• No results found

Radicaliserende jongeren: de grenzen van idealisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Radicaliserende jongeren: de grenzen van idealisme"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

 

bewaard  op  24-­‐06-­‐2014   1  

 

19  juni  2014  "De  grenzen  van  idealisme".    

Met  Peter  Adriaenssens,  Ahmed  Azzouz  en  het  publiek  

AANDACHTSPUNTEN  VOOR  DE  DAGELIJKSE  PRAKTIJK  

Onderstaande  aandachtspunten  vormen  geen  volledige  samenvatting  van  wat  de  gastsprekers  en  het   publiek  tijdens  de  info-­‐avond  vertelden.  De  stellingen  zijn  evenmin  letterlijke  uitspraken.  Ze  zijn  gedeeltelijk   gebaseerd  op  het  gedachtegoed  van  Peter  Adriaenssens  ("Laat  ze  niet  schieten.  Geef  de  grens  een  plaats  in   het  leven  van  jongeren")  en  op  basis  van  de  powerpointpresentatie  van  Ahmed  Azzouz  op  19  juni.    

Een  rode  draad  in  het  verhaal  van  alle  sprekers  was  het  pleidooi  om  onophoudelijk  te  blijven  proberen  om   contact  te  leggen  en  te  behouden  met  radicaliserende  jongeren,  en  hen  niet  los  te  laten.  

 Een  van  de  elementen  die  kunnen  verklaren  waarom  adolescententen  radicaliseren,  is  te  vinden  in  de   ontwikkeling  van  hun  hersenen.  Met  name  het  'wijze'  deel  (de  pre-­‐cortex)  dat  instaat  voor  

genuanceerd  denken,  rationele  beslissingen  en  de  controle  van  emoties,  is  nog  niet  volgroeid.  

Adolescenten  zijn  dan  ook  bijzonder  gevoelig  voor  de  verleiding  van  zwart/wit-­‐denken  en  van  

eenvoudige  oplossingen  voor  complexe  problemen.  (Syrië)ronselaars  maken  hiervan  handig  misbruik.  

 Als  leraren  (en  andere  opvoeders)  irrationele  en  riskante  gedragingen  onder  meer  kunnen  zien  als   uitingen  van  een  onvermijdelijke  fase  in  de  lichamelijke  ontwikkeling,  kunnen  zij  die  wellicht  beter   begrijpen.  Een  beter  begrip  kan  leiden  tot  geschiktere,  effectievere  strategieën  om  het  gedrag  in  de   gewenste  richting  te  sturen  dan  emotionele  reacties  die  voortkomen  uit  angst  en  afkeer.  

 Leraren  en  andere  opvoeders  dragen  bij  tot  het  'volgroeien'  van  het  nog  onontwikkelde  denken  door   onvermoeibaar  te  blijven  aandringen  op  kritisch  en  genuanceerd  denken  en  daarin  zelf  het  goede   voorbeeld  te  geven.  

 Adolescenten  zijn  op  zoek  naar  een  zelfbeeld  waarop  ze  trots  kunnen  zijn.  Ze  willen  'schitteren',   gewaardeerd  en  bewonderd  worden.  Ook  Syriëstrijders  zien  zichzelf  als  idealisten,  niet  als  terroristen.  

 We  moeten  voor  jongeren  alternatieve  kansen  scheppen  om  uiting  te  geven  aan  hun  idealisme,  om  zich   in  te  zetten  tegen  onrecht,  om  zich  te  profileren  als  moedig,  sterk  en  offervaardig  zonder  dat  ze  zichzelf   of  hun  omgeving  daarmee  kwaad  berokkenen.  

 Adolescenten  zijn  sterk  gericht  op  leeftijdgenoten  en  voortdurend  op  zoek  naar  gelijkgestemde   vrienden.  De  jonge  generatie  voelt  zich  via  het  internet  veel  meer  verbonden  met  elkaar  dan  de   generatie  van  de  volwassenen.  Onder  volwassenen  is  er  geen  solidariteit  om  samen  grenzen  te  stellen   aan  onverantwoord  gedrag  van  jongeren.  Daarom  voelen  sommige  jongeren  zich  ongecontroleerd.  

 Jongeren  met  een  andere  huidskleur  hebben  soms  een  nog  sterkere  behoefte  om  een  held  of  martelaar   te  zijn  uit  compensatie  voor  het  feit  dat  ze  te  maken  hebben  gehad  met  vernederingen,  racistische   uitspraken  en  discriminatie.  Ook  als  ze  behoren  tot  de  derde  generatie  nieuwe  Belgen  worden  ze  vaak   nog  beschouwd  als  migranten  die  nog  maar  net  gearriveerd  zijn.  Een  uitgesproken  anti-­‐racististische   houding,  een  volgehouden  verzet  tegen  islamofobie  en  een  volledige  integratie  in  onze  scholen  en  in   onze  samenleving,  is  een  van  de  basisvoorwaarden  om  radicalisering  te  voorkomen.  

Radicaliserende  jongeren  

GO!  Nascholing  

(2)

 

Fout!Verwijzingsbron  niet  gevonden.  

bewaard  op  23-­‐06-­‐2014   2  

 

 We  moeten  een  onderscheid  maken  tussen  twee  groepen  radicaliserende  jongeren.  Enerzijds  zijn  er  die   zo  extreem  gehersenspoeld  zijn  dat  ze  niet  meer  vatbaar  zijn  voor  rede.  Voor  hen  moeten  psychiatrie   en  justitie  verantwoordelijkheid  opnemen.  Op  deze  jongeren  hebben  leraren  geen  vat  meer.  Er  is  op  dit   vlak  geen  onderscheid  tussen  een  Syriëstrijder  en  een  jongere  die  iemand  neersteekt  op  het  marktplein   van  Brugge.  Het  gaat  om  ongeveer  4%  van  de  jongeren  die  zich  in  de  criminaliteit  bevinden;  dat  

percentage  blijft  stabiel.  

 Anderzijds  is  er  een  groeiende  groep  die  weliswaar  neigt  naar  fanatisme  maar  met  wie  leraren  nog   contact  kunnen  leggen.  Op  hen  kunnen  leraren  nog  een  belangrijke  invloed  hebben.  Gesprekken  met   jongeren  die  tot  die  groep  behoren,  moeten  respectvol,  met  veel  geduld  en  'aanklampend'  verlopen.  

Empathie  met  de  verontwaardiging  van  de  jongere  over  onrechtvaardige  toestanden,  is  een  ingang  om   contact  te  leggen.  Spreek  je  bezorgdheid  en  ongerustheid  uit  zonder  te  dramatiseren.  Maak  duidelijk   dat  je  beschikbaar  blijft,  hoe  lang  dat  ook  mag  duren,  tot  de  jongere  er  klaar  voor  is  om  een  gesprek   met  je  aan  te  gaan.  

 Leraren  levensbeschouwelijke  vakken  kunnen  de  klemtoon  leggen  op  de  voordelen  van  diversiteit  en   op  gemeenschappelijke  waarden.  Alle  leraren  kunnen  leerlingen  trainen  in  geweldloze  communicatie.  

Directies  kunnen  het  belang  van  genuanceerd  denken  benadrukken  door  open  te  staan  voor  diversiteit   en  door  voor  de  dialoog  te  kiezen.  

 Ouders  en  andere  opvoeders  moeten  zich  bewust  zijn  van  de  gevaren  van  boodschappen  op  het   internet  en  het  contact  met  jongeren  bewaren  door  open  en  respectvolle  gesprekken.  

 Volwassenen  moeten  solidair  zijn  met  elkaar  om  gezamenlijk  jongeren  te  behoeden  voor  risicovol   gedrag,  waarmee  ze  hun  toekomst  op  het  spel  zetten.  Radicaliserende  jongeren  zijn  een  gedeelde   verantwoordelijkheid  van  alle  volwassenen.  

 Er  is  nood  aan  een  positief  toekomstbeeld  voor  jongeren,  zodat  die  opnieuw  durven  te  geloven  dat  ze   in  onze  samenleving  een  plaats  hebben  en  kansen  zullen  krijgen.  We  moeten  blijven  werken  aan  meer   gelijkheid  van  kansen  en  een  werkelijk  democratische  samenleving.  

   

Verslag  opgemaakt  door  Monique  D'Aes  (GO!  Nascholing)  en  Annemie  Van  Gastel  (PBD  GO!)      

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijzonder veel plezier heb ik beleefd aan het experiment om de studenten elke keer een stukje meer ontwerp te laten doen in het derdejaarscollege, waarbij allerlei kennis

(Klaassen; 2005, p. 30) Gebundelde deconcentratie is de eerste poging van de Nederlandse overheid om op nationaal niveau richting te geven aan de inrichting van

Mogelijk zijn korte beschrijvingen van sociaal-negatieve stimuli (bijvoorbeeld “man valt vastgebonden man aan met mes”) verhalender dan korte beschrijvingen van

Deze gedachte is niet nieuw, zij werd in feite reeds in 1927 door Dijker naar voren gebracht, zij het dat hij hetgeen in de praktijk ,,gemiddeld” werd verricht tot

Figure 3.11 shows the input SFQ pulse and the output current of the Suzuki stack amplifier with a load resistance R12 of 18.5 Ω and 50 Ω synchronised to a 1 GHz clock signal.. When

Job satisfaction Pay and benefits; reward systems; recognition; employee participation and involvement; routine/ repetitive work; role conflict; role ambiguity; role clarity;

De bestuurdersvereniging dient een sluitende rekening te hebben. Dat be- gint met het indienen van een sluiten- de begroting, die door de ledenverga- dering wordt vastgesteld,

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of