Project 311.0011
Monitoring vlees, organen en vetten in het kader van Nationale Plannen Projectleider: A.H. Roos
Rapport 96.11 maart 1996
RESULTATEN ONDERZOEK ORGANOCHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN, CHLOORBIFENYLEN EN ZWARE METALEN IN ORGANEN EN VETIEN.
""====-===---JA.AROVERZICRI1
99~==========-===:'::...==:-::::::.. ----=======~-=--~=-=-="---==---====~~(NATIONAAL PLAN HORMONEN EN OVERIGE STOFFEN EN CONCEPT NATIONAAL PLAN PLUIMVEE)
A.H. Roos, H.J. van der Kamp, J.J. van Oostram en A. van Polanen
afdeling: Kwaliteitsbewaking en -systemen
Copyright 1996, DLO-Rijks-Kwaliteitsinstituut voor land- en tuinbouwprodukten (RIKILT-DLO) Overname van de inhoud is toegestaan, mits met duidelijke bronvermelding.
VERZENDLIJST
INTERN:
directeur auteur(s)
programmaleiders (2x)
in- en externe communicatie (2x)
databank kwaliteit agrarische produkten (KAP) bibliotheek (3x)
leesplanken (2x)
EXTERN:
Dienst Landbouwkundig Onderzoek Directie Wetenschap en Kennisoverdracht Directie Milieu, Kwaliteit en Gezondheid Directie Landbouw
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
Centraal Laboratorium Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Bilthoven TNO-Voeding, Zeist
Inspectie Gezondheidsbescherming, Utrecht
DLO-instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid, Lelystad
Proefstation voor de Rundveehouderij, de Schapenhouderij en de Paardenhouderij (PA), Lelystad Proefstation voor de Varkenshouderij, Rosmalen
IKC Landbouw, afd. Intensieve Veehouderij, Ede IKC Landbouw, afd. Grondgebonden Veehouderij, Ede Ware(n)-Chemicus
ABSTRACT
Resultaten onderzoek organochloorbestrijdingsmiddelen, chloorbifenylen en zware metalen in organen en vetten.
Jaaroverzicht 1995
(Nationaal Plan Overige Stoffen en concept Nationaal Plan Pluimvee)
Results monitoring programme organochlorine pesticides, chlorobiphenyls and heavy metals in organs and fats. Annual report 1995. (National Plan). [In Dutch]
AH. Roos, H.J. van der Kamp, J.J. van Oastrom and A. van Polanen
State lnstitute tor Quality Control of Agricultural Products (RIKILT-DLO) P.O. Box 230, 6700 AE Wageningen, the Netherlands
Report 96.11
21 tab les, 1 references, 1 0 pages
March 1996
Organochlorine pesticides and chlorobiphenyls are determined in animal fat of Dutch cows, swine, veal calves, young bovine animals, sheep, goats, horse, poultry and in whole egg powder. Relative high results (0.1 mg/kg level) are found tor chlorobiphenyls (PCB 138 and PCB 153} in horsefat Tolerances in meat are nat exceeded due to the low fat content of horsemeat. For the chlorobiphenyls PCB 138 and PCB 153 an exceeding of the toleranee in a fat of one pig (n=108) is established.
Tolerances of other organochlorine compounds are nat exceeded.
The lead, cadmium and mercury content in liver of poultry and in kidney of cows, veal calves, young bovine animals, swines, sheeps, goats and harses are determined. Exceedings of the toleranee in kidney are established tor cadmium in one young bovine animal (n=24} and tor lead in one pig (n=72).
For cadmium in the kidney of harses a median content of 19 mg/kg is measured. No tolerances are established tor heavy metals in the kidney of harses. For mercury no exceedings of the toleranee are established.
Keywords: organochlorine pesticides, chlorobiphenyls, heavy metals, monitoring, fat, kidney, liver
2
INHOUD
SAMENVATriNG
1 INLEIDING
2 MATERIAAL EN METHODEN
2.1 Monstername en monstermateriaal 2.2 Methoden van onderzoek
3 RESULTATEN EN DISCUSSIE
3.1 Bestrijdingsmiddelen en chloorbifenylen 3.2 Zware metalen
3.2.1 Lood 3.2.2 Cadmium 3.2.3 Kwik
4 CONCLUSIE
LITERATUUR
BIJLAGEN
Tabel 1-2 Frequentieverdeling organochloorbestrijdingsmiddelen en chloorbifenylen in vetten Tabel 3-21 Frequentieverdeling zware metalen in organen
5
7
7 7 7
8 8 8 8
9
9
4
SAMENVATIING
De in 1995 in het kader van het Nationaal Plan Overige Stoffen en concept Nationaal Plan Pluimvee uitgevoerde onderzoeken zijn samengevat en vergeleken met resultaten van voorgaande jaren.
Organochloorbestrijdingsmiddelen en chloorbifenylen zijn bepaald in vetten afkomstig van afgemolken koeien, mestkalveren, mestrunderen, varkens, schapen, geiten, paarden, pluimvee en eipoeder.
Overschrijdingen van toleranties zijn aangetoond voor voor a-HCH en 13-HCH in twee vetten van slachtkuikens en voor de chloorbifenylen PCB 138 en PCB 153 in het vet van één varken. Voor de chloorbifenylen (PCB 138 en PCB 153) zijn in paardevetten relatief hoge gehaltes gemeten. Door het lage vetgehalte van paardevlees wordt de tolerantie voor de chloorbifenylen echter niet overschreden.
Voor de overige organochloorverbindingen zijn geen overschrijdingen van de tolerantie vastgesteld.
De zware metalen lood, cadmium en kwik zijn bepaald in nieren van afgemolken koeien, mestrunderen, mestkalveren, varkens, schapen, geiten, paarden en in de levers van pluimvee. Voor lood is een overschrijding van de tolerantie vastgesteld in de nier van één varken en voor cadmium in de nier van één mestrund. Voor kwik is geen overschrijding van de tolerantie vastgesteld.
In nieren van paarden zijn hoge cadmiumgehaltes gemeten (mediaan 19 mg/kg). Voor paarden is echter geen tolerantie vastgesteld.
Gezien de hoge cadmiumgehaltes in de nieren van paarden is het te overwegen geen orgaanvfi"Je!Pe!Ss= '========
van paarden voor menselijke consumptie te bestemmen.
6
1 INLEIDING
Conform richtlijn 86/469/EEG inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen zijn tot uitvoering van deze richtlijn onderzoekprogramma's opgesteld. In deze onderzoekprogramma's (Nationaal Plan Overige Stoffen Nederland 1994 en concept Nationaal Plan Pluimvee) is vastgelegd welke stoffen, dieren en aantal monsters onderzocht moeten worden. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Nationale Plannen ligt bij het Centraal Laboratorium Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (CLRVV). Door het CLRW is het onderzoek naar organochloorverbindingen en zware metalen uitbesteed bij het RIKILT-DLO. In dit rapport zijn de resultaten van het in 1995 uitgevoerde onderzoek samengevat.
2 MATERIAAL EN METHODEN
2.1 Monstername en monstermateriaal
De monsters zijn maandelijks genomen door het RVV. In het kader van het Nationaal Plan Overige Stoffen en concept Nationaal Plan Pluimvee zijn de volgende monsters onderzocht:
- organochloorverbindingen:
vet van: varkens (n=108), mestkalveren (n=60), mestrunderen (n=48), afgemolken koeien (n=48), schapen (n=24), geiten (n=12), paarden (n=12), slachtkuikens (n=24) en eipoeders (n=6);
- zware metalen:
nieren van: varkens (n=72), mestkalveren (n=48), mestrunderen (n=24), afgemolken koeien (n=24), schapen (n = 12), geiten (n = 12) en paarden (n = 12);
levers van: slachtkuikens (n=24).
2.2 Methoden van onderzoek
Organochloorbestrijdingsmiddelen en chloorbifenylen zijn nadat het vet is opgelost in ethylacetaat- cyclohexaan, geïsoleerd van het vet m.b.v. gelpermeatiechromatografie. Na de isolatie worden de organochloorverbindingen met behulp van capillaire gaschromatografie en electron capture detectie bepaald.
Voor de bepaling van het gehalte aan zware metalen zijn de monsters door malen gehomogeniseerd.
Lood en cadmium zijn bepaald met grafietoven atomaire absorptie spectrometrie (GF-AAS) na destructie onder druk in een magnetron met salpeterzuur in een teflon drukvat Kwik is bepaald met
"koude damp" atomaire absorptie spectrometrie (CV-AAS), na destructie van de monsters onder druk in een magnetron met salpeterzuur in een teflon drukvat
3 RESULTATEN EN DISCUSSIE
3.1 Bestrijdingsmiddelen en chloorbifenylen
De analyseresultaten van het onderzoek in 1995 naar organochloorverbindingen in de vetten van varkens, mestkalveren, mestrunderen, afgemolken koeien en slachtkuikens zijn samengevat in tabel 1 en die van schapen, geiten, paarden en eipoeders in tabel 2.
In het vet van één varken is een overschrijding van de tolerantie vastgesteld voor de chloorbifenylen PCB 138 en PCB 153. Ook zijn evenals in 1993 en 1994 in paardevetten relatief hoge gehaltes gemeten voor PCB 138 en PCB 153. De tolerantie voor de chloorbifenylen in paardevlees is door het lage vetgehalte van paardevlees echter niet overschreden.
In drie vetten van slachtkuikens is een besmetting met a-HCH, 13-HCH en y-HCH vastgesteld. De tolerantie voor a-HCH en 13-HCH is in twee vetten overschreden.
Andere organochloorverbindingen zijn voor zover aangetoond, in zeer lage concentraties aanwezig.
De recovery van de GPC-bepaling van organochloorverbindingen (n=32} uitgevoerd op het 0,05-0,4 mg/kg niveau bedraagt gemiddeld 98% (range 68- 132%}. De variatiecoëfficiënt voor de afzonderlijke com onenten is gemiddeld ca 6% (range 4,4 - 12,5%}. In het referentiemonster vet (n=22} met
3.2 Zware metalen
In de tabellen 3 t/m 21 zijn de resultaten van het onderzoek naar lood, cadmium en kwik over de periode 1986-1995 samengevat. In de tabellen met de gehaltes in nier voor mestrunderen en afgemolken koeien zijn tot 1990 de data identiek, omdat deze samengevoegd zijn onder de noemer rund, vanaf 1991 zijn de resultaten separaat vermeld. Sinds augustus 1991 gelden in de Benelux lagere tolerantiewaarden voor lood, cadmium en kwik, in de tabellen is daarom vanaf 1992 een andere tolerantie vermeld.
De vermelde gehaltes aan lood, cadmium en kwik in de levers van slachtkuikens over de periode 1986-1993 zijn bepaald door CIVO-TNO. Vanaf 1994 zijn deze gehaltes bepaald door RIKILT-DLO.
In 1995 is voor het eerst onderzoek uitgevoerd naar het lood- en cadmiumgehalte in de nieren van geiten.
3.2.1 Lood
De analyseresultaten van het onderzoek naar lood in de periode 1986-1995 zijn samengevat in de tabellen 3 t/m 1 0. De mediaanwaarden van de gevonden loodgehaltes in 1995 zijn vergelijkbaar met die van voorgaande jaren. Er is één overschrijding van de tolerantie vastgesteld in een nier van een varken (n=72).
In het BCR referentiemonster varkensnier CAM 186 met een loodgehalte van 0,31 mg/kg is gemiddeld 0,31 mg Pb/kg (n=20, VC 8,8 %} aangetoond.
8
3.2.2 Cadmium
De analyseresultaten van het onderzoek naar cadmium in de periode 1986-1995 zijn samengevat in de tabellen 11 t/m 18. Voor cadmium is een overschrijding van de tolerantie vastgesteld in een nier van één mestrund (n=24). In nieren van paarden (tabel 17) zijn evenals in voorgaande jaren hoge cadmiumgehaltes gemeten (4,6-37 mg/kg). Er is geen tolerantie vastgesteld voor het cadmiumgehalte in de nier van een paard. Gezien de hoge cadmiumgehaltes in de nieren van paarden is het te overwegen geen orgaanvlees van paarden voor menselijke consumptie te bestemmen.
In het BCR-referentiemonster varkensnier CAM 186 met een cadmiumgehalte van 2, 71 mg/kg is gemiddeld 2,61 mg/kg (n=23, VC 4,7 %) aangetoond.
3.2.3 Kwik
In verband met technische problemen met de kwikbepaling ten gevolge van interferenties in de periode mei-november 1995 zijn te hoge en dus niet betrouwbare resultaten verkregen. Ondanks de te hoge kwikresultaten in deze monsters is de norm voor kwik in nier (50 pg/kg) niet overschreden.
De resultaten zijn om deze reden niet of?genomen in dit jaarverslag.
=========--: D :" e ~ a ~ n ~ a~ ly~ se ~r ~ esultaten
van het onderzoek naar kwik in de periode 1986-1995 zijn samengevat in de tabellen 19 t/m 21. Overschrijdingen van de tolerantie die wel kwantitatief gemeten zijn, zijn niet vastgesteld.In het BCR-referentiemonster varkensnier CAM 186 met een kwikgehalte van 1,97 mg/kg is gemiddeld 1,57 mg Hg/kg (n=10, VC 20,4%) aangetoond.
4 CONCLUSIE
Uit de resultaten van het onderzoek uitgevoerd in het kader van het Nationaal Plan Overige Stoffen en concept Nationaal Plan Pluimvee in 1995 kan het volgende geconcludeerd worden:
residuen van organochloorbestrijdingsmiddelen, chloorbifenylen en zware metalen zijn voorzover aantoonbaar in het algemeen laag in relatie tot de tolerantie;
overschrijdingen van toleranties zijn aangetoond voor de chloorbifenylen PCB 138 en PCB 153 in het vet van één varken, voor a-HCH en 13-HCH in twee vetten van slachtkuikens, voor lood in de nier van een varken en voor cadmium in de nier van een mestrund;
in 1995 zijn evenals in 1993 en 1994 in paardevetten relatief hoge gehaltes gemeten voor PCB 138 en PCB 153. De tolerantie voor de chloorbifenylen in paardevlees is door het lage vetgehalte van echter niet overschreden;
in nieren van paarden zijn hoge cadmiumgehaltes gemeten (mediaan 19 mg/kg). Voor paardenvlees en -organen zijn echter geen toleranties vastgesteld.
l i l
Tabel 1: Frequentieverdeling organochloorverbindingen in varken, mestkalf, mestrund, afgemolken koe en slachtkuiken in 1995.
Component Tolerantie Range Varken Mestkalf Mestrund Afgemolken koe Slachtkuiken
(mg/kg vet) (mg/kg vet) (n=108) (n=60) (n=48) (n=48} (n=24)
Hexachloorbenzeen 0,2 <0,01 108 60 47 43 24
0,01-0,05 1 5
a-HCH 0,2 <0,01 106 60 48 48 21
0,01-0,05 2
0,06-0,10
1111
0,11-0,20 1
0,21-0,50 2
.B-HCH 0,1 <0,02 108 60 48 48 21
0,06-0,10
11
1
0,11-0,50 2
y-HCH (lindaan) 1,0 a) <0,01 0,01-0,05 108
,
' 47 1 48 21 10,06-0,10 1
0,11-0,50
. ..
1
.B-Heptachloorepoxide 0,2 <0,02 108 60 47 48 24
0,02-0,05 1
Dieldrin 0,2 <0,02 108 60 47 48 24
0,02-0,05 1
Endrin 0,05 <0,04 108 60 48 48 24
Chloordaan 0,05 <0,02 108 60 48 48 24
Totaal DDT 1,0 <0,10 108
6f 47 48 24
0,10-0,20 1
Methoxychloor o,o5b' <0,05 108 6b 48 48 24
Toxafeen ç <0,5 108
sp
48 48 24PCB 138 0,05 <0,03 107 sb 48 46 24
0,03-0,05 2
0,06-0,10 1
PCB 153 0,05 <0,03 107 60 48 46 24
0,03-0,05 2
0,06-0,10 1
n.b.= niet bepaald
a) y-HCH schapevet 2,0 mg/kg op vetbasis
b) is de tolerantie voor vlees; afgeleide norm voor vet is 0,5 mg/kg vet c) geen tolerantie vastgesteld, USA norm is 7,0 mg/kg vet
Tabel 2: Frequentieverdeling organochloorverbindingen in schaap, geit, paard en eipoeder in 1995.
Component Tolerantie Range Schaap Geit 11 Paard Eipoeder
(mg/kg vet) (mg/kg vet) (n=24) (n=12) (n=12) (n=6)
Hexachloorbenzeen 0,2 <0,01 15
~I:
8 60,01-0,05 9 5 4
a-HCH 0,2 <0,01 24 12 12 6
P-HCH 0,1 <0,02 24
121 11 5
0,02-0,05 1
0,06-0,10 1
y-HCH (lindaan) 1 ,o•> <0,01 24 1~ 12 6
p-Heptachloorepoxide 0,2 <0,02 24 12 12 6
Dieldrin 0,2 <0,02 24
11 11 6
0,02-0,05 1
Endrin 0,05 <0,04 24 1~ 12 6
Chloordaan 0,05 <0,02 24 12 12 6
Totaal DDT 1,0 <0,10 24 1 11 6
0,10-0,50
'~
0,51-1,0 1
Methoxychloor o,o5•> <0,05 24 12 12 6
Toxafeen C) <0,5 24 12 12 6
PCB 138 0,05 <0,03 24 1
1 r
9 6
0,03-0,05 2
0,06-0,10 1
PCB 153 0,05 <0,03 23 11 7 6
0,03-0,05 1
1
30,06-0,10 111 1
0,11-0,20 1
n.b.= niet bepaald
a) y-HCH schapevet 2,0 mg/kg op vetbasis
b) is de tolerantie voor vlees; afgeleide norm voor vet is 0,5 mg/kg vet c) geen tolerantie vastgesteld, USA norm is 7,0 mg/kg vet
Tabel 3 Frequentieverdeling van lood in levers van slachtkuikens, periode 1986-1995. Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters N gehaltes <=0,050 (%)
>0,050 - <•0,10 (%)
>0,10 - <=0,20 (\)
>0,20 - ca0,50 (\)
>0,50 (%)
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90%-waarde 95\--waarde
Tolerantie T
\ > T
1986
25 100 0 0 0 0
<0,005 0,025 0,005 0,015 0,020 0,5 0
1987
24 100 0 0 0 0
<0,005 0,035 0,010 0,015 0,035 0,5 0
1988
24 100 0 0 0 0
<0,005 0,025 0,005 0,015 0,020 0,5 0
1989
26 96 4 0 0 0
<0,005 0,080 0,010 0,010 0,020 0, 5 0
1990
24 100 0 0 0 0
<0,010 0,010
<0,010 0, 010 0,010 0,5 0
1991
24 96 4 0 0 0 c0,010 0,070
<0,010 0,010 0,010 0, 5 0
1992
24 96 4 0 0 0
<0,010 0,050
<0,010 c0,010
<0,010 0,25 0
1993
24 100 0 0 0 0
<0,010 0,040 c0,010 0,010 0,010 0,25 0
Tabel 4 Frequentieverdeling van lood in nieren van varkens, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters gehaltes <=0,05
>0,05 - <•0,10
>0,10 - <=0,20
>0,20 - <=0,50
>0,50 - <=1,0
>1,0 - <•2,0
>2,0
N (%) {\) (%) {\) {\) (%) (\)
1986
21 71 14 5 5 0 5 0
1987
24 96 4 0 0 0 0 0
1988
24 96 4 0 0 0 0 0
1989
36 92 8 0 0 0 0 0
1990
36 83 11 6 0 0 0 0
1991
36 97 3 0 0 0 0 0
1992
36 86 8 6 0 0 0 0
1993
72 93 4 3 0 0 0 0
1994
12 92 8 0 0 0
<0,050 0,059 c0,050
<0,050
<0,050 0,25 0
1994
72 08 12 0 0 0 0 0
1995
24 100 0 0 0 0
<0,050 0,014 c0,050
<0,050
<0,050 0,25 0
1995
72 80 14 4
1 0 0 laagste gehalte 0,01 <0,01 0,01 <0,01 <0,01
0,17
c0,05 <0,05 c0,05 c0,05 <0,05
=~============~~~hmediaan ~o~o~gGs~t~e~g~e~h=a~l~t~e~~==~=-no, or--u1,6 0,06 , c n -o 0,06 ;-o~;-0:3-0,08
90%-waarde 0,18 0,04 0,04 0,05
95%-waarde Tolerantie
\- > T
T
0,22 1,0 5
0,05 1,0 0
0,04 1, 0 0
0,06 1, 0 0
-o-;i):3 0,06 0,09 1,0 0
0,06 0,18 0,16 0,09 0,83
<OT65-<~, OS - <.CrOS-=-<.0 ,-OS=dl.-05- 0,05 0,06 <0,05 0,07 0,08 0,05 0,09 0,07 0,07 0,11 1,0
0
0,5 0
0,5 0
0,5 0
0,5 1
Tabel 5 Frequentieverdeling van lood in nieren van mestrunderen, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters gehaltes <=0,05
>0,05 - <=0,10
>0,10
>0,20
>0,50
>1,0
>2,0
- <=0,20 - <=0,50
- <=1,0
- <•2,0
laagste gehalte
hoogste gehalte
mediaan 90\--waarde 95\'-waarde Tolet·antie
\" > T
N {\) (%) (%) (%) (%) (%) (%)
T
1986
24 0 8 17 75 0 0 0 0,10 0,44 0,25 0, 40 0, 43 1,5 0
1987
24 0 8 42 46 4 0 0 0,10 0,66 0,20 0,37 0,41 1,5 0
1988
23 4 22 39 35 0 0 0 0,04 0,50 0,17 0,28 0,34 1,5 0
1989
24 0 21 62 17 0 0 0 0,07 0,29 0,15 0,21 0,24 1,5 0
1990 24
17 50 29 0 0 0 0,05 0,40 0,16 0, 31 0,40 1, 5 0
1991
12 0 50 25 17 8 0 0 0,07 0,52 0,10 0,29 0,29 1,5 0
1992
12 8 42 33 17 0 0 0
<0,05 0,33 0,10 0,23 0,23 1,0 0
1993
24 13 29 46 12 0 0 0
<0,05 0,25 0,14 0,20 0,22 1,0 0
1994
24 8 34 54 4 0 0 0
<0,05 0,28 0,11 0,19 0,20 1,0 0
Tabel 6 Frequentieverdeling van lood in nieren van afgemolken koeien, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters gehaltes <=0,05
>0,05
>0,10
>0,20
>0,50
- <=0,10
- ca0,20
- <=0,50
- <:;:1,0
>1,0 - <=2,0
>2,0
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90\-waarde 95%-waarde Tolerantie
% > T
N (\) (%) (%) (%) (%) (%) (%)
T
1986
24 0 8 17 75 0 0 0 0,10 0,44 0,25 0,40 0,43 1,5 0
1987
24 0 8 42 46 4 0 0 0,10 0,66 0,20 0,37 0,41 1, 5 0
1988
23 4 22 39 35 0 0 0 0,04 0,50 0,17 0,28 0,34 1,5 0
1989
24 0 21 62 17 0 0 0 0,07 0,29 0, 15 0,21 0,24 1, 5 0
1990
24 4 17 50 29 0 0 0 0,05 0,40 0,16 0,31 0, 40 1, 5 0
1991
12 0 8 42 50 0 0 0 0,10 0,42 0,22 0,39 0,39 1, 5 0
1992
12 8 0 75 17 0 0 0 0,05 0,30 0,14 0,30 0,30 1' 0 0
1993
24 0 13 50 37 0 0 0 0,07 0,44 0,16 0,27 0,33 1' 0 0
1994
24 12 21 63 4 0 0 0
<0,05 0,30 0,14 0,18 0,20 1,0 0
1995
24 12 12 52 20 4 0 0
<0,05 0,74 0,13 0,30 0,32 1,0 0
1995
24 0 30 44 22 4 0 0 0,06 0,53 0,17 0,27 0,42 1,0 0
Tabel 7 Frequentieverdeling van lood in nieren van schapen, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters N gehaltes <=0,05 {\"}
>0,05 - <=0,10 {\}
>0,10 - ca0,20 (\)
>0,20 - <=0,50 (%)
>0,50 - CD1,0 (%)
>1, 0 - <=2. 0 {\)
>2. 0 {\)
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90%->~aat·de
95%-waarde Tolerantie
% > T
T
1986
24 0 0 33 50 17 0 0 0,12 0,72 0,26 0,68 0,72
1987
24 0 0 21 67 12 0 0 0,15 0,76 0,25 0,52 0,70
1988
24 4 8 42 33 13 0 0 0,02 0,62 0,19 0, 54 0,56
1989
24 0 17 25 54 4 0 0 0,07 0,87 0,22 0,43 0,44
1990
24 0 8 67 25 0 0 0 0,08 0,42 0,17 0,26 0,27
1991
24 4 17 34 33 8 4 0
<0,05 1, 1 0,18 0,60 0,80
1992
24 8 29 21 38 4 0 0
<0,05 0,78 0,16 0,44 0,45
1993
24 5 12 38 45 0 0 0 0,05 0, 40 0,19 0,34 0,38
1994
24 4 21 25 46 4 0 0
<0,05 0,57 0, 20 0,33 0,45
Tabel 8 Frequentieverdeling van lood in nieren van mestkalveren, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters gehaltes <=0,05
>0, OS - <o:::.O, 10
>0,10
>0,20
>0,50
>1,0
>2,0
- <a0,20
- <=0,50 - ca1,0 - <u2,0
laagste gehalte
=;:::=:=:=:=:=;=;--hoogste gehalte
mediaan 90%-waarde
95%->~aarde
Tolerantie
% > T
N {\"}
{\}
(%) (%) (%) (%) {\}
T
1986 1987 1988 1989
24 59 33 8 0 0 0 0
<0,01 0718 0,04 0,10 0,11 1, 5 0
1990
24 63 21 12 4 0 0 0
<0,01
1991
24 58 21 0 21 0 0 0
<0,05
1992
24 50 38 8 4 0 0 0
<0,05
072~o7A7 o-;'J9
0,04 0,05 <0,05 0,13 0,30 0,11 0,19 0,39 0,16 1,5
0
1, 5 0
1, 0 0
1993
48 54 27 17 2 0 0 0
<0,05 0, 0
<0,05 0,16 0,18 1, 0 0
Tabel 9 Frequentieverdeling van lood in nieren van paarden, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters N gehaltes <D0,05 (%)
>0,05 - <•0,10 (%)
>0,10 - <=0,20 (%)
>0,20 - <=0,50 (\)
>0, 50 - <=1, 0 (\")
>1,0 - <=2,0 (%)
>2,0 (\}
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90\--waarde 95%-waarde Tolet·antie
% > T
T
1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993
12 0 8 25 50 0 0 17 0,08 25,4
0,24 0,44 10,8
Tabel 10 Frequentieverdeling van lood in nieren van geiten, periode 1986-1995. Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters N gehaltes <=0,05 (%)
>0,05 - <=0,10 {\}
1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993
1994
48 69 15 10 6 0 0 0
<0,05 0,40
<0,05 0,13 0,22 1,0 0
1994
12 8 17 34 33 8 0 0
<0,05 0,61 0,14 0,28 0,28
1994
1995
12 0 8 59 33 0 0 0 0,06 0,30 0,17 0,26 0,26
1995
48 35 35 17 13 0 0 0
<0,05
0.-Yl'--=-...;;;~~~;;;;::;
0,06 0,24 0,26 1,0 0
1995
12 0 33 42 17 8 0 0 0,05 0,79 0,14 0,32 0,32
1995
12 17 41
Tabel 11 Frequentieverdeling van cadmium in levers van slachtkuikens, periode 1906-1995. Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters N gehaltes <R0,010 (\)
>0,010 - <R0,050 (\)
>0,050 - <=0,10 (\)
>0,10 - <=0,50 (\)
>0,50 (\)
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90%-waarde 9S\-waarde
Tolerantie T
\ > T
19B6
25 16 76 B 0 0 0,010 O,OBO 0,025 0,050 0,075 1' 0 0
19B7
24 12 BB
0 0 0
<0,010 0, 040 0,015 0,025 0,03S 1' 0 0
19BB
24 2S 75 0 0 0
<0,010 0,035 0,015 0,02S 0,03S 1' 0 0
19B9
26 B BB
0 4 0
<0,010 0,1B 0,01B 0, 040 0,045 1, 0 0
1990
24 17 79 4 0 0
<0,010 0,060 0,01B 0,035 0,035 1,0 0
1991
24 25 67 4 4 0
<0,010 0,22 0,015 0, 040 O,OSO 1' 0 0
1992
24 1B SB 12 12 0
<0,010 0,24 0,015 0,070 0,100 0,3 0
1993
24 4 B3 4 9 0
<0,010 0,17 0,01S 0,030 O,OB5 0, 3 0
Tabel 12 Frequentieverdeling van cadmium in nieren van varkens, periode 19B6-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid 1986 1987 1988 1989 1990
aantal monsters N 21 24 24 36 36
gehaltes <=0,20 (\) 33 62 67 44 49
>0,20 - <=0,50 (\) 62 38 33 47 47
>0,50- <=1,0 (\) 5 0 0 6 4
>1,0 <=2,0 (\) 0 0 0 3 0
>2' 0 ( \) 0 0 0 0 0
laagste gehalte 0,074 0,089 0,080 0,051 0,058 hoogste gehalte 0,51 0,43 0,39 1,3 0,56
mediaan 0,27 0,1B 0,15 0,23 0,20
1991
36 36 39 22
1992
36 50 36 11
1993
72 35 61 4 0 0
<0,005 0,70 0,23
1994
12 42 50 B 0 0
<0,005 0,063 0,012 0,03B 0,03B 0,3 0
1994
72 39 S2 8 0
0,076 2' 1 0,24
1995
24 17 75 4 4 0 0,007 0,11 0,01S 0,047 0,086 0,3 0
1995
72 40 S3 7 0 0 0,077 0,70 0,22
90%-waarde 0,46 0,33 0,36 0,42 0,34
3 0 0,10 1,2 0,26 0,69
3 0 0,022 1, 9 0,21
O,S5 0,37 0,45 0,38
95\-waarde 0,46 0,3S 0,37 0,55 0,42
=;:========="'lT~oillrie~ri.'i·aiinri'tiTl ee~== ....-~---"'=-.3, o--=--J, o----= , o--===3, 0==--3, o ~r()-:1-,-C-1,0 0,60 _ .,.0,44 J;;il,.-'J----"=-=--... 0,56 1 ...0 ....;;...__L._Q 0,53
% > T 0 0 0 0 0 0 3 0 0
Tabel 13 Frequentieverdeling van cadmium in nieren van mestrunderen, periode 1986-1995.
Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters gehaltes <=0,20
>0,20 - <a:O,SO
>0,50 - <=1,0
>1,0 <a2,0
>2,0
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90%-waarde 95\-waarde Tolerantie
\ > T
N (%) (\) (\) (%) (\)
T
1986
24 17 33 33 17
0,10 1,7 0,52 1,4 1, 6 3,0 0
0
19B7
24 21 25 46
0,11 1,2 0,53 0,81 1,0 3,0 0
8 0
198B
23 22 3S 30 13
0,15 1,4 0,40 1,2 1,3 3,0 0
0
19B9
24 21
ss
12
0,17 5,6 0,32 1,1 1, 8 3,0 4
8 4
1990
24 38 21 25 B 0 0,097 3,2 0,2S 1,7 2, 5 3,0 4
1991
12 50 42 B 0 0 0,070 0,52 0,1B 0,45 0,45 3,0 0
1992
12 17 67 16 0 0 0,16 0,73 0,36 0,62 0,62 2,5 0
1993
24 42 46 12 0 0
<0,005 0,99 0,21 0,45 0,65 2,5 0
1994
24 25 46 12 0 17 0,076 4,0 0,44 2,4 3,5 2,5 8
1995
24 32 40 12 12 4 0,058 9,8 0,2B 1' 2 l , s
2,5 4
Tabel 14 Frequentieverdeling van cadmium in nieren van afgemolken koeien, periode 1986-1995. Gehaltes uitgedrukt in mg/kg produkt.
Kengrootheid
aantal monsters gehaltes <=0,20
>0,20 -
>0,50 -
>1,0
>2,0
<=0,50
<•1,0
<•2,0
laagste gehalte hoogste gehalte mediaan
90\-waarde 95\--waarde Tolerantie
\ > T
N (\) (\) (\) (\) (\)
T
1986
24 17 33 33 17
0,10 1, 7 0,52 1,4 1,6 3, 0 0
0
1987
24 21 2S 46
0,11 1,2 O,S3 O,B1 1, 0 3. 0 0
8 0
1988
23 22 3S 30 13
0,1S 1,4 0,40 1,2 1' 3 3,0 0
0
1989
24 21
ss
12
0,17 5,6 0,32 1' 1 1' B 3. 0 4
8 4
1990
24 3B 21 25 8 B 0,097 3,2 0,2S 1,7 2,S 3, 0 4
1991
12 17 42 25 16 0 0,17 1,4 0,43 1, 1 1,1 3, 0 0
1992
12 25 50 17 8 0 0,014 1,3 0,39 0,99 0,99 2' 5 0
1993
24 4 34 46 8 B 0,18 8,3 0,60 1, 1 1, 3 2,5 8
1994
24 0 34 SB B 0 0,28 1, 6 0,6S 0,98 1,4 2,5 0
1995
24 9 44 30 13 4 0,039 2,2 0,50 2,0 2,0 2,5 0