• No results found

Archeologienota. Beerse, Kleuterschool De Singel Verslag van Resultaten. Rapport Nr

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Archeologienota. Beerse, Kleuterschool De Singel Verslag van Resultaten. Rapport Nr"

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J. Verrijckt Archeologie & Advies info@jverrijckt.be www.Jverrijckt.be

Rapport Nr. 0414

Beerse, Kleuterschool De Singel Verslag van Resultaten

Archeologienota

(2)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

Titel

Archeologienota Beerse, Kleuterschool De Singel: Verslag van Resultaten Auteur(s)

Jeroen Verrijckt, Amber Van Ravestyn Erkende archeoloog

2015/00053 Jeroen Verrijckt

Projectnummer J. Verrijckt 2020-1213

Projectnummer Onroerend Erfgoed 2020I40

Plaats en datum

Beerse, 11 september 2020

(3)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

© J. Verrijckt bvba. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder bronvermelding worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

(4)

Inhoud

1 Bureauonderzoek ... 1

1.1 Beschrijvend gedeelte ... 1

1.1.1 Administratieve gegevens... 1

1.1.2 Onderzoeksopdracht ... 4

1.1.3 Juridisch kader ... 4

1.1.4 Randvoorwaarden ... 5

1.2 Werkwijze en strategie ... 5

1.3 Aanleiding... 6

Huidige situatie en gekende verstoringen ... 6

Geplande werken en bodemingrepen ... 7

1.4 Assessmentrapport ... 10

1.4.1 Topografische situering ... 10

1.4.2 Landschappelijke en hydrografische situering ... 10

1.4.3 Geologische situering ... 13

1.4.4 Bodemkundige situering ... 13

1.4.5 Historische bronnen ... 20

1.4.6 Cartografische bronnen... 20

1.4.7 Archeologisch bronnen ... 28

1.5 Besluit ... 39

1.5.1 Beantwoording onderzoeksvragen... 39

1.5.2 Archeologische verwachting ... 40

1.5.3 Potentieel op kennisvermeerdering ... 41

1.5.4 Afweging noodzaak verder vooronderzoek ... 41

1.5.5 Samenvatting ... 43

2 Lijst met figuren... 45

3 Lijst met tabellen ... 45

4 Plannenlijst ... 45

5 Bibliografie ... 48

6 Bijlagen ... 49

(5)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.1 Beschrijvend gedeelte

1.1.1 Administratieve gegevens

Projectcode J. Verrijckt 2020-1213

Projectcode Onroerend Erfgoed 2020I40

locatie Provincie Antwerpen

Gemeente Beerse

Deelgemeente Beerse

Straat Schoolstraat

Kadastrale gegevens Gemeente Beerse

Afdeling 1 Beerse

Sectie C

Percelen 129K

Coördinaten Noordoost X: 184246,90551849143

Y: 223431,6845212899

Noordwest X: 184088,6562820625

Y:223439,50861049857

Zuidoost X: 184303,45539416408

Y:223392,69845643424

Zuidwest X: 184090,81309561565

Y:223357,11636307722

Oppervlakte plangebied 9735 m2

Oppervlakte bodemingreep 3020 m2

Erkend Archeoloog 2015/00053 Jeroen Verrijckt

1 Bureauonderzoek

(6)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 1: Plangebied op topografische kaart1

1 AGIV 2018a

(7)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 2: Plangebied op kadasterkaart (GRB)2

2 AGIV 2018d

(8)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.1.2 Onderzoeksopdracht

De aanleiding van het bureauonderzoek vormt de geplande vernieuwing van de speelplaats van kleuterschool De Singel te Beerse. Dit bureauonderzoek is de eerste stap in het archeologisch vooronderzoek met het oog op het bekomen van een archeologienota in het kader van het Onroerenderfgoeddecreet (decreet van de Vlaamse Regering 12 juli 2013) en het Onroerenderfgoedbesluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014.

Hierbij wordt een archeologische verwachting opgesteld voor het plangebied. Deze verwachting wordt tezamen met de geplande bodemingrepen bestudeerd. Op basis hiervan wordt beoordeeld of eventuele archeologische waarden verstoord dreigen te worden én of er een potentiële kenniswinst te behalen is bij verdere onderzoeken binnen het plangebied. Het uiteindelijke doel is het formuleren van een advies hoe deze mogelijke archeologische waarden beschermd of onderzocht dienen te worden, of dat het plangebied wordt vrijgegeven. Dit advies is bindend van zodra de archeologienota is goedgekeurd door Onroerend Erfgoed.

Om een gedegen advies op te stellen dienen minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord te worden:

- Wat zijn de gekende archeologische en historische gegevens en welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologische potentieel van het terrein?

- Zijn er gegevens gekend dat de bodem (deels) verstoord is?

- Wat is de impact van de geplande werken?

- Is er via archeologisch onderzoek of waarnemingen op aanpalende of nabijgelegen percelen reeds info beschikbaar over de dikte en de opbouw van het aanwezige bodemarchief?

- Is er een archeologische site aanwezig? Zo ja, wat zijn de karakteristieken en de bewaringstoestand ervan? Wat is de relatie met het landschap? Welke waarde heeft de site?

- Wat is de te volgen strategie tijdens een eventueel verder onderzoek en welke bijkomende onderzoeksvragen moeten daarbij beantwoord worden?

1.1.3 Juridisch kader

In het kader van het Onroerenderfgoeddecreet (decreet van de Vlaamse Regering 12 juli 2013) en het Onroerenderfgoedbesluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, is de eigenaar en gebruiker van gronden waarop zich archeologische waarden bevinden verplicht deze waarden te behoeden en beschermen voor beschadiging en vernieling. In het licht van de bestaande wetgeving heeft de opdrachtgever beslist eventuele belangrijke archeologische waarden te onderzoeken voorafgaande aan de werken. Dit kan door behoud in situ, als de waarden ingepast kunnen worden in de plannen, of ex situ, wanneer de waarden onomkeerbaar vernietigd dreigen te worden. Onderdeel van de archeologienota is dat er mogelijkheden gezocht worden om in situ behoud te bewerkstelligen en, indien dit niet kan, er aanbevelingen worden geformuleerd voor vervolgonderzoek. Om vast te stellen of bij werkzaamheden archeologische waarden zullen vernietigd worden, is een archeologisch onderzoek nodig. Er wordt een bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis van bekende gegevens van bodemkaarten, uit cartografische en andere historische bronnen en eventueel voorgaand onderzoek in de directe omgeving van het projectgebied wordt een inschatting gemaakt van het archeologisch

(9)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 potentieel van het projectgebied. Indien uit deze desktopanalyse blijkt dat er een kans is op het aantreffen van archeologische waarden binnen het projectgebied, zal de bodem onderzocht worden op gaafheid van het bodemprofiel en de aanwezigheid van archeologische indicatoren.

Van deze archeologienota dient akte genomen te worden door het Agentschap Onroerend Erfgoed, welke nadien bij de aanvraag gevoegd moet worden. Van zodra akte genomen is van deze archeologienota, is deze bindend.

Binnen het plangebied wordt de huidige speelplaats van kleuterschool De Singel vernieuwd. Hierbij bedraagt de totale oppervlakte van het plangebied 9735 m² en bedraagt de bodemingreep 3020 m². Het plangebied is niet gelegen in een beschermde archeologische site of gebied waar geen archeologische waarden te verwachten zijn.3

De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 3.000m² of meer én de ingreep in de bodem is minstens 1000 m² bedraagt. Hierdoor dient, volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, een archeologienota te worden toegevoegd aan de omgevingsvergunning voor

stedenbouwkundige handelingen.

1.1.4 Randvoorwaarden Niet van toepassing.

1.2 Werkwijze en strategie

Hierbij wordt een archeologische verwachting opgesteld voor het plangebied. Deze verwachting wordt tezamen met de geplande bodemingrepen bestudeerd. Op basis hiervan wordt beoordeeld of eventuele archeologische waarden verstoord worden én dat er een potentiële kenniswinst te behalen is bij verdere onderzoeken binnen het plangebied. Het uiteindelijke doel is het formuleren van een advies hoe deze mogelijke archeologische waarden beschermd of onderzocht dienen te worden, of dat het plangebied vrijgegeven kan worden.

Informatie over de geplande werken werd aangeleverd door de initiatiefnemer om een zo duidelijk mogelijk zicht te krijgen van de geplande werken en hun impact.

Om een beeld te kunnen creëren van de fysisch-geografische situatie en landschappelijke ligging, is er beroep gedaan op de gekende geografische, geologische en bodemkundige bronnen.

- GRB/kadasterkaart - Topografische kaart - Orthofoto

- Tertiairgeologische kaart - Quartairgeologische kaart

3 AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED 2017

(10)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 - Bodemkaart

Vervolgens wordt een historische en archeologische analyse van het plangebied uitgevoerd. Hierbij wordt zowel archeologische als historische vakliteratuur en het beschikbare historische en archeologische kaartmateriaal geraadpleegd. Dit historische kaart materiaal kan een beeld gegeven worden van de evolutie van het landgebruik in en in de omgeving van het plangebied. Naast de gangbare historische kaarten is ook Cartesius geraadpleegd.4

Volgend archeologisch en historisch kaartmateriaal werd geconsulteerd:

- CAI-kaart - Ferrariskaart

- Atlas der Buurtwegen - Poppkaart

- Vandermaelenkaart

Het kaartmateriaal in deze archeologienota werd opgesteld met QGIS, dit is een vrij en open source geografisch informatiesysteem.

Er werden geen externe specialisten betrokken bij dit onderzoek en geen wetenschappelijke advisering ingewonnen bij derden.

1.3 Aanleiding

Huidige situatie en gekende verstoringen

Het plangebied omvat de huidige kleuter- en lagere school De Singel aan de Schoolstraat te Beerse.

Hiervan wordt de kleuterspeelplaats vernieuwd. Momenteel staan er op de speelplaats zeven zandbakken grenzend aan het noordelijk schoolgebouw. Deze zandbakken bestaan uit twee ovalen vormen, met een omranding in kunststofpaaltjes, ten noordwesten in het plangebied en uit vijf cirkelvormige bakken met een omranding in metselwerk, ten noord-noordoosten binnen het plangebied. De zandbakken worden van elkaar gescheiden door een lage metalen afsluiting. Deze zandbakken hebben een maximale diepte van 50 cm. Centraal op de speelplaats loopt een muur in metselwerk in L-vorm, waarvan 47m loopt van west naar oost en dan overgaat in een muur van 5m van noord naar zuid. Rond de muur zijn drie bomen geplaatst, die in het toekomstplan behouden zullen blijven. De speelplaats ten noorden van de muur heeft een verharding in betontegels.

In het westelijk deel van de speelplaats zijn een kunstgrasveld en groenzone gelegen. Binnen deze groenzone staat een boom gepland die in het toekomstplan behouden zal blijven. Tussen de muur en de zuidelijke grens van de speelplaats zijn nog vier bomen gelegen in de grote zandzone. Deze bomen zullen ook behouden blijven. Er zijn geen verstoringen gekend onder de speelplaats.

Het oostelijke deel van het plangebied is momenteel in gebruik als overkapte fietsenstalling, grasperk en moestuin. De fietsenstalling is gebouwd op betontegels.

4 CARTESIUS 2018

(11)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

Geplande werken en bodemingrepen

De opdrachtgever plant op het terrein de vernieuwing van de kleuterspeelplaats van De Singel te Beerse. Hierbij worden eventueel in het plangebied aanwezige archeologische waarden onherroepelijk vernietigd. De aard en omvang van de ingrepen worden hieronder beschreven.

De zandbakken ten noorden van de speelplaats worden afgebroken. In het toekomstig plan van de speelplaats worden deze op dezelfde plaats heraangelegd, opnieuw vijf cirkelvormige en twee ovalen zandbakken. Deze zullen een toekomstige diepte hebben van 50 cm. Rondom de zandbakken wordt een verharding van groene betonstraatstenen gelegd. De zandbakken worden van elkaar gescheiden door een muur, waarop klimwandpanelen worden bevestigd en afgeschermd met een draadafsluiting en draaipoort. De zandbakken zullen samen een oppervlakte van 400m2 (340 m2 voor de 5 ronde en twee keer 30 m2 voor de ovalen) van de speelplaats in beslag nemen.

De muur, centraal op de speelplaats, wordt afgebroken. De betontegel verharding ten noorden van de muur wordt afgegraven tot maximaal 40 cm diepte en ook de grote zandzone ten zuiden ervan wordt verwijderd. De acht bomen die reeds aanwezig zijn in het plangebied, zullen behouden blijven.

Er wordt een asymmetrische / ovalen wandelpad aangelegd in betonstraatstenen. Ten zuiden van dit wandelpad wordt gras ingezaaid. Binnen de graszone en het kronkelend wandelpad worden verschillende speeltuigen en een zandbak van 75 m2 geplaatst op maaiveldhoogte. Ten zuidoosten van het grasveld wordt een glijbaan gebouwd en zal de grond verhoogd worden tot ongeveer 1,40 meter. Binnen de graszone worden centraal vier bomen en verschillende heggen geplaatst, ten zuiden worden drie bomen geplant en ten oosten van de graszone worden vijf grote leibomen geplaatst. De overige ruimte van de grond krijgt een verharding in betonstraatstenen.

Ten westen van de graszone, aan de zuidwestelijke hoek van de inplantingszone, wordt een voetbalveld van 120 m2 in groene gietrubber aangelegd en omringd door een draadafsluiting. Ten noorden van dit voetbalveld wordt nog een overkapping geplaatst.

Het oosten van het plangebied, waar de fietsenstalling gelegen was, wordt opnieuw een fietsenstalling van 190 m2geplaatst op een verharding van grijze betonstraatstenen. Deze verharding wordt aangelegd op 40 cm diepte, met bovenop de betonstenen. Er wordt ook een graszone van 100 m2 aangelegd en twee nieuwe moestuinen van samen ongeveer 200 m2. Deze moestuinen zullen door de school zelf ingericht worden.

Onder de speelplaats worden infiltratiebekken geplaatst, die lopen van het westen naar het oosten.

Deze worden op een diepte van 90 cm geplaatst. Daarnaast worden er bestaande rioleringen behouden als RWA. Deze lopen naar een nieuwe RWA – overstortput in geprefabriceerd beton. De zone waar de infiltratiebekken geplaatst worden, zal ongeveer een oppervlakte hebben van 400 m2. Samengevat zal de speelplaats tot een maximale diepte van 90 cm verstoord worden bij de infiltratiebekken, en is de verstoring bij de toekomstige verharde zones maximaal 50 cm diep.

(12)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 3: Plangebied met weergave van toekomstige inplanting5 op orthofoto6

5 Plan aangebracht door initiatiefnemer.

6 AGIV 2018e

(13)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 4: Plangebied met weergave van riolering, te behouden bomen en infiltratiebekkens op orthofoto7

7 AGIV 2018e

(14)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.4 Assessmentrapport

1.4.1 Topografische situering

De exacte locatie van het plangebied is weergegeven op figuren 1 en 2. Het plangebied is gelegen aan de Schoolstraat te Beerse. Op minder dan 100 meter ten westen van het plangebied is het kerkplein van Beerse gesitueerd. Het kerkplein en de school worden van elkaar gescheiden door een groene wandelzone/park, wat voorheen de oude begraafplaats was van Beerse. Ten zuiden van het plangebied loopt de Stijn Streuvelsstraat. Het kerkplein wordt omringd door de Pastoriestraat ten zuiden, de Bisschopslaan ten westen en de Vredestraat ten noorden. De Vredestraat loopt dan ten oosten over in de Schoolstraat. Op 200 meter ten zuiden van het plangebied stroomt de Laakbeek en 900 meter ten noorden van het plangebied loopt het Kanaal Dessel – Schoten. De school De Singel heeft twee toegangen naar de Schoolstraat, maar is rondom omgeven door woningen.

1.4.2 Landschappelijke en hydrografische situering

De omgeving rond het projectgebied bevindt zich volgens het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (DHM) tussen 20 en 30 m + TAW, waarbij de hoogte in het noorden afloopt richting het zuiden. Het plangebied zelf bevindt zich tussen 24 en 26.5 m + TAW. Hoogteverschillen in het plangebied zelf zijn klein. Ten zuiden van het plangebied loopt op korte afstand de Laakbeek, die richting het westen en het zuiden uitmondt in de Aa.

In geomorfologisch opzicht bevindt het plangebied zich op de cuesta van de kleien van de Kempen8. Een cuesta ontstaat waar zacht hellende lagen die afwisselend hard en zacht zijn voorkomen. Door erosie worden de zachtere lagen afgevoerd, terwijl de hardere lagen (in dit geval kleilagen) als een verhoging in het landschap over blijven.

8 DE MOOR & MOSTAERT 1993

(15)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 5: Plangebied op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (DHM)9

9 AGIV 2018b

(16)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 6: Plangebied en hoogteprofielen op het DHM10

10 AGIV 2018b

(17)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.4.3 Geologische situering

Paleogeen en Neogeen (Tertiair)

De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door afzettingen van de formatie van Brasschaat, Lid van Malle A. Het lid van Malle A bestaat uit olijfgrijs tot bruin fijn, kleihoudend en kwartshoudend zand. Het is weinig glauconiethoudend en glimmerhoudend. Er komen veel houtfragmenten in voor.

Quartair 1/200.000

Op de Quartairgeologische kaart is het plangebied grotendeels gekarteerd als type 22 en in het zuidwesten als type 21. Dit betekent dat voor type 22 er eolische afzettingen uit het Weichsel en mogelijk vroeg-Holoceen voorkomen. Daaronder kunnen zich hellingsafzettingen uit het quartair bevinden en aan de basis liggen zogeheten estuariene (getijden) afzettingen die volgens de Noordwest-Europese classificatie tot het Vroeg-Pleistoceen behoren.

Profieltype 21 wordt gekenmerkt door onderaan getijdenafzettingen met mogelijk intercalatie van fluviatiele en eolische afzettingen. Deze afzettingen dateren in het vroeg-Pleistoceen. Deze afzettingen zijn afgedekt door hellingsafzettingen uit het Quartair en/of eolische afzettingen uit het Weichseliaan of vroeg-Holoceen

Quartair 1/50.000

Op de Quartairprofieltype kaart 1/50.000 wordt het plangebied grotendeels gekarteerd als type 2 en in het zuidwesten als type 1.

Bij profieltype 1 komen Estuariene afzettingen voor, met daarboven op fluviatiele afzettingen (met halffijn zand tot fijn zand zen klei en soms venige topfacies). Hierboven zijn opnieuw estuariene afzettingen gelegen (kleiig-zandig) en bovenaan fluviatiele afzettingen waarvan de textuur varieert tussen klei en zand.

Bij profieltype 1 komen estuariene afzettingen voor met hierboven mogelijk fluviatiele afzettingen. De estuariene afzettingen bestaan uit micahoudend en glauconiethoudend, fijn tot half fijn zand. Er komen ook vegetatieresten, veenbrokken en houtfragmenten voor in deze afzettingen. De fluviatiele afzettingen zijn opgebouwd uit verschillende fining up cycli met fijn tot half fijn zand als het grofste materiaal en fijn zand tot klei dat soms venig is in de topfacies. Mogelijk is deze lithostratigrafische eenheid afwezig. Deze fluviatiele afzettingen worden op hun beurt nog eens afgedekt door een nieuwe laag fluviatiele afzettingen waarbij de textuur varieert van klei tot zand.

1.4.4 Bodemkundige situering

Op de bodemkaart van Vlaanderen is de bodem in het plangebied gekarteerd als OB in delen die niet onderzocht zullen worden. Hier werd het bodemprofiel door het ingrijpen van de mens gewijzigd of vernietigd zodat er een kunstmatige grond ontstond. Het grootste centrale deel is gekarteerd als Zbm, en in het oostelijk deel van de fietsenstalling is de bodem gekarteerd als Zcm.

Het plangebied is voor het grootste deel gekarteerd als Zbm. Dit is een droge zandgrond met diepe antropogene humus A horizont. Deze gronden hebben een Ap van meer dan 60 cm dik. Tussen 90- 120 cm worden er roestverschijnselen waargenomen.

(18)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Het oostelijk deel is gekarteerd als Zcm, dit is een matig droge zandgronden met diepe antropogene humus A horizont. Bij deze matig droge plaggenbodems vindt men onder de dik humeuze A horizont vaak overblijfselen van een Podzol B of een verbrokkeld textuur B horizont. Roestverschijnselen komen voor tussen 60 en 90 cm.

(19)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 7: Plangebied op de Tertiairgeologische kaart11

11 DOV VLAANDEREN 2018b

(20)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 8: Plangebied op de Quartairgeologische kaart 1:200.00012

12 DOV VLAANDEREN 2018c

(21)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 9: Kenmerken van de Quartairgeologische kaart betreffende het plangebied13

13 DOV VLAANDEREN 2018c

(22)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 10: Plangebied op de Quartairgeologische kaart 1:50.00014

14 DOV VLAANDEREN 2018c

(23)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 11: Plangebied op de bodemkaart van Vlaanderen15

15 DOV VLAANDEREN 2018a

(24)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.4.5 Historische bronnen

Het plangebied ligt in de huidige gemeente Beerse.

De geschiedenis van Beerse verliep in hoge mate parallel met deze van Vosselaar, waarmee het een heerlijkheid vormde. Beide maakten in 1346 deel uit van het Land van Turnhout, toen dit als bruidsschat aan Maria van Brabant werd geschonken. Na de dood van Maria (1399) werd het land terug Brabants bezit, hoewel het nog apart bestuurd werd. Nadat Maria van Hongarije van 1546- 1558 in het bezit van het Land van Turnhout was geweest, werden Vosselaar en Beerse daaruit gescheiden in 1559 en verpand aan Jan van Renesse, heer van Elderen. Na hem ging het land over op zijn zoon en kleinzoon. Van deze laatste werden Vosselaar en Beerse teruggekocht om opnieuw als een deel van het Land van Turnhout te worden afgestaan aan Filips Willem van Oranje (1612- 1618). Vanaf de Vrede van Munster bleef het een deel van het Land van Turnhout, tot aan het Ancien Regime. Vosselaar en Beerse werden samen bestuurd door een schepenbank (oudste vermelding 1386), waarin Vosselaar twee en Beerse vijf schepenen had. Op kerkelijk gebied schonk de bisschop van Kamerijk in 1187 het altaar van Beerse, Vosselaar en Vlimmeren aan de abdij van Groot-Bijgaarden. Het begevingsrecht werd in 1426 afgekocht door de Witheren van de SintMichielsabdij. De twee kerken werden tot 1776 door één pastoor bediend. In 1907 werd te Beerse een nieuwe kerk gebouwd.

Tot aan 1870 was Beerse slechts een dorp van een duizend inwoners dat voornamelijk van de landbouw leefde. Langsheen het kanaal, dat in 1865 werd aangelegd, verrezen een twintigtal steenbakkerijen, een cementfabriek en een betonfabriek. Vanaf 1910 kwam er ook een nonferrometaalnijverheid.

1.4.6 Cartografische bronnen Ferraris (1771-1778)

Op de Ferrariskaart (Figuur 12) is te zien dat het plangebied in gebruik is als weide of grasland. Ten zuidwesten van het plangebied komt het toponiem ‘Het Hofken’ voor. De omgeving van het plangebied is op het moment van het opmaken van de Ferrariskaart zeer ruraal van karakter met weinig bebouwing. Ten westen is de kerk reeds zichtbaar.

Vandermaelen (1846-1854)

De situatie, zoals weergegven op de Vandermaelenkaart, is ongeveer dezelfde zoals die op de Ferrariskaart. Hier komt wel het toponiem ‘Briqueterie’ voor ten noorden van het plangebied.

Atlas der Buurtwegen (1843-1845)

In en rond het noorden van het plangebied zijn op de Atlas der Buurtwegen reeds enkele gebouwen zichtbaar. De perceelsgrenzen die hierop weergegeven zijn, komen grotendeels overeen met de huidige situatie. Ten westen van het plangebied is de kerk duidelijk aanwezig, met ook de omliggende bebouwing.

(25)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Orthofoto’s (1971, 1979-1990, 2012)

Op de orthofoto van 1971 is het westelijke deel van het plangebied reeds bebouwd, met mogelijk de huidige schoolgebouwen. Het deel van de kleuterschool ten oosten is niet bebouwd. Op de orthofoto van 1979-1990 zijn de huidige vormen van de kleuterschool herkenbaar, net als de 5 ronde zandbakken aan de gevel van de lokalen. Op de orthofoto van 2012 is de tweede toegangszone meer uitgebreid, maar de gebouwen zijn niet meer veranderd. De speelplaats van de lagere school (ten westen) is vernieuwd.

(26)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 12: Plangebied op de Ferrariskaart16

16 GEOPUNT 2018c

(27)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 13: Plangebied op de Vandermaelenkaart17

17 GEOPUNT 2018d

(28)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 14: Plangebied op de Atlas der Buurtwegen18

18 GEOPUNT 2018b

(29)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 15: Plangebied op de Orthofoto 197119

19 GEOPUNT 2018e

(30)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 16: Plangebied op de Orthofoto 1979-199020

20 GEOPUNT 2018e

(31)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 17: Plangebied op de Orthofoto 201221

21 GEOPUNT 2018e

(32)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.4.7 Archeologisch bronnen

Binnen de contouren van het plangebied zijn er geen archeologische waarden gekend. Voor de ruime omgeving van het plangebied kunnen zowel de Centrale Archeologische Inventaris (CAI), als de archeologische gebeurtenissen, (vastgestelde) archeologische zones en goedgekeurde archeologienota’s geraadpleegd worden. Allereerst volgt hieronder een oplijsting van de gekende archeologische waarden zoals opgelijst in de archeologische databank van vindplaatsen in Vlaanderen (CAI).

Tabel 1: Archeologische waarden in de CAI in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.22 CAI-

NUMMER TOPONIEM OMSCHRIJVING DATERING BRON

951959 ST.- LAMBERTUSKERK KERK NIEUWE KERK OP ZELFDE PLAATS MET BEHOUD TOREN

VOLLE

MIDDELEEUWEN

DE SADELEER S. & PLOMTEUX G.

1997: INVENTARIS VAN HET CULTUURBEZIT IN BELGIË, ARCHITECTUUR, PROVINCIE ANTWERPEN, ARRONDISSEMENT TURNHOUT, KANTON

TURNHOUT,BOUWEN DOOR DE EEUWEN HEEN IN VLAANDEREN 16N1, BRUSSEL - TURNHOUT, PP.

27-31.

951961 PASTORIE VAN ST.- LAMBERTUS TEMPELHOF

PASTORIJ

VROEGER OMGRACHT

LATE

MIDDELEEUWEN DE SADELEER S. & PLOMTEUX G.

1997: INVENTARIS VAN HET CULTUURBEZIT IN BELGIË, ARCHITECTUUR, PROVINCIE ANTWERPEN, ARRONDISSEMENT TURNHOUT, KANTON

TURNHOUT,BOUWEN DOOR DE EEUWEN HEEN IN VLAANDEREN 16N1, BRUSSEL - TURNHOUT., PP.

38-40

161782 ANTWERPEN – TURNHOUTSTELLUNG BUNKER Z337

BUNKER TYPE III ‘IB’

WERELDOORLOG 1

20E EEUW 1917

DOSSCHE R. E.A. 2012:

ZIMMERMANN ANNO 2010.

INVENTARISATIE EN (OMGEVINGS)ANALYSE VAN BOVENGRONDS BEWAARDE WO I- RELICTEN VAN DE ANTWERPEN- TURNHOUTSTELLUNG.

160222 ANTWERPEN – TURNHOUTSTELLUNG 10

BORSTWERING LINIES

EERSTE WERELDOORLOG:

TERMINUS ANTE QUEM

20E EEUW DE LUCHTFOTO'S BEVINDEN ZICH IN HET KONINKLIJK LEGERMUSEUM (MOSCOW ARCHIVE) TE BRUSSEL EN DROEGEN HET OPSCHRIFT

"KAISERLICHE FORTIFICATION ANTWERPEN".

STICHELBAUT B. 2008: THE BRIALMONT FORTIFICATIONS REVISITED. AN AERIAL

PHOTOGRAPHIC STUDY OF THE ZIMMERMANN-COLLECTION, UGENT ARCHEOLOGICAL REPORTS, 12, GENT.

22 CAI 2018

(33)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

160221 ANTWERPEN – TURNHOUTSTELLUNG 9

PRIKKELDRAAD

EERSTE WERELDOORLOG:

TERMINUS ANTE QUEM

20E EEUW DE LUCHTFOTO'S BEVINDEN ZICH IN HET KONINKLIJK LEGERMUSEUM (MOSCOW ARCHIVE) TE BRUSSEL EN DROEGEN HET OPSCHRIFT

"KAISERLICHE FORTIFICATION ANTWERPEN".

STICHELBAUT B. 2008: THE BRIALMONT FORTIFICATIONS REVISITED. AN AERIAL

PHOTOGRAPHIC STUDY OF THE ZIMMERMANN-COLLECTION, UGENT ARCHEOLOGICAL REPORTS, 12, GENT.

161777 ANTWERPEN – TURNHOUTSTELLUNG BUNKER Z332

BUNKER TYPE I "MG"

WERELDOORLOG I

20E EEUW 1917

DOSSCHE R. E.A. 2012:

ZIMMERMANN ANNO 2010.

INVENTARISATIE EN (OMGEVINGS)ANALYSE VAN BOVENGRONDS BEWAARDE WO I- RELICTEN VAN DE ANTWERPEN- TURNHOUTSTELLUNG.

161783 ANTWERPEN – TURNHOUTSTELLUNG BUNKER Z338

BUNKER TYPE I "MG"

WERELDOORLOG I

20E EEUW 1917

DOSSCHE R. E.A. 2012:

ZIMMERMANN ANNO 2010.

INVENTARISATIE EN (OMGEVINGS)ANALYSE VAN BOVENGRONDS BEWAARDE WO I- RELICTEN VAN DE ANTWERPEN- TURNHOUTSTELLUNG.

160219 ANTWERPEN – TURNHOUTSTELLUNG 7

PRIKKELDRAAD

EERSTE WERELDOORLOG:

TERMINUS ANTE QUEM

20E EEUW DE LUCHTFOTO'S BEVINDEN ZICH IN HET KONINKLIJK LEGERMUSEUM (MOSCOW ARCHIVE) TE BRUSSEL EN DROEGEN HET OPSCHRIFT

"KAISERLICHE FORTIFICATION ANTWERPEN".

STICHELBAUT B. 2008: THE BRIALMONT FORTIFICATIONS REVISITED. AN AERIAL

PHOTOGRAPHIC STUDY OF THE ZIMMERMANN-COLLECTION, UGENT ARCHEOLOGICAL REPORTS, 12, GENT.

951964 BEGIJNESTEE HOEVE

MONUMENTAAL RELICT

1657 TOT NU BOUWEN DOOR DE EEUWEN HEEN, 16N1, PP. 50-51.

163196 DR. PAUL

JANSSENSTRAAT LOSSE VONDST IJZERTIJD VONDSTMELDING 2013

219760 VRIJWILLIGERSSTRAAT 10 SPOREN: RECENTE GREPPELS, PAALKUIL EN EEN KUIL UIT DE LATE MIDDELEEUWEN / NIEUWE TIJD

NIEUWE TIJD KREKELBERGH N. & HERTOGHS S.

2015: ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM BEERSE,

VRIJWILLIGERSSTRAAT, BAAC VLAANDEREN RAPPORT 132.

(34)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

154616 KROMMENHOF I GRAFHEUVELS MINSTENS 9 CIRKELVORMIGE

MONUMENTEN, VOLLEDIG GENIVELLEERD IN DE VOLLE MIDDELEEUWEN VLAKGRAVEN

BIJGEBOUW PLATTEGRONDEN KLEINERE CONSTRUCTIES DIE MOGELIJK BIJ DEZE BEWONINGSFASE HOREN TWEE BOOTVORMIGE GEBOUWPLATTEGRONDEN VOLGENS HET ARTIKEL IN LUNULA ZOU HET GAAN OM "ENKELE ERVEN UIT VERSCHILLENDE FASEN VAN DE VOLLE MIDDELEEUWEN"

NEDERZETTING - BOERDERIJ: GROOT TWEEBEUKIG GEBOUW - WATERPUT -BIJGEBOUW BIJGEBOUW

PLATTEGRONDEN KLEINERE CONSTRUCTIES DIE MOGELIJK BIJ DEZE BEWONINGSFASE HOREN GRAFHEUVEL

HET GRAFVELD UIT DE MIDDEN BRONSTIJD IS VERMEODELIJK INGERICHT ROND DIT

GRAFMONUMENT UIT HET LAAT NEOLITHICUM

MIDDEN BRONSTIJD

MEROVINGISCHE PERIODE GRAFVELD IN GEBRUIK VANAF DE 7E EEUW

VOLLE

MIDDELEEUWEN

KAROLINGISCHE PERIODE

KAROLINGISCHE PERIODE

LAAT NEOLITHICUM

DELARUELLE S. & VAN DONINCK J.

2010: UIT KEMPISCHE BODEM.

RECENT ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK IN DE REGIO TURNHOUT, AVRA BULLETIN 10, 2009, P. 4-17.

DE SMAELE B. E.A. 2011: EEN GRAFVELD UIT DE BRONSTIJD AAN DE KROMMENHOF IN BEERSE (PROV. ANTWERPEN, BELGIË), LUNULA. ARCHAEOLOGIA PROTOHISTORICA XIX, P. 9-14.

DELARUELLE S. E.A. 2012:

MEROVINGIAN REUSE OF BRONZE AGE BARROWS AT

BEERSEKROMMENHOF (PROV. OF ANTWERP, BELGIUM), ANNAERT R.

E.A. (EDS) 2012: THE VERY BEGINNING OF EUROPE?, ARCHAEOLOGY IN CONTEMPORARY EUROPE CONFERENCE 17-19 MAY BRUSSELS, RELICTA

MONOGRAFIEËN. ARCHEOLOGIE, MONUMENTEN- EN

LANDSCHAPSONDERZOEK IN VLAANDEREN 7, P. 237-242.

(POSTER)

DE SMAELE B. E.A. 2018:

MEROVINGISCHE BEGRAVING EN MIDDELEEUWSE BEWONING BIJ EEN BRONSTIJDGRAFVELD AAN DE KROMMENHOF IN BEERSE, ADAK RAPPORT 17

223280 ASTERSTRAAT II METAALDETECTIEVONDST (IN CONTEXT

DICHTGEGOOIDE SLEUVEN VAN ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK, BEWAARD BIJ BETREFFENDE ARCHEOLOOG) BRONZEN SCHIJFFIBULA VERMOEDEN VAN DETERMINATIE

KAROLINGISCHE

PERIODE METAALDETECTIEVONDST

163198 BEUKENLAAN KATTESPOEL

NEDERZETTING 5 HOOFDGEBOUWEN 9 SCHUREN

4 BIJGEBOUWEN 23 SPIJKERS 1 HOOIBERG

VOLLE

MIDDELEEUWEN 12E – BEGIN 13E EEUW

INFO ADAK: OVERZICHT UITGEVOERDE PROJECTEN ( GISLAAG)

SCHELTJENS S. E.A. 2012: RURALE BEWONING UIT DE VOLLE MIDDELEEUWEN AAN DE

(35)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

5 WATERPUTTEN 4 GREPPELSYSTEMEN 3 DRENKKUILEN PERCEELSGREPPELS VERSCHILLENDE PAALKUILEN (ZONDER MATERIAAL) EN EEN GREPPEL MET 2 VROEGMIDDELEEUWSE SCHERVEN

(ROODVERSCHRAALD AARDEWERK).

VERMOEDELIJK DE PERIFERE ZONE VAN EEN NEDERZETTING.

LATE

MIDDELEEUWEN VROEGE MIDDELEEUWEN (VERMOEDELIJK)

BEUKENLAAN IN BEERSE, ADAK RAPPORT 31.

101062 FRANS

LAUWERSSTRAAT I ('VERKAVELING BEERSE-KATTESPOEL III)

WATERPUTTEN IJZERTIJD DELARUELLE S. EN VAN DONINCK J. 2009:

PROEFSLEUVENONDERZOEK OP DE VERKAVELING KATTESPOEL III IN BEERSE, ADAK RAPPORT 16’T

959102 ‘T HOF PASTORIEËN 18E EEUW DE SADELEER S. & PLOMTEUX G.

1997: INVENTARIS VAN HET CULTUURBEZIT IN BELGIË, ARCHITECTUUR, PROVINCIE ANTWERPEN, ARRONDISSEMENT TURNHOUT, KANTON

TURNHOUT,BOUWEN DOOR DE EEUWEN HEEN IN VLAANDEREN 16N1, BRUSSEL - TURNHOUT, P.

454.

101012 VERKAVELING

LINDENHOEVE TWEEFASIGE WATERPUT

WOONERF BESTAANDE UIT EEN HOOFDGEBOUW, 6- TAL SPIJKERS, 2

WATERPUTTEN EN ENKELE KUILEN

FIBULA

SCHRABBER AFSLAG VAN EEN GEPOLIJSTE BIJL AARDEWERK

LATE BRONSTIJD – BEGIN VROEGE IJZERTIJD MIDDENIJZERTIJD

TUSSEN HET BEGIN VAN ONZE JAARREKENING EN 70 N.CHR.

MESOLITHICUM NEOLITHICUM

17E-18E EEUW

DELARUELLE, S., DE SMAELE, B.

VAN DONINCK, J. 2008: OPGRAVING VAN EEN WOONERF UIT DE IJZERTIJD AAN DE LINDENHOEVE IN VOSSELAAR, ADAK RAPPORT 1.

100898 SCHUTSBOOMSTRAAT

3 1 RANDSCHERF EN EEN

KRUIK IN GRIJS AARDEWERK

EIND 12DE EEUW (RANDSCHERF)- 13DE EEUW (KRUIK)

TOEVALSVONDST

(36)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

220674 SINT-

CORNELIUSSTRAAT EEN

HEILIGHANGERTJE,STUKJE VAN GELEIDEBAND BOM(MESSING),EEN STUKJE STEEL VAN KLEIPIJP EN EEN GLAZEN KNIKKER.

ONBEKEND METAALDETECTIEVONDST

206801 LAAKSTRAATHEMEL-

RIJKSTRAAT LOSSE VONDST: MUNTEN.

VENETIAANSE GROSSO (ZILVERMUNT)

LATE

MIDDELEEUWEN 2DE HELFT(?) 13DE EEUW

METAALDETECTIE 15-07-2014 DOOR N. PROOST

207256 KAPELSTRAAT ALLEENSTAANDE BEWONING WATERPUTTEN

LATE

MIDDELEEUWEN NIEUWE TIJD

DELARUELLE S. & VAN DONINCK J.

2014: PROEFSLEUVENONDERZOEK AN DE KAPELSTRAAT IN BEERSE, ADAK RAPPORT 91.

214383 BRUGSTRAAT 10 SPOREN: KUILEN,

GREPPELS NIEUWE TIJD CLEDA B. E.A. 2016:

ARCHEOLOGISCH

VOORONDERZOEK BEERSE - BRUGSTRAAT 10, RAPPORTEN ALLARCHEO 372.

150999 LINDENLAAN I WATERPUT DIE OVERSNEDEN WORDT DOOR EEN WATERKUIL (MIDDEN ROMEINSE TIJD) WATERKUIL DIE DE VROEGROMEINSE WATERPUT OVERSNIJDT.

VROEGROMEINSE TIJD

MOGELIJK 1E EEUW

MIDDENROMEINSE TIJD

2 E OF BEGIN 3E EEUW

SCHELTJENS S. & DELARUELLE S.

2010: ROMEINSE WATERPUTTEN AAN DE LINDELAAN IN BEERSE, ADAK RAPPORT 24.

951960 MOLEN VAN BEERSE MOLEN 18E EEUW

(TERMINUS ANTE QUEM)

DE SADELEER S. & PLOMTEUX G.

1997: INVENTARIS VAN HET CULTUURBEZIT IN BELGIË, ARCHITECTUUR, PROVINCIE ANTWERPEN, ARRONDISSEMENT TURNHOUT, KANTON

TURNHOUT,BOUWEN DOOR DE EEUWEN HEEN IN VLAANDEREN 16N1, BRUSSEL - TURNHOUT., P.

34- 35.

163170 SIJSJESSTRAAT BIJ DE AANLEG VAN HET VLAK WERDEN VONDSTEN VERZAMELD DIE WIJZEN OP BEWONING IN DEZE PERIODE.

PAALKUIL: BIJ DE AANLEG VAN HET VLAK WERDEN VONDSTEN VERZAMELD DIE WIJZEN OP BEWONING IN DEZE PERIODE.

BIJ DE AANLEG VAN HET VLAK WERDEN VONDSTEN VERZAMELD DIE WIJZEN

VOLLE

MIDDELEEUWEN

VROEGE MIDDELEEUWEN

IJZERTIJD

DELARUELLE S. & VAN DONINCK J.

2013: OVERZICHT VELDWERK 2012.

(ADAK)

DELARUELLE S. & VAN DONINCK J.

2013: PROEFSLEUVENONDERZOEK AAN DE SIJSJESSTRAAT IN BEERSE, ADAK RAPPORT 82.

(37)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

OP BEWONING IN DEZE PERIODE.

157484 BEEKAKKERS (VERKAVELING AKKERBEEK)

NEDERZETTING TEN MINSTE 1 HUISPLATTEGROND (WOONSTALHUIS), ER RONDOM VERSCHILLENDE BIJGEBOUWEN EN WATERPUT NEDERZETTING VIER HOOFDGEBOUWEN, VIER BIJGEBOUWEN, VEERTIEN SPIEKERS, TALRIJKE KUILEN EN EEN WATERKUIL

BRONZEN: 2 INTACTE BRONZEN KOKERBIJLEN EN FRAGMENTEN VAN HOLLE RINGEN, TER PLAATSE GEBROKEN OM IN HET PAALGAT TE KRIJGEN. HET DEPOT WERD GEVONDEN IN 1 VAN DE PAALGATEN VAN HET 8- PALIGE BIJGEBOUW (BIJGEBOUW 1). DIT IS ECHTER NIET DE ENIGE DEPOSITIE BINNEN DEZE NEDERZETTING; ER WERD IN EEN KUIL VLAKBIJ EEN ANDER BIJGEBOUWTJE NOG EEN FRAGMENT VAN EEN BRONZEN BIJL GEVONDEN.

GREPPEL

TWEE KUILEN MET ENKELE SCHERVEN

VROEGE IJZERTIJD VERMOEDELIJK 8STE EEUW V.CHR. (OP BASIS VAN HET BRONSDEPOT) LATE BRONSTIJD

VOLLE OF LATE MIDDELEEUWEN MIDDEN BRONSTIJD

VAN IMPE L., E.A. 2011: EEN BRONSDEPOT UIT DE VROEGE IJZERTIJD AAN DE BEEKAKKERS IN BEERSE (PROV. ANTWERPEN, BELGIË), LUNULA. ARCHAEOLOGIA PROTOHISTORICA XIX, P. 61-68.

DELARUELLE S. 2013: VERVLOEKTE VOORWERPEN. EEN BRONSDEPOT IN BEERSE, EX SITU. TIJDSCHRIFT VOOR VLAAMSE ARCHEOLOGIE, P.

92-95.

SCHELTJENS S. E.A. 2013:

BEWONING UIT DE LATE BRONSTIJD EN DE VROEGE IJZERTIJD AAN DE BEEKAKKERS IN BEERSE, ADAK RAPPORT 47.

150282 HOUTSEWEG 1 LOSSE VONDST: METAAL BRONZEN BIJLTJE:

VLAKKE/EENVOUDIGE HIELBIJL, VRIJ VERSLETEN VOLGENS S. DELARUELLE ZOU ER ZICH HIER MOGELIJK EEN NEDERZETTING UIT DE MIDDEN-BRONSTIJD KUNNEN BEVINDEN. (NL.

INTENSIEF GEBRUIK VAN BIJL EN HET FEIT DAT ER GEEN ANDERE BIJLEN GEVONDEN WERDEN, IS

MIDDEN BRONSTIJD (1500 – 1100 V.C.)

BEEX G. & ROOSENS H. 1966:

WEELDE:BRONSTIJDGRAFHEUVELS, ARCHEOLOGIE 1966/2, P. 80-81. 05- 09-2010

METAALDETECTIE DOOR R.

PEETERS

(38)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

ATYPISCH VOOR EEN DEPOTVONDST).

218292 FAZANTENLAAN EEN LAAT TOT POSTMIDDELEEUWSE DRENKPOEL, EEN PERCEELSGRACHT MET OORSPRONG IN DE LATE OF POST MIDDELEEUWEN EN EEN MESTKUIL UIT DE POSTMIDDELEEUWEN.

DE SPOREN KUNNEN IN VERBAND GEBRACHT WORDEN MET

LANDBOUWACTIVITEITEN.

EEN FRAGMENT VAN EEN SCHRAPNELOBUS UIT DE EERSTE OF TWEEDE WERELDOORLOG EN EEN BELGISCHE KOGELPUNT UIT DE EERSTE

WERELDOORLOG.

EEN FRANSE MUNT UIT DE 18DE EEUW

(VERMOEDELIJK LODEWIJK XV OF XVI)

EEN FRANSE

REKENPENNING UIT DE 15DE EEUW

EEN PENNING VAN ALBRECHT EN ISABELLA UIT 1615

ENKELE 19DE EN 20STE EEUWSE MUNTEN EEN RIEMHAAKJE EN EEN KLOKSLEUTEL

33 FRAGMENTEN AARDEWERK UIT DE SPOREN EN HET VLAK

POST-

MIDDELEEUWEN

WERELDOORLOG I OF II

18E EEUW

LATE

MIDDELEEUWEN

17E EEUW

NIEUWE TIJD

ONBEKEND

LATE

MIDDELEEUWEN

HTTPS://ID.ERFGOED.NET/

ARCHEOLOGIE/NOTAS/4172

218930 BUSSELEN IV -DIVERSE KRALEN - ONDERDEEL VAN EEN NAPOLEON

PIJPENWROETER -ONDERDEEL VAN NAPOLEON BROCHE -DIVERSE LEERBESLAG DIVERSE STUKJES ZILVER 18DE EEUW

-DIVERSE FRAGMENTEN BRONS

-3 KLEINE KANONSKOGELS

NIEUWE - NIEUWSTE TIJD

HTTPS://ID.ERFGOED.NET/

WAARNEMINGEN/218930

(39)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

-STUKJE VERGULD BRONS -RIJKSDAALDER 1567 GERARD VAN GROESBEEK -ZILVEREN NAALDKOKER -19DE EEUW STUKJE BRONS MET

HONDENHOOFD(?) EN VOGELKLAUWEN(?) DIE HEM IN DE RUG VASTNEMEN -DIVERSE

FRAGMENTEN/STUKKEN VAN EEN

BRONS/KOPERLEGERING NOG NIET VERDER GEDETERMINEERD -DIVERSE

KOPEREN/BRONZEN MUNTEN 18DE EN TBRONZEN

VLAKBIJLTJE/BEITELOT EN MET 20STE EEUW BRONZEN

VLAKBIJLTJE/BEITEL -LANGE GESP 4DE / 5DE EEUW 4 IN ELKAAR PASSENDE STUKKEN VAN EEN BRONZEN SCHAAL HANDVAT VAN

AFGEBROKEN BRONZEN SLEUTEL (ROMEINS ?) -ZILVEREN(?) PENDANT 1STE/2DE EEUW OF JONGER

-GESP 14DE EEUW -RIEMBESLAG 15DE EEUW

BRONSTIJD

ROMEINSE TIJD OF VROEGE MIDDELEEUWEN

LATE

MIDDELEEUWEN

162321 BUSSELEN II HEILAAR NEDERZETTING

MOGELIJK SPOREN VAN 4- PALIGE BIJGEBOUWEN, BOERDERIJ EN EEN WATERPUT

ACHTPALIG GEBOUW MET CENTRAAL EEN ONDIEPE KUIL IN DIE MOGELIJK WIJST OP HET GEBRUIK ALS STAL OF HUTKOM VOOR ARTISANALE ACTIVITEITEN -HOOFDGEBOUW:

TWEEBEUKIGE BOERDERIJ -TWEE CLUSTERS VAN BIJGEBOUWEN (SPIEKERS)

IJZERTIJD MOGELIJK VROEGE IJZERTIJD

LATE BRONSTIJD OVERGANG LATE BRONSTIJD – VROEGE IJZERTIJD

MIDDEN IJZERTIJD

DELARUELLE S. & VAN DONINCK J.

2012: PROEFSLEUVENONDERZOEK AAN DE BUSSELEN IN BEERSE, ADAK RAPPORT 74.

DELARUELLE S. & VAN DONINCK J.

2013: OVERZICHT VELDWERK 2012.

(ADAK)

SCHELTJENS S. E.A. 2017:

BEWONING UIT DE LATE BRONSTIJD EN DE MIDDEN IJZERTIJD AAN DE BUSSELEN IN BEERSE, ADAK RAPPORT 79.

(40)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

-ENKELE SPIEKERS AFZONDERLIJK GELEGEN EN MOGELIJK BEHOREND TOT EEN ANDERE BEWONINGSFASE PERCEELSGREPPELS

OVERGANG MIDDEN - LATE IJZERTIJD

LATE

MIDDELEEUWEN

Er zijn in de omgeving van het plangebied verschillende archeologische waarden gekend. Het gaat vooral uit sites uit de Bronstijd, IJzertijd en vroege, volle en late middeleeuwen. Ook uit het Neolithicum en de Romeinse periode zijn vondsten en sporen gekend. Uit het Paleolithicum en het Mesolithicum zijn geen vondsten gekend in de omgeving.

Uit de Bronstijd zijn genivelleerde grafheuvels (site Krommenhof, CAI 154616), een nederzetting (site Beekakkers, CAI 157484) en verschillende losse vondsten zoals bronzen kokerbijltjes gekend. De negen grafheuvels zijn te situeren in de Midden Bronstijd. De nederzetting is te situeren in de Late Bronstijd; hier werden vier hoofdgebouwen en achttien bijgebouwen ontdekt.

Op de site Busselen II Heilaar (CAI 162321) werden nederzettingssporen ontdekt uit de overgang van de Late Bronstijd met de Vroege IJzertijd en de overgang van de Midden naar de Late IJzertijd. Op de site Beekakkers werd ook een nederzetting ontdekt van de Vroege IJzertijd.

Er zijn enkele sporen ontdekt uit de Romeinse periode aan de Lindenlaan (CAI 150999): een waterput uit de Vroeg Romeinse periode met een waterkuil die deze oversnijdt uit de Midden Romeinse periode.

Op de site Krommenhof werden ook sporen aangetroffen uit de vroege middeleeuwen, meer specifiek uit de Merovingische periode. Het gaat om zowel vlakgraven als een nederzetting. Ook uit de daaropvolgende Karolingische periode werden op deze site nederzettingssporen ontdekt.

Uit de volle middeleeuwen werd er op de site Beukenlaan Kattenspoel (CAI 163198) een grote nederzetting gevonden met vijf hoofdgebouwen en veel bijgebouwen.

Ten noorden van het plangebied, aan het Kanaal Dessel – Schoten, zijn enkele bunkers uit de Eerste Wereldoorlog aanwezig.

Wanneer men de CAI vondsten vergelijkt met het Digitaal Hoogtemiddel van Vlaanderen, kan men opmerken dat het plangebied gelegen is in de overgang van de lager gelegen vallei van de Laakbeek (zuiden) en de hoger gelegen microcuesta van Beerse (noorden). De steentijdvondsten zijn gelegen rond de vallei van de Laakbeek, terwijl de ijzertijd- en Middeleeuwse vondsten gesitueerd zijn rond de microcuesta. Hierdoor is de kans op vondsten uit de Steentijdperiode binnen het plangebied eerder laag, en de aanwezigheid van metaaltijden, Romeinse tijd en de middeleeuwen eerder hoog.

(41)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Figuur 18: Plangebied en omgeving op de CAI-kaart23

23 CAI 2018

(42)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 Er zijn in de omgeving van het plangebied verschillende archeologische (voor) onderzoeken gebeurd. Hieronder worden de dichtstbijzijnde besproken. Het gaat om de plangebieden

Bisschopslaan (2129) (op de kaart gelegen onder 5286) , Vaertenacademie (1871), Beekakkerstraat (1281), Krommenhof (5617), Houtseweg (3027), Leemstraat (3634), Turnhoutseweg (2988) en Turnhoutseweg (5076).

Ten westen van het plangebied bevindt zich Beerse Bisschopslaan (2129 – onder 5286 op de kaart).

Hier werden landschappelijke boringen uitgevoerd waaruit bleek dat er zich onder andere een zandbodem met antropogene humus A horizont bevond, en geen verstoorde bodem (OT of OB). Dit is belangrijk voor het plangebied, waar namelijk ook een verstoorde bodem staat gekarteerd. Er is dus kans op een onverstoorde bodem. Enig vervolgonderzoek voor Beerse Bisschopslaan (2129) is nog niet gepubliceerd. Beerse Houtseweg (3027) bevindt zich ten noordwesten van het plangebied en ook hier werden landschappelijke boringen uitgevoerd. Er werd hierbij geen (verwachte) podzolbodem aangetroffen, maar ook geen diepe verstoringen. Vervolgonderzoek, dat in de vorm van proefsleuven werd geadviseerd, werd een dikke antropogene Ap-horizont aangetroffen, met hieronder een oude cultuurlaag in het zuidoosten en een E-, Bh-, -en Bt-horizont in het noordwesten.

Er werden over het volledige onderzoeksgebied geen archeologische sporen aangetroffen. Ook ten noordwesten bevindt zich Beerse Vaertenacademie (1871). Bij het bureauonderzoek stelde men vast dat dit projectgebied zich landschappelijk gunstig situeert, namelijk op een verhevenheid (microcuesta) en vlakbij de Laakbeek en Grote Beek. Hier werd de verwachtingskans op archeologie reëel geacht. Vlak naast Beerse Vaertenacademie ligt Beerse Beekakkerstraat (1281). Ook hier werd een hoog archeologisch potentieel toegeschreven door de landschappelijk ligging op een verhevenheid. Te Beerse Leemstraat (3634) werden proefsleuven aangelegd, waarbij een plaggendek van 70 tot 75 cm werd waargenomen, dat afnam in diepte naar het westen toe tot 55 cm. Onder de plag is onmiddellijk de C-horizont zichtbaar. Bij de opgraving werden verschillende sporen uit de vroege en volle middeleeuwen gevonden.

Voor de projectgebied Beerse Krommenhof (5617) werd vervolgonderzoek nodig geacht. Dit werd uitgevoerd in de vorm van een landschappelijk bodemonderzoek (11242), waarbij aangetoond werd dat het merendeel van de bodem reeds verstoord werd door afgravingen in het verleden. De zone was voorheen een oude kleiput, en is ook op de Vandermaelen-kaart te herkennen als ‘Briqueterie.

Bij de ontginning van de klei werd een vondstmelding gemaakt over een boomstamwaterput en een kogelput. Hierdoor werd geadviseerd dat er geen verder onderzoek nodig is.

Tussen 2008 en 2009 werd door AdAK een opgraving uitgevoerd aan de verkavelingszone

‘Krommenhof’, wat sporen opleverde van een begraving uit de midden-bronstijd, maar ook bewoning en begraving uit de vroege middeleeuwen, en bewoning uit de volle en begin late middeleeuwen.

Het plangebied dat besproken wordt in deze archeologienota is gelegen op de zuidelijke helling van de microquesta. Hierbij is de ligging gelijkaardig aan de opgraving te Beerse Leemstraat (3634).

Projectgebieden gelegen ten noorden van het plangebied, gelegen op de microquesta, hebben een hogere kans op de aanwezigheid van archeologische vondsten en sporen. Projectgebieden die meer ten zuiden van het plangebied liggen, hadden een lagere verwachting voor archeologische vondsten.

(43)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414

1.5 Besluit

1.5.1 Beantwoording onderzoeksvragen

- Wat zijn de gekende archeologische en historische gegevens en welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologische potentieel van het terrein?

Vooral ten noorden van het plangebied zijn sites gekend; dit is te wijten aan drogere, hoger gelegen gronden. Het gaat hierbij vooral om sites uit de Bronstijd, IJzertijd en vroege, volle en late middeleeuwen. Ook uit het Neolithicum en de Romeinse periode zijn vondsten en sporen gekend. Uit het Paleolithicum en het Mesolithicum zijn weinig tot geen vondsten gekend in de omgeving. Het plangebied dat in deze archeologienota besproken wordt, ligt op de zuidelijke flank van de microquesta. Het is dus gelegen tussen de lagergelegen vallei van de Laakbeek en het noorden van de microquesta. Dit geeft de ligging van het plangebied een archeologisch potentieel, en is de kans om sporen en vondsten aan te treffen hoog.

- Zijn er gegevens gekend dat de bodem (deels) verstoord is?

Op de bodemkaart van Vlaanderen is de bodem in het plangebied gekarteerd als OB in delen die niet onderzocht zullen worden. Hier werd het bodemprofiel door het ingrijpen van de mens gewijzigd of vernietigd zodat er een kunstmatige grond ontstond. Het grootste centrale deel is gekarteerd als Zbm: dit is een droge zandgrond met diepe antropogene humus A horizont. Deze gronden hebben een Ap van meer dan 60 cm dik. Tussen 90- 120 cm worden er roestverschijnselen waargenomen. In het oostelijk deel van de fietsenstalling is de bodem gekarteerd als Zcm. dit is een matig droge zandgronden met diepe antropogene humus A horizont. Bij deze matig droge plaggenbodems vindt men onder de dik humeuze A horizont vaak overblijfselen van een Podzol B of een verbrokkeld textuur B horizont. Roestverschijnselen komen voor tussen 60 en 90 cm.

- Wat is de impact van de geplande werken?

De opdrachtgever plant een vernieuwing van de bestaande speelplaats van de kleuterschool. Hierbij worden alle huidige verhardingen verwijderd en vervangen door nieuwe tegels en een graszone. De speelplaats wordt tot een maximum van 40 cm afgegraven, onder de fietsenstalling zal een toekomstige verharding worden gelegd van 40 cm onder de nieuwe betonstraatstenen. De huidige zandbakken worden afgebroken en heropgebouwd, met een toekomstige diepte van maximaal 50 cm. Onder de speelplaats worden infiltratiebekkens geplaatst en delen van de riolering worden vernieuwd. De infiltratiebekkens zullen geplaatst worden op een diepte van 90 cm. Hierbij worden eventueel in het plangebied aanwezige archeologische waarden onherroepelijk vernietigd.

- Is er via archeologisch onderzoek of waarnemingen op aanpalende of nabijgelegen percelen reeds info beschikbaar over de dikte en de opbouw van het aanwezige bodemarchief?

Op de nabijgelegen site Beerse Bisschopslaan (2129) werd een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij werd een matig natte tot droge zandbodem met diepe antropogene humus A horizont ontdekt. Op een tweede site te Beerse Leemstraat (3634) werden proefsleuven aangelegd, waarbij een plaggendek van 70 tot 75 cm werd waargenomen, dat afnam in diepte naar het westen toe tot 55 cm. Onder de plag is onmiddellijk de C-horizont zichtbaar.

(44)

J. Verrijckt Archeologie & Advies Rapport Nr. 0414 - Is er een archeologische site aanwezig? Zo ja, wat zijn de karakteristieken en de

bewaringstoestand ervan? Wat is de relatie met het landschap? Welke waarde heeft de site?

Er zijn niet afdoende aanwijzingen dat er binnen de contouren van het plangebied een archeologische site aanwezig is. Om uitsluitsel te geven is verder archeologisch onderzoek noodzakelijk.

- Wat is de te volgen strategie tijdens een eventueel verder onderzoek en welke bijkomende onderzoeksvragen moeten daarbij beantwoord worden?

Binnen de contouren van het plangebied is er mogelijk een afgedekte of onverstoorde bodem aanwezig. Om na te gaan of er effectief sprake is van een intacte bodem, alsook om na te gaan op welke diepte een eventueel archeologisch niveau zich situeert, zijn landschappelijke boringen noodzakelijk.

1.5.2 Archeologische verwachting

Het plangebied ligt in de huidige gemeente Beerse. De geschiedenis van Beerse verliep in hoge mate parallel met deze van Vosselaar, waarmee het een heerlijkheid vormde. Beide maakten in 1346 deel uit van het Land van Turnhout, toen dit als bruidsschat aan Maria van Brabant werd geschonken. Na de dood van Maria (1399) werd het land terug Brabants bezit, hoewel het nog apart bestuurd werd. Nadat Maria van Hongarije van 1546- 1558 in het bezit van het Land van Turnhout was geweest, werden Vosselaar en Beerse daaruit gescheiden in 1559 en verpand aan Jan van Renesse, heer van Elderen. Na hem ging het land over op zijn zoon en kleinzoon. Van deze laatste werden Vosselaar en Beerse teruggekocht om opnieuw als een deel van het Land van Turnhout te worden afgestaan aan Filips Willem van Oranje (1612- 1618). Vanaf de Vrede van Munster bleef het een deel van het Land van Turnhout, tot aan het Ancien Regime. Vosselaar en Beerse werden samen bestuurd door een schepenbank (oudste vermelding 1386), waarin Vosselaar twee en Beerse vijf schepenen had. Op kerkelijk gebied schonk de bisschop van Kamerijk in 1187 het altaar van Beerse, Vosselaar en Vlimmeren aan de abdij van Groot-Bijgaarden. Het begevingsrecht werd in 1426 afgekocht door de Witheren van de Sint-Michielsabdij. De twee kerken werden tot 1776 door één pastoor bediend. In 1907 werd te Beerse een nieuwe kerk gebouwd.

De omgeving rond het projectgebied bevindt zich volgens het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (DHM) tussen 20 en 30 m + TAW, waarbij de hoogte in het noorden afloopt richting het zuiden. Het plangebied zelf bevindt zich tussen 24 en 26.5 m + TAW. Hoogteverschillen in het plangebied zelf zijn klein. Ten zuiden van het plangebied loopt op korte afstand de Laakbeek, die richting het westen en het zuiden uitmondt in de Aa. . Het plangebied dat in deze archeologienota besproken wordt, ligt op de zuidelijke flank van de microquesta. Het is dus gelegen tussen de lagergelegen vallei van de Laakbeek en het noorden van de microquesta. Dit geeft de ligging van het plangebied een archeologisch potentieel, en is de kans om sporen en vondsten aan te treffen hoog. In geomorfologisch opzicht bevindt het plangebied zich op de cuesta van de kleien van de Kempen.

Op de bodemkaart van Vlaanderen is de bodem in het plangebied gekarteerd als OB in delen die niet onderzocht zullen worden. Hier werd het bodemprofiel door het ingrijpen van de mens gewijzigd of vernietigd zodat er een kunstmatige grond ontstond. Het grootste centrale deel is gekarteerd als Zbm: dit is een droge zandgrond met diepe antropogene humus A horizont. Deze gronden hebben een Ap van meer dan 60 cm dik. Tussen 90- 120 cm worden er roestverschijnselen waargenomen.

In het oostelijk deel van de fietsenstalling is de bodem gekarteerd als Zcm. dit is een matig droge zandgronden met diepe antropogene humus A horizont. Bij deze matig droge plaggenbodems vindt men onder de dik humeuze A horizont vaak overblijfselen van een Podzol B of een verbrokkeld textuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het plangebied is topografisch gezien gelegen binnen een gradiëntzone waardoor potentieel ook oudere (steentijd) vondsten kunnen aangetroffen worden maar daarvan zijn

Gezien het verstoren van eventueel bewaard archeologisch erfgoed niet kan worden uitgesloten wordt een deel van het projectgebied geselecteerd voor verder vooronderzoek dat

Deze archeologienota kwam tot stand in opdracht van de initiatiefnemer naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen

Op deze manier kon een inschatting worden gemaakt van het onderzoekspotentieel van het plangebied en aan de hand van bodem- en aardkundige, cartografische, historische

Voor de verkaveling in Lot 3 kunnen we dus eveneens stellen dat, gezien het volgens het programma van maatregelen uitgevoerde aanvullend vooronderzoek, 1° met

5 Studiebureau Archeologie, Vooronderzoek Beerse Beerse-Bisschopslaan”, Archeologienota (Studiebureau Archeologie bvba), geraadpleegd 22 augustus

Het is een interessant document, omdat alle gebouwen ingemeten werden en ook de omgeving werd vrij waarheidsgetrouw opgetekend (rivieren, grachten, poelen, bossen,

Deze archeologienota met beperkte samenstelling kwam tot stand naar aanleiding van de herontwikkeling van het terrein ter hoogte van de Industrieweg 16 in de haven