© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 1 Grip op lezen | Werkblad A | Groep 5-6
GRIP OP LEZEN | WERKBLAD A | GROEP 5-6
Griezelgedicht
Boek: Gruwelijk Grappige Griezelverhalen
Auteurs: Jozua Douglas, Tosca Menten en Manon Sikkel (De Lachende Zaag) Illustrator: Katrien Holland | Uitgeverij: Luitingh Sijthoff, De Fontein en Van Goor Onderwerp: poëzie, dichten
1. Vaak wordt er rijm gebruikt in een gedicht. Er zijn drie soorten rijm:
• Beginrijm: aan het begin van de woorden.
De woeste wolf was in het woud.
• Middenrijm: in het midden van de woorden.
In de huizen was het duister.
• Eindrijm: aan het einde van de woorden.
In de baai zwom een haai.
Oefen maar eens even! Vul de zinnen aan.
Gebruik beginrijm:
De stralen aan de hemel.
Gebruik middenrijm:
De schuilen in de huizen.
Gebruik eindrijm:
Over velden en wegen, door beken en bossen, dwalen de hongerige wolven en
2. Je gaat zelf een gedicht schrijven bij het griezelverhaal dat je juf of meester voorlas.
Schrijf eerst kort op waar het verhaal over ging.
3. Schrijf nu je gedicht. Doe het eerst op een kladblaadje. Denk aan deze punten:
✓ Een gedicht is een klein verhaaltje.
✓ De zinnen zijn meestal kort.
✓ De woorden en zinnen laten je iets horen, zien of voelen.
✓ Een gedicht rijmt vaak.
✓ Je kunt deze soorten rijm gebruiken:
beginrijm, middenrijm en eindrijm.
4. Klaar?
Schrijf je gedicht dan in het net op werkblad B.