• No results found

Boekverslag Nederlands De vloek van Polyfemos

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boekverslag Nederlands De vloek van Polyfemos"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boekverslag Nederlands De vloek van Polyfemos door Evert Hartman

Boekverslag door een scholier 2e klas vwo

4504 woorden 17 jaar geleden

7,3

100 keer beoordeeld

Auteur Evert Hartman

Genre Geschiedenis, Jeugdboek

Eerste uitgave 1994

Vak Nederlands

A De Zakelijke gegevens

De titel: De vloek van Polyfemos.

De schrijver: Evert Hartman.

De uitgever: Lemniscaat.

Het aantal hoofdstukken: 28.

Het aantal bladzijden: 219.

Het genre: Mythologie.

Het thema: Mythische verhalen van Odysseus.

B.1 De korte inhoud

Deel 1

Odysseus staat bekend om zijn listen. Door zijn briljante idee van het grote houten paard, waarin soldaten waren verstopt, werd Troje na 10 jaar belegering eindelijk ten val gebracht. Nu keert hij met zijn mannen terug naar Ithaka, maar het zit hen niet mee. Als ze voor voedsel aan land willen gaan worden ze

aangevallen door Kikonen. Door deze hevige strijd zijn veel van zijn mannen afgeslacht. Als ze weten te ontvluchten steekt er een hevige storm op die door Poseidon (de god van de zee) gemaakt is. Hierdoor raken ze uitkoers en belanden ze op het eiland van de Kyklopen(eenogige reuzen). Odysseus is al de vijand van Poseidon, maar om het nog erger te maken steekt hij het oog van de Kykloop Polyfemos uit die de zoon van Poseidon is. Dagen roeiden ze over het water en kwamen op het eiland van Aiolos (heerser over alle winden). Hier kregen een zakje waren alle winden zaten behalve de westen wind. Hierdoor kwamen ze na 10 dagen vlak voor de kust van Ithaka. Maar door een paar ontrouwe bemanningsleden die het zakje open deden werden ze weer weg geblazen van Ithaka. Ze kwamen weer bij Aiolos die nu woest op ze was.

Toen stuitte ze op het eiland van de Laistrygonen en Antifaten. Ook dit waren reuzen alleen waren zei

(2)

erger dan Kyklopen. De 11 schepen waar hij leider van was legden aan in een haven. Behalve het schip van Odysseus die bleef aan de rand van de haven. Onverwacht kwamen de Laistrygonen en de Antifaten en begonnen met rotsen op hun schepen te gooien. De 11 schepen zonken maar het schip van Odysseus kon vluchten. Alleen hadden zwaar geleden, ze konden alleen nog maar dobberen. Zo kwamen ze op het eiland Aia. Dit eiland werd bewoond door Kirke, een godin en tovenares. Na een lang verblijf op dit eiland werden ze uiteindelijk geholpen hoe ze moesten varen. Maar de weg die ze moesten nemen was geen prettige. Ze moesten naar de onderwereld, het schimmenrijk. Ze moesten daar een ziener die Teiresias heette vragen hoe ze terug moesten komen. Om hem dit te vragen moesten ze een kuil maken met daarin schapenbloed.

Toen het er een plasje in lag schoten er schimmen uit. Hij zag o.a. zijn moeder en Agamemnon die hem zei dat er mensen waren die het op zijn zoon voorzien hadden. Ook zag hij Elpenor. Hij was per ongeluk gestorven maar zijn lichaam lag nog steeds onbegraven. Dit was gebeurd bij Kirke. Hij vroeg daarom aan Odysseus of hij hem wilde begraven. Ze voeren terug naar Het eiland van Kirke, begroef Elpenor.

Odysseus dacht dat Athene, zijn beschermgodin, hem verlaten had. Maar hij hoorde van Kirke welke gevaren hij moest trotseren. Toen ze daar klaar waren wisten ze dat ze langs de Sirenen, de zeshoofdige demon Skylla en de verwoestende draaikolk Charybdis. Ze had dit nieuws van Athene. En gingen toen in de richting van Sirenen. Bij de Sirenen moesten ze hun oren dicht stoppen met wax en gewoon door varen.

Hier door zouden ze het lied niet horen dat ze zou verleiden om met hen mee te gaan. Ze zouden denken dat ze mee gingen met engelen, maar in werkelijkheid zijn het vleesetende demonen. Odysseus zou het zelf wel horen dus daarom moest hij stevig aan de mast worden vast gebonden. En als hij wilde losbreken dan moest hij alleen maar steviger vast gebonden worden. Ze moesten gewoon blijven door roeien en niet naar de bevelen van Odysseus luisteren om hem los te maken. Toen ze er kwamen deden ze wat ze

moesten doen. Een paar dagen later nadat ze de Sirenen voorbij waren gegaan kwamen ze bij Charybdis.

Hier moesten aan de kant varen waar geen grot zat, want naast de draaikolk zat in die grot Skylla. Kirke zei dat ze dit monster niet met wapens aan konden, maar Odysseus dacht dat hij dat toch wel kon. Dus hij voer gewapend langs de grot, maar opeens vlogen er pijlsnel zes hoofden uit de grot en alle zes grepen ze een man. Odysseus was verbijsterd. Het enige wat hij hoorde was dat Polites zei: Roeien, NU! Na dit gevaar kwamen ze bij een rustig eiland dat ongevaarlijk leek. Er liep veel vee en het landschap was betoverend. Maar Odysseus wist dat dit het eiland Thrinakia was van de zonnegod Helios. Ze moesten de runderen niet afslachten, omdat deze ook van Helios waren. Als ze deze zouden afslachten waren ze verdoemd. Daarom wilde Odysseus hier niet aanmeren, maar de bemanning dacht daar anders over.

Odysseus vond het niet fijn, maar zijn bemanning had het gezworen bij de goden dat ze runderen met rust lieten. Maar toen ze daar aan land gingen sloeg het weer om. Het werd verschrikkelijk. Een storm woede heel lang over het eiland. Daardoor konden ze niet de volgende dag vertrekken. De storm hield lang aan en zelfs zo lang dat het voedsel op ging. Toen ze niks meer hadden, hadden een paar ontrouwe

bemanningsleden een paar runderen geslacht. Het beste vlees offerden ze aan Helios. Toen ze dat gedaan hadden klaarde de lucht op. Odysseus gaf het bevel om te vertrekken. Toen er geen land meer in zicht was stak er weer een storm op. Maar geen gewone. De bliksemschichten kwamen van Zeus( de oppergod).

De goden waren boos op Odysseus en z’n mannen wegens het slachten van de runderen van Helios. Een harde windvlaag blies het zeil zo van de mast. De mast zelf brak ook zo door die wind en ook de erg grote te golven die over het schip heen ging. Het schip zonk met z’n bemanning behalve Odysseus zelf. Hij probeerde snel een vlot te maken en bleef zo drijven. Hij dreef naar het noorden en hij wist dat daar

(3)

Charybdis was. Toen hij weer kracht had om te peddelen met zijn handen probeerde hij daar weg te komen maar hij was er al te dichtbij. Charybdis zoog hem al naar hem toe. Zijn redding was een tak boven de draaikolk. Hij bleef met zijn benen eraan hangen als een vleermuis. Hij bleef hangen en toen spuugden Charybdis van alles uit. Dode vissen, wrakhout en zijn vlot dat uit de kielbalk en de mast. Hij sprong erop en toen gebeurde er een wonder. Er kwam een vriendelijke wind die hem weg van Charybdis en de rotsen blies. Dagen verstreken en pas toen hij weer na een nacht rust wakker werd bevond hij zich op het eiland Ogygia van Kalypso.

Deel 2

Ondertussen was zijn zoon groot geworden. Telemachos heette hij. Hij wilde weten of zijn vader nog leefden, want in het huis waar hij met z’n moeder in woonden zaten vele vrijers die met haar wilde trouwen. Zij heette Penelope en was bloed mooi. Maar ze wilde niet hertrouwen, dus ze verzon de ene leugen na de ander om niet te heven trouwen. Maar de vrijers werden kwaad en Telemachos ging dankzij Mentor (eigenlijk de godin Athene in vermomming) die zei dat hij naar z’n vader opzoek moest. Als hij hem niet vond zou zijn moeder iemand trouwen.

Hij voer naar het eilandje Pylos. De koning van dit eiland was koning Nestor. Deze man zei dat ze het maar aan Menelaos moesten vragen. Deze wijze man was de koning van Sparta. Toen Telemachos bij hem kwam vroeg hij of zijn vader nog leefde. Hij wist dit niet zeker maar hij vroeg het aan de oude zeegod Proteus. Hij zei dat Odysseus nog leefde en dat hij verbleef op het eiland van de nimf Kalypso.

Maar dat hij geen schip, geen zeil, geen riemen en geen vrienden die hem thuis kunnen brengen.

Maar Telemachos had nu goed en slecht nieuws. Het goede was dat zijn vader nog leefde, maar het slechte nieuws was dat hij niet wist waar het eiland van Kalypso lag.

Deel 3

Odysseus dacht over Penelope, zijn vrouw. Hij kon haar niet vergeten. En als hij aan haar dacht ging hij altijd naar de kust. Ook dacht hij aan zijn zoon Telemachos die nu 20 jaar was. Hij zal wel groot en sterk zijn dacht hij. En aan zijn vader. Hij dacht dat hij ook verdriet gestorven zou zijn net als zijn moeder.

Hij liep driftig heen en weer. Toen kwam Kalypso er aan lopen. Ze stond er verslagen bij. Ze zij hem: ‘Je mag weg.’ Odysseus bleef staan alsof hij getroffen was met een bliksemflits van Zeus. Odysseus vroeg:

‘hoe kom je daar opeens zo bij.’ Kalypso vertelde dat de goden dat beschikt hadden. Na zeven lange jaren mocht hij naar Ithaka. Maar toch was hij erg verbaasd, want hij dacht dat hij nooit thuis zou komen.

Odysseus was de volgende dag meteen begonnen om een vlot te maken. Hij maakte een reling, een mast.

En hier aan maakte hij het zeil dat Kalypso had gemaakt. Toen hij de 5e dag klaar was had hij een stevig, zeewaardig en goed bestuurbaar schip gemaakt die hij met een hef boom de zee in werkte.

Toen hij de proviand aan boord had gebracht nam hij afscheid van Kalypso. Hij vertok en toen was hij alleen.

Zeventien dagen lang was hij alleen op zee. Op de 18e dag kreeg hij land in zicht en toen sprong hij op van blijdschap. Maar dat moest hij niet doen. Want meteen daarna kwam er een zacht bries die hem van het eiland weg blies. Deze bries veranderde later in een hevige storm. De golven troffen hem als mokerslagen.

Het roer vloog meteen uit zijn handen. Het vlot begon te tollen en de mast en de ra braken af. Hij greep naar de reling maar de golven sloegen hem de zee in. Odysseus ging onder water en verloor toen zijn richtinggevoel. Hij probeerde naar boven te komen maar alles was zwaar. Het lukte om boven te komen maar het vlot lag 20 ellen van hem af. Worstelend kwam hij bij z’n vlot. Toen hij op zijn vlot was begon het

(4)

hevig te kraken. Hij dacht dat hij zou verdrinken maar toen opeens kwam er een witte gedaante op hem af zweven. Het zei: ‘ Ik ben de zeenimf Leukothea, ik zal je helpen.’

Hij moest alles uit trekken en de sluier van de haar om zijn middel binden. Daarna naar het eiland van de Faiaken zwemmen. Als hij daar was moest hij de sluier met het gezicht afgewent in de zee gooien. Eerst geloofde hij haar niet. Maar toen er ging enkele weg meer uit was deed hij het toch.

Het duurde twee dagen voor hij land zag. Hij zag bergen en bossen. En links daar van stonden witte huizen. Dat gaf hem weer kracht, want na twee dagen zwemmen was hij op. En zwom zo met wilde slagen naar de kust. Maar toen hij probeerde op de gladde en steile rotsen te klimmen kwam er hoge golf die hem eraf schraapte. In zee probeerde hij naar een inham met een strandje te zwemmen. Toen hij daar was viel hij bewusteloos neer. Pas ‘s avonds laat kwam hij weer bij en zocht toen een beschutte plek waar hij de nacht veilig kon doorbrengen. De volgende ochtend kwamen er meisjes de was doen bij een nabijgelegen vijver. Hij vroeg of ze iets hadden om te trekken. Hij vroeg dit aan Nausikaä Hij had het geluk om de dochter van Alkinoös de koning van Scheria. Hij wist nu eindelijk waar hij was, bij de Faiaken. Nausikaä gaf hem wat eten, een *chitron(onderkleding) met een keep. Ze zei dat ze haar moest volgen naar de stad.

Toen hij in de stad was vertelde hij wie hij was en vroeg of ze hem naar hij wilden roeien. Ze vertokken laat in de avond en toen de sterren aan de hemel stonden viel hij in slaap. Toen hij wakker was lag hij op een eiland. Hij zag een jonge man lopen en vroeg op welk eiland hij zat. Tot zijn grote vreugde was dit Ithaka.

Maar toen hij bij ziener bij de onderwereld was zag hij Agamemnon( hij was vermoord door zijn vrouw en haar minnaar). Hij vertelde dat hij aan niemand moest vertellen dat hij er was, want anders zouden ze een aanslag op hem en Telemachos plegen. Odysseus herkende het eerst niet maar toen hij het wist herkende hij alles. Hij vertelde dat hij van een verre tocht kwam, maar toen schoot de jonge man in de lag. Hij vertelde dat hij Pallas Athene(de godin) was. Odysseus was opgelucht. Athene vertelde dat hij Eumaios, zijn zwijnenhoeder moest. Ook vertelde Athene dat Telemachos op Sparta zat om naar Odysseus. Athene ging Telemachos ophalen.

Even later was Athene weg en hij ging naar Eumaios. Toen hij daar was vroeg hij of ze een baantje hadden in het paleis. Maar Eumaios zei dat hij beter bij hem kon blijven om klusjes te doen voor voedsel en

onderdak. En als Telemachos terug was zou hij een chitron met een keep krijgen.

Toen Telemachos de volgende morgen terug kwam, was Odysseus erg verbaasd. De jongen die voor hem stond had hij in 20 jaar niet gezien. Telemachos vroeg Eumaios om naar de stad te gaan om te vertellen dat hij weer terug was. Toen Odysseus Eumaios achterna liep naar buiten zag hij een beeld schone vrouw staan. Hij wist dat dat Athene was. Ze vertelde hem dat hij aan Telemachos moest vertellen dat hij

Odysseus was en een plan maken om alle vrijers het huis te werken. Eerst geloofde Telemachos hem niet, maar toen hij zwoor bij alle goden dat hij z’n vader was zakte Telemachos in elkaar en omhelsde zijn vader van blijdschap. Even later vertrokken ze alle drie. Telemachos ging regelrecht naar het paleis en Odysseus en Eumaios liepen eerst door de stad. Daar ontmoette hij de brutale en onbeschofte geitefokker

Melanthios. Na een flinke woordwisseling gingen ze naar het paleis. Odysseus ging daar wat eten, maar door alle vrijers werd hij behandeld als een zwerver. Verder liet hij alle slavinnen die de fakkels lieten branden naar Penelope gaan om haar te helpen. Hij kon zo daar lang blijven en als al die vrijers sliepen kon hij naar Penelope gaan. Toen ze allemaal sliepen ging hij eerst alle wapens en schilden opbergen in de wapenkamer. Als ze nog in het huis lagen zouden de vrijers zich kunnen verdedigen en zo kon hij heel makkelijk verliezen, want hij was in de minderheid. Toen ze klaar waren moest Telemachos naar zijn kamer gaan. Odysseus zelf ging naar Penelope, want die had naar hem gevraagd. Hij vertelde dat hij Odysseus

(5)

zogenaamd had gezien op Kreta. Voor dit goede nieuws werden zijn voeten gewassen als beloning. Het werd gedaan door Eurykleia de oudste slavin. Maar het liep bijna fout. Want Eurykleia herkende Odysseus aan zijn lichaamsbouw en zijn litteken, want deze vrouw had Odysseus opgevoed en grootgebracht. Toen ze in een keer verstijfde wist hij dat ze zijn nam zou uitschreeuwen maar ze zei het zachtjes. Maar

ondertussen zei hij dat ze niks mocht vertellen aan niemand, want anders zouden de vrijers hem

vermoorden. Hij bedankte Penelope en vertrok voor zijn nachtrust. Die volgende ochtend werd Odysseus wakker door een schreeuw. Hij liep naar het hof het vroeg om een teken van Zeus. Vlak na dat hij het had uitgesproken sloeg er een donderslag in.

Even later kwam hij Eumaios tegen. Ze liepen wat verder en zagen weer Melanthios binnen komen. Na weer een woordwisseling vertrok hij naar de grote zaal. Daarna kwam Filoitios binnen door de poort.

Eumaios vertelde dat hij een prima vent was. Deze Filoitios was koeienherder die was aangesteld door Odysseus zelf. Eumaios en Filoitios zeiden tegen elkaar dat ze Melanthios moesten vermoorden. Ze gingen met z’n drieën naar binnen. Ze zeiden amper wat en Penelope kwam binnen. Ze zei dat wie de boog van Odysseus kon spannen en een pijl door de ringen van twaalf bijlen kon schieten was de gelukkige

waarmee ze ging trouwen. Alle vrijers probeerden het maar geen enkele lukte het. Toen alleen Antinoös en Eurymachos over waren gingen Odysseus, Eumaios en Filoitios naar buiten. Eumaios en Filoitios durfden het niet aan te zien dat een van die twee schoften met hun koningin ging trouwen. Op dat moment vroeg Odysseus wat ze zouden doen als hij terug zou komen. Ze zeiden dat ze hem maar al te graag zouden helpen om al die onbeschofte vlegels het paleis uit te schoppen. Hij vertelde toen dat hij terug was. Hij vertelde wat ze moesten en ze gingen daarna naar binnen. Hij pakte de boog na veel onenigheid tussen hem en Antinoös en hij schoot een pijl heel gemakkelijk door de twaalf ringen van de bijlen. Toen pakte hij een tweede pijl en schoot die door de keel van Antinoös. De vrijers waren allemaal razend. Eurymachos was het volgende doelwit. Maar voor dat hij schoot zei Eurymachos dat ze terug moesten vechten. Hij schoot Eurymachos in het midden die ook onmiddellijk stierf. De vrijers waren allemaal hartstikke bang en probeerde te vluchten door de deuren. Maar de deuren zaten dicht. Dit was het werk van Filoitios en Eurykleia. Ze hadden alle uitgangen dicht gemaakt. De vrijers werden gemakkelijk vermoord en toen ze klaar waren riep hij Eurykleia. Ze moest alle ontrouwe slavinnen halen, want ze moesten het slagveld weer opruimen. Hij vertelde Eumaios en Filoitios dat ze de sletten overhoop moesten steken als ze klaar waren.

Tijdens het gevecht hadden ze probeer Melanthios te vluchten door een raam maar hij werd gesnapt en opgehangen. Na het gevecht hadden ze hem naar beneden gehaald en zijn ballen eraf gerukt. Ook

sneden ze zijn handen en voeten af. Hij stierf dadelijk in zijn eigen bloed. Hij ging zitten en even later kwam Eurykleia met Penelope binnen. Eerst geloofde ze niet dat hij Odysseus was, maar toen ze Eurykleia vroeg of ze zijn bed buiten zijn kamer wilde opmaken en Odysseus reageerde dat zijn bed niet verplaatst kon worden wist ze dat hij het echt was. Ze omhelsde hem en liepen samen naar bed. Hij vertelde zijn hele avontuur en toen hij klaar was viel hij in slaap. De volgende morgen ging hij samen met Telemachos, Eumaios en Filoitios naar zijn vader Laërtes. Hij vertelde eerst een leugen om zijn vader niet meteen te laten schrikken en vertelde toen dat hij terug was en dat alle vrijers dood waren. Ze gingen met z’n allen eten maar om zeker te zijn dat de familie en vrienden geen wraak actie optouw hadden gezet zei hij tegen een slaaf dat hij de poort moest kijken. Hij kwam meteen terug om het slechte nieuws te vertellen.

Odysseus zei dat iedereen zijn wapens moest pakken, ook de slaven. Eupeithes was de vader van Alkinoös en hij had dit voor elkaar gekregen. Toen zag Odysseus de godin Athene. Hij kreeg moet maar voor hij zijn speer kon gooien had zijn vader er al een gegooid naar Eupeithes. De speer ging dwars door zijn helm en

(6)

Eupeithes stierf. Toen Odysseus wilde gaan aanvallen zei Athene dat er vanaf nu geen bloed meer mocht vloeien. Iedereen verstijfde behalve Odysseus zelf. Hij ging door maar voor hij iets kon doen landde er een bliksemschicht voor zijn voeten. Meteen daarna zei een donderende stem: ‘Houdt op met vechten! Vanaf nu is er vrede op Ithaka!’

B.2a Wie is de hoofdrolspeler?

Odysseus

B.2b Is het een volledig gepresenteerd persoon?

Ja, want in het verhaal worden zijn gevoelens en gedachten besproken maar er wordt ook gezegd hij doet en voelt.

blz-9: Hij hief zijn zwaard, maar aarzelde toch.

Hij twijfelde.

Gezegd door de schrijver.

blz-36 : ‘Ik zeg toch: laat me nadenken!’

Hij was geïrriteerd.

Gezegd door Odysseus.

blz-57: Verpletterd van schrik en angst keerde Odysseus zich om.

Hij was bang.

Gezegd door de schrijver.

blz-97: Odysseus vloog meteen op.

Hij was kwaad.

Gezegd door de schrijver.

blz-132: Odysseus bleef staan alsof Zeus hem met zijn bliksem had getroffen.

Hij was geschrokken en verbaasd.

Gezegd door de schrijver.

blz-154: Hij zei: ‘Je bent ook niets veranderd!’

Hij was niet veranderd.

Gezegd door de godin Pallas Athene

blz-167: Odysseus deed een stap naar voren en omklemde zijn stok.

Hij was kwaad.

Gezegd door de schrijver.

blz-178: ‘U schijnt uzelf ook belangrijk te vinden!’ snauwde Odysseus.

Hij verafschuwde Eurymachos.

Gezegd door Odysseus.

blz-199: Als je klaar bent steek je die sletten overhoop.

Hij minachtte de ontrouwe slaven.

Gezegd door Odysseus.

(7)

blz-208: De tranen stroomden Odysseus over zijn wangen.

Hij was ontroerd.

Gezegd door de schrijver.

Hoe ziet hij eruit?: Odysseus is een grote, sterke en forse man met blond haar en blauwe ogen.

B.2.c: Wat is jouw mening over de hoofdpersoon?

Ik vind Odysseus erg dapper door zijn gevechten tegen al zijn vijanden. Ik vind hem ook slim, omdat hij steeds een list verzint om de tegenstander te verslaan. Maar hij was ook dom, omdat hij Poseidon en zijn zoon Polyfemos uitdaagde Verder vind ik hem doorzettend, want ondanks al zijn tegen slagen bleef hij doorgaan om naar Ithaka te komen.

B.2.d: Wie zien de bijfiguren?

Telemachos Polyfemos Penelope Kalypso Polites Kirke

Eumaios Pallas Athene Filoitios Poseidon

Dit zijn de belangrijkste bijfiguren uit het boek. Ze worden niet volledig gepresenteerd, omdat ze geen hoofdpersonen zijn. Ook zijn ze niet volledig gepresenteerd omdat ze in het verhaal niet de hele tijd voorkomen, verder kom je niet te weten wat hun gedachten, hun gevoelens en hun daden zijn.

Hieronder staan de beschrijvingen van de bijfiguren. Ook staat de verhouding van die bijfiguur met Odysseus.

Telemachos: Hij is de zoon van Odysseus. Net als zijn vader is hij groot en sterk, heeft hij blond haar en blauwe ogen. Hij is moedig en zelfstandig, omdat hij zonder vrienden naar vader opzoek ging en omdat hij zijn vader hielp om de vrijers het huis uit te werken terwijl ze erg in de minderheid waren.

Zijn verhouding met Odysseus- hij is in het begin een steun om thuis te komen en later helpt hij hem tegen de vrijers.

Penelope: Zij is de vrouw van Odysseus. Zij is wanhopig en twijfelachtig, omdat ze Odysseus heel erg mistte en omdat ze hem in het begin niet geloofde dat hij terug was.

Haar verhouding met Odysseus- ze is zijn grote liefde, zijn drijfkracht om thuis te komen.

Polites: Hij is een goede vriend van Odysseus. Hij is betrouwbaar en loyaal, omdat hij alle bevelen precies opvolgt ondanks dat ze heel raar zijn en omdat hij Odysseus blijft steunen in moeilijke tijden.

Zijn verhouding met Odysseus- hij is een bemanningslid die hem helpt om thuis te komen.

(8)

Eumiaos: Hij is de varkenshoeder van Odysseus. Hij is erg loyaal en vriendelijk, omdat hij na 20 jaar nog steeds zijn baas Odysseus steunt. Zelfs zo dat hij zijn leven zou geven. En omdat vreemden met

vriendelijkheid behandelt.

Zijn verhouding met Odysseus- een trouwe en behulpzame vriend die hem helpt tegen de vrijers.

Filoitios: Hij is de koeherder van Odysseus. Hij is vriendelijk en behulpzaam, dat hij mensen die onbekend voor hem zijn met respect behandeld en Odysseus na 20 jaar nog steeds helpt.

Zijn verhouding met Odysseus- hij helpt hem ook door de vrijers uit het huis te werken.

Polyfemos: Hij is een eenogige reus en de zoon van Poseidon. Het is een onmenselijke en krachtige reus, omdat hij een paar van de bemanningleden op at en omdat hij met gigantische stenen kon gooien.

Zijn verhouding met Odysseus- hij werkt Odysseus tegen door hem te vervloeken.

Kalypso: Ze is een godin die Odysseus verzorgd als hij zeven jaar op het eiland Ogygia verblijft. Ze is een knappe en aardige vrouw, omdat in het verhaal wordt beschreven dat ze er goed uit ziet en omdat ze Odysseus met veel liefde behandeld.

Haar verhouding met Odysseus- ze helpt Odysseus door hem te verzorgen en voedsel voorraden mee te geven als hij vertrekt.

Kirke: Ze is een godin en tovenares die op het eiland Aia woont. Ze is in het gemeen en aardig, want eerst verandert ze de bemanningsleden in varken en later helpt ze Odysseus om thuis te komen.

Haar verhouding met Odysseus- In het begin werkt ze hem tegen, omdat ze zijn mannen in varkens veranderd en later helpt ze Odysseus, omdat ze hem verzorgd en als hij vertrekt bevoorraad met voedsel.

Pallas Athene: Ze is de godin van de wijsheid. Ze is ook de beschermster van Odysseus. Ze is een bang maar behulpzaam iemand, want ze bang voor haar broer Poseidon en omdat ze Odysseus de hele tijd helpt.

Haar verhouding met Odysseus- ze helpt hem thuis te komen door haar goddelijke krachten te gebruiken.

Poseidon: Hij is de god van de zee. Hij is de vader van Polyfemos en wordt ook wel de Aardschokker genoemd. Het is een gevaarlijk en gemeen iemand, want hij gebruik al zijn om Odysseus dood en anders voor eeuwig ongelukkig te maken.

B.2.e: De ruimte?

De avonturen van Odysseus spelen zich op Griekenland en de Griekse eilandjes.

Blz-32: Odysseus bereikte de omheining en liep meteen door naar de ingang van de grot.

Blz-65: Hij keerde zich om, baande zich een weg door de struiken en stond pas stil toen hij het huis zag, groot voornaam glanzend en met slanke pilaren – als het paleis van een koningin.

Blz-93: Lief, vredig en goddelijk, zo zag het eiland Thrinakia eruit, toen Odydsseus en zijn mannen aan land gingen.

(9)

Blz-142: De zaal waarin hij zich nu in bevond was langgerekt met een vloer van gladde stenen.

Blz-179: Leg ze maar boven in een kamer.

De ruimtes die in het boek worden gezegd, worden vaak uitgebreid beschreven. Er worden daarom vaak details genoemd.

B.2.f: De tijd?

Het speelt zich af in de Griekse Oudheid.

blz-211: ‘Onsterflijke goden op de Olympus, wij luisteren naar u.’

B.2.g: Hoe lang duurt het verhaal?

Het verhaal duurt iets langer dan 10 jaar. Ik weet dit omdat dit in het boek wordt verteld. Ze beginnen te vertellen na de val van Troje en eindigen 10 jaar later op Ithaka.

B.2.h: Het probleem?

Wat is het belangrijkste probleem?

- Odysseus moet dodelijke en gevaarlijke gevaren trotseren om thuis te komen.

Heeft dit probleem met de titel te maken en verklaart dit de titel?

- Ja, want nadat Odysseus weet te ontsnappen vervloekt Polyfemos Odysseus. Deze dingen waarmee Polyfemos Odysseus vervloekt gebeuren later in het verhaal.

Heeft de schrijver een bedoeling met het verhaal?

- Niet echt, want het verhaal is er vooral om je te vermaken.

B.2.i: Wat is het climaxmoment?

- Als Odysseus de vrijers uit het huis gooit met Telemachos, Eumaios en Filoitios.

- De schrijver probeert het verhaal spannend te maken door gevaarlijke gebeurtenissen te vertellen. En door deze gebeurtenissen spannend te vertellen.

B.2.j: Het tijdsverloop?

Het verhaal wordt chronologisch verteld, omdat het verhaal achterelkaar wordt verteld.

B.2.i: Het einde?

- Het boek eindigt bij het gedeelte waar Odysseus en zijn vrienden zich moeten verdedigen tegen een wraakactie. Ze staan tegenover elkaar en Odysseus zijn vader Laërtes gooit een speer door het hoofd van Eupeithes. Als dit gebeurd is zegt Pallas Athene dat er vanaf nu geen bloed meer mag vloeien op Ithaka.

Iedereen stopt behalve Odysseus. Net voor dat hij aan valt, valt er een bliksemschicht voor zijn voeten. En

(10)

hij hoort dan de onsterflijke goden van Olympus zeggen: ‘Odysseus, pas op voor de woede van Zeus.

Odysseus stopt met vechten en zegt tegen iedereen: ‘Houdt op met vechten! Vanaf nu is er vrede op Ithaka!’

- Het boek heeft een gesloten einde, omdat het verhaal is afgerond, want Odysseus is thuis gekomen na 20 jaar en op het einde wordt er met een zin aan geduid dat er vanaf nu vrede op Ithaka is. (zie de laatste zin in het stukje hierboven).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

daar in de nacht vol duister, knielend op een steen, was Hij aan het bidden met zijn gevecht alleen.. Vredig groeien rozen, bloesem wonderschoon, maar bij de stenen trappen

Hij droeg mijn straf aan het ruw houten kruis, maar Hij had daar ook weg kunnen gaan.. Hij bleef daar voor mij, verdroeg

Een laag inkomen mag niet betekenen dat u minder goed deel kunt nemen aan de samenleving.. Daarom zijn er regelingen om u

En inderdaad, hoewel er van de zijde der menschen slechts enkel schande is geweest, zoolang Jezus Christus daar hing aan het kruis, toch heeft God reeds gewild, dat

Deze toestemming roept in het hart van de zondaar een begeerte naar Christus op; deze begeerte noemde Driessen nu de eigenlijke geloofsdaad. De begeerte naar en

Bij die keuze willen ze niet enkel hun talenten en voorkeuren een rol laten spelen, maar maken ze plaats voor wat God van hen verlangt.. Acht maanden lang, van okto- ber tot mei,

Als Lilli terugreist naar de tijd van Jezus zingt ze het uit: „Jezus leeft!” © Herman Ricour.

Peter liet zijn haar groeien, rookte, dronk, had een vriendin en wilde niet meer naar school.. Eerst zeiden mijn ouders dat hij zich niet zo