• No results found

Commissie cultuur en onderwijs ONTWERPVERSLAG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Commissie cultuur en onderwijs ONTWERPVERSLAG"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PR\807092NL.doc PE439.379v01-00

NL

In verscheidenheid verenigd

NL

EUROPEES PARLEMENT 2009 – 2014

Commissie cultuur en onderwijs

2010/2013(INI) 3.3.2010

ONTWERPVERSLAG

over sleutelcompetenties voor een veranderende wereld: uitvoering van het werkprogramma Onderwijs en opleiding 2010

(2010/2013(INI))

Commissie cultuur en onderwijs

Rapporteur: Maria Badia i Cutchet

(2)

PE439.379v01-00 2/11 PR\807092NL.doc

NL

PR_INI

INHOUD

Blz.

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT ...3 TOELICHTING ...8

(3)

PR\807092NL.doc 3/11 PE439.379v01-00

NL

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over sleutelcompetenties voor een veranderende wereld: uitvoering van het werkprogramma Onderwijs en opleiding 2010

(2010/2013(INI))

Het Europees Parlement,

– gezien de Mededeling van de Commissie van 25 november 2009 getiteld

"Sleutelcompetenties voor een veranderende wereld" (COM(2009)0640),

– gezien de acht vaardigheden zoals beschreven in Aanbeveling 2006/962/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 getiteld "Sleutelcompetenties voor een leven lang leren – Een Europees referentiekader"1,

– gezien het tien jaar durende werkprogramma "Onderwijs en opleiding 2010" en de daaropvolgende tussentijdse verslagen over de voortgang van de uitvoering van dat werkprogramma,

– gezien het besluit van de Raad van 15 november 2007 over nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen2,

– gezien het verslag van de deskundigengroep over nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen getiteld "New Skills for New Jobs: Action Now" (Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: het is nú tijd voor actie),

– gezien de conclusies van de Raad van 12 mei 2009 betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding ("ET 2020")3,

– gezien zijn resolutie van 16 januari 2008 over volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren4,

– gezien zijn resolutie van 18 december 2008 over kennis, creativiteit en innovatie dankzij een leven lang leren – uitvoering van het werkprogramma "Onderwijs en opleiding 2010"5,

– gezien de gedetailleerde beoordeling van de nationale verslagen en van de prestaties afgemeten aan een reeks indicatoren en benchmarks6,

– gezien de artikelen 165 en 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien artikel 48 van zijn Reglement,

1 PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.

2 PB C 290 van 4.12.2007, blz. 1.

3 PB C 119 van 28.5.2009, blz. 2.

4 Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0013.

5 Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0625.

6 SEC(2009) 1598 en SEC(2009) 1616.

(4)

PE439.379v01-00 4/11 PR\807092NL.doc

NL

– gezien het verslag van de Commissie cultuur en onderwijs (A7-0000/2010),

A. overwegende dat onderwijs en opleidingen van hoge kwaliteit onontbeerlijk zijn voor de nieuwe EU 2020-strategie voor de ontwikkeling van een op kennis gebaseerde economie en voor het versterken van de sociale dimensie,

B. overwegende dat de meerderheid van de voor 2010 geformuleerde EU-benchmarks ondanks enige verbeteringen in de resultaten op het gebied van onderwijs en opleidingen in de EU niet worden gehaald,

C. overwegende dat het onderwijs- en opleidingsbeleid alle burgers, ongeacht hun leeftijd, of sociaaleconomische achtergrond, in staat moet stellen om de benodigde vaardigheden en competenties te verwerven, te actualiseren en te ontwikkelen,

D. overwegende dat voor een volledige tenuitvoerlegging van de sleutelcompetenties meer beleidsmaatregelen nodig zijn op zowel Europees als nationaal niveau,

E. overwegende dat de uitvoering en vervolgontwikkeling van strategieën voor een leven lang leren een cruciale uitdaging blijven vormen voor veel lidstaten; overwegende dat er een grotere nadruk gelegd dient te worden op de gehele levenscyclus in plaats van dat de aandacht uitsluitend uitgaat naar specifieke sectoren of groepen,

F. overwegende dat de voordelen van onderwijsinvesteringen slechts vanuit een langetermijnperspectief zichtbaar zijn en vaak een lage prioriteit hebben op de beleidsagenda; overwegende dat een oproep noodzakelijk is om EU-richtsnoeren te ontwikkelen voor de kwaliteit van onderwijs- en opleidingssystemen en dat er op dit gebied geen sprake mag zijn van begrotingsbeperkingen,

G. overwegende dat meer dan 80% van de leerkrachten in het basisonderwijs en 97% van de leerkrachten in het kleuteronderwijs in de EU vrouw is, terwijl dat cijfer in het voortgezet onderwijs slechts 60% bedraagt,

H. overwegende dat de uitdagingen waarmee het beroep van leerkracht wordt

geconfronteerd, toenemen aangezien de onderwijsomgevingen steeds complexer en heterogener worden door veranderingen in informatie- en communicatietechnologieën (ICT), veranderingen in sociale en gezinsstructuren, een toenemende immigratie en de opkomst van multiculturele samenlevingen,

I. overwegende dat het van belang is om uitvoering te geven aan het strategisch kader-2020 van de EU voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding om berekend te zijn op deze essentiële uitdagingen,

1. is verheugd over eerdergenoemde Mededeling van de Commissie "Sleutelcompetenties voor een veranderende wereld";

2. merkt op dat veel Europese burgers ondanks de vooruitgang in de afgelopen jaren nog steeds niet voldoende opgeleid zijn; wijst erop dat een op de zeven jonge mensen (18-24 jaar) vroegtijdig hun opleiding afbreken (zes miljoen vroegtijdige schoolverlaters in de EU27), dat een op de vier 15-jarigen over een slechte leesvaardigheid beschikt, en dat

(5)

PR\807092NL.doc 5/11 PE439.379v01-00

NL

circa 77 miljoen mensen (dat is bijna een derde van de Europese bevolking tussen de 25- 64 jaar) geen c.q. lage officiële kwalificaties hebben en dat slechts een kwart kwalificaties op een hoog niveau heeft;

3. verzoekt de Commissie om een vervolg te geven aan het debat over "Nieuwe

vaardigheden voor nieuwe banen"; wijst erop dat een extra aantal van zestien miljoen banen in 2020 hoge kwalificaties vereisen en dat voor vier miljoen extra banen medium kwalificaties vereist zijn, terwijl het aantal banen voor mensen met lage kwalificaties met twaalf miljoen zal afnemen; doet een oproep om alle belanghebbende partijen bij dit debat te betrekken, inclusief leerkrachten, studenten, zakenmensen en werknemers uit alle sectoren;

4. dringt erop aan om niet alleen aandacht te besteden aan de zogeheten nieuwe "groene banen", maar ook aan de "witte banen"; wijst erop dat het percentage mensen boven de 65 jaar ten opzichte van de bevolkingsgroep tussen de 15-64 jaar zal toenemen van 26% in 2008 tot 38% in 2030;

5. roept op om speciale aandacht te geven aan de integratie in het onderwijs en om opleidingen te bevorderen van mensen met een handicap ongeacht hun leeftijd, 6. is van mening dat het essentieel is om op alle onderwijs- en opleidingsniveaus een

geletterdheid op het vlak van digitale competenties en media te creëren;

7. onderstreept het belang van sport in onderwijs en opleidingen en de noodzaak om daar speciale aandacht aan te geven, niet alleen in het kleuter-, basis- en voortgezet onderwijs, maar gedurende de gehele levenscyclus;

Kleuteronderwijs

8. wijst op het belang van een kwalitatief hoogwaardig onderwijs in de vroege kinderjaren voor een vroegtijdige verwerving van sleutelcompetenties en wijst met name op het belang van de ondersteuning van kinderen met een kansarme achtergrond en met speciale (leer)behoeften;

9. wijst erop dat mobiliteit geen reële optie voor mensen zal worden als zij geen tweede taal beheersen: roept om deze reden de lidstaten dan ook op om in dit vroege stadium het leren van een tweede taal in te voeren;

10. onderstreept de noodzaak om acties te bevorderen en te ondersteunen om de creativiteit van kinderen al in een vroege levensfase te versterken teneinde de weg voor een

innovatieve cultuur in Europa beter te plaveien;

11. attendeert op de Barcelona-doelstellingen om in 2010 voor minimaal 90% van de kinderen tussen de drie jaar en de schoolplichtleeftijd en voor minstens 33% van de kinderen onder de drie jaar voor kinderopvang te zorgen;

Basis- en voortgezet onderwijs

12. onderstreept de noodzaak om de taalverwerving in het basis- en voortgezet onderwijs

(6)

PE439.379v01-00 6/11 PR\807092NL.doc

NL

verder te blijven ontwikkelen en verstevigen;

13. ondersteunt het idee dat kinderen al op jonge leeftijd en onder adequaat toezicht ICT- vaardigheden verwerven;

14. is van mening dat de vooruitgang die is geboekt bij het aanpassen van de leerplannen aan de sleutelcompetenties, weliswaar een positieve stap vormt, maar dat het essentieel is om meer inspanningen te verrichten zodat ook degenen die een risico lopen op slechte schoolprestaties en sociale uitsluiting, die sleutelvaardigheden kunnen verwerven;

15. roept op om een uitgebreide strategie te ontwikkelen voor het verwerven van

sleutelcompetenties variërend van het aanpassen van leerplannen tot het ondersteunen van de professionele ontwikkeling van leerkrachten en opleiders;

Hoger onderwijs

16. roept op om de mobiliteit te verbeteren tussen instellingen voor hoger onderwijs, ondernemingen en het beroepsonderwijs (d.w.z. studenten, docenten, werknemers, opleiders) ter bevordering van het verwerven van competenties als ondernemerschap en creativiteit, aangezien dergelijke competenties in toenemende mate op de arbeidsmarkt worden gevraagd;

17. is van mening dat instellingen voor hoger onderwijs meer open moeten staan voor en beter voorbereid moeten zijn op niet traditionele studenten en kansarme groepen;

18. roept de lidstaten op om (op internationaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau) partnerschappen te bevorderen tussen instellingen voor hoger onderwijs en het bedrijfsleven;

Beroepsonderwijs en beroepsopleidingen

19. blijft eraan vasthouden dat een kwalitatief hoogwaardig onderwijs en

kwaliteitsopleidingen fundamenteel zijn voor een adequaat aanbod aan nieuwe

professionals en essentieel zijn voor de actie "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen", waarbij de aandacht met name uit dient te gaan naar een uitbreiding van leren op het werk en praktijkopleidingen;

20. is van mening dat programma's voor het beroepsonderwijs de transversale sleutelcompetenties dienen te verbeteren;

21. benadrukt het belang dat in de Aanbeveling inzake de sleutelcompetenties wordt gelegd op de dimensie van een leven lang leren en dringt er – met het oog op het verwezenlijken van het volledige potentieel van die dimensie – op aan om meer vooruitgang te boeken op het gebied van het beroepsonderwijs, de beroepsopleidingen en de volwasseneneducatie;

Een leven lang leren

22. roept op om op zeer korte termijn actie te ondernemen om iets te doen aan het toenemend aantal mensen met een slechte leesvaardigheid;

(7)

PR\807092NL.doc 7/11 PE439.379v01-00

NL

23. merkt op dat de doelstellingen voor vier van de vijf benchmarks die in 2003 zijn

vastgesteld, niet zullen worden gehaald; roept de Commissie, de lidstaten, de regionale en lokale autoriteiten, en andere belanghebbenden op om de oorzaken hiervan te

onderzoeken en gepaste maatregelen te nemen om de situatie te herstellen;

24. ondersteunt de doelstelling dat in 2020 de participatie van volwassen bij het initiatief voor een leven lang leren van 12,5% naar 15% verhoogd dient te zijn en roept op om daartoe adequate actie te ondernemen;

25. merkt op dat het gebrek aan ondersteunende faciliteiten voor de gezinnen van

volwassenen die onderwijs of opleidingen willen gaan volgen een van de belangrijkste belemmeringen vormt; moedigt de lidstaten dan ook aan om dergelijke ondersteunende maatregelen te ontwikkelen als middel om te waarborgen dat alle studenten en

werknemers met gezinsverantwoordelijkheden (bijvoorbeeld de zorg voor kinderen of voor andere afhankelijke personen) de gelegenheid hebben om hun vaardigheden en competenties te actualiseren en/of te vergroten;

26. verzoekt zijn Voorzitter deze ontwerpresolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(8)

PE439.379v01-00 8/11 PR\807092NL.doc

NL

TOELICHTING

Sinds de vaststelling van de Lissabon-strategie in 2000 heeft het onderwijs- en opleidingsbeleid van de EU een nieuwe impuls gekregen. Het besef dat onderwijs en opleidingen essentieel zijn voor het succes van een op kennis gebaseerde samenleving en economie van morgen, is niet langer een mythe.

De nationale overheden zijn verantwoordelijk voor onderwijs en opleidingen, maar sommige uitdagingen zijn voor alle lidstaten hetzelfde (demografische veranderingen, tekort aan vaardigheden onder de beroepsbevolking e.d.). Een kwalitatief hoogwaardig (kleuter-, voortgezet en hoger) onderwijs en kwaliteitsopleidingen zijn van fundamenteel belang voor het succes van Europa en de lancering van het werkprogramma ET 2010.

Wij weten allemaal dat er weliswaar sprake is van een algemene verbetering van de resultaten op onderwijs- en opleidingsgebied in de EU, maar dat de meerderheid van de benchmarks voor 2010 niet zullen worden gehaald. Dit is het aangewezen moment om te analyseren wat er mis is gegaan.

De mededeling van de Commissie:

In het document wordt verslag gedaan van de vooruitgang die tijdens de periode 2007-2009 is geboekt met betrekking tot de vastgestelde doelstellingen op het gebied van onderwijs en opleidingen. Het is gebaseerd op een gedetailleerde beoordeling van de nationale verslagen en van de prestaties afgemeten aan een reeks indicatoren en benchmarks. De nadruk ligt vooral op de uitvoering van de aanbeveling van 2006 inzake sleutelcompetenties. Het verslag bevat ook een overzicht van de ontwikkeling van nationale strategieën voor een leven lang leren, en van hervormingen om het beroepsonderwijs en beroepsopleidingen aantrekkelijker te maken en beter op de behoeften van de arbeidsmarkt af te stemmen, alsook om het hoger onderwijs te moderniseren.

In het verslag wordt ook ingegaan op nieuwe uitdagingen, met name die welke verband houden met het initiatief "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen".

Naast een beschrijving van de geboekte vooruitgang en het in kaart brengen van de gebieden waarop meer werk verricht dient te worden, wordt in de Mededeling een reeks maatregelen voorgesteld om de inspanningen op dit vlak een impuls te geven.

Overzicht van de stand van zaken:

In het gemeenschappelijke voortgangsverslag 2010 wordt aandacht besteed aan de verbeteringen die in de afgelopen jaren tot stand zijn gebracht met betrekking tot de doelstellingen op onderwijs- en opleidingsgebied:

 Integratie van sleutelcompetenties

- Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de leerplannen. Traditionele onderwerpen als moedertaal, vreemde talen en wiskunde en wetenschappen worden meer

leerplanoverschrijdend behandeld en er wordt een sterkere nadruk gelegd op praktijktoepassingen.

(9)

PR\807092NL.doc 9/11 PE439.379v01-00

NL

- Een aantal landen heeft expliciete strategieën of acties ontwikkeld om het niveau van de primaire vaardigheden te verhogen, met name wat lezen, wiskunde en wetenschappen betreft.

- Er zijn steeds meer voorbeelden die erop gericht zijn om ondernemerschap aan te moedigen zoals partnerschappen met ondernemingen of het opzetten van door studenten geleide

minibedrijfjes.

 Ontwikkeling van strategieën voor een leven lang leren

- De meeste landen hebben strategieën voor een leven lang leren aangenomen. In dat verband zijn bijzondere inspanningen geleverd ter ondersteuning van flexibele leertrajecten tussen verschillende onderdelen van onderwijs- en opleidingssystemen.

- Er is ook vooruitgang geboekt bij het ontwikkelen van nationale kwalificatiekaders en bij het koppelen van die kaders aan het Europees kwalificatiekader (EQF).

 Beroepsonderwijs en beroepsopleidingen

- Als onderdeel van het Kopenhagen-proces is aandacht besteed aan het verbeteren van de aantrekkelijkheid van de systemen voor beroepsonderwijs en beroepsopleidingen. De meeste EU-landen geven nu ook prioriteit aan de tenuitvoerlegging van het Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding1.

- Er wordt bijzondere nadruk gelegd op de professionalisering van leerkrachten en opleiders in het beroepsonderwijs. Daarnaast wordt steeds vaker gebruik gemaakt van modularisering om het beroepsonderwijs en de beroepsopleidingen flexibeler te maken en beter af te stemmen op de behoeften van lerenden en het bedrijfsleven.

Modernisering van het hoger onderwijs

- Het bewustzijn groeit dat de toegang van niet-traditionele lerenden tot het hoger

onderwijs essentieel is voor strategieën voor een leven lang leren. De meeste landen hebben dan ook maatregelen genomen om de participatie te verhogen van studenten met een lagere sociaaleconomische status.

Opmerkingen van de rapporteur en uitdagingen voor de toekomst:

Hoewel er zichtbaar vooruitgang is geboekt, staan wij nog steeds voor een aantal uitdagingen:

1 – Een verbetering van de op competenties gebaseerde aanpak

Ondanks de goede vooruitgang die is geboekt bij het gebruik van het kader voor sleutelcompetenties2, wordt in de Mededeling van de Commissie benadrukt dat het noodzakelijk is om de positieve attitudes te versterken ten aanzien van bij- en nascholing, kritisch denken en creativiteit.

Daarbij is met name de ontwikkeling van transversale sleutelcompetenties van belang, zoals digitale competentie, leercompetenties en sociale en burgerschapscompetenties, evenals een gevoel voor initiatief en ondernemerschap en cultureel bewustzijn.

Te dien einde wordt in de Mededeling een aantal strategieën genoemd die gehanteerd zouden kunnen worden om de competentieontwikkeling van leerkrachten te ondersteunen, om

1 PB C 155 van 8.7.2009, blz. 1.

2 Sleutelcompetenties voor een leven lang leren, PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.

(10)

PE439.379v01-00 10/11 PR\807092NL.doc

NL

beoordelingsmethoden te actualiseren en om nieuwe methoden in te voeren om het leerproces vorm te geven.

Een ander punt van zorg van de rapporteur is het belang van kwalitatief hoogwaardig onderwijs voor jonge kinderen als mijlpaal voor een vroegtijdige verwerving van sleutelcompetenties.

Het is met name van belang om meer aandacht te richten op de ontwikkeling van sleutelcompetenties in het beroepsonderwijs, de beroepsopleidingen en bij de

volwasseneneducatie. Wat het beroepsonderwijs betreft, wordt niet het gehele scala aan sleutelcompetenties bestreken. Zo zou er bijvoorbeeld meer aandacht uit moeten gaan naar het communiceren in vreemde talen en naar transversale sleutelcompetenties.

2 – Meer acties gericht op lezen en achterstandgroepen

Wat de leesvaardigheid betreft, is geconstateerd dat de prestaties eigenlijk achteruit zijn gegaan. Er is behoefte aan doeltreffender nationale initiatieven op dit vlak aangezien de verwerving van de andere sleutelcompetenties in hoge mate afhankelijk is van goed kunnen lezen en begrijpen. Met betrekking tot kansarme leerlingen wordt een meer gepersonaliseerde aanpak als een goede methode aangemerkt.

3 – Betere uitvoering van systemen voor een leven lang leren

Uit het verslag blijkt dat het nog steeds noodzakelijk is om verbeteringen aan te brengen in de samenhang en het toepassingsgebied van de strategieën voor een leven lang leren. Zij dienen langere perioden te bestrijken en mogelijkheden te bieden voor alle leeftijdsniveaus,. Ook dienen zij regelmatig herzien en beoordeeld te worden en mag de ontwikkeling van dergelijke strategieën niet stilstaan. Daarnaast is een grotere betrokkenheid van de belanghebbende partijen wenselijk, evenals een betere samenwerking binnen de relevante beleidssectoren.

4 – Modernisering van het beroeps- en hoger onderwijs

Zoals beschreven in het initiatief "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen" zal de onbalans tussen het competentieniveau en de functievereisten tot 2020 waarschijnlijk alleen maar slechter worden indien de systemen voor beroepsonderwijs en beroepsopleidingen niet in staat zijn om te reageren op de verwachte hogere kwalificaties en vaardigheden die in de toekomst nodig zijn. Er zijn dan ook nauwere betrekkingen met het bedrijfsleven vereist. Daarnaast is de ontwikkeling van attractievere kwalificatieperspectieven en mobiliteitskansen voor studenten in het beroepsonderwijs van cruciaal belang.

Wat het hoger onderwijs betreft, blijven de investeringen uit particuliere en publieke bronnen een uitdaging vormen. Bovendien zijn er structurele en culturele belemmeringen waardoor eventuele belangstellenden onder de beroepsbevolking niet aangemoedigd worden om hoger onderwijs te gaan volgen.

5 – Uitbreiden van de partnerschapsbenadering

In de Mededeling wordt het belang benadrukt van partnerschappen tussen

onderwijsinstellingen en andere partijen. In dat verband is met name de arbeidsmarkt van essentieel belang. Dit model dient op alle niveaus te worden toegepast: op scholen, in het hoger onderwijs, in het beroepsonderwijs en de beroepsopleidingen en in de

volwasseneneducatie.

(11)

PR\807092NL.doc 11/11 PE439.379v01-00

NL

6 – Leerkrachten

De opleiding van leerkrachten is essentieel, waarbij de aandacht ook dient uit te gaan naar het ondersteunen van maatregelen om de mobiliteit van die leerkrachten te vergroten.

De rapporteur verzoekt in dat verband om de toekomst van het beroep van leerkracht nader in overweging te nemen (bijvoorbeeld aan de hand van de vraag welke lessen zij nu precies moeten geven).

7 – Overige opmerkingen

De rapporteur wil graag wijzen op het belang van het Europees Jaar voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010. Uit de Eurobarometer-enquête naar armoede en

uitsluiting 2009 blijkt dat het gebrek aan onderwijs, opleiding en vaardigheden in het algemeen als een van de voornaamste "persoonlijke" oorzaken van armoede wordt beschouwd.

Ook via het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011 kunnen deelnemers ontdekken dat vrijwilligersactiviteiten non-formele leerervaringen zijn die een persoonlijke voldoening en verrijking geven dankzij de ontwikkeling van sociale vaardigheden en competenties en door het versterken van gemeenschappelijke Europese waarden als solidariteit en sociale cohesie.

Vrijwilligerswerk heeft een groot, maar tot nu toe te weinig gebruikt, potentieel met het oog op de sociale en economische ontwikkeling van Europa.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Banen van morgen...

De maatregelen moeten wel de budgettaire beperkingen respecteren en worden getoetst aan de milieudoelstellingen en de gevolgen ervan voor de economische groei en de

Maar onvrijwillig deeltijdse arbeid komt in België dan weer meer voor dan in de overige EU-landen: 22,2% van het aantal deeltijdse werkne- mers in België zit onvrijwillig in

De begrenzing van het Habitatrichtlijngebied (zoals aangemeld) is aan de noordoostzijde met enkele percelen ‘nieuwe natuur’ uitgebreid wegens daar aanwezige herstelmogelijkheden

Het loon voor een instroombaan bedraagt maximaal 130% van het wettelijk minimumloon.. Het loon voor een doorstroombaan bedraagt maximaal 150% van het

Het loon voor een instroombaan bedraagt maximaal 130% van het wettelijk minimumloon.. Het loon voor een doorstroombaan bedraagt

Een jobcreator is iemand die binnen een organisatie de mogelijkheden onderzoekt om nieuwe banen te creëren voor mensen die nu niet of moeilijk kunnen deelnemen aan de

Doelgroepenvervoer = Vervoer op afroep van deur tot deur per taxi of taxibusje voor specifieke groepen mensen die door een beperking geen gebruik kunnen maken van het