• No results found

Een akkoord is de moeite waard

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Een akkoord is de moeite waard"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze folder is een uitgave van de

Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch.

De Raad voor Rechtsbijstand geeft met betrekking tot de

Wet schuldsanering natuurlijke personen nog enkele andere folders uit:

• Van schuld naar schone lei (informatie over schuldhulpverlening)

• Spelregels voor een schone lei

(informatie over wettelijke schuldsanering)

• Schulden overwinnen...Onderneem het!

(informatie over het oplossen van financiële problemen voor (ex-)ondernemers)

• Schuldeisers kunnen kiezen

(informatie over de mogelijkheden voor schuldeisers) De folders zijn te bestellen via www.wsnp.rvr.org, Publieksinfo.

(2)

5

• Voor de schuldenaar blijven de nadelige gevolgen van de wettelijke schuldsa- nering redelijk beperkt. Hij zal wel nog moeten zorgen dat het bedrag dat in het akkoord is afgesproken, beschikbaar komt. Dat zal doorgaans gebeuren via een saneringskrediet of andere financiering (bijvoorbeeld lening van familie of ken- nissen). De inspanning die nodig is om de lening af te lossen, blijft hetzelfde als in de schuldsanering. De schuldenaar zal drie jaar moeten rondkomen van een minimuminkomen en zo moeten sparen voor aflossing.

• Schuldeisers krijgen na aanvaarding van het akkoord een hogere aflossing.

Er zijn immers nog nauwelijks kosten gemaakt in het kader van de wettelijke schuldsanering. Er vloeit dus minder geld uit het aflosbedrag naar de bewind- voerder en blijft meer over voor aflossing.

Maar waarom zouden schuldeisers een minnelijk akkoord afwijzen en datzelfde akkoord in de Wsnp wel aanvaarden? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn.

Misschien hebben ze een minnelijk akkoord alleen maar afgewezen in de verwach- ting dat de rechtbank de schuldenaar niet zou toelaten tot de Wsnp. Ze zouden dan via beslag op loon of uitkering een hogere terugbetaling kunnen krijgen. Blijkt dat een misrekening te zijn en wordt de schuldenaar wél tot de Wsnp toegelaten, dan ligt het voor de hand dat ze toch liever alsnog instemmen met het akkoord. Dat is dan immers voordeliger dan een wettelijke schuldsanering.

Tevens is denkbaar dat de meeste schuldeisers instemmen met een minnelijk akkoord, maar één crediteur niet wil meewerken. Het is dan mogelijk deze crediteur via de kantonrechter alsnog te dwingen akkoord te gaan met het aanbod. De schuldhulpverlener die het minnelijk traject begeleidt, kan meer informatie geven over dit zogenoemde dwangakkoord. Is dit geen optie, dan kan hetzelfde akkoord tijdens de wettelijke schuldsanering nog eens worden aangeboden; de kans op succes is daar veel groter. De mogelijkheden voor aanvaarding van het akkoord tij- dens de Wsnp zijn ruimer dan bij de minnelijke regeling. Immers, bij een onder- hands akkoord dient 100% van de crediteuren akkoord te gaan, terwijl in de Wsnp de meerderheid van de schuldeisers beslist. In sommige gevallen kan de Wsnp- rechter tot een dwangakkoord besluiten. De schuldeisers die van meet af aan al voorkeur hadden voor deze oplossing, kunnen die langs deze weg alsnog bereiken.

In de regel is het akkoord tijdens de Wsnp hetzelfde als de aangeboden minnelijke regeling. Voor de schuldenaar ligt dus hier een extra reden om altijd een minnelijk akkoord op te stellen en aan te bieden.

Een akkoord is de moeite waard

Problematische schulden:

(3)

3 4

Wettelijke schuldsanering

Schuldeisers hebben de vrijheid het minnelijk akkoord af te wijzen, bijvoorbeeld omdat ze de aangeboden aflossing te laag vinden of omdat ze vinden dat de schul- denaar geen gedeeltelijke kwijtschelding verdient.

In dat geval kan de schuldenaar bij de rechtbank een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsanering (Wsnp) indienen. Bij de beoordeling van het verzoek- schrift hoort de rechtbank de schuldeisers niet, maar beoordeelt zij aan de hand van een aantal wettelijk verplichte bijlagen de situatie. Daarbij is onder meer van belang of een minnelijk akkoord daadwerkelijk is aangeboden en afgewezen. Is dat niet het geval, dan kan de rechtbank de schuldenaar vragen alsnog een minnelijk akkoord aan te bieden.

Wijst zij het verzoek toe, dan volgt eveneens (meestal) een periode van drie jaar waarin de schuldenaar zoveel mogelijk geld beschikbaar stelt voor aflossing. Een door de rechtbank benoemde bewindvoerder ziet toe op de gang van zaken. Na afloop van deze periode wordt eerst een deel van de kosten voor de schuldsane- ring uit het opgespaarde bedrag betaald. Pas daarna volgt uitdeling aan de schuld- eisers. Tot de genoemde kosten horen onder meer een salaris, porto- en reiskosten van de bewindvoerder.

Wat overblijft (de afloscapaciteit) is meestal niet genoeg om de schulden helemaal te betalen. De schuldeisers kunnen het restant van de vordering echter niet meer innen.

Minnelijk akkoord voordeliger

In de regel is de aflossing aan schuldeisers in de wettelijke regeling lager dan bij een minnelijk akkoord. Zij hebben er dus baat bij in te stemmen met een minnelijke regeling.

Maar ook voor de schuldenaar is een minnelijk akkoord aantrekkelijker. In de wet- telijke regeling wordt namelijk zijn naam gepubliceerd in de Staatscourant en via internetregisters op www.rechtspraak.nl en www.wsnp.rvr.org. Tevens wordt een bewindvoerder benoemd die controleert of alles correct verloopt, toestemming moet geven voor bepaalde handelingen en alle post van de schuldenaar krijgt en leest.

Akkoord belangrijk

Komt het toch tot een wettelijke schuldsanering, dan kunnen schuldeisers en schuldenaar alsnog een akkoord sluiten. De schuldenaar kan dat bij het verzoek tot toelating meesturen, maar ook later aanbieden. Stemmen de schuldeisers nu wel in, dan eindigt de schuldsanering, hetgeen voor alle betrokkenen alsnog de bovengenoemde voordelen van een akkoord oplevert.

Is door een samenloop van omstandigheden een problematische schuld ontstaan, dan staan verschillende wegen open om tot een oplossing te komen. Het belang- rijkste en meest voorkomende hulpmiddel daarbij is een akkoord tussen schulde- naar en schuldeisers over gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden. In deze folder treft u meer informatie aan over het akkoord.

Onderhands

In de meeste gevallen vormt de zogenaamde minnelijke regeling het startpunt van een schuldsanering. Doel daarvan is een onderhands akkoord te sluiten tussen schuldeisers en schuldenaar over gedeeltelijke of volledige aflossing van de schul- den. Om zo’n onderhands of minnelijk akkoord te bereiken kan een schuldenaar aankloppen bij een schuldhulpverlener. Deze helpt hem de situatie in kaart te bren- gen, te berekenen welk bedrag hij nodig heeft om van rond te komen en welk bedrag hij gedurende drie jaar kan opsparen voor aflossing. Hiervoor zijn beproef- de standaardmethodes beschikbaar. Vervolgens krijgen de schuldeisers een voor- stel.Vaak is dit een percentageaanbod tegen finale kwijting. De schuldeisers krijgen met andere woorden een deel van de vordering uitbetaald en schelden het restant dan kwijt. Aanvaarden ze dat voorstel, dan is sprake van een minnelijk akkoord. Als de schuldenaar de gemaakte afspraken nakomt, is hij na verloop van de overeen- gekomen looptijd schuldenvrij.

In sommige gevallen is een saneringskrediet mogelijk. Een gemeentelijke krediet- of andere bank leent dan aan de schuldenaar het bedrag dat hij gaat aflossen. De schuldeisers krijgen meteen hun geld en de schuldenaar hoeft alleen nog maar gedurende drie jaar de lening af te lossen.

Een akkoord is de moeite waard

Problematische schulden:

(4)

3 4

Wettelijke schuldsanering

Schuldeisers hebben de vrijheid het minnelijk akkoord af te wijzen, bijvoorbeeld omdat ze de aangeboden aflossing te laag vinden of omdat ze vinden dat de schul- denaar geen gedeeltelijke kwijtschelding verdient.

In dat geval kan de schuldenaar bij de rechtbank een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsanering (Wsnp) indienen. Bij de beoordeling van het verzoek- schrift hoort de rechtbank de schuldeisers niet, maar beoordeelt zij aan de hand van een aantal wettelijk verplichte bijlagen de situatie. Daarbij is onder meer van belang of een minnelijk akkoord daadwerkelijk is aangeboden en afgewezen. Is dat niet het geval, dan kan de rechtbank de schuldenaar vragen alsnog een minnelijk akkoord aan te bieden.

Wijst zij het verzoek toe, dan volgt eveneens (meestal) een periode van drie jaar waarin de schuldenaar zoveel mogelijk geld beschikbaar stelt voor aflossing. Een door de rechtbank benoemde bewindvoerder ziet toe op de gang van zaken. Na afloop van deze periode wordt eerst een deel van de kosten voor de schuldsane- ring uit het opgespaarde bedrag betaald. Pas daarna volgt uitdeling aan de schuld- eisers. Tot de genoemde kosten horen onder meer een salaris, porto- en reiskosten van de bewindvoerder.

Wat overblijft (de afloscapaciteit) is meestal niet genoeg om de schulden helemaal te betalen. De schuldeisers kunnen het restant van de vordering echter niet meer innen.

Minnelijk akkoord voordeliger

In de regel is de aflossing aan schuldeisers in de wettelijke regeling lager dan bij een minnelijk akkoord. Zij hebben er dus baat bij in te stemmen met een minnelijke regeling.

Maar ook voor de schuldenaar is een minnelijk akkoord aantrekkelijker. In de wet- telijke regeling wordt namelijk zijn naam gepubliceerd in de Staatscourant en via internetregisters op www.rechtspraak.nl en www.wsnp.rvr.org. Tevens wordt een bewindvoerder benoemd die controleert of alles correct verloopt, toestemming moet geven voor bepaalde handelingen en alle post van de schuldenaar krijgt en leest.

Akkoord belangrijk

Komt het toch tot een wettelijke schuldsanering, dan kunnen schuldeisers en schuldenaar alsnog een akkoord sluiten. De schuldenaar kan dat bij het verzoek tot toelating meesturen, maar ook later aanbieden. Stemmen de schuldeisers nu wel in, dan eindigt de schuldsanering, hetgeen voor alle betrokkenen alsnog de bovengenoemde voordelen van een akkoord oplevert.

Is door een samenloop van omstandigheden een problematische schuld ontstaan, dan staan verschillende wegen open om tot een oplossing te komen. Het belang- rijkste en meest voorkomende hulpmiddel daarbij is een akkoord tussen schulde- naar en schuldeisers over gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden. In deze folder treft u meer informatie aan over het akkoord.

Onderhands

In de meeste gevallen vormt de zogenaamde minnelijke regeling het startpunt van een schuldsanering. Doel daarvan is een onderhands akkoord te sluiten tussen schuldeisers en schuldenaar over gedeeltelijke of volledige aflossing van de schul- den. Om zo’n onderhands of minnelijk akkoord te bereiken kan een schuldenaar aankloppen bij een schuldhulpverlener. Deze helpt hem de situatie in kaart te bren- gen, te berekenen welk bedrag hij nodig heeft om van rond te komen en welk bedrag hij gedurende drie jaar kan opsparen voor aflossing. Hiervoor zijn beproef- de standaardmethodes beschikbaar. Vervolgens krijgen de schuldeisers een voor- stel.Vaak is dit een percentageaanbod tegen finale kwijting. De schuldeisers krijgen met andere woorden een deel van de vordering uitbetaald en schelden het restant dan kwijt. Aanvaarden ze dat voorstel, dan is sprake van een minnelijk akkoord. Als de schuldenaar de gemaakte afspraken nakomt, is hij na verloop van de overeen- gekomen looptijd schuldenvrij.

In sommige gevallen is een saneringskrediet mogelijk. Een gemeentelijke krediet- of andere bank leent dan aan de schuldenaar het bedrag dat hij gaat aflossen. De schuldeisers krijgen meteen hun geld en de schuldenaar hoeft alleen nog maar gedurende drie jaar de lening af te lossen.

Een akkoord is de moeite waard

Problematische schulden:

(5)

5

• Voor de schuldenaar blijven de nadelige gevolgen van de wettelijke schuldsa- nering redelijk beperkt. Hij zal wel nog moeten zorgen dat het bedrag dat in het akkoord is afgesproken, beschikbaar komt. Dat zal doorgaans gebeuren via een saneringskrediet of andere financiering (bijvoorbeeld lening van familie of ken- nissen). De inspanning die nodig is om de lening af te lossen, blijft hetzelfde als in de schuldsanering. De schuldenaar zal drie jaar moeten rondkomen van een minimuminkomen en zo moeten sparen voor aflossing.

• Schuldeisers krijgen na aanvaarding van het akkoord een hogere aflossing.

Er zijn immers nog nauwelijks kosten gemaakt in het kader van de wettelijke schuldsanering. Er vloeit dus minder geld uit het aflosbedrag naar de bewind- voerder en blijft meer over voor aflossing.

Maar waarom zouden schuldeisers een minnelijk akkoord afwijzen en datzelfde akkoord in de Wsnp wel aanvaarden? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn.

Misschien hebben ze een minnelijk akkoord alleen maar afgewezen in de verwach- ting dat de rechtbank de schuldenaar niet zou toelaten tot de Wsnp. Ze zouden dan via beslag op loon of uitkering een hogere terugbetaling kunnen krijgen. Blijkt dat een misrekening te zijn en wordt de schuldenaar wél tot de Wsnp toegelaten, dan ligt het voor de hand dat ze toch liever alsnog instemmen met het akkoord. Dat is dan immers voordeliger dan een wettelijke schuldsanering.

Tevens is denkbaar dat de meeste schuldeisers instemmen met een minnelijk akkoord, maar één crediteur niet wil meewerken. Het is dan mogelijk deze crediteur via de kantonrechter alsnog te dwingen akkoord te gaan met het aanbod. De schuldhulpverlener die het minnelijk traject begeleidt, kan meer informatie geven over dit zogenoemde dwangakkoord. Is dit geen optie, dan kan hetzelfde akkoord tijdens de wettelijke schuldsanering nog eens worden aangeboden; de kans op succes is daar veel groter. De mogelijkheden voor aanvaarding van het akkoord tij- dens de Wsnp zijn ruimer dan bij de minnelijke regeling. Immers, bij een onder- hands akkoord dient 100% van de crediteuren akkoord te gaan, terwijl in de Wsnp de meerderheid van de schuldeisers beslist. In sommige gevallen kan de Wsnp- rechter tot een dwangakkoord besluiten. De schuldeisers die van meet af aan al voorkeur hadden voor deze oplossing, kunnen die langs deze weg alsnog bereiken.

In de regel is het akkoord tijdens de Wsnp hetzelfde als de aangeboden minnelijke regeling. Voor de schuldenaar ligt dus hier een extra reden om altijd een minnelijk akkoord op te stellen en aan te bieden.

Een akkoord is de moeite waard

Problematische schulden:

(6)
(7)
(8)

Deze folder is een uitgave van de

Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch.

De Raad voor Rechtsbijstand geeft met betrekking tot de

Wet schuldsanering natuurlijke personen nog enkele andere folders uit:

• Van schuld naar schone lei (informatie over schuldhulpverlening)

• Spelregels voor een schone lei

(informatie over wettelijke schuldsanering)

• Schulden overwinnen...Onderneem het!

(informatie over het oplossen van financiële problemen voor (ex-)ondernemers)

• Schuldeisers kunnen kiezen

(informatie over de mogelijkheden voor schuldeisers) De folders zijn te bestellen via www.wsnp.rvr.org, Publieksinfo.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Het basispakket zorgt voor een basisinfrastructuur en wordt jaarlijks op hoofdlijnen vastgelegd door het bestuur van FCB.. Gedurende het jaar wordt het uitgewerkt en

Deze werkwijze heeft ertoe bijgedragen dat na het eerste akkoord in de medisch-specialistische zorg, vanwege het besparingspotentieel, hoofdlijnenakkoorden haast wel ‘moesten’

36 Dat wil zeggen dat het akkoord niet door alle klassen hoeft te zijn aange- nomen, maar dat de schuldenaar al kan verzoeken tot homolo- gatie als ten minste één klasse

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

o Landingsbanen voor lange loopbaan en voor zware beroepen vanaf 55 jaar in 4/5 de en halftijds regime. • Alternatieve berekeningswijze van de drempel

Het is niet louter een instrument om te onthouden in welke parochie hij of zij het doopsel ontving, maar ook een uitgelezen kans voor ge- lovigen om meer uit te komen

„Op die manier hopen we te kunnen bijdragen tot de erkenning en het herstel van het leed dat slachtof- fers van misbruik werd aange- daan, ook als de feiten

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Bodegraven-Reeuwijk, handelend als bestuursorgaan, en de burgemeester van gemeente Bodegraven-Reeuwijk, handelend als