Handige zinnen
Handige basiszinnen voor beginners
Ga je op reis zonder grondige kennis van Engels? Met onderstaande zinnen kan je al heel ver komen! Hieronder:
15 handige basiszinnen oefeningen
15 handige zinnen in het Engels
Excuse me
“ E x c u s e e r t u m i j ” . H e t i s a l t i j d b e t e r o m j e t e verontschuldigen dan niets te zeggen.
I’m sorry
“Het spijt mij”. Dit kan ook gebruikt worden om je te
verontschuldigen.
Thank you so much
“Heel hard bedankt”. Deze zin kan je gebruiken om iemand te bedanken.
Could you please talk slower?
“Kan je aub trager praten?”. Engelstaligen praten vaak te snel. Het kan dus goed van pas komen om hen te vragen iets trager te praten.
Could you repeat that please?
“Kan je dat herhalen?” Ook handig wanneer je iets niet hebt begrepen.
What’s your phone number?
“Wat is jouw telefoon nummer?”
Do you have facebook?
“Heb je facebook?”
Where are you from?
“Van waar ben je?” Opgelet: het is dus niet “From where are you”? Dit is fout in het Engels.
Nice to meet you
“Leuk je te ontmoeten”
How can I help you?
“Hoe kan ik jou helpen?”
I don’t understand
“Ik versta het niet”. De ideale zin wanneer je iets niet begrijpt!
I really appreciate…
“Ik apprecieer het echt…” . Deze zin kan je ook gebruiken om aan iemand duidelijk te maken dat je iets heel graag hebt.
Never mind
“Laat maar zitten”. Deze zin kan je gebruiken wanneer je eigenlijk over een ander onderwerp wil beginnen. Een andere vertaling: “het maakt niet uit”.
What do you think?
“Wat denk jij?” Wanneer je iemand’s opinie wil horen, kan je deze vraag stellen
What do you do?
“Wat doe je?” Deze vraag wordt vaak gebruikt om te vragen wat iemand juist van werk doet.
Oefeningen handige basiszinnen
Vertaal "Heel hard bedankt"
Thank you so much Thank you much
Very hard thank you PLAY AGAIN !
Engelse zinnen
Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit?
Schrijven in het Engels begint met het vormen van een zin. Op deze pagina bespreken we eerst de 4 soorten Engelse zinnen, nadien komt de zinsstructuur en enkele oefeningen aan bod.
Hulp nodig? Ontdek de cursus Engels die bij jou past!
Bij het vormen van zinnen zal je ook merken dat een Engelssprekende vaak opteert voor ongebruikelijke woorden of zinsconstructies. Je kan via volgende links veel zinnen bijleren die worden gebruikt in de spreektaal:
Engelse zinnen – 4 soorten
Declaratieve zin
Een declaratieve zin verklaart of stelt een feit, een overeenkomst of een opinie. Deze zinnen kunnen zowel positief of negatief zijn. Een declaratieve zin eindigt altijd met een punt.
Volgorde van een zin
De volgorde van een bevestigende zin is als volgt:
Onderwerp 1.
Werkwoord(en) 2.
Voorwerp / naamwoord / … 3.
Enkele voorbeelden:
Laura is beautiful.
I want to marry Laura.
My dog doesn’t like cats.
I live with my parents.
I’ll meet you at the bus station.
The sun rises in the East.
He doesn’t get up early.
Tijd aanduiden – waar plaatsen in de zin?
In het Nederlands zetten we de tijd meestal voor de plaats.
Bv. we gaan morgen naar New York.
In het Engels is dit anders: de tijd komt altijd voor of achteraan de zin.
Bv. We will go to New York tomorrow.
Bv. Tomorrow we will go to New York.
Bijwoorden – waar plaatsen in de zin?
Meer info over bijwoorden vind je op onze pagina hierover. Het gaat dus om woorden zoals always, never, etc.
De plaats in de zin is steeds hetzelfde:
Wanneer er 1 werkwoord in de zin staat:
Na het werkwoord “to be”
Voor het hoofdwerkwoord
Wanneer er meerdere werkwoorden in een zin staan:
Na het eerste werkwoord Bv.
Laura is always happy.
We always go to the beach in the summer.
Laura is never going to give up.
CURSUS ENGELS
Woorden die een zin inleiden
Er zijn ook verschillende bijwoorden om een zin in te leiden.
Deze woorden zet je in principe steeds vooraan, gevolg door een komma, om dan de zin aan te vatten.
Enkele voorbeelden: sadly, obviously, bravely, foolishly, fortunately
Voorbeeldzinnen:
Obviously, Laura is really pretty.
Sadly, she is ignoring me.
Bravely, I tried to begin a conversation with her.
Foolishly, I made a bad joke.
Fortunately, she likes my bad jokes.
Veelvoorkomende samentrekkingen
Met de werkwoorden “to be”, “to have” en “to will” is er vaak sprake van een samentrekking bij het vormen van een zin:
To be: I’m You’re He’s we’re you’re they’re To have: I’ve you’ve she’s we’ve you’ve they’ve To will: I’ll you’ll it’ll we’ll you’ll they’ll
Imperatieve zin
De imperatieve vorm geeft een instructie, advies of bevel.
Deze soort zinnen eindigen met een punt of uitroepteken.
Bijvoorbeeld:
Open the window.
Finish your homework!
Pick up your mess!
Interrogatieve zin (vragend)
Hier wordt een vraag gesteld. Deze zinnen eindigen dus met een vraagteken.
Bijvoorbeeld:
How long have you lived in Belgium?
When does the bus leave?
Do you enjoy picking up your mess?
Meer info op volgende pagina: Vragen stellen – interrogative pronouns
Uitroepzin (exclamatory sentence)
Via deze zin benadruk je een verklaring. Een uitroepzin eindigt met een uitroepteken.
I just won the lottery!
Our team won the championship!
My life will never be the same without you!
Engelse zinnen – structuur
Door middel van grammatica ga je woorden in een zin gieten. Er zijn meerdere manieren om dit te doen. Om deze reden, is het niet simpel om uit te leggen hoe je een zin vormt. Er bestaat jammer genoeg niet zoiets als een stappenplan of een makkelijke manier. De enige manier om Engelse zinnen te leren vormen, is eigenlijk uitproberen.
Eerst zal je alle grammatica moeten overlopen en snappen.
Hiermee kan je beginnen op deze pagina.
Oefeningen mooie Engelse zinnen
Probeer met de volgende woorden een mooie Engelse zin te vormen. We beginnen met een makkelijke oefening en maken het alsmaar moeilijker.
Oefening 1: Probeer een zin te vormen met
de volgende woorden
Oefening 2: welke zin is onvolledig?
Where is 1.
Do you like apples 2.
In the big bag 3.
Green leaf on the tree 4.
We ate dinner 5.
The boy ran home 6.
Oefening 3: Probeer 3 mooie Engelse zinnen te vormen met volgende woorden:
Oefening 4: Wij geven de infinitief, jij vult het werkwoord in de zin.
My pretty sister ………… (to dance) 1.
The big yellow truck …………. (to stop) 2.
The children ……….. (to laugh) 3.
Today her mother …………. (to drive) 4.
The toy store ………. (to close) 5.
Oplossingen
Oefening 1:
The rat ate the cheese Oefening 2:
Zinnen 1, 3 en 4 zijn onvolledig.
Oefening 3:
The music played quietly at dinner.
The rain fell softly in the forest.
The robot crashed loudly on the stairs.
Oefening 4:
My pretty sister danced.
The big yellow truck stopped.
The children laughed.
Today her mother drove.
The toy store closed.
Vergelijken in het Engels
Om te vergelijken in het Engels, moet je de verschillende trappen van vergelijking kennen.
Er bestaat een stellende trap (de basis: bijvoeglijk naamwoord), een vergrotende trap en een overtreffende trap.
Enkele voorbeeldzinnen:
Today is a better day than yesterday. This is the best week I’ve had in a long time.
I play football better than you do. Jonas is the best footballplayer of our team.
This dress is less expensive than that one.
My brother is younger than me. My sister is the youngest in my family.
Bijvoeglijk naamwoord van één lettergreep
Wanneer je een bijvoeglijk naamwoord hebt van één lettergreep, maak je een vergrotende trap door –er toe te voegen en een overtreffende trap door –est toe te voegen.
Wanneer het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een –e, moet je niet –er en –est toevoegen maar –r en –st. bv. handsome, handomer, handsomest
Tall taller tallest
Great greater greatest
Dark darker darkest
Fat fatter fattest
Big bigger biggest
Blue bluer bluest
Sad sadder saddest
Young younger youngest
More en most
Hier zijn enkele uitzonderingen op, die je van buiten moet leren. In plaats van –er en –est toe te voegen, zet je more en most ervoor.
Just more just most just
Right more right most right
Real more real most real
Wrong more wrong most wrong
Bijvoeglijk naamwoord van 2 of meer lettergrepen
Wanneer je een bijvoeglijk naamwoord hebt van 2 of meer lettergrepen, kan je steeds more en most gebruiken.
Beautiful more beautiful most beautiful
Bitter more bitter most bitter
Clever more clever most clever
Difficult more difficult most difficult Expensive more expensive most expensive Interesting more interesting most interesting
Modern more modern most modern
Polite more polity most polity
Tired more tired most tired
Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden
Er zijn ook uitzonderingen waarvoor je de algemene regels niet voor kan toepassen. Deze moet je wederom vanbuiten leren.
Good better best
Well better best
Bad worse worst
Little less least
Much more most
Far farther farthest
Far further furthest
Old older oldest
Old elder eldest
Conjunctions – voegwoorden
Voegwoorden, in het Engels conjunctions, zijn essentieel in het spreken van de Engelse taal. Ze geven een bepaalde relatie aan tussen woorden, zinnen of verschillende delen van een zin.
Het meest bekende voegwoord is ongetwijfeld “and”, wat “en”
betekent. We beginnen op deze pagina met de basis en gaan dan steeds verder om alle voegwoorden te leren. Op het einde sluiten we af met een opsomming en vertaling van alle frequent gebruikte voegwoorden.
Hulp nodig? Ontdek de cursus Engels die bij
jou past!
And, or, but
Vertaling Engels Nederlands
And en
Or of
But maar
Gebruik van deze conjunctions
And gebruik je om een bepaalde aaneenschakeling van woorden te geven.
I love Laura and my pony.
Or gebruik je om een bepaalde keuze weer te geven.
Whom do you love the most? Laura or your pony?
But gebruik je om een bepaalde tegenstelling aan te geven.
I know you love your pony, but you need to kill it. We need the money.
Conjunctions om te gebruiken igv aaneenschakeling
“And” is natuurlijk het meest voorkomende voegwoord in het Engels. Er zijn nog mogelijkheden om een aaneenschakeling van woorden aan te geven:
Both … and I love both Laura and my pony.
Ik houd van zowel Laura als mijn pony.
Neither … nor
I love neither my dog nor my cat.
Ik houd noch van mijn hond noch van mijn kat.
Cursus Engels vinden
Vertaling Engels Nederlands – lijst alle conjunctions
although hoewel
and en
as terwijl
as if alsof
as long as zolang
as soon as van zodra
because omdat
but maar
even if zelfs als
even though hoewel
even when zelfs wanneer
except behalve
if alsof
in order to om
in spite of ondanks
neither … nor noch .. Noch
now that nu
provided mits
rather than liever dan
since sinds
so dus
such as zoals
than dan
that dat
though hoewel
throughout tijdens
unless tenzij
until tot
when wanneer
where waar
whereas terwijl
whether of
while terwijl
with met
Enkele voorbeeldzinnen
Laura and Bart are a great couple.
Neither of us went to the concert.
You can take an ice cream or candy.
I have 2 dogs and 1 cat.
Thank you for the lovely gift.
I’m hungry but I don’t have any food.
Snel veel bijleren? Ontdek jouw ideale cursus Engels!
Passive construction – passieve vorm
In het Engels bestaat er naast de actieve vorm ook een passieve vorm, passive construction genaamd.
Op deze pagina geven we uitleg en gaan we dieper in op dit onderwerp.
Uitleg passive construction - verschil tussen actieve en passieve vorm.
In de actieve vorm staat de persoon die iets doet centraal, terwijl in de passieve vorm de persoon die iets ondergaat centraal staat.
Bijvoorbeeld:
Actieve zin President Bush started the war in Iraq.
Passieve zin The war in Iraq was started by president Bush.
Actieve zin Laura sold her house.
Passieve zin The house was sold (by Laura).
Opmerkingen over bovenstaande voorbeelden:
In de actieve zinnen is er sprake van volgende onderwerpen: “president Bush” en Laura
In de passieve zinnen ligt het onderwerp anders: “the war in Iraq” en “the house”
Hoe vorm je een passive construction?
Je maakt de passieve vorm door volgende combinatie:
Vorm van “to be”
Voltooid deelwoord
Het moeilijke aan passieve zinnen betreft de mogelijkheid dat ze in verschillende tijden kunnen voorkomen. De vorm van “tob e” zal aangeven in welke tijd de zin staat: dit is dus zeer belangrijk.
Overzicht passieve vorm – verschillende tijden
/ simple present
present continuous
simple past
past continuous
present perfect
past
perfect future
I am
arrested
am being arrested
was arrested
was being arrested
have been arrested
had been arrested
will be arrested
You are arrested
are being arrested
were arrested
were being arrested
have been arrested
had been arrested
will be arrested
He / she
is arrested
is being arrested
was arrested
was being arrested
have been arrested
had been arrested
will be arrested
We are arrested
are being arrested
were arrested
were being arrested
have been arrested
had been arrested
will be arrested
You are arrested
are being arrested
were arrested
were being arrested
have been arrested
had been arrested
will be arrested
They are arrested
are being arrested
were arrested
were being arrested
have been arrested
had been arrested
will be arrested