Identiek aan het digitaal ingediende verslag
1
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 31 mei 2013
Gegevens onderneming: : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid LilaBlij B.V., gevestigd en kantoorhoudende te (3068 GX) Rotterdam aan de Imkerstraat 16
Insolventienummer : F.10/12/332
Rechtbank : Rotterdam
Datum uitspraak : 8 mei 2012
Curator : mr. S.A.H.J. Warringa
Rechter-commissaris : mr. C. van Steenderen-Koornneef
Op verzoek van : de Ontvanger van de Belastingdienst/Rijnmond Activiteiten onderneming : het verzorgen van kinderdagopvang middels
dagopvang en buitenschoolse opvang Omzetgegevens : omzet 2010: nihil
omzet 2011 t/m 31 augustus 2011: EUR 75.405 omzet 2012: (nog) niet bekend
Personeel gemiddeld aantal : circa 3
Verslagperiode : 11 december 2012 tot en met 31 mei 2013 Vorige verslagen : 1e verslag van 11 juni 2012
2e verslag van 11 december 2012
Bestede uren in verslagperiode : 17,9 uur, dit faillissement wordt boekhoud- kundig geconsolideerd afgewikkeld met de faillissementen van mevrouw M.E. Molly en VillaBlij B.V.
Bestede uren totaal : 219,2 uur
Aantal bijlagen : 1. Tussentijds financieel verslag 2. Crediteurenlijsten
_________________________________________________________________________
In lijn met de uitspraak van Hoge Raad van 21 januari 2005 (JOR 2005/104) wordt
opgemerkt dat dit verslag niet beoogt om verantwoording af te leggen over de stand van de boedel of een volledig inzicht te geven. Individuele schuldeisers kunnen geen rechten ontlenen aan dit verslag.
2
1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie
De besloten vennootschap LilaBlij B.V. (“Curanda”) is door haar enig bestuurder en enig aandeelhouder Mollyblij B.V. (“Mollyblij”) op 15 juni 2010 opgericht. Mollyblij is sinds de oprichting van Curanda enig bestuurder en enig aandeelhouder van Curanda gebleven. Mollyblij is tevens enig bestuurder en enig aandeelhouder van VillaBlij B.V.
(“VillaBlij”), welke vennootschap eveneens op 8 mei 2012 failliet is verklaard.
Curanda en VillaBlij zijn derhalve zustervennootschappen.
Enig bestuurder en enig aandeelhouder van Mollyblij is mevrouw M.E. Molly (“Molly”). Molly verkeert sinds 15 december 2011 in staat van faillissement.
Curanda maakt geen deel uit van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en/of voor de omzetbelasting.
Geplaatst en gestort kapitaal EUR 18.000
Aandelenvolstorting
Verwezen wordt naar punt 10.3 van dit verslag.
Winst en verlies
Het resultaat na belastingen van Curanda bedroeg over het boekjaar 2010 EUR 3.053 (verlies).
Het resultaat na belastingen van Curanda bedroeg over het boekjaar 2011 tot en met 31 augustus 2011 EUR 9.795 (verlies).
Het resultaat na belastingen van Curanda over het boekjaar 2012 tot datum faillissement is (nog) niet bekend.
De resultaten over het boekjaar 2010 en over het boekjaar 2011 tot en met 31 augustus 2011 zijn verkregen uit de door Benard Accountants te Capelle aan den IJssel opgemaakte tussentijdse cijfers per 31 augustus 2011 van Curanda.
1.2 Balanstotaal
Het balanstotaal van Curanda bedroeg ultimo 2010 EUR 15.077.
3
Het balanstotaal van Curanda bedroeg per 31 augustus 2011 EUR 355.390.
Het balanstotaal van Curanda per datum faillissement is (nog) niet bekend.
De balanstotalen van ultimo 2010 en per 31 augustus 2011 zijn verkregen uit de door Benard Accountants te Capelle aan den IJssel opgemaakte tussentijdse cijfers per 31 augustus 2011 van Curanda.
1.3 Eigen vermogen
Het eigen vermogen van Curanda bedroeg ultimo 2010 EUR 14.947.
Het eigen vermogen van Curanda bedroeg per 31 augustus 2011 EUR 5.152.
Het eigen vermogen van Curanda per datum faillissement is (nog) niet bekend.
De eigenvermogensposities van ultimo 2010 en per 31 augustus 2011 zijn verkregen uit de door Benard Accountants te Capelle aan den IJssel opgemaakte tussentijdse cijfers per 31 augustus 2011 van Curanda.
1.4 Lopende procedures
Vooralsnog is niet gebleken dat Curanda thans bij één of meer lopende procedures is betrokken. Een en ander is in onderzoek.
1.5 Verzekeringen
De lopende verzekeringen zijn in onderzoek.
Derde verslag:
Een aantal bedrijfsverzekeringen stonden op naam van Molly. Deze zijn tegen de kortst mogelijke termijn opgezegd. Er is geen sprake van premierestitutie.
1.6 Huur
Niet van toepassing. Curanda maakte zonder daarvoor een vergoeding te betalen gebruik van de ruimten op een school te Rotterdam-Ommoord.
1.7 Oorzaak faillissement
De curator heeft op faillissementsdatum (8 mei 2012) met Molly, middellijk bestuurder van Curanda, een bespreking gehad te Capelle aan den IJssel aan de
4
Wormerhoek 2. Mede naar aanleiding van dat gesprek is de eerste indruk dat de volgende oorzaken aan het faillissement ten grondslag liggen.
De administratie van Curanda was niet goed op orde. Er is geen goed onderscheid te maken tussen de onderneming van Curanda, de onderneming van VillaBlij en de (vermeende) ingebrachte onderneming van de eenmanszaak van Molly in Curanda dan wel VillaBlij. Zo is niet goed inzichtelijk gebleken bij welke persoon de
werknemers in dienst waren vanaf de datum van oprichting van Curanda (bij Molly, VillaBlij of Curanda). Ook zijn er op naam van Molly in privé zakelijke verzekeringen voor Curanda en VillaBlij afgesloten.
Omdat het onderscheid tussen (de ondernemingen van) Curanda, VillaBlij en Molly niet makkelijk te maken viel, heeft de Belastingdienst gemeend het faillissement van Molly in privé aan te vragen vanwege niet afgedragen loonheffingen. Dit faillissement is op 15 december 2011 uitgesproken. In een later stadium, na aanvullend onderzoek van de Belastingdienst, bleek dat, hoewel uit de aanwezige (loon)administratie bleek dat een aantal zaken door elkaar heen lopen, het personeel feitelijk vanaf 1 januari 2011 niet meer in dienst is bij (de eenmanszaak van) Molly, maar bij Curanda dan wel VillaBlij. Dit had tot gevolg dat de vordering van de Belastingdienst in het faillissement van Molly werd verminderd, maar dat de vorderingen van de Belastingdienst (ter zake van niet betaalde loonheffingen) op Curanda en VillaBlij dienden te worden
verhoogd.
Curanda liet naast de Belastingdienst ook andere crediteuren onbetaald. Als oorzaken daarvoor kunnen worden genoemd dat baten achterbleven bij de kosten. Curanda had een relatief beperkt aantal klanten (circa 18), terwijl de debiteurenincasso onvoldoende op orde leek.
Een en ander is onderwerp van nader onderzoek.
2. Personeel
2.1 Aantal ten tijde van faillissement
Circa 3 medewerkers waren in dienst van Curanda.
2.2 Aantal in jaar vóór faillissement Onbekend.
5
2.3 Datum ontslagaanzegging
Na verkregen toestemming van de rechter-commissaris is de medewerkers op 11 mei 2012 ontslag aangezegd.
De curator is in contact getreden met het UWV en deze heeft op 24 mei 2012 een bijeenkomst georganiseerd op het bedrijf. De medewerkers zijn daar in de
gelegenheid gesteld formulieren in te vullen en in aanmerking te komen voor een WW-uitkering en voor betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld. Ook konden zij zich inschrijven als werkzoekende bij het CWI.
3. Activa
3.1 Onroerende zaken.
Geen.
3.2 Inventaris, bedrijfsmiddelen en voorraden Geen.
3.3 Onderhanden werk Geen.
3.4 Goodwill c.q. klantenbestanden
Volgens Molly, middellijk bestuurder van Curanda, bediende Curanda in het kader van buitenschoolse opvang op de betreffende school circa 18 kinderen. De
ondernemingen van Curanda en VillaBlij zijn door MaXice Kinderdagverblijf overgenomen voor een bedrag van EUR 40.000 zonder btw. Dit bedrag is door de boedel ontvangen.
3.5 Bodemvoorrecht fiscus
De fiscus heeft het faillissement van Curanda aangevraagd. Er zijn in ieder geval fiscale schulden ter zake van Loonbelasting over november 2011 – maart 2012 en een te verwachten claim omzetbelasting ex artikel 29 lid 2 Wet Omzetbelasting. Er is echter geen sprake van bodemvoorrecht van de fiscus, nu er geen sprake is van een bodem van Curanda. De bodem waarop Curanda haar onderneming voert, op de school te Rotterdam-Ommoord, behoort niet aan haar in eigendom toe.
6
4. Eigendomsvoorbehoud 4.1 Eigendomsvoorbehoud
Vooralsnog niet van toepassing.
4.2 Reclamerechten Niet van toepassing.
4.3 Retentierechten Niet van toepassing.
5. Debiteuren
5.1 Omvang debiteuren
Blijkens een ontvangen debiteurenoverzicht van de accountant is de
debiteurenpositie als volgt. Curanda heeft nog een totaalbedrag van circa EUR 100.000 te vorderen van debiteuren. Veel van de openstaande posten hebben betrekking op oude facturen, zodat bezien moet worden welk gedeelte van het bedrag van EUR 100.000 daadwerkelijk geïnd kan worden.
De vorderingen op debiteuren zijn echter verpand aan de ING Bank N.V. De
verpanding van debiteuren heeft door middel van een verzamelpandakteconstructie plaatsgevonden. De laatst geregistreerde verzamelpandakte is op 7 mei 2012
geregistreerd. Overleg met de ING Bank N.V. omtrent de incasso van
debiteurenvorderingen en een eventuele boedelbijdrage zal binnenkort plaatsvinden.
Tweede verslag:
In juli 2012 is, na verkregen toestemming van de rechter-commissaris, een
incassobureau op no cure no pay basis ingeschakeld om de – uit de boekhouding van curanda blijkende – vorderingen op debiteuren te incasseren. Deze vorderingen zijn aan de ING Bank N.V. verpand. Met de bank is overeengekomen dat de boedel de vorderingen op debiteuren tegen een boedelbijdrage van 25% laat incasseren.
Tot op heden is een bedrag van EUR 285,33 aan vorderingen op debiteuren van curanda geïncasseerd, waarvan een bedrag van EUR 71,33 als boedelbijdrage de boedel toekomt. In totaal is in de geconsolideerde faillissementen een bedrag van EUR 5.271,94 aan vorderingen op derden geïncasseerd. In de komende
7
verslagperiode zal moeten worden geïnventariseerd of verdere incassomaatregelen opportuun zijn.
Derde verslag:
Na verkregen toestemming van de rechter-commissaris op 16 mei 2013 is de incasso op vorderingen van debiteuren van Curanda en LilaBlij gestaakt. In totaal is een bedrag van EUR 10.130,14 (Curanda: EUR 1.690,05, VillaBlij: EUR 8.440,09)
geïncasseerd. De incasso in Curanda is geschied voor de ING als panhdhouder tegen een boedelbijdrage van 25%, zodat van de geïncasseerde gelden een bedrag van EUR 422,51 als boedelbijdrage in de boedel vloeit.
Hoewel de incasso op basis van no cure no pay is uitgevoerd, heeft de incasso toch de nodige tijd en moeite gekost. Het incassobureau kwam veelvuldig terug naar de boedel als opdrachtgever met veel vragen naar aanleiding van de incasso alsmede met betwistingen van debiteuren. Nu de debiteurenadministratie van Curanda en LilaBlij niet op orde was en verre van volledig, is het beantwoorden van deze vragen en het reageren op betwistingen zeer moeizaam en tijdrovend gebleken.
6. Bank/zekerheden 6.1 Vordering van de bank
Curanda genoot krediet van de ING Bank N.V., bestaande uit de werk- en
kapitaalkrediet en een investeringslening. De totale vordering van ING Bank N.V. op Curanda bedroeg per datum faillissement EUR 50.501,33 te vermeerderen met vooralsnog pro memorie gestelde posten.
Daarnaast hield de bank een rekening-courantrekening aan bij de Rabobank Rotterdam. Deze rekening bedroeg per faillissementsdatum een bescheiden creditsaldo van EUR 1.199,90. Het creditsaldo is aan de boedel overgemaakt.
Derde verslag:
Het creditsaldo betrof niet EUR 1.199,90, doch EUR 300. Dat bedrag is door de boedel ontvangen.
6.2 Lease
Niet van toepassing.
8
6.3 Beschrijving zekerheden
De ING Bank N.V. heeft tot zekerheid van haar vordering de volgende zekerheden verkregen. Een pandrecht op de bedrijfsactiva, omvatten in ieder geval de algehele bedrijfsuitrusting (inclusief machines en transportmiddelen), tegoeden, vorderingen en voorraden met inbegrip van de goodwill. De curator stelt zich op het standpunt dat een pandrecht op goodwill niet mogelijk is.
7. Doorstart/voortzetten 7.1 Exploitatie
De curator heeft de onderneming van Curanda met het oog op het bereiken van een doorstart in de periode van 8 mei tot en met 31 mei 2012 tijdelijk voortgezet. Ten eerste kon op deze manier de waarde van de onderneming – met het oog op een te bereiken doorstart – worden behouden. Ten tweede werd op deze manier de
overeenkomsten met de ouders/klanten zo veel mogelijk gestand gedaan. De meeste ouders hadden over de maand mei 2012 al betaald.
Het voortzetten heeft EUR 800 gekost aan kosten voor eten, drinken en luiers.
Daarnaast is circa EUR 700 betaald voor de huur van een Dacia Logan voor het ophalen en thuis brengen van kinderen die via de buitenschoolse opvang bij Curanda werden opgevangen.
7.2 Doorstart
Er is een doorstart gerealiseerd. De onderneming van Curanda, feitelijk bestaande uit het klantenbestand, is door MaXice Kinderdagverblijf overgenomen. Tezamen met het klantenbestand van VillaBlij heeft MaXice voor het klantenbestand van Curanda EUR 15.000 betaald. Verwezen wordt naar het verslag in het faillissement van VillaBlij.
8. Administratie
8.1 Toestand administratie
De administratie van Curanda werd gezamenlijk met de administratie van VillaBlij gevoerd op het bedrijf van VillaBlij.
De administratie van de onderneming van Curanda werd gevoerd door één administratief medewerker op het bedrijf zelf. De overige administratie werd
verzorgd door Benard Accountants te Capelle aan den IJssel. De curator is momenteel
9
doende de digitale (financiële) administratie en andere administratieve stukken veilig te stellen. De toestand van de administratie is onderwerp van nader onderzoek. De eerste indruk is dat de administratie van Curanda niet op orde is.
De curator heeft de beschikking gekregen over de jaarrekening 2010 van Curanda alsmede tussentijdse cijfers per 31 augustus 2011 van Curanda.
Derde verslag:
Onderzoek door de curator wijst uit dat de administratie, zoals bijvoorbeeld de debiteurenadministratie, niet volledig en juist is. Uit de administratie kunnen de rechten en verplichtingen van Curanda niet volledig en juist worden gekend.
8.2 Goedkeuring verklaring accountant
De tussentijdse cijfers per 31 augustus 2011 van Curanda gaan vergezeld van een samenstellingsverklaring van Benard Accountants te Capelle aan den IJssel.
9. Pauliana/verrekening 9.1 Verdachte transacties
In onderzoek.
Derde verslag:
Het onderzoek heeft geen feiten en omstandigheden opgeleverd die wijzen op paulianeus handelen.
9.2 Maatregelen In onderzoek.
Derde verslag:
Niet van toepassing.
10. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht
In onderzoek.
Derde verslag:
10
Naar het oordeel van de curator is niet voldaan aan de boekhoudplicht. De
administratie, zoals bijvoorbeeld de debiteurenadministratie, is niet volledig gebleken.
Uit de administratie kunnen de rechten en verplichtingen van Curanda niet volledig en juist worden gekend.
10.2 Depot jaarrekeningen
Curanda is op 15 juni 2010 opgericht. De jaarrekening over boekjaar 2010 is op 25 mei 2011, en daarmee tijdig, gedeponeerd.
10.3 Stortingsverplichting aandelen
Blijkens de akte van oprichting van Curanda, welke in het bezit is van de curator, zijn de aandelen volgestort. Onderzocht moet worden of de volstorting inderdaad heeft plaats gevonden.
10.4 Onbehoorlijk bestuur
In onderzoek. De curator heeft aanwijzingen dat, nu de administratie van Curanda niet op orde lijkt te zijn en gelet op overige gebleken omstandigheden, er gronden zijn voor aansprakelijkstelling van Molly op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Gelet op de geconsolideerde afwikkeling van de faillissementen van Curanda, LilaBlij en Molly is het niet opportuun het om thans verder onderzoek te doen.
11. Fiscus/UWV/overige preferente vorderingen 11.1 Vorderingen van de fiscus
Het faillissement wordt boekhoudkundig geconsolideerd afgewikkeld met het faillissement van Molly en VillaBlij. In totaal heeft de Belastingdienst tot op heden EUR 118.871,30 als preferente vorderingen bij de curator ingediend
Tweede verslag:
In totaal heeft de Belastingdienst tot op heden EUR 165.788 aan erkende en een bedrag ad EUR 7.165 aan betwiste preferente vorderingen bij de curator ingediend.
Derde verslag:
In totaal heeft de Belastingdienst tot op heden EUR 145.535 aan preferente vorderingen bij de curator ingediend. De Belastingdienst heeft verschillende
vorderingen tweemaal ingediend. Deze dubbele vorderingen zijn inmiddels verwijderd.
11
11.2 Vorderingen van het UWV
Het faillissement wordt boekhoudkundig geconsolideerd afgewikkeld met het
faillissement van Molly en VillaBlij. Het UWV heeft tot op heden geen vordering bij de curator aangemeld.
Derde verslag:
Het UWV heeft nog steeds haar vorderingen niet ingediend. Inmiddels is het UWV verzocht haar vorderingen nu snel kenbaar te maken, zodat de faillissementen kunnen worden opgeheven.
11.3 Overige preferente crediteuren
Het faillissement wordt boekhoudkundig geconsolideerd afgewikkeld met het
faillissement van Molly en VillaBlij. Er heeft zich tot op heden een overige preferente crediteur gemeld met een vordering van EUR 4.098,30.
Tweede verslag:
In totaal hebben twee overige preferente crediteuren een vordering ingediend van in totaal EUR 6.580,04.
12. Crediteuren
12.1 Aantal concurrente crediteuren
Het faillissement wordt boekhoudkundig geconsolideerd afgewikkeld met de faillissementen van Molly en VillaBlij. Het aantal concurrente crediteuren betreft voorlopig in totaal 65.
Tweede verslag:
Het aantal concurrente crediteuren is opgelopen tot 83.
Derde verslag:
Het aantal concurrente crediteuren dat een vordering heeft ingediend is opgelopen tot 88.
12.2 Bedrag concurrente crediteuren
12
Het faillissement wordt boekhoudkundig geconsolideerd afgewikkeld met de faillissementen van Molly en VillaBlij. In totaal is tot op heden EUR 344.667,63 aan concurrente vorderingen bij de curator ingediend.
Tweede verslag:
In totaal is tot op heden EUR 389.499,05 aan concurrente vorderingen bij de curator ingediend.
Derde verslag:
In totaal is tot op heden EUR 447.895,15 aan concurrente vorderingen bij de curator ingediend.
12.3 Wordt het een eigenlijke opheffing of een vereenvoudigde afwikkeling?
In dit stadium is het nog te vroeg om uitspraak te doen over de wijze van afwikkeling.
Derde verslag:
Het gerealiseerde boedelactief is niet voldoende om alle boedelvorderingen te kunnen betalen. Daarom zullen de geconsolideerd af te wikkelen faillissementen bij gebrek aan baten worden opgeheven. Dat betekent concreet dat preferente en concurrente schuldeisers geen uitkering tegemoet kunnen zien.
12.4 Wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?
Nog niet bekend.
Derde verslag:
Nee, zie punt 12.3 van dit verslag.
Tweede verslag:
12.5 Boedelcrediteuren
Het faillissement wordt boekhoudkundig geconsolideerd afgewikkeld met de faillis- sementen van Molly en LilaBlij. Er heeft zich één boedelcrediteur aangemeld met een totaalbedrag van EUR 32.755,04.
Derde verslag:
13
In totaal hebben twee boedelcrediteuren een vordering ingediend. Het totaal beloopt thans EUR 37.600,85.
13. Rechtbank
13.1 Toestemming afkoelingsperiode/voortzetten onderneming
De rechter-commissaris heeft op 11 mei 2012 toestemming verleend voor continuering van de onderneming van Curanda.
13.2 Toestemming ontslag personeel
Op 10 mei 2012 is machtiging verkregen van de rechter-commissaris om het in dienst zijnde personeel te mogen ontslaan.
13.3 Toestemming activatransacties
De rechter-commissaris heeft op 23 mei 2012 en op 1 juni 2012 (zo nodig met terugwerkende kracht) toestemming verleend voor het aangaan van de activatransactie met MaXice in het kader van de doorstart.
13.4 Toestemming procederen Nog niet van toepassing.
13.5 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend.
Derde verslag:
In de komende verslagperiode zal, nadat UWV nu spoedig haar vorderingen heeft ingediend, de geconsolideerd af te wikkelen faillissementen bij gebrek aan baten worden opgeheven.
13.6 Toestemming inschakeling incassobureau
De rechter-commissaris heeft op 12 juli 2012 toestemming verleend om het door curanda reeds gebruikte incassobureau op no cure no pay basis door de boedel te laten inschakelen.
13.7 Plan van aanpak
14
In de komende periode zullen met name de volgende onderwerpen aandacht verkrijgen:
a. onderzoek naar de oorzaak van het faillissement en de financiële administratie;
b. inventarisatie van de crediteuren;
c. afspraken maken met ING Bank N.V. omtrent incasso van de debiteuren van Curanda;
d. onderzoek bestuursaansprakelijkheid;
e. reguliere faillissementswerkzaamheden.
Tweede verslag:
a. onderzoek naar de oorzaak van het faillissement en de financiële administratie;
b. inventarisatie van de crediteuren;
c. afronden incasso van debiteuren;
d. reguliere faillissementswerkzaamheden.
Derde verslag:
In de komende verslagperiode zal, nadat UWV nu spoedig haar vorderingen heeft ingediend, de geconsolideerd af te wikkelen faillissementen bij gebrek aan baten worden opgeheven.
14. Garantstellingregeling
Vooralsnog niet van toepassing.
Derde verslag:
Niet van toepassing.
15. Overig
Het boedelsaldo van de geconsolideerd af te wikkelen faillissementen van VillaBlij, LilaBlij en Molly bedraagt thans EUR 63.097,89.
Indiening volgend verslag: 30 november 2013 Rotterdam, 31 mei 2013
mr. S.A.H.J. Warringa curator