• No results found

Verder terugdringen schoolverlaten in het mbo is niet eenvoudig

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verder terugdringen schoolverlaten in het mbo is niet eenvoudig"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verder terugdringen schoolverlaten in het mbo is niet eenvoudig Aanleiding

Hoewel het percentage jongeren dat zonder startkwalificatie de opleiding verlaat, de afgelopen jaren afneemt, verlaat nog steeds 1 op de 20 mbo-studenten zijn mbo-opleiding zonder

startkwalificatie (diploma op mbo2-niveau of hoger). Het ministerie van OCW heeft in 2012 daarom een subsidie beschikbaar gesteld voor roc’s om te experimenteren met nieuwe interventies om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Roc’s mochten zelf een voorstel indienen voor een interventie en hadden zelf de vrijheid in het type interventie dat men wilde uittesten. Een belangrijke voorwaarde voor het krijgen van de subsidie was dat de interventie middels een gerandomiseerd experiment geëvalueerd moest worden: deelnemers moesten door toeval aan de interventie- of de controlegroep worden toegewezen. Door deze opzet kan het oorzakelijke effect van de interventie zo goed mogelijk worden gemeten. In totaal meldden dertien roc’s zich voor de subsidie, waarvan uiteindelijk drie roc’s de subsidie toegekend kregen. Zij hebben de door hen voorgestelde interventie getest middels een experiment. Het CPB is door het ministerie van OCW gevraagd deze drie experimenten te evalueren. Het Engelstalige Discussion Paper in de bijlage biedt een wetenschappelijke rapportage van de uitkomsten van deze evaluatie. Hieronder geven we een beknopte Nederlandstalige samenvatting.

Hoofduitkomst

De hoofduitkomst van het onderzoek is dat op geen van de drie roc’s de interventie heeft geleid tot significant minder voortijdig schoolverlaten. Deze resultaten suggereren dat kleinschalige

interventies zoals hieronder beschreven waarschijnlijk niet helpen om voortijdig schoolverlaten verder terug te dringen. Dit kan komen doordat het percentage voortijdig schoolverlaten al dusdanig is gedaald in de jaren voorafgaand aan de experimenten, dat de groep die nog ‘overblijft’ een moeilijke en kwetsbare doelgroep is, waarvoor zwaardere interventies nodig zijn.

Uitkomsten per interventie

De interventie op roc A1 bestond uit een nieuwe grondigere intakeprocedure voor aspirant- studenten bij aanmelding voor een opleiding. De procedure moest helpen om de

onderwijsbehoeften van aspirant-studenten in kaart te brengen en uit te zoeken of de gekozen studie aansloot bij de verwachtingen en competenties van de student. Als dat niet het geval was en een andere opleiding beter leek aan te sluiten bij zijn capaciteiten en wensen, kon de intake hem naar deze alternatieve opleiding leiden. De bedoeling was dat studenten, eenmaal op het mbo, dan minder vaak van studie zouden wisselen en dat dat uiteindelijk voortijdig schoolverlaten zou tegengaan. De analyse laat echter zien dat studenten die onderworpen waren aan de nieuwe grondigere intakeprocedure, niet vaker een andere studie kozen dan deelnemers die onderworpen waren aan de oude intakeprocedure. Evenmin werden er effecten gevonden op voortijdig

schoolverlaten.

Op roc B werd een nieuwe anti-verzuiminterventie geïntroduceerd om voortijdig schoolverlaten te bestrijden. Omdat aan voortijdig schoolverlaten vaak ongeoorloofd verzuim voorafgaat, richtte de interventie zich op eerder en steviger optreden bij ongeoorloofd verzuim. Waar volgens het bestaande beleid pas bij zestien uur ongeoorloofd verzuim in vier opeenvolgende weken werd ingegrepen, greep het roc bij interventie al in bij acht uur ongeoorloofd verzuim in vier

opeenvolgende weken. Ook werden de ouders over dit verzuim geïnformeerd, in tegenstelling tot bij het bestaande beleid. Onder de interventie moest de student bij acht uur ongeoorloofd verzuim in vier opeenvolgende weken naar een preventief spreekuur met een van de verzuimconsulenten (d.w.z. een waarschuwend gesprek), waarin de consequenties van ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten werden besproken. Uit de analyse blijkt dat het ongeoorloofd verzuim na

1 Zoals is afgesproken met de roc’s en OCW, zijn de betrokken roc’s geanonimiseerd.

(2)

een dergelijk gesprek niet minder werd ten opzichte van de controlegroep van studenten die na zestien uur ongeoorloofd verzuim zich, volgens staand beleid, moesten melden bij het verzuimloket van de school. Evenmin resulteerde het nieuwe verzuimbeleid in minder voortijdig schoolverlaten.

De interventie op roc C was gericht op het stimuleren van de ouderbetrokkenheid bij de opleiding van hun kinderen via e-coaching. De e-coach-interventie was bedoeld voor ouders van

eerstejaarsstudenten onder de 18 jaar. De e-coach nam regelmatig (eens in de zes weken) contact op met de ouders via e-mail. De e-mail was (deels) geautomatiseerd aangemaakt en bevatte informatie over hoe ouders hun kind het beste konden ondersteunen. Daarbij valt te denken aan beantwoording van vragen van ouders over de loopbaankeuzes en het verzuim van hun kinderen, of vragen van meer pedagogische aard. De e-coaches waren leraren van het roc die een speciale training kregen over hoe ze de ouders konden stimuleren bij het ondersteunen van hun kind. E- coaches ondersteunden gemiddeld negen ouders. Uit de analyse blijkt dat e-coaching geen effect heeft op ongeoorloofd verzuim. Ook wordt er geen effect gevonden op voortijdig schoolverlaten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de experimentele groep hebben alle klassen van de ver- zuimduur globaal dezelfde daling vertoond. Het frequente kortdurende verzuim is derhalve in dezelfde mate

Veel instellingen stellen strakkere eigen normen met betrekking tot afwezigheid, onder andere om te kunnen waarborgen dat leerplichtige deelnemers tijdig worden gemeld

The estimated effect of the new intake procedure at vocational college A after one year is negative (it lowers the dropout rate) and sizeable (-8.2%) for the first cohort, but

- Vrouwelijke burgemeesters tenderen meer naar de sociale kant van het ambt, mannen meer naar de kant van planning/control en ordening. - Meer dan mannelijke burgemeesters

In de enquête is aan de scholen waarbij doordecentralisatie van financiële middelen voor nieuwbouw heeft plaatsgevonden (in ons onderzoek 34 PO scholen en 32 VO.. scholen) de

Overigens laat de figuur zien dat de gemiddelde schaal niet alleen wordt bepaald door het aantal instellingen, maar ook door meer organische groei door fluctuaties in

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social/non- profitsectoren (‘VIA6’) van 30/3/2021, LUIK II, DEEL

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende