• No results found

De RvS oordeelt dat het niet is uitgesloten dat de stikstofuitstoot van deze bedrijven nadelige en onomkeerbare gevolgen kan hebben op natura2000 gebied

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De RvS oordeelt dat het niet is uitgesloten dat de stikstofuitstoot van deze bedrijven nadelige en onomkeerbare gevolgen kan hebben op natura2000 gebied"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij mw. W.F.M. Steijns, telefoonnummer (026) 359 81 07 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2018-176 Arnhem, 17 april 2018 zaaknr. 2018-004140

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid P. Hofman-Fransen ( Groen Links ) over Uitspraak Raad van State inzake het PAS

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017 doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid P. Hofman- Fransen toekomen.

Op 9 maart heeft de Raad van State (RvS) twee natuurvergunningen geschorst waarbij het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is toegepast. Het gaat om natuurvergunningen voor twee veehouderijen in Gelderland en Noord-Brabant. De uitspraak heeft tot gevolg dat de veestapel op deze bedrijven voorlopig niet mag uitbreiden. De RvS oordeelt dat het niet is uitgesloten dat de stikstofuitstoot van deze bedrijven nadelige en onomkeerbare gevolgen kan hebben op natura2000 gebied. Al eerder (mei 2017) constateerde de RvS dat het PAS moest worden verbeterd of aangevuld.

De PAS heeft een looptijd van 6 jaar (2015-2021), waarbij de raad van state uitgaat van een uitgifte van 60% van de stikstofruimte in de eerste 3 jaar en in de tweede helft van de periode 40%. De RvS constateert dat op bepaalde plekken al meer dan 60% van de rechten zijn uitgegeven.

De RvS schets een nieuw kader voor toekomstige schorsingsverzoeken: “Het gaat daarbij om veehouderijen die stikstof uitstoten op delen van natuurgebieden waarvoor meer dan 60% van de stikstofruimte is uitgegeven, en waarbij de veehouderij nog niet of niet helemaal is uitgebreid. Ook moet het gaan om een vergunning waarin stikstofruimte (in het PAS 'ontwikkelingsruimte' genoemd) is toebedeeld.(…). Deze uitspraak kan ook gevolgen hebben voor toekomstige natuurvergunningen. Uit het systeem van het PAS volgt dat na 1 juli 2018 vergunningen kunnen worden verleend waarin ontwikkelingsruimte uit de buffer van 40% wordt toebedeeld. Zolang de verantwoordelijke ministers het PAS niet verbeteren en aanvullen, zullen naar verwachting ook toekomstige schorsingsverzoeken worden beoordeeld aan de hand van de voorwaarden die in de uitspraak zijn genoemd.”

In de beantwoording van schriftelijke vragen op 12-december 2017 (PS2017-711) geeft u aan de berichtgeving te volgen en onderschrijft u de volgende uitgangspunten:

- Met het PAS wordt gewaarborgd dat stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden niet zullen verslechteren en dat een begin wordt gemaakt van het herstel van de natuur.

- De PAS verbindt economische ontwikkeling met het op termijn realiseren van de gunstige staat van instandhouding van de natuur. Om deze staat te halen moet de stikstofdepositie verder dalen. Daar wordt aan gewerkt met bestaand beleid (bijvoorbeeld uitstoot beperkende maatregelen in het verkeer) en aanvullende maatregelen in de veehouderij (bijvoorbeeld emissiearme stallen).

- Met herstelmaatregelen wordt de natuur bestendiger tegen een overbelasting van stikstof

Het RIVM heeft in 2017 geconcludeerd dat er steeds meer stikstof afwezig is in natuurgebieden. Dit beeld wordt bevestigd door satellietbeelden analyse van de VU en veldwaarnemingen van de vlinderstichting. Veel planten en insecten zijn niet aangepast aan de hoge mate van stikstof en de doorwerking daarvan op de voedselketen. Een sterke afname van de diversiteit en hoeveelheid planten en insecten is hier het gevolg van. Onlangs nog concludeerde Duitse onderzoekers een

(2)

2

afname van 75% van het aantal organismen in 27 jaar en de vlinderstichting constateert een afname van 40% van de vlinders sinds 1992. Met name in landbouwgebieden neemt de biodiversiteit sterk af

Vraag 1 :

Zijn er meer gebieden waar inmiddels de 60% stikstofruimte die tot medio 2018 mag worden

uitgegeven is vergeven? Zo ja, om welke gebieden gaat dit en kan het college hierbij aangeven of er sprake is van een niet- of gedeeltelijk gerealiseerde uitbreiding of juist een reeds gerealiseerde uitbreiding, waardoor schorsing van de vergunning niet meer mogelijk is?

Antwoord:

Ja, bij de onderstaande 19 Natura 2000-gebieden zijn er hexagonen (rekeneenheden met een oppervlakte van 1 hectare) waar 60% aan ontwikkelingsruimte voor de eerste drie jaar van het PAS in segment 2 is benut. Segment 2 bevat de beschikbare vrije ontwikkelingsruimte voor nieuwe

economische activiteiten of uitbreiding van activiteiten waarbij er sprake is van stikstofuitstoot. Naast segment 2 is er segment 1, dat de beschikbare ruimte voor prioritaire projecten bevat. Prioritaire projecten zijn projecten die door het Rijk of de provincies worden aangemerkt als projecten van nationaal of provinciaal maatschappelijk belang. Daarnaast is in het PAS ook ruimte gereserveerd voor autonome groei en meldingen (activiteiten die onder de grenswaarde van 1 mol per hectare per jaar blijven).

Duinen en Lage Land Texel Rijntakken

Alde Feanen Veluwe

Van Oordt's Mersken Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Bakkeveense Duinen Brabantse Wal

Rottige Meenthe & Brandemeer Weerter- en Budelerbergen & Ringselven

Lieftinghsbroek Maasduinen

Drents-Friese Wold & Leggelderveld Bemelerberg & Schiepersberg

Weerribben Geuldal

De Wieden Savelsbos

Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

In Gelderland betreft het dus twee gebieden waarin op een aantal hexagonen meer dan 60% van de beschikbare ruimte is uitgegeven, namelijk Rijntakken en Veluwe.

Of sprake is van een niet- of gedeeltelijke realisatie wordt (zoals aangegeven in de uitspraak van de voorzieningenrechter) uitgezocht op het moment van een verzoek om informatie door degene die beroep heeft ingesteld tegen een vergunning. Op dit moment ligt er (voor de Gelderse procedures) een dergelijk verzoek om aanvullende informatie. Wij zoeken nu voor 24 bedrijven uit of voor deze bedrijven sprake is van een (gedeeltelijke) gerealiseerde uitbreiding of dat deze uitbreiding nog (deels) plaats dient te vinden.

Vraag 2 :

Is het college voornemens om milieuvergunningen in het kader van de PAS in te trekken in gebieden waar de 60% norm is overschreden en uitbreiding nog niet geheel gerealiseerd is, conform de voorwaarden die gesteld worden door de RvS?

Antwoord:

Nee. Intrekking van de Wet natuurbescherming vergunningen is niet aan de orde.

Vraag 3 :

‘Natuurinclusief denken is de norm’ en de provincie streeft naar een ‘natuurinclusieve samenleving’ en

‘herstel van de biodiversiteit’. Hoe verhoudt dit zich tot de stikstof uitstoot en de verdere economische ontwikkelruimte die gegeven wordt? Deelt het college de opvatting dat met verdere stikstofuitstoot het doel ‘het realiseren van de gunstige staat van instandhouding van de natuur’ mogelijk niet

gerealiseerd kan worden? Zo nee, hoe verhoudt deze positie zich tot het oordeel van de RvS dat het niet is uitgesloten dat de stikstofuitstoot nadelige en onomkeerbare gevolgen kan hebben, op basis waarvan op dit moment al één milieuvergunning is geschorst in Gelderland?

(3)

3 Antwoord:

Nee, we delen de opvatting niet dat met uitstoot van stikstof door het toedelen van

ontwikkelingsruimte de gunstige staat van instandhouding mogelijk niet wordt gerealiseerd.

Het PAS bestaat uit twee delen die er samen voor zorgen dat de Natura 2000-doelen worden gehaald en ruimte voor economische ontwikkelingen beschikbaar is. Dat is 1) het blijvend laten dalen van de stikstofdepositie door bestaand beleid en bronmaatregelen en 2) het uitvoeren van herstelmaatregelen voor stikstofgevoelige natuur.

De daling van de stikstofdepositie die door bronmaatregelen ontstaat mag voor een gedeelte als (ontwikkelings)ruimte worden ingezet voor nieuwe projecten of uitbreiding van projecten, ook al is sprake van uitstoot van stikstof (stikstofemissie). Denk aan de industrie en de landbouw (ammoniak).

In de gebiedsanalyses voor elk PAS-gebied is onderbouwd dat er redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat de natuur verslechtert door het uitgeven van ontwikkelingsruimte voor uitbreiding van bestaande of nieuwe projecten.

Het herstel van natuur is in veel gebieden inmiddels zichtbaar, toch resteert nog een grote opgave. In dat kader monitoren de verantwoordelijke overheden nauwlettend of de doelstellingen voor uitstoot / depositie van stikstof en natuurdoelstellingen gehaald worden. Indien nodig sturen zij tijdig bij.

Concreet zien we dat droge arme zandgronden zoals de Veluwe gevoeliger zijn voor stikstof mede door de jarenlange ophoping van stikstof in de bodem. In het kader van PAS en Natura 2000 doen we daarom oa. samen met het OBN-netwerk onderzoek of toepassing van steenmeel soelaas biedt.

Vraag 4 :

De afdeling bestuursrechtspraak RvS had de verwachting uitgesproken dat de PAS verbeterd en aangevuld zou zijn, voordat vanaf 1 juli 2018 de laatste 40% depositieruimte vergeven zou gaan worden. Dat lijkt niet aannemelijk op dit moment. Is het college met GroenLinks van mening dat de laatste 40% depositieruimte niet uitgegeven dienen te worden, voordat tenminste de PAS verbeterd en aangevuld is om verdere natuurschade te voorkomen?

Antwoord:

Nee, wij zijn van mening dat de uitgifte van de 40% ontwikkelingsruimte voor de 2e helft van de eerste PAS-periode voldoende onderbouwd is in de PAS-gebiedsanalyses. Wel wordt de uitspraak van de Raad van State meegenomen in de bestuurlijke besluitvorming over de daadwerkelijke

beschikbaarstelling van de 40%.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gewijzigd volgens de in artikel 14, eerste lid, van dit besluit bedoelde Nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van dit besluit. 2011, 4458) tot wijziging van de aanwijzing van

Tabel 3.3 Populatieschattingen (± 95% betrouwbaarheidsintervallen) en het gemiddeld seizoensmaximum van vier steekproeven in drie studiejaren tussen augustus 2014 en februari

Leopold & Van der Wal (2015) gebruikten vervolgens voor hun analyse van kwalificerende soorten binnen dit omlijnde gebied data van vliegtuigtellingen tussen

In de Wet langdurige zorg (Wlz) is expliciet geregeld dat de partner van een echtpaar waarvan een van beiden een geldige indicatie heeft voor opname in een instelling, opgenomen kan

Maar de arnhemsche neef had nog niet uitgesproken Hij zag Machteld met eerbiedige hoogachting aan, en terwijl hij van de bank opstond, plaatste hij zich naast haar stoel, terwijl

3 De term “gedegradeerd” slaat hierbij niet enkel op een verslechterde toestand t.o.v. voorheen, maar kan ook samenhangen met bv. “een recente ontstane nieuwe locatie die nog in

Synthese van de beoordeling: aantal habitats en soorten per staat van instandhouding (Atlantisch België) 17; 35% 18; 38% 11; 23% 2; 4% Gunstig Matig ongunstig Zeer ongunstig

riviererosie vermijden gezien het habitattype voorkomt tussen laag- en hoogwaterzone zal er bij steile helling minder oppervlakte kunnen zijn dan bij licht hellende