliënten. Cliënten die in zorg komen zijn al onder behandeling van een organisatie die hulp biedt aan mensen met dementie zo vertelt zij. De huisarts kan via de regeling eerstelijnsconsultatie via deze organisatie een psycholoog of specialist ouderengeneeskunde inzetten wanneer nodig. Een bestuurder vertelt dat zij zelf en een andere bestuurder, die tevens zorgverlener is, de afstemming hebben met andere disciplines.

Wel hoort de inspectie van een bestuurder dat de GGD niet is benaderd voor het treffen of toetsen van COVID-19 maatregelen. Een bestuurder vertelt dat een voormalig huisarts, die tevens bestuurder is, de organisatie hierbij heeft geholpen. Ook hoort de inspectie over een voorbeeld waarbij een

medicatiewijziging pas na drie weken verwerkt is door de huisarts. Dit omdat de betreffende huisarts afwezig was en er geen vervangend voorschrijvend arts beschikbaar was zo vertelt de bestuurder.

3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels niet aan deze norm.

Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat het bestuur onvoldoende

kwaliteitsinformatie heeft en gebruikt om de kwaliteit van zorg te verbeteren.

Bestuurders lichten toe dat dit nog in ontwikkeling is voor Stichting Het huis van tante Jans. Stichting Het huis van tante Jans heeft in deze fase van haar bestaan nog geen eigen indicatoren ontwikkeld om de zorgkwaliteit te monitoren en cyclisch te verbeteren.

Twee bestuurders vertellen dat zij niettemin een goed beeld hebben van de kwaliteit van zorg omdat zij zelf meewerken in de zorgverlening. Zij informeren de andere bestuurders via het maandelijkse bestuursoverleg, zo vertellen zij. In notulen van het bestuursoverleg leest de inspectie dat bijvoorbeeld de volgende onderwerpen besproken zijn: financiën, beleidsdocumenten, contact met de wooncoöperatie, de zorgovereenkomst, de rol van zorgverleners. Echter de

(14)

onderwerpen kwaliteitsbewaking en risico’s voor zorg en organisatie zijn ten tijde van de bezoekdag nog niet expliciet aan bod gekomen, zo vertellen

aanwezige bestuurders. Geen van de bestuurders is aangesloten bij een relevant kennisnetwerk zoals een branchevereniging of beroepsvereniging zoals de NVZD.

De raad van toezicht vertelt dat zij zich nog moet verdiepen in de

toezichthoudende taak en onderlinge portefeuilleverdeling om toe te (kunnen) zien op goede aansturing van zorg en organisatie en het beleid om ongewenste risico’s voor de kwaliteit en continuïteit van het zorgaanbod te minimaliseren.

Er is nog geen informatieprotocol opgesteld met de bestuurders. De interne communicatie met de bestuurders verloopt openhartig, zo hoort de inspectie.

De leden van de raad van toezicht vertellen nog niet goed thuis zijn in de sector van de ouderenzorg en/of in de relevante wet- en regelgeving zoals de Wet kwaliteit klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) of geldende normen zoals de Governancecode Zorg en de recente versie van het Kwaliteitskader

Verpleeghuiszorg. Vanuit de raad van toezicht is er (nog) geen aansluiting met een kennisnetwerk van toezichthouders in de zorg zoals de NVTZ. Ook zijn nog geen duidelijke afspraken vastgelegd in reglementen om de benodigde distantie of onbedoelde (schijn van) belangenverstrengeling te (kunnen) bewaken; alle bestuursleden en toezichthouders blijken desgevraagd door werk- en/of woonplaats nauw verbonden met het eiland Texel. Desgevraagd is één van de leden van de raad van toezicht zakelijk verbonden met de zorgaanbieder en/of de cliënten. Besproken is dat de raad van toezicht moet bewaken dat de

(verplichte) accountancyverklaring over 2019 en 2020 wordt afgegeven door een onafhankelijke accountant.

Stichting Het huis van tante Jans registreert (bijna)incidenten (MIC’s) in het zorgdossier zo ziet de inspectie. Een bestuurder vertelt dat MIC’s vervolgens in het teamoverleg en in het bestuursoverleg worden besproken. Bestuurders bekijken en bespreken MIC’s op cliëntniveau zo vertelt een bestuurder. In het

‘Protocol melden incidenten cliënten’ leest de inspectie niet hoe analyses van MIC’s gedaan worden en hoe de organisatie tot basisoorzaken komt. Ook leest de inspectie niet in welke gevallen Stichting Het huis van tante Jans meldingen doorzet naar de inspectie en wie dit oppakt binnen de organisatie. Verder vertelt een bestuurder dat Stichting Het huis van tante Jans nog geen klachten heeft gehad. Wel ziet de inspectie dat Stichting Het huis van tante Jans is aangesloten bij een onafhankelijke klachtenfunctionaris en erkende geschilleninstantie. Het is echter onvoldoende duidelijk wat de stappen zijn voor de doelgroep die een klachten heeft en of hoe zij contact kan opnemen met de onafhankelijke klachtenfunctionaris. In de notulen van het bestuursoverleg leest de inspectie over een uitstaande actie om een lid van de raad van commissarissen te vragen als onafhankelijke klachtenfunctionaris. Tegelijkertijd leest de inspectie dat Stichting Het huis van tante Jans is aangesloten bij een externe partij voor de onafhankelijke klachtenfunctionaris.

Stichting Het huis van tante Jans beschikt niet over een cliëntenraad.

Bestuurders lichten toe dat wettelijk vertegenwoordigers en familie maandelijks een nieuwsbrief ontvangen met daarin informatie over de ontwikkelingen binnen de organisatie. In de nieuwsbrief leest de inspectie over de COVID-19

maatregelen, het opstellen van het levensboek van cliënten en activiteiten die cliënten ondernemen.

Bestuurders geven aan dat Stichting Het huis van tante Jans niet in alle situaties de zorg kan leveren. Zo noemt een bestuurder het voorbeeld van een cliënt die

(15)

doorverwezen is naar een collega zorgaanbieder omdat de zorg voor een echtpaar, niet langer passend was.

De inspectie ziet ook dat Stichting Het huis van tante Jans over in- en

exclusiecriteria schrijft in haar informatie aan de inspectie. De status van deze beschrijving is echter niet helder. Onduidelijk is of deze met de

cliëntenvertegenwoordiging zijn afgestemd. De inspectie treft in de informatie onderscheid in in/exclusie voor het huren van de zorgwoning en in/exclusie voor zorgaanbod. Voor inclusie in de zorg geldt bijvoorbeeld: “PG cliënten met

ernstige bewegingsdrang die op de gesloten verpleeghuisafdeling dienen te worden opgenomen waar ongestoord lopen mogelijk is”. Terwijl voor exclusie bij een zorgwoning zo goed als hetzelfde geldt: “PG cliënten met ernstige

dwaalgedrag die op de gesloten verpleeghuisafdeling dienen te worden opgenomen waar ongestoord doorlopen mogelijk is”.

Sinds de start is het bestuur formeel nog niet samengekomen met de raad van toezicht zo vertelt een bestuurder. Wel hebben zij kennis gemaakt en een datum gepland voor het eerste overleg. Een bestuurder vertelt dat het overleg met de raad van commissarissen ieder kwartaal gaat plaatsvinden. Het volledige bestuur zal hierbij aansluiten.

Verder ziet de inspectie dat niet alle VOG’s aanwezig zijn of op naam zijn van Stichting Het huis van tante Jans.

Stichting Het huis van tante Jans heeft maandelijks een teamoverleg met alle zorgverleners. In notulen van het teamoverleg leest de inspectie over

casusbespekingen, een aankomende scholing, toegang tot Vilans protocollen en omgang met de nachtdienst.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels aan deze norm.

De inspectie leest en hoort van gesprekspartners dat zorgverleners elkaar onderling aanspreken en dat dit in goede onderlinge sfeer verloopt. Een zorgverlener ontvangt de (onaangekondigde) inspectie in de avond zonder schroom. De zorgverlener is transparant over de gang van zaken, over wat goed gaat en wat beter kan binnen de organisatie. Overleg en feedback zijn

vanzelfsprekend, zo hoort de inspectie. Een bestuurder vertelt dat een goede aanspreekcultuur belangrijk is en dat zij er naar streeft om ongewild

routinematig handelen te voorkomen en hierop let.

Een bestuurder vertelt dat Stichting Het huis van tante Jans een collega

zorgaanbieder heeft bezocht om inspiratie op te doen. Zo is de indeling van het roosterschema bijvoorbeeld overgenomen van deze andere zorgaanbieder vertelt zij. Sommige documenten zijn echter nog niet toegesneden op de specifieke situatie bij Stichting Het huis van tante Jans. Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat Stichting Het huis van tante Jans (nog) niet structureel deelneemt aan leernetwerken.

3.4 Medicatieveiligheid Norm 4.3

Zorgverleners beschikken over een actuele toedienlijst van de apotheek.

(16)

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat de BEM-status per cliënt is vastgelegd op papier en in het zorgplan. Toch is niet inzichtelijk hoe zorgverleners tot de BEM-score gekomen zijn. Bij alle cliënten is het beheer van de medicatie volledig overgenomen.

Verder vertelt een bestuurder dat er per cliënt twee toedienlijsten zijn voor de apotheek. Dit omdat Stichting Het huis van tante Jans medicatie in de woning van de cliënt bewaart en zorgverleners medicatie soms meenemen naar de gemeenschappelijke ruimte. In de gemeenschappelijke ruimte zien zorgverleners vervolgens toe op inname. Er is één toedienlijst aanwezig in de

gemeenschappelijke ruimte en de andere toedienlijst ligt in de woning van de cliënt. Verder ziet de inspectie dat voor een cliënt een recente toedienlijst die niet actueel bleek.

Zo ziet de inspectie dat een medicijn dat zorgverleners ‘zo nodig’ toedienen, meerdere weken week niet als zodanig op de toedienlijst stond. Op een aantal toedienlijsten ziet de inspectie dat zorgverleners handmatig aanpassingen (aanvulling van medicatie) hebben bijgeschreven. Ook constateert de inspectie dat niet alle zelfzorg middelen die zorgverleners toedienen op de toedienlijst staan. Het is onduidelijk of de huisarts en/of apotheker op de hoogte zijn van deze zelfzorgmiddelen.

De inspectie ontvangt een medicatiebeleid van Stichting Het huis van tante Jans terwijl een bestuurder vertelt dat er ten tijde van het bezoek geen

medicatiebeleid uitgewerkt is.

Wel ziet de inspectie dat zorgverleners per cliënt die medicatie gebruikt beschikken over een toedienlijst die afkomstig is van de apotheek.

Norm 4.8

De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en toedientijd op de toedienlijst.

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners de toegediende of aangereikte medicatie niet per medicijn paraferen maar per baxterzakje. Een bestuurder vertelt dat dit ten tijde van het bezoek de afspraak is.

Wel ziet de inspectie een papieren overzicht met daarop per zorgverlener de gebruikte initialen om na te gaan welke zorgverlener de medicatie heeft afgetekend. Een bestuurder vertelt dat zij de toedienlijst controleert op de gemaakte afspraken voor het aftekenen van medicatie.

De inspectie heeft niet getoetst in hoeverre de dubbele controles (bij risicovolle medicatie) voldoende vakbekwaam zijn uitgevoerd.

(17)

Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten

Wetgeving:

Wet langdurige zorg (Wlz).

Zorgverzekeringswet (Zvw).

Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek.

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).

Wet zorg en dwang (Wzd).

Wet verplichte GGZ (Wvggz).

Besluit langdurige zorg.

Uitvoeringsbesluit Wkkgz.

Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Veldnormen:

Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, 2017.

Toetsingskader IGJ, 2017.

Governancecode zorg, 2017.

Kader Toezicht op goed bestuur, 2016.

Convenant preventie seksueel misbruik, VGN, Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad, MEE Ned., Landelijk Steunpunt Cliëntenraden, CNV Publieke Zaak, Nu91, ABVA/KABO FNV, F.B.Z., 2007.

Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen, ActiZ, GGZ Nederland, VGN, 2010.

Handreiking seksualiteit en seksueel misbruik, VGN, Kennisplein gehandicaptenzorg, 2011.

Landelijke instructie voor Toediening Gereedmaken van medicatie in verpleeg- en verzorgingshuizen, V&VN, 2008.

Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, januari 2015.

Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten, ActiZ, GGZ Ned., IGZ, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN, VWS,ZN, FNT, NMT en VGN, 2008.

Risicovolle medicatie in verband met dubbele controle, KNMG, 2013.

Circulaires en rapporten:

Bulletin ‘Het mag niet, het mag nooit: seksuele intimidatie door hulpverleners in de gezondheidszorg’, IGZ, augustus 2004.

Cultuuromslag terugdringen vrijheidsbeperking bij kwetsbare groepen in langdurige zorg volop gaande, duidelijke ambities voor 2011 nodig, IGZ, december 2010.

De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg, Nivel, 2012.

Extra inspanning noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperking in langdurige zorg, IGZ, 2012.

Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg en zorg thuis, IGZ, 2011.

(18)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

- Overzicht van zorgprofielen cliënten van de bezochte locatie;

- Overzicht fte’s/dienstroosters zorgverleners op de bezochte locatie(s);

- Overzicht van MIC-meldingen;

- Inschrijving voor klachtenregeling;

- Protocol ‘Melden Incidenten Cliënten’;

- In- en exclusiecriteria;

- Opleidingsplan;

- Medicatiebeleid;

- Meldcode Huiselijk geweld en mishandeling;

- Notulen bestuursoverleg (31 mei 2021 en 13 juli 2021);

- Notulen teamoverleg (11 mei 2021 en 21 juni 2021);

- Draaiboek bij verdenking van een COVID-19 besmetting;

- Nieuwsbrief voor cliëntvertegenwoordigers (mei en juni).

(19)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ultimo 2015 bestaat deze schuld grotendeels uit in december ontvangen giften bestemd voor de bouw van de vakschool. BATEN

Implementatie nieuwe medische hulpmiddelen, apparatuur en technieken Maatregel: zorg voor een beleid met betrekking tot de aanschaf, onderhoud en afstoting van medische

De belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechlstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen,

2) het stimuleren van de kennis van, en publieke interesse in het Oude Egypte. De door de stichting ontplooide activiteiten hebben positief bijgedragen aan het

Eliakim en Denise willen de technische school rustig opbouwen, net zoals zij de basisschool gebouw voor gebouw en klas voor klas hebben opgebouwd.. De prioriteit ligt bij landbouw-

Indien in deze vergadering niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal binnen veertien dagen na het houden van de eerste vergadering een tweede vergadering

Eliakim en Denise willen de technische school rustig opbouwen, net zoals zij de basisschool gebouw voor gebouw en klas voor klas hebben opgebouwd.. De prioriteit ligt bij landbouw-

Zo ziet en hoort de inspectie tijdens gesprekken, observaties en dossierinzage dat zorgverleners op de pg-afdeling voor iedere cliënt werken met een zorgleefplan en