• No results found

Kleine fauna in beekdalen. Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen Universiteit & Research

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kleine fauna in beekdalen. Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen Universiteit & Research"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ralf Verdonschot

Wageningen Environmental Research, Wageningen Universiteit &

Research

ralf.verdonschot@wur.nl

Kleine fauna in beekdalen

(2)

Natte beek- en rivierdalen bevatten een hoge biodiversiteit (Wantzen & Junk 2009)

Veel verschillende habitattypen op een beperkt oppervlak:

gradiënten + mozaïeken

nat-droog

kaal-begroeid licht-donker warm-koud

mineraal-organisch

stabiel-instabiel...

(3)

Mozaïeken en gradiënten zijn essentieel voor veel soorten

Gebruik meerdere habitats binnen levenscyclus

Aquatisch~terrestrische koppeling

Hoffman 2000

(4)

Afstand tussen habitatelementen moet overbrugbaar zijn: kleinschaligheid

Stamvoet broekbos Mesoschaal: boomgroep

Microschaal:

Bulten kleine zeggenmoeras

(5)

OBN onderzoek aan semi-terrestrische en aquatische ongewerveldenfauna beekdalen

2019 2017

2014

2011 2013

(6)

Zeggenmoerassen + broekbossen

Weinig echte specialisten, veel overlap fauna oligo-mesotrofe moerastypen: kleine en grote zeggenmoerassen, rietlanden, broekbossen, natte graslanden

Maar wel veel soorten

(7)

Welke milieufactoren zijn sturend voor ongewervelden in beekdalvenen?

spinnen loopkevers

potval

lichtval

kokerjuffers nachtvlinders

(8)

Welke milieufactoren zijn sturend voor ongewervelden in beekdalvenen?

Verklarende factoren landschap

KJ LK SP NV Aandeel korte vegetatie ○ Aandeel open water ○ ● ○ Aandeel bomen en struiken ● ● ● Hoogte bomen en struiken ● ● ○ ●

○ = matig effect ● = sterk effect

Bomen/struiken van toegevoegde waarde

(9)

Welke milieufactoren zijn sturend voor ongewervelden in beekdalvenen?

Verklarende factoren plotschaal (m

2

)

KJ LK SP NV

Reliëf Microtopografie ● ● ●

Hydrologie Mate van inundatie ○ ● Mate van ontwatering ● ○ Beheer Jaren sinds laatste beheer ●

Vegetatie

Biomassa totaal ○ ● Biomassa strooisel ○ ○ ○ Biomassa mossen ● ○ ○ Biomassa vaatplanten ● ● ○ Lichtdoorlatendheid ○ ○ ●

○ = matig effect ● = sterk effect

○ = matig effect ● = sterk effect

Microreliëf met ‘open’ begroeiing mossen en vaatplanten

(10)

Beheer: maaien gaat ten koste van microreliëf en opgaande structuren

Peenetal

overwinteringsstrategie nachtvlinders:

ei – rups/pop +

+

Groepspecifiek

effect

(11)

Welke milieufactoren zijn sturend voor de broekbosfauna?

Semi-terrestrische ongewervelden Aquatische

fauna

(12)

Welke milieufactoren zijn sturend voor de broekbosfauna?

Aquatische fauna

Verklarende factoren Semi-

terrestrisch Hydrologie Aanwezigheid open water ●

Vochttoestand ●

Chemie Trofiegraad ●

Vegetatie

Bedekking vegetatie ●

Bedekking mossen ●

Aandeel kale bodem ●

(13)

Welke milieufactoren zijn sturend voor de broekbosfauna?

Aquatische fauna

Verklarende factoren Aquatisch

Hydrologie Aanwezigheid open water ●

Vochttoestand ●

Chemie Trofiegraad ●

Zuurgraad ●

Vegetatie Bedekking emerse vegetatie ●

Bedekking kroos ●

(14)

Beheer t.b.v. fauna

Hydrologisch regime: niet te droog, maar zeker ook niet te nat.

Optimaal winter geïnundeerd, zomer water rond maaiveld met lokale kwelplekken in laagtes die permanent nat zijn

Permanent geïnundeerd broekbos met stagnant

voedselrijk water

Microtopografie

(15)

Beheer t.b.v. fauna

Juiste hydrologische condities en trofiegraad zorgen ook voor gewenste open vegetatiestructuur:

Mozaïek

open-gesloten

nat-droog

(16)

Verlies mozaïeken en gradiënten in beekdalen

LANDGEBRUIK

Hydrologische verstoring:

piekafvoeren, droogval, stagnatie, verstuwing

Morfologische degradatie:

normalisering, kanalisering, insnijding

Belasting met stoffen:

vermesting, pesticiden...

Klimaatverandering

Biotische interacties:

dominantie

Soorten

(17)

Grootschalige degradatie en homogenisatie

beekdallandschap

(18)

Verlies biodiversiteit en insectenbiomassa

0 2 4 6 8 10 12 14 16

Rospuda (referentie)

Drentsche Aa (gedegradeerd,

herstel)

Aantal kokerjuffer-taxa lichtvallen

Vanglocatie

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180

Rospuda (referentie)

Drentsche Aa (gedegradeerd,

herstel)

Aantal individuen

Vanglocatie

(19)

Consequenties biodiversiteitsverlies

Soorten/aantallen/biomassa macrofauna

Afbraak organisch materiaal

Waterkwaliteit

(KRW-doelen!)

(20)

Verplaatsen

Kans op terugkeer na habitatherstel?

- Dispersiecapaciteit soort

- Afstand tot dichtstbijzijnde populaties

- Populatiegrootte: aantal dispergerende individuen

- Barrières

(21)

Ook al is systeem hersteld, dispersie kan limiterend zijn

2018: 879 exemplaren 3 km bezet Larven uitgezet 2014 Kokerjuffer Lepidostoma basale

Verdonschot et al. 2015, 2019

(22)

- Aggenbach,C.J.S., Verdonschot R.C.M., de Vries H.H., Groenendijk, D., Dijkstra J.P., van Diggelen R. (2014) Effecten van maaibeheer op kleine zeggenmoerassen in beekdalen; effecten op vegetatiestructuur, microtopografie en

faunagemeenschappen.Rapport nr. Rapport nr. 2014/OBN183-BE. Directie Agrokennis, Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.

- Hoffmann, A. (2000) The Association of the Stream Caddisfly Lasiocephala basalis (Kol.) (Trichoptera: Lepidostomatidae) with wood. International Review of Hydrobiology 85: 79–93.

- Runhaar, J., R.C.M. Verdonschot, C. Swinkels, E.C.H.E.T. Lucassen, R., Loeb,

Smolders, A.J.P. (2019). Ontwikkeling broekbossen. OBN227-BE, VBNE, Driebergen.

- Runhaar, J., Lucassen, E.C.H.E.T., Smolders, A.J.P., Verdonschot, R.C.M., Hommel, P.W.F.M. (2013). Herstel broekbossen. Rapport nr. 2013/OBN169-BE. Directie

Agrokennis, Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.

- Verdonschot, P.F.M., Runhaar, H., Hendriks, D., Verdonschot, R.C.M. (2017) Integraal natuurherstel in beekdalen. Ontwikkeling van diffuse afvoersystemen, gedempte

afvoerdynamiek en beekprofielherstel.OBN rapport 2017/215-BE, VBNE, Driebergen.

- Verdonschot, R., van der Meer, T., Verdonschot P (2019) Herintroductie van macrofauna: een haalbare kaart? Vakblad natuur bos landschap 151: 23-25 - Verdonschot, R.C.M., Kleef, H.H. van, Verdonschot, P.F.M. (2015). Herstel van

laaglandbeken door het herintroduceren van macrofauna. Rapport nr. 2015/OBN199- BE, Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren, Driebergen.

- Wantzen, K.M. Junk, W.J. (2009). Riparian wetlands. In: Jorgensen S.E. (ed.) Ecosystem ecology. p. 342-350. Elsevier.

Literatuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In 1990 motiveerde de minister van Justitie (Hirsch Ballin) de keuze voor het gebruik van het begrip discriminatie in de strafrechtelijke context uitdrukkelijk (mede) met de

De mogelijke impact van middelgrote windturbines op vogels en vleermuizen zal globaal gezien meer vergelijkbaar zijn met deze van grote windturbines zoals beschreven

De zeggekorfslak komt voor in natte (dat wil zeggen met jaarrond een zeer hoge lucht- vochtigheid), eerder kalkrijke moerasbio- topen, zoals open elzenbroekbos, met een

Het aantal van 19 is te klein om verschillen in uitstroom zinvol te kunnen duiden maar het is duidelijk dat de nieuwe instromers in alle treatment groepen aanmerkelijk meer kans

0m de invloed van de populatiegrootte en de dichtheid te bepalen, werd op verschillende dagen in het bloelseizoen en op meerdere plaatsen in een grote en een kleine populatie

Even though the early church community can not be regarded as the only form of church to follow but the life of Jesus Family proves that the early church

Furthermore, because I think it vital to connect specialized knowledge with the broader features of human knowledge, Part Ill draws general implications for the

onder de dichte vloer als luchtinlaatkanaal De jaarkosten (exclusief energiekosten) voor wordt gebruikt, zal de lucht in dat kanaal ge- toepassing van