Soest, 20 juni 2018 afdeling
zaaknummer doe.nummer onderwerp
Bedrijfsvoering, team Financiën 2034135
2035437
Informeren over Meicirculaire 2018
Verzonden: 21 juni 2018
Geachte leden van de raad,
Op 1 juni is de meicirculaire 2018 verschenen, waarin de rijksoverheid de gemeenten informeert over de omvang en de verdeling van het gemeentefonds. Dit jaar is al een extra (maart)circulaire verschenen waarin een aantal belangrijke ontwikkelingen zijn geschetst, naar aanleiding van het sluiten van het InterBestuurlijk Programma (IBP). Hierover is de raad geïnformeerd op 3 april 2018. In deze brief schetsen wij de financiële positie van de gemeente Soest als uitkomst van de meicirculaire.
Positief beeld maartcirculaire flink naar beneden bijgesteld
De meicirculaire leidt tot een verslechtering van het financieel meerjarenperspectief. De wijzigingen zijn verwerkt in onderstaande tabel. Het betreft een actualisatie van de tabel uit de voorjaarsnota 2018 (ook opgenomen in de kaderdiscussienota 2019). De budgettaire uitkomsten van de meicirculaire zijn in tabel 2 samengevat. Hieronder volgt een toelichting op het algemene beeld ten opzichte van de maartcirculaire, waarna we ingaan op de ontwikkelingen per onderdeel.
TABEL 1: Verkenning financieel meerjarenperspectief voor de periode 2018-2022
(bedragen x C 1.000)
( bedragen in euro's; - = nadelig/tekort) begroting
2018
meerjarenraming
2019 2020 2021 2022
FMP na mutaties maartcirculaire 2018 en voorjaarsnota 2018 550 1.707 3.251 3.971 3.971
Totaal budgetaanvragen kaderdiscussienota Budgettaire uitkomsten meicirculaire 2018
-265
297 -258 -1.009 -1.414 -1.309
Actueel FMP na verkenning 2018-2022 (structurele beleidsruimte) 581 1.448 2.241 2.557 2.662
De maartcirculaire ging in op de uitkomsten van het IBP, waarin onder andere was afgesproken dat de normeringsmethodiek ('samen de trap op en af') blijft gelden en dat de basis voor de accresberekening breder wordt. Door forse beleidsintensiveringen, hogere loon/prijscompensaties en autonome groei (waaronder zorg en sociale zekerheid) werden er omvangrijke accressen voorzien ten opzichte van de septembercirculaire 2017. De nu uitgekomen meicirculaire geeft een paar maanden later een heel nieuw beeld, met een opvallend hoge korting op de algemene uitkering.
Voornaamste redenen voor de verlaging zijn:
1. Een lagere inflatie ten opzichte van de maartcirculaire. Rijksbreed wordt er minder uitgegeven aan compensatie van lonen en prijzen, vanwege de prijsontwikkeling van het CEP. Doordat de uitkering gekoppeld is aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven zorgt dit voor een lager accres. De bedragen lopen op landelijk niveau op van € 37 miljoen in 2019 tot € 431 miljoen in 2022.
Telefoon: 035-6093411
Bezoekadres: Raadhuisplein 1, Soest Postadres: Postbus 2000, 3760 CA Soest
Internet: www.soest.nl E-mail: postbus2000@soest.nl
2. Een andere rekenmethodiek rondom het BTW- compensatiefonds. Door een nieuwe methodiek van het Rijk vindt er een uitname uit het gemeentefonds plaats die oploopt van landelijke kortingen van € 348 miljoen (2019) tot en met € 570 miljoen in 2022. Zie onder 1. algemene uitkering een nadere
toelichting op deze ontwikkeling en wat dit voor Soest betekent.
In deze brief geven we een nadere vertaling van de uitkomsten van de meicirculaire naar onze
gemeentelijke begroting. Daarbij hebben we, voor zover mogelijk, ook gekeken naar de vertaling aan de lastenzijde.
TABEL 2: Budgettaire uitkomsten meicirculaire 2018 x 1.000; -= budgettair nadelig
1. Algemene Uitkering Gemeentefonds
Ontwikkeling uitkeringsbasis (accres, taakmutaties, maatstaven)
Technische correctie voor indexatie voormalige onderdelen integratie uitkering SD Afrekening accres 2017
Uitname compensatie plafond BTW-compensatiefonds BTW compensatiefonds (correctie op maartcirculaire) Prognose uitkering BTW compensatiefonds
Landelijk overschot op uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom af: uitgavenbudgetten/ stelpost lonen en prijzen
2. Decentralisatie uitkeringen (neutrale wijziging) Verhoogde asielinstroom 2017
af: uitgaven budget asielinstroom Schulden en armoede
af: uitgaven budget schulden en armoede Maatschappelijke begeleiding
af: uitgaven budget maatschappelijke begeleiding Armoedebestrijding kinderen
bij: correctie op uitgavenbudget armoedebestrijding
3. a. Sociaal domein - integratie uitkering 2018 (neutrale wijziging) Decentralisatie AWBZ naar Wmo
Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie Participatiewet Integratie uitkering Wmo af: uitgavenbudget sociaal domein
3.b. Sociaal domein - overheveling inkomsten
Aframing integratie uitkering SD (AWBZ, Jeugd en Participatie) en Wmo Toevoeging onderdelen Sociaal domein aan algemene uitkering Nieuwe integratie uitkeringen:
Integratie uitkering Participatie (nieuwe doelgroepen) Integratie uitkering Voogdij/18+
Technische correctie: daling inkomsten sociaal domein (zie algemene uitkering) Stijging uitgavenbudget sociaal domein financieel kader
Loon/prijsontwikkeling Sociaal domein (correctie op stelpost)
2018
-56
-56
297
112
48 -48 59 -59 5 -5
139 256 33 74 -502
2019
111
-1.045 378 523
-224
49 -49
-4 4
-20.532 17.116
2.890 1.078
-552
2020
-902 697
-1.317 459 659
-604
49 -49
-4 4
-20.496 17.980
2.781 1.078 -697 -646
2021
-1.670 1.243
-1.476 527 738
-775
-4 4
-20.602 18.826
2.723 1.078 -1.243 -782
2022*
-533 1.825
-1.747 527 874
-1.588
-4 4
-20.602 19.617
2.617 1.078 -1.825 -885
-665
TOTAAL BUDGETTAIRE UITKOMSTEN 297 -258 -1.009 -1.414 -1.309
*Het jaar 2022 was nog niet opgenomen in de begroting. Gewoonlijk. worden de ramingen van het laatste jaar overgezet naar het nieuwe jaar. De genoemde afwijkingen zijn daarom ten opzichte van de begroting 2021.
1. Algemene uitkering Gemeentefonds
Ontwikkeling uitkeringsbasis (accres, taakmutaties, maatstaven)
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van 'samen de trap op en samen de trap af hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af methode wordt het accres genoemd.
Vanaf 2019 dalen de accressen ten opzichte van de maartcirculaire 2018 voornamelijk als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Plan Bureau. Op de rijksbegroting wordt voor dat doel minder geraamd. Tevens wordt het effect van lagere gasbaten door een lagere productie zichtbaar. De lagere accressen hebben een structureel karakter en cumuleren dus. In totaal gaat het t/m 2022 om € 431 miljoen. Voor Soest valt het jaar 2019 nog positief uit, met name vanwege bijstellingen in de onderliggende hoeveelheden zoals de OZB- capaciteit.
Technische correctie sociaal domein
De accresverlaging is, naast de bijgestelde lagere loon- en prijsontwikkeling, ontstaan door een
noodzakelijke technische correctie. Er was nog geen rekening gehouden met de indexatie van de integratie- uitkering sociaal domein en doorwerkend daarmee van de maatstaven in de subclusters. De overheveling van onderdelen sociaal domein naar de algemene uitkering, inclusief indexaties, is nu zo vormgegeven dat er geen effect is op de uitkeringsfactor in de toekomst. Daarom moet in deze circulaire vanaf 2020 een korting op de uitkeringsfactor worden toegepast ter waarde van de indexatie. Deze negatieve correctie vindt alsnog plaats bij de meicirculaire ten laste van het financieel kader sociaal domein en ten gunste van de beleidsruimte. Er blijft op totaalniveau wel een verhoging van de inkomsten sociaal domein bestaan ten opzichte van de maartcirculaire vanwege prijscompensatie van 2018 (zie onder 3b Sociaal domein). In deze brief baseren wij ons op de beschikbare informatie vanuit het Ministerie en het adviesbureau Pauw. Bij het Ministerie is er nog onduidelijkheid over de correctie. Mocht er aanvullende informatie beschikbaar komen, zullen wij de raad op dat moment informeren.
Afrekening accres 2017
De definitieve vaststelling van het accres 2017 is € 166 miljoen. Dat is ten opzichte van de
septembercirculaire 2017 een nadelige afrekening van € 23 miljoen op landelijk niveau. De rijksuitgaven waren per saldo lager dan gedacht. Voor Soest gaat het om € 56.000, waarvan de afrekening plaatsvindt in 2018.
BTW compensatiefonds (uitname, correctie en prognose)
Gemeenten kunnen de BTW die ze moeten betalen declareren bij het Rijk, bij het BTW-compensatiefonds.
Dit fonds kent echter een plafond. Declareren de gezamenlijke gemeenten méér dan er in het BTW- compensatiefonds beschikbaar is, dan moet het Gemeentefonds bijpassen. Blijft er geld over in het BTW- compensatiefonds, dan vloeit dit terug naar het Gemeentefonds. In voorgaande circulaires hield het Rijk er rekening mee dat de komende jaren geld terug zou vloeien van het BTW-compensatiefonds naar het gemeentefonds. Het Rijk heeft nu de methodiek dusdanig gewijzigd, dat er pas een voordeel wordt ingeboekt als de afrekening van het daaraan voorafgaande jaar daar ook daadwerkelijk aanleiding toe geeft. Een meerjarenprognose wordt vanaf nu niet meer gemaakt. Daarom vindt er een uitname uit het Gemeentefonds plaats vanaf 2019. Bij de maartcirculaire hebben wij hier al (deels) rekening mee gehouden door een correctie op de inkomsten te nemen. Nu blijkt de uitname groter dan destijds gedacht. De
correctie vervalt hiermee, en de algemene uitkering wordt verlaagd.
Het kan echter zijn, zoals eerder genoemd, dat er achteraf toch een voordeel wordt ingeboekt doordat gemeenten minder declareren dan het plafond van het BTW-compensatiefonds. We schatten dat er
uiteindelijk een voordeel wordt gerealiseerd van zo'n 50% van het uitgenomen bedrag (op basis van extern advies PAUW). Om die reden adviseren wij vooraf rekening te houden met een meerjarige positieve
bijstelling op de algemene uitkering van de helft van de uitname voor Soest. Dit is in lijn met de raming van andere gemeenten. De raming is onder voorbehoud omdat we nog in afwachting zijn van een advies van onze toezichthouder, de provincie Utrecht.
Landelijk overschot op uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom
In het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom zijn tussen het Rijk en gemeenten afspraken gemaakt over extra maatregelen om de verhoogde asielinstroom het hoofd te bieden en over de daarmee
samenhangende kosten in de jaren 2016 en 2017. De compenserende middelen hiervoor kwamen deels vanuit de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en deels uit het gemeentefonds. Landelijk zijn er middelen overgehouden en worden deze bij deze meicirculaire deels teruggeboekt naar het Ministerie van SWZ en deels naar het gemeentefonds. Voor Soest gaat het om een bedrag van € 112.000.
Stelpost lonen en prijzen
In de huidige meerjarenbegroting van Soest is aan de lastenkant nog rekening gehouden met de
indexeringspercentages voor lonen en prijzen uit de meicirculaire 2017. In de meicirculaire 2018 worden aanzienlijk hogere indexatiecijfers gepresenteerd (prijsindex CPB). Deze hogere indexaties leiden in onze begroting tot een bijstelling van de stelposten lonen en prijzen (van een stijging van € 224.000 in 2019 naar € 1.588.000 in 2022). Lonen en prijzen in het sociaal domein zijn hierin niet meegenomen, zie onderdeel sociaal domein 3b.
2. Decentralisatie uitkeringen
Verhoogde asielinstroom
Deze meicirculaire maakt het bedrag bekend dat Soest ontvangt voor het aantal geplaatste
vergunninghouders in de periode november-december 2017. Voor Soest gaat het om een bedrag van ongeveer € 48.000. De middelen worden 1 op 1 toegevoegd aan het uitgavenbudget voor dit doel.
Schulden en armoede
Ter versterking van het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid stelt het kabinet voor drie jaar geld ter beschikking voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede, in het bijzonder onder kinderen. Deze middelen zullen worden ingezet ter versterking van het gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid zodat gemeenten een impuls kunnen geven aan de verbetering van de toegang tot en de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening en versterking van de lokale regie van het
armoedebeleid. De verdeling van de decentralisatie uitkering vindt plaats via de maatstaf lage inkomens met drempel. Er zijn afspraken op hoofdlijnen gemaakt met de VNG over de inzet van deze middelen. In samenspraak met de VNG wordt de monitoring momenteel vormgegeven. De middelen worden 1 op 1 toegevoegd aan het uitgavenbudget voor dit doel (2018: € 59.000; 2019 en 2020: € 49.000).
Maatschappelijke begeleiding
Conform artikel 18 van de Wet inburgering voorziet het college in de maatschappelijke begeleiding van inburgeringsplichtige asielmigranten en hun gezinsleden. De middelen voor de maatschappelijke begeleiding worden in 2018 verstrekt op basis van het aantal inburgeringsplichtigen met specifieke voorwaarden. Voor Soest gaat het om incidenteel € 5.000, wat wordt toegevoegd aan het uitgavenbudget.
Armoedebestrijding kinderen
In decembercirculaire 2016 zijn gemeenten geïnformeerd over de € 85 miljoen die vanaf 2017 structureel beschikbaar is gesteld voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen. Jaarlijks vindt in de meicirculaire actualisatie plaats van de verdeling voor het jaar t+1 en verder. De middelen worden verdeeld op basis van door het CBS ontwikkelde gegevens over kinderen met een kans op armoede. De
verdeling over de gemeenten voor 2019 en verder is gebaseerd op gegevens over het jaar 2018. Voor Soest betekent dit een correctie op het uitgavenbudget van € 4.000.
3. Sociaal domein
3.a. Sociaal domein - integratie uitkering (2018)
Voor het jaar 2018 blijft de integratie uitkering sociaal domein nog in stand. Voor dat jaar zijn extra incidentele middelen toegevoegd vanwege loon/prijscompensatie (2,6%). De bedragen lopen structureel door naar 2019, dan worden ze toegevoegd aan de betreffende subclusters. Jaarlijks bij de meicirculaire wordt de loon- en prijs ontwikkeling (LPO) gecompenseerd in het jaar waarop het betrekking heeft. Over 2019 is dat dus in 2019. De LPO voor WMO 2007 (met name huishoudelijke hulp) verwachten we in de komende septembercirculaire. De extra inkomsten worden toegevoegd aan het uitgavenbudget sociaal domein.
3.b. Sociaal domein - overheveling inkomsten
In het regeerakkoord is opgenomen dat het integreerbare deel van de integratie uitkering sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de algemene uitkering en daarmee deel uitmaakt van de trap-op-trap-af systematiek. Het betreft de volgende onderdelen:
IUSD Wmo, met uitzondering van Beschermd wonen;
IUSD Jeugdhulp, met uitzondering van Voogdij/18+;
IUSD Participatie, onderdeel Re-integratie klassiek;
- IU Wmo.
In deze meicirculaire is de overheveling van de verdeelmodellen verder (technisch) uitgewerkt. Hoewel de overheveling budgettair neutraal moet verlopen is er toch sprake van een positief financieel effect. Dit heeft te maken met de prijscompensatie die vanaf 2018 nog wordt ontvangen over de integratie-uitkering.
In de tabel 'Budgettaire uitkomsten meicirculaire 2018' is de herverdeling voor Soest als volgt zichtbaar gemaakt:
• De huidige meerjarig begrote inkomsten sociaal domein (Jeugd, Participatie, AWBZ/Wmo en 'oude' Wmo) zijn in totaal afgeraamd aan de inkomstenkant vanaf 2019;
• Vervolgens is een deel van deze inkomsten toegevoegd aan de algemene uitkering. Het rijk zal dit de komende jaren op de achtergrond inzichtelijk houden, maar het is geen aparte integratie uitkering meer. De inkomsten lopen integraal mee in de uitkeringsfactor, met de accresontwikkeling.
• Daarnaast zijn er twee nieuwe integratie uitkeringen Participatie en Voogdij/18+ in het leven geroepen, grotendeels opgebouwd uit bestaande middelen Participatie en Jeugd. De verwachting is dat het
onderdeel Voogdij/18+ en de onderdelen voorheen Wajong en voorheen Wsw (onderdeel regulier werk) per 2020 overgaan naar de algemene uitkering. Voor de onderdelen WSW en voorheen WSW/Beschut werk (nieuwe doelgroepen) van de oude de integratie uitkering sociaal domein Participatie wordt niet voorzien dat er overheveling naar de algemene uitkering plaatsvindt. Deze onderdelen zullen op het moment dat de Participatieonderdelen voorheen Wajong en voorheen WSW-regulier werk worden overgeheveld naar de algemene uitkering worden omgezet in een decentralisatie uitkering.
Omdat in de gemeente Soest gerekend wordt met een financieel kader sociaal domein, is er in de tabel vanuit gegaan dat alle extra middelen met betrekking tot het sociaal domein (prijscompensatie) ook aan de uitgavenkant voor het sociaal domein worden begroot (budgettair neutraal). Het financieel kader houdt in dat voor de structurele financiering van het sociaal domein de budgetten die hiervoor vanuit het rijk beschikbaar worden gesteld uiteindelijk toereikend moeten zijn.
Loon/prijsontwikkeling Sociaal domein
Voor het sociaal domein is bij de maartcirculaire 2018 een inschatting gedaan voor de hoogte van de lasten loon/prijsontwikkeling (o.b.v. advies PAUW, o.a. nieuwsbrief 9 november 2017). Deze werd gedekt uit het
accres. Omdat in onze begroting de raming van het nieuwe jaar 2022 nog niet is meegenomen wordt dit alsnog hierbij gedaan. De extra uitgaven komen, net als bij de maartcirculaire, ten laste van het accres, en hoeven dus niet binnen het sociaal domein gecompenseerd te worden. De stelpost kan worden ingezet bij loon- en prijsstijgingen in het sociaal domein, maar valt niet binnen het financieel kader sociaal domein.
Transformatiefonds Jeugd
Het transformatiefonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen. Voor de jaren 2018 t/m 2020 is jaarlijks landelijk € 36 miljoen beschikbaar. Binnenkort worden de 'spelregels' van het
Transformatiefonds Jeugd gepubliceerd die mede met de VNG zijn opgesteld. Hierin staat beschreven op welke wijze een jeugdzorgregio een bijdrage kan ontvangen, en aan welke voorwaarden voldaan moet worden. We informeren de raad zodra bekend is of we hier regionaal een beroep op willen/kunnen doen.