• No results found

Inventarisatie van de warmtewijk Stad aan t Haringvliet ten behoeve van de Transitievisie Warmte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inventarisatie van de warmtewijk Stad aan t Haringvliet ten behoeve van de Transitievisie Warmte"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inventarisatie van de

warmtewijk Stad aan ‘t Haringvliet

ten behoeve van de Transitievisie Warmte

Ward Mouwen | Charlotte Meijerink

(2)

ten behoeve van de Transitievisie Warmte

Ward Mouwen | Charlotte Meijerink

Inventarisatie van de

warmtewijk Stad aan ‘t

Haringvliet

(3)

1

In overleg met alle Europese landen heeft de Nederlandse overheid

besloten om vanaf 2050 geen fossiele brandstoffen, zoals aardgas, meer te gebruiken.

Dit komt doordat bij de verbranding van aardgas - bijvoorbeeld in een cv-ketel- het broeikasgas Kooldioxide (CO2) vrijkomt. En dat is slecht voor het milieu.

Want broeikasgassen zorgen ervoor dat de aarde steeds warmer wordt. En dit kan veel problemen veroorzaken, waaronder de steiging van de

zeespiegel.

Om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan, is wereldwijd afgesproken minder broeikasgassen uit te stoten. Door te stoppen met het gebruik van aardgas, werken we in Nederland aan een duurzamere samenleving.

Inleiding

Voor het verwarmen van onze huizen zal in de toekomst dus geen aardgas meer worden gebruikt. De energie die we nodig hebben komt dan zoveel mogelijk van duurzame bronnen: zon, wind en (rest-)warmte.

Deze overgang van aardgas naar duurzame energiebronnen noemen we de energietransitie. Dit heeft ook voor u gevolgen, want waarschijnlijk wordt ook uw woning op dit moment met behulp van aardgas verwarmt.

Met de inventarisatie van de lokale gebouwde omgeving (uw dorp) maken we -samen met vele anderen- een eerste stap in de richtng van een aardgasvrij eiland.

Inhoudsopgave

Inleiding 1

Deel I Nederland aardgasvrij in 2050 2 De Regionale Energie Strategie (RES) 3

De Transitievisie Warmte (TVW) 4

Het wijk UitvoeringsPlan (WUP) 5

Gemeentelijke visie, doelstelling en strategie 6

Deel II Opbouw van de Kernaanpak 8

De Kern Aanpak 9

Indeling en opbouw van de warmtewijken 10

Inventarisatie lokale kenmerken 14

Potentiële warmteoplossingen/ -systemen 15

Voorkeur oplossing 16

Voorkeur tijdspad 17

Deel III Inventarisatie Stad aan ‘t Haringvliet 18

Introductie 19

Opbouw van de Warmtewijk Stad aan ‘t haringvliet 20

Maatschppelijke situatie 22

Ruimtelijke situatie 26

Woningen en particulier vastgoed 30

Technische situatie 50

Bestaande energienetwerken 54

Potentie duurzame energiebronnen 58

Deel IV Gemeentelijke inventarisatie 62

introductie 63

(4)

3

In het Klimaatakkoord heeft het Rijk beschreven welke maatregelen er genomen moeten worden om ons land in 2050 van voldoende duurzame energie te voorzien.

Deze maatregelen zullen door het hele land gevolgen hebben, maar hangen sterk af van de ruimtelijke kenmerken van een gebied. Stedelijk of landelijk? Veel of weinig industrie?

Water- of bosrijk? Etc.

Om inzicht te krijgen in de regionale mogelijkheden voor duurzame energieopwekking, -opslag en

-infrastuctuur, is Nederland verdeeld in 30 Energieregio’s.

Alle Energieregio’s stellen een plan op waarin wordt beschreven welke energiedoelstellingen de regio wil halen en welke strategie er zal worden gebruikt.

Zo’n plan wordt een Regionale Energie Strategie (RES) genoemd.

Op basis van deze plannen zullen landelijke keuzes gemaakt worden voor de verdeling van de beschikbare duurzame energiebronnen.

Goeree-Overflakkee heeft een bijzondere positie doordat de Energieregio gelijk is aan de gemeentelijke regio.

Hierdoor hoeft zij niet met andere gemeentes te onderhandelen over de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking -transport en -opslag.

RES-regio’s [bron: VNG]

De Regionale Energie Strategie (RES)

Deel I Nederland aardgasvrij in 2050

De Regionale Energie Strategie (RES) 3 De Transitievisie Warmte (TVW) 4

Het wijk UitvoeringsPlan (WUP) 5

Gemeentelijke visie, doelstelling en strategie 6

(5)

4 5

De Transitievisie Warmte (TVW)

Om in 2050 aardgasvrij te kunnen zijn heeft de Nederlandse overheid als doel om elk jaar 30.000 tot 50.000 gebouwen in Nederland aardgasvrij of zeer energiezuinig te maken.

In 2030 zal ongeveer 20% van de bestaande woningen verwarmd moeten worden zonder aardgas.

Uiteindelijk zullen in 2050 alle negen miljoen gebouwen voldoende geïsoleerd en aangesloten moeten zijn op een duurzame warmtebron.

---

“Hoe gaan we in de toekomst de gebouwen op Goeree-Overflakkee op een schone en duurzame

manier verwarmen?”

---

Op deze vraag zal de gemeente, samen met de bewoners, onder-

nemers en andere belanghebbenden een antwoord proberen te vinden.

Het Rijk verwacht dat elke gemeente uiterlijk in 2021 een plan zal hebben opgesteld waarin antwoord wordt gegeven op deze vraag. Dit plan wordt een Transitievisie Warmte genoemd (TVW).

In deze Transitievisie Warmte wordt per kern beschreven welke alternatieve warmteoplossingen de voorkeur hebben, en wanneer de gebouwen van het aardgas af zullen gaan.

De gemeente Goeree-Overflakkee heeft ervoor gekozen om per kern te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn en samen met de lokale belang- hebbenden te kiezen voor de best passende oplossing.

Voor dit doel is het eiland verdeeld in veertien gebieden, met elk een dorpskern en omliggend gebied, de zogenaamde “Warmtewijken”. Voor elke warmtewijk wordt een lokale invulling van de TVW gemaakt:

de Kernaanpak

Alle bewoners en andere belang- hebbenden worden daarom van harte uitgenodigd om actief mee te denken en input te leveren rondom de warmtetransitie van hun dorp.

Het uiteindelijke doel is om tot een zo breed mogelijk gedragen resultaat te komen in 2021, het moment dat de Gemeenteraad de Transitievisie Warmte voor Goeree-Overflakkee zal vaststellen.

Wanneer alle belanghebbenden tot overeenstemming zijn gekomen welke duurzame warmteoptie(s) het beste past in de kern of buurt is én wanneer besloten is vóór 2030 van het aardgas af te gaan, wordt het tijd voor de volgende stap: de uitvoering.

Wanneer de gemeenteraad de plannen heeft goedgekeurd zullen vele zaken gaan veranderen in de leefomgeving en de huizen van bewoners.

Het Wijk UitvoeringsPlan (WUP)

De straat gaat open en gasketels en fornuizen zullen verdwijnen. Om dit alles in goede banen te leiden zal een uitvoeringsplan op wijkniveau worden gemaakt.

Een Wijk Uitvoeringsplan (WUP) is daarmee een verdere uitwerking van de Kernaanpak. In het WUP worden de belangen van belanghebbenden vertaald in een Programma van Eisen.

Dit is noodzakelijk om te zorgen dat

alle belanghebbenden achter het plan staan. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wat voor warmtesysteem er zal komen, wat de gevolgen voor de verschillende belanghebbenden zijn en wanneer de werkzaamheden plaats zullen vinden (etc.). Daarnaast is het WUP de basis om een uitvraag voor de werkzaamheden in de markt te kunnen zetten.

(6)

6 7

Draagvlak, participatie en informatie

Voldoende (maatschappelijk) draagvlak voor een alternatieve duurzame warmteoplossing wordt alleen gerealiseerd wanneer alle partijen gehoord worden en hun belangen op een transparante wijze tegen elkaar worden afgewogen.

Een participatieproces waarin iedereen over dezelfde objectieve informatie beschikt en voor

iedereen duidelijk is welke rol en welke verantwoordelijkheden de verschillende partijen hebben staat aan de basis van een gedragen TVW.

Belangenafweging, afstemming en optimalisatie

Door de planning van de

verschillende belanghebbenden in kaart te brengen (bijvoorbeeld vervangingsmomenten) en te kijken waar deze elkaar kunnen ondersteunen kan lokale afstemming en optimalisatie plaatsvinden.

Hierdoor kunnen de investeringen en eventuele overlast worden beperkt (De straat hoeft maar één keer open). Ook door te kijken of er clusters zijn van gebouwen die eenzelfde energetische situatie

hebben, waardoor een gezamenlijke warmteoplossing mogelijk is, kunnen de kosten worden beperkt door clustering.

Kostenverdeling, financiering en ondersteuning

Wat zijn de kosten per kern of buurt?

Hoe worden deze kosten over de verschillende partijen verdeeld en welke financieringsopties zijn daarvoor? Wat zijn de financiële consequenties voor -onder andere- de bewoners en kunnen deze gedragen worden?

De gemeente heeft als doel een actieve rol in te spelen in het zoeken naar de financieel meest gunstige oplossingen voor haar bewoners en ondernemers en waar mogelijk landelijke subsidies binnen te halen ter ondersteuning van de energietransitie.

Gemeentelijke visie, doelstelling en strategie

“Samen op weg naar een duurzaam eiland in de delta”

Duurzaamheid is al vanaf de

vorming van de gemeente Goeree- Overflakkee in 2013 een belangrijk thema. De bestuurlijke afspraak met de provincie Zuid-Holland om windmolens te plaatsen bracht de verduurzaming op het eiland in een stroomversnelling. Zo werden er bijvoorbeeld drie zonneparken aangelegd, en is er nog een in voorbereiding.

Er is ingezet op energiewinning uit getijde en inmiddels zijn twee er biogas-installaties gerealiseerd. Het doel is om uiteindelijk te voorzien in onze eigen energiebehoefte én die van anderen. Dat kunnen we niet alleen. Daarom werken we met zoveel mogelijk betrokkenen op het eiland samen. Alleen als iedereen zijn steentje bijdraagt komen we écht verder.

Als gemeente willen we snel onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Dat doen we door ruimte te maken voor zonnepanelen en windmolens én door te kiezen voor besparing op verbruik en duurzaam opgewekte energie. Zo wekt het eiland op den duur meer groene energie op dan we verbruiken.

Daarmee dragen wij volop bij aan het terugbrengen van de CO2-uitstoot en aan de klimaatdoelstelling van Nederland en Europa.

(7)

9

Deel II Opbouw van de Kernaanpak

De Kern Aanpak

In de Kernaanpak (de lokale TVW) zal worden beschreven welke alternatieve warmteoplossingen in een Warmtewijk de voorkeur hebben, en wanneer de gebouwen van het aardgas af kunnen gaan.

De kernaanpak zal in een participatie- proces, met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden worden opgesteld.

Het is van belang dat iedereen over voldoende en dezelfde informatie kan beschikken. Zo kunnen we samen tot de best mogelijke oplossing voor uw woonomgeving komen.

Het proces zal daarom worden begeleid met behulp van diverse specialisten van de gemeente en worden ondersteund door onafhankelijke deskundigen.

De veertien Kernaanpakken zullen gezamenlijk de basis vormen voor de gemeentelijke Transitievisie Warmte.

Wanneer blijkt dat het mogelijk en gewenst is om een kern vóór 2030 aardgasvrij te maken, zal in

samenwerking met de belang-

hebbenden een Wijk Uitvoerings Plan (WUP) worden gemaakt. Dit is een lokaal plan waarin uitgewerkt wordt hoe de warmtewijk in de praktijk de overstap naar aardgasvrij kan gaan maken.

De Kern Aanpak 9

Indeling en opbouw van de warmtewijken 10 Inventarisatie lokale kenmerken 14 Potentiële warmteoplossingen/ -systemen 15

Voorkeur oplossing 16

Voorkeur tijdspad 17

(8)

10 11

Voorbeeld warmtewijk Ooltgensplaat

Woonbuurt

Woonkern

Woonbuurt Woonbuurt

Landelijk gebied

Recreatie- gebied Recreatie-

gebied

Bedrijven- terrein

Goeree-Overflakkee heeft ervoor gekozen om kerngericht te werken.

Zo benadert de gemeente ook één van de belangrijkste vraagstukken in de energietransitie: Welk duurzaam energiesysteem past het beste bij een kern en/of buurt?

Om deze vraag te beantwoorden is ervoor gekozen om voor elke kern en het omliggende gebied een inventarisatie en analyse te maken. Zo’n gebied hebben we een

“Warmtewijk” genoemd.

Elke Warmtewijk bevat tenminste een dorpskern en het omliggende buitengebied. Soms maakt ook een recreatiegebied en/of bedrijventerrein onderdeel uit van een Warmtewijk.

Een grotere dorpskern is meestal onderverdeeld in woonbuurten.

Indeling en opbouw van de Warmtewijken

Organisatorische opbouw

Voor elk van deze onderdelen is het mogelijk dat deze een eigen warmte- oplossing en/of tijdspad ontwikkelen.

Want woonbuurten kunnen onderling sterk verschillen in leeftijdsopbouw, woningdichtheid of warmtevraag.

Daarnaast vragen vaak ook het landelijk gebied, bedrijventerreinen en recreatiegebieden om een eigen warmte-oplossing.

(9)

12 13

58 buurten

De 14 Warmtewijken op Goeree-Overflakkee:

- Ouddorp - Herkingen - Ooltgensplaat - Goedereede - Sommelsdijk - Den Bommel - Stellendam - Middelharnis - Achthuizen - Nieuwe-Tonge - Melissant - Stad aan ‘t - Dirksland - Oude-Tonge Haringvliet

14 Warmtewijken

De 58 Buurten op Goeree-Overflakkee:

- 30 Woonbuurten

- 10 Recreatiegebieden - 4 Bedrijventerreinen - 14 Landelijke gebieden

(10)

14 15

Inventarisatie lokale kenmerken

Haven van Middelharnis

We starten met het inventariseren van zo veel mogelijk relevante lokale informatie. Waar mogelijk is dit in kaart gebracht en veel beschikbare informatie is in dit document terug te vinden.

Grofweg kunnen we drie relevante thema’s onderscheiden:

1] Maatschappelijke situatie 2] Ruimtelijke situatie

3] Energie en techniek Maatschappelijke situatie

Natuurlijk is het van belang om ten eerste te weten welke mensen te maken gaan krijgen bij de lokale energie-transitie en wat hun situatie is. Onder andere de volgende onderwerpen zijn in kaart gebracht:

- Aantal inwoners en bevolkings- ontwikkeling;

- Economische slagkracht;

- Draagvlak voor verduurzaming;

- Belanghebbende partijen.

- Etc.

Ruimtelijke situatie

De fysieke kenmerken van een warmtewijk hebben belangrijke gevolgen voor de mogelijke

duurzame energie-oplossingen. Hierbij kun je denken aan:

- Landschappelijke kenmerken;

- Aantal en functie van de gebouwen;

- Bouwkundige kwaliteit van de gebouwen;

- Beschermde gebieden;

- Ruimtelijke plannen.

Energie en techniek

Voor de realisatie van een

warmteoplossing zijn vele technische zaken van belang, waaronder:

- Potentiele duurzame energiebronnen;

- Aanwezige (energie-)infrastructuur, de staat en onderhoudsplanning;

- Huidige en toekomstige

energieverbruik (aardgas, elektriciteit etc.);

- Huidige verwarmingssystemen.

Potentiële warmteoplossingen/ -systemen

Er zijn vele technische oplossingen om gebouwen warm te krijgen. De bekendste in Nederland is de centrale verwaming met een (aard-)gasketel.

In overleg met alle Europese landen heeft de Nederlandse overheid

besloten om vanaf 2050 geen fossiele brandstoffen, zoals aardgas, meer te gebruiken. Dat betekent dat we op zoek moeten naar andere, duurzamere, manieren om onze gebouwen te verwarmen.

Lage temperatuur warmte (LTW) Goed geisoleerde gebouwen

kunnen met relatief lage temperatuur worden verwarmd (30 tot 50 ⁰C).

Veel van deze LTW-oplossingen maken gebruik van de relatieve warmte van de lucht, de bodem en grond- of oppervlaktewater. Bij deze oplossingen wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp die met

behulp van (duurzame) elektriciteit de temperatuur op een efficiënte manier kan verhogen.

Midden temperatuur warmte (MTW) Voor gebouwen die redelijk geisoleerd zijn is het gebruik van restwarmte uit industriele processen of uit ondiepe geothermische bronnen (50 tot 70 ⁰C) mogelijk. Deze warmte kan worden overgedragen aan een transportnet (stadsverwarming) en zo gebouwen verwarmen.

[Transport van warmte is relatief duur.

Leidingen moeten worden geisoleerd om warmteverliezen te beperken. Hoe verder weg de bron, hoe duurder het wordt om de

warmte naar gebouwen te brengen.]

Hoge temperatuur warmte (HTW) Gebouwen die slechts zeer beperkt geisoleerd kunnen worden zijn Lage- en Midden temperatuur warmte oplossingen niet geschikt.

Om deze gebouwen comfortabel te kunnen verwarmen is een Hoge temperatuuroplossing (70 tot 90 ⁰C) nodig. Naast fossiele brandstoffen kan in dit geval gebruik worden gemaakt van grondstoffen die

anders minder nuttig zouden worden

ingezet. Hieronder vallen bijvoorbeeld biomassa en -gas. Het is hierbij

wel van belang dat het echt om reststromen moet gaan en niet om kweek van biomassa voor stook.

Innovatieve warmteoplossingen Naast de eerder genoemde oplossingen bestaan er warmte- oplossingen die nog in ontwikkeling zijn, zoals het gebruik van waterstof voor de verwarming van gebouwen.

[De beschikbaarheid van restbrandstoffen en duurzame (groene) waterstof is de komende

jaren zeer beperkt en zeker onvoldoende om alle gebouwen mee te verwarmen. Deze hoge temperatuurbronnen kunnen het beste ingezet worden waar zij het meest nodig zijn.]

(11)

16 17

Voorkeur oplossing

Welke oplossing is waar het meest geschikt?

Dit hangt met name af van twee zaken:

1] De warmtevraag (hoeveelheid) &

2] De benodigde temperatuur van de warmte

De hoeveelheid warmte die nodig is om op dit moment de gebouwen in een bepaald gebied te verwarmen is af te leiden uit de huidige vraag naar aardgas. Woningen die goed geisoleerd zijn, of weinig worden gebruikt, zullen een kleine warmtevraag hebben.

De benodigde temperatuur is sterk afhankelijk van de mate van isolatie van een gebouw. Hoe beter de isolatie, hoe makkelijker een gebouw op een lage temperatuur (bv. 40 graden i.pv. 90 graden) comfortabele te houden is.

Omdat de meeste hoge temperatuur

Voorkeur tijdspad

Wanneer duidelijk is welke

mogelijkheden er zijn voor een buurt of wijk zal besloten moeten worden wanneer de overgang naar deze nieuwe warmtebron kan plaatsvinden.

Ook het tijdstip waarop de lokale energietransitie plaats kan vinden is sterk afhankelijk van de lokale omstandigheden. Is de techniek beschikbaar? Zijn de gebouwen er klaar voor? Is de financiering rond te krijgen?

Veel van deze vragen zullen voorlopig nog niet zeker beantwoord kunnen worden. Toch is het belangrijk om met elkaar te bedenken wat een realistisch, haalbaar moment zou kunnen zijn waarop we de overstap kunnen maken. Op deze manier kunnen we naar de oplossing toewerken, ons voorbereiden en hierdoor de overgang voor iedereen behapbaar houden.

warmtebronnen beperkt beschikbaar zijn op het Goeree-Overflakkee, is het verstandig om de mogelijkheden van lage of midden temperatuur warmte voor een buurt of wijk te onderzoeken.

Wellicht dat een groot aandeel van de bestaande gebouwen met het verbeteren van de isolatie, verwarmt kunnen worden met een lage

temperatuurbron. Zo houden we de hoge temperatuur warmtebronnen beschikbaar voor gebouwen

die moeilijk te isoleren zijn, zoals monumenten.

(12)

19

Deel III Inventarisatie Stad aan ‘t Haringvliet

Introductie

In vogelvlucht

Stad aan ‘t Haringvliet is een van de kleinere woonkernen. Het is daarnaast ook een van de kernen met de

hoogste ervaren cohesie.

Door de ligging van het dorp is het een trekpleister voor

watersportliefhebbers. Naast de oude haven in het centrum ligt dan ook een grote jachthaven.

Net zoals de meeste plaatsen op Goeree-Overflakkee heeft ook Stad aan ‘t Haringvliet een molen, genaamd de Korenaer, gebouwd in 1746. Daarnaast kent het dorp nog meer bezienswaardigheden zoals de Hervormde kerk in de Nieuwstraat en het oude gemeentehuis in de Voorstraat.

Klimaatbewustzijn

Een groot deel van de bewoners in Stad aan ‘t Haringvliet is nog niet erg bekend met de energietransitie. Een deel van de bewoners uit Sommelsdijk heeft al wel een energiezuinige

woning.

molen de korenaar

Introductie 19

Opbouw van de Warmtewijk Stad aan ‘t haringvliet 20

Maatschppelijke situatie 22

Ruimtelijke situatie 26

Woningen en particulier vastgoed 30

Technische situatie 50

Bestaande energienetwerken 54

Potentie duurzame energiebronnen 58

(13)

20 21

Opbouw van de Warmtewijk Stad aan ‘t Haringvliet

Het doel van deze inventarisatie is om op buurtniveau inzicht te krijgen wat de huidige energievraag (warmte en elektriciteit) is in de gebouwde omgeving.

Daarnaast is het belangrijk om te weten hoe die hoeveelheid energie op een duurzame manier kan worden opgewekt en naar de gebouwen kan worden gebracht.

Het uiteindelijke doel is om inzicht te krijgen in de mogelijkheden om de gebouwde omgeving op termijn volledig van duurzame energie te kunnen voorzien.

Een eerste stap in dit proces is het in kaart brengen van het huidige energieverbruik en wat er al aan duurzame energie wordt opgewekt.

Een tweede stap is om te kijken welke mogelijkheden er zijn om dit verbruik terug te brengen (denk aan isolatie).

Zo kan een inschatting worden gemaakt van de toekomstige energievraag (2030-2050).

Stad aan ‘t Haringvliet Woonkern

Omdat binnen de Warmtewijk Stellendam grote verschillen zijn in o.a. energievraag, gebouwkwaliteit en woningdichtheid, is de wijk in verschillende delen opgedeeld:

1] Stad aan ‘t Haringvliet Woonkern 2] Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied Door op buurtniveau gegevens te verzamelen wordt het mogelijk om op lokaal niveau de best passende oplossing te vinden voor een

duurzame energievoorziening.

(14)

22 23

Maatschappelijke situatie

bron: allecijfers.nl, 2020 bron: allecijfers.nl, 2020

Leeftijdsverdeling buurten Stad aan ‘t haringvliet Aantal inwoners en huishoudens Stad aan ‘t Haringvliet

Demografische ontwikkeling Stad aan ‘t Haringvliet Verdeling huishoudens Stad aan ‘t Haringvliet

aantal

% 160 200 205 610

100%

34 33

26 eenpersoons

huishoudens huishoudens

zonder kinderen huishoudens met kinderen

Totaal aantal huishoudens

Per 1 januari 2019 had Stad aan ‘t Haringvliet 1.375 inwoners.

De inwoners zijn verdeeld over 610 huishoudens. De gemiddelde grootte van een huishouden is daarmee 2,3 personen.

Het aantal woningen in het dorp telt ongeveer 828. Daarnaast zijn er 61 bedrijven gevestigd.

In het dorp wonen relatief veel 45- 65 jarigen vergeleken met andere kernen op het eiland. (Bron: goeree- overflakkee.nl, CBS)

(15)

24 25 bron: BSR-methodiek, Gemeente Goeree-Overflakkee,2020

Leefstijl profielen

De leefstijlprofielen zijn gebaseerd op de leefstijlen van mensen. Daarbij is gebruik gemaakt van het BSR model, dat is gebaseerd op gedrags- wetenschappen (sociologie en psychologie).

Mensen worden ingedeeld in

doelgroepen, die ook herkenbaar zijn in de dagelijkse praktijk.

Het model bestaat uit twee dimensies, waarmee het gedrag van mensen voor een belangrijk deel wordt verklaard; de sociologische en de psychologisch dimensie.

De sociologische dimensie

(horizontale as) geeft aan in welke mate men op zichzelf of op zijn/haar omgeving is gericht.

Op deze wijze ontstaan vier

kwadranten, waaraan vier kleuren zijn gekoppeld:

- rode belevingswereld (vitaliteit) - gele belevingswereld (harmonie) - groene belevingswereld (zekerheid) - blauwe belevingswereld (controle).

Daarnaast zijn nog drie overlappende kleuren toegevoegd:

- paars (ondernemend) - aqua (ingetogen)

- en lime (gezellig).

Leefstijlkaart

De leefstijlkaart geeft een indruk van de meest voorkomende leefstijl in een wijk of buurt. De andere leefstijlen zijn meestal ook vertegenwoordigd maar komen minder vaak voor.

Omdat niet elke buurt evenveel inwoners heeft, en alleen de meest voorkomende kleur is weergegeven, kunnen de percentages afwijken van de indruk die aan de hand van de kaart naar voren komt. De kaart geeft een hiermee een impressie.

15

Deze kern zal nog nader uitgewerkt moeten worden.

In Stad aan ’t Haringvliet zijn er iets minder kinderen en jongeren en meer inwoners tussen de 40 en 60 jaar. Sociaal economisch gaat het goed met Stad aan ’t Haringvliet, de inkomens en uitkeringen zijn gemiddeld op het eiland. Er zijn in verhouding veel koopwoningen, maar de WOZ-waarde is lager dan gemiddeld. De lagere WOZ-waarde is wel weer gemiddeld voor het oosten van het eiland, een trend die je op de andere eilanden aan de kust ook ziet. De sociale huurwoningen die er zijn, zitten vooral in de lage/midden klasse tot €587.

De ervaren sociale cohesie is in Stad aan ’t Haringvliet een stuk hoger dan gemiddeld. Dit kan komen, doordat het een vrij kleine kern is, dan heeft men makkelijker contact met elkaar en voelt men zich meer verbonden met elkaar. Ook voelt 90%

van de inwoners zich een eilander, dit is ook een stuk hoger dan gemiddeld.

Stad aan ‘t Haringvliet

Bevolking

- Stad aan ’t Haringvliet heeft 1355 inwoners, het is één van de kleinere kernen op G-O

- Er zijn gemiddeld minder kinderen (4,7 tov 5,3%) en jongeren(5,1 tov 5,8%) dan gemiddeld.

- Gemiddeld meer inwoners tussen de 40 en 60 jaar (8,3 tov 7,0%)

- Percentage ouderen(65+) is gemiddeld (2,8 tov 3,1%)

- Inwoners met een migratieachtergrond zijn gemiddeld (3,8 tov 3,9% en 2,3 tov 2,5%)

- Huishoudens en huishoudensgrootte (2,3 tov 2,3) ook gemiddeld

Sociaal economisch

- Er zijn geen cijfers bekend van het opleidingsniveau in Stad aan ’t Haringvliet

- Laaggeletterdheid is gemiddeld (15 tov 16%) - Inkomen is gemiddeld (€31.300 tov €30.800)

- Aantal uitkeringen (1,0 tov 1,1%) en personen in de schuldhulpverlening (0,4 tov 0,4%) is ook gemiddeld

- Iets minder hebben Wmo-begeleiding nodig (0,7% tov 1,0%) - Dementie(2,0 tov1,8%), eenzaamheid(40 tov 40%) en

psychiatrische problematiek (0,6 tov 0,8%) zijn gemiddeld.

Woning

- In verhouding meer koopwoningen dan gemiddeld (68 tov 61%), aantal sociale huurwoningen gemiddeld (28 tov 31%) - WOZ-waarde ligt onder het gemiddelde (€188.000 tov

€211.000), maar vergelijkbaar met de omliggende kernen.

- Bijna de helft (43%) van de sociale huurwoningen zitten onder de €410 en de andere helft (53%) tot de €587. Huurwoningen in de hogere klasses zijn er nauwelijks.

- Het aantal eengezinswoningen is gemiddeld (91 tov 89%)

Duurzaamheid

Er zijn 4 laadplaatsen op 1300 inwoners, dat zijn 433 inwoners per laadplaats. Dit is rond het eilandelijk gemiddelde van 472 inwoners per laadplaats.

Cultuur

- De ervaren sociale cohesie is hoger dan gemiddeld o Dorp met veel saamhorigheid, 83 tov 74%

o Regelmatig contact met buren in de straat, 74 tov o Actief als vrijwilliger, 53 tov 44% 66%

o Lid van minstens één vereniging, 38 tov 31%

- Bijna 90% voelt zich een eilander, dit is een stuk hoger dan gemiddeld op het eiland 75%.

BSR model

Het BSR model van Stad aan ‘t Haringvliet is gelijk aan het eilandelijk gemiddelde.

• Geel: 34% tov 35%

• Groen: 35% tov 34%

• Blauw: 25% tov 26%

• Rood: 6% tov 7%

0,0%

2,0%

4,0%

6,0%

8,0%

10,0%

12,0%

Goeree-Overflakkee Stad aan 't Haringvliet

Leefstijlen inwoners Stad aan ‘t Haringvliet

(16)

26 27

legenda legenda

bron: Warmtewijk Stellendam– Landschap

Ruimtelijke situatie

Bestemmingsplan

In een bestemmingsplan beschrijft de gemeente welk gebruik en welke

bebouwingsmogelijkheden er in een bepaald gebied mogen plaatsvinden.

Op een bestemmingsplankaart zijn omlijnde gebieden

aangegeven met de daarbijbehorende

bestemmingen. Daarnaast wordt meestal in een apart document omschreven waaraan die

bestemmingen moeten voldoen.

Hierdoor is voor iedereen duidelijk wat er binnen een bepaald

gebied wel of niet mogelijk is in de (nabije) toekomst.

Eigendomssituatie

Naast particuliere eigenaren zijn er verschillende grotere partijen eigenaar van gebieden in de wrmtewijk. Naast de gemeente hebben de provincie Zuid- Holland, Waterschap Hollandse Delta, Staatsbosbeheer, en de woningcorporatie gebieden in eigendom.

Wanneer een duurzame energieoplossing vraagt om ingrepen in de openbare ruimte, in de ondergrond, of buiten het perceel van het gebouw is het belangrijk te weten welke partijen betrokken raken bij deze oplossing.

(17)

28 29

legenda legenda

bron: GGO Viewer, 2020 bron: PZH – Warmte Transitie Atlas

Bouwplannen

Een duurzame energieoplossing moet vooral ook aansluiten bij de situatie van morgen. Want de komende jaren zal de bevolking van Goeree-Overflakkee

veranderen in omvang en samenstelling. Het woonbeleid is gebaseerd op deze demo- grafische ontwikkelingen.

Per woonkern wordt gekeken naar het type en groei van het aantal huishoudens. De groei van de woningvoorraad wordt aangepast aan de lokale behoefte.

- In kernen met een groeiende bevolking kunnen -beperkt- planmatige uitbreidingen plaatsvinden;

- In de kleinere kernen zal vooral inzet worden op het versterken van de lokale woningmarkt;

- In de kernen met een oudere bevolking zal vooral geïnvesteerd worden in het behouden en verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.

Planning gebouweigenaren Naast particulieren, die vaak maar één woning bezitten, zijn er ook partijen die meer vastgoed in bezit of gebruik hebben.

Hieronder vallen bijvoorbeeld de gemeente, de woningcorporatie of een scholengemeenschap.

Zij hebben vaak al een planning voor het onderhoud gemaakt en soms zijn er onderzoeken geweest naar de mogelijkheden voor de verduurzaming van hun vastgoed.

Wanneer dit vastgoed veel energie verbruikt (of kan

opwekken) kan zo’n partij veel invloed hebben op de meest passende energie-oplossing voor een buurt of wijk of juist op het tijdstip dat een buurt kan overschakelen naar een duurzame energie-oplossing.

(18)

30 31 bron: allecijfers.nl, 2020

Woningen en particulier vastgoed

Verblijfsobjecten warmtewijk Stad aan ‘t Haringvliet Eigendom woningen Stad aan ‘t Haringvliet In Stad aan ‘t Haringvliet staan circa

632 woningen waarvan 32% in de huursector (woningcorporaties en particuliere huur). De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen bedroeg in 2015 € 193.189,- en is sindsdien gestegen naar € 199.000,- in 2019.

(19)

33

legenda

32

gebruik gebouwen per buurt

bron: allecijfers.nl, 2020

verdeling woningtypes

0 100 200 300 400 500 600 700 800

Stad aan ‘t Haringvliet Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport

Woning/ Bijeenkomst Woning/ Kantoor Onderwijs Woning/ Winkel Woning/ Logies Gezondheid/ Zorg Kantoor

Woning/ Industrie Bijeenkomst Winkel

Woning/ Gezondheid Industrie

Overig Logies Woning

0 100 200 300 400 500 600 700 800

Stad aan ‘t Haringvliet Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport Woning/ Bijeenkomst Woning/ Kantoor Onderwijs Woning/ Winkel Woning/ Logies Gezondheid/ Zorg Kantoor Woning/ Industrie Bijeenkomst Winkel Woning/ Gezondheid Industrie Overig Logies Woning

0 100 200 300 400 500 600 700 800

Stad aan ‘t Haringvliet Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport Woning/ Bijeenkomst Woning/ Kantoor Onderwijs Woning/ Winkel Woning/ Logies Gezondheid/ Zorg Kantoor Woning/ Industrie Bijeenkomst Winkel Woning/ Gezondheid Industrie Overig Logies Woning

Gebouwen en gebruik

Stad aan ‘t Haringvliet is voornamenlijk een woonkern. Deze buurt bestaat vrijwel geheel uit woningen.

Het buitengebied van Stad aan ‘t Haringvliet heeft nog het meeste variatie in gebouwfuncties. Hier valt op dat ongeveer de helft woning is gelabeld, de ander helft is een mix van industrie, kantoren en gezondheid.

Stad aan ‘t haringvliet is dus zeer eenvormig in functieopbouw.

Dit kan gunstig zijn bij de

verduurzamingsopgave van de gebouwen.

bron: PZH – Warmte Transitie Atlas

Woningtypes

Wanneer er veel woningen van hetzelfde type, zoals een rijwoning, bij elkaar staan kan dit voordelen hebben bij het overschakelen naar een (collectief) duurzaam energiesyteem. Doordat de best passende oplossing op veel woningen tegelijk van toepassing is kan dit kostenvoordelen voor woningeigenaren opleveren.

Daarnaast is het meest voorkomende type woning een indicatie voor de woningdichtheid en het

energieverbruik. Flatwoningen zijn meestal kleiner en

hebben individueel een lager energieverbruik dan vrijstaande woningen. Op gebiedsniveau is de energievraag bij vrijstaande woningen veel lager dan bij hoogbouw omdat er minder woningen per km2 staan.

(20)

35

legenda

34

Aantal en ouderdom gebouwen per buurt

bron: allecijfers.nl, 2020 bron: Pico-Geodan, 2020

Bouwjaar gebouwen

Hoe ouder een gebouw, hoe moeilijker het meestal is om het goed na te isoleren en van een duurzame energiebron te voorzien. Hierdoor zijn de kosten om een gebouw aan te passen vaak hoger dan bij nieuwere gebouwen.

De mogelijkheden om een nieuwer gebouw aardgasvrij te maken zijn groter omdat veel aardgasvrije oplossingen gebruik maken van warmte met een lagere temperatuur (40-70 °C) dan we gewend zijn van een klassieke gasgestookte woning (70-90 °C).

Wanneer veel woningen uit dezelfde periode (en dezelfde bouwkwaliteit) bij elkaar staan is het vaak mogelijk om kosten te besparen als ze voor dezelfde energie-oplossing kiezen en in dezelfde periode aangepakt worden.

(21)

36 37

legenda legenda

bron: Pico-Geodan, 2020 bron: GGO Viewer, 2020

Energielabels (Voorlopig)

Begin 2015 heeft de Rijksoverheid alle woningen in Nederland een voorlopig Energielabel toegewezen. Het voorlopige label is een schatting. De score is gebaseerd op gegevens uit het Kadaster (type huis, grootte, bouwjaar) en op gegevens van vergelijkbare huizen. In de praktijk kan een woning een beter of slechter energielabel hebben. Bij verkoop of nieuwe verhuur moet het voorlopige label definitief vastgesteld worden door een deskundige.

Het Voorlopige Energielabel geeft een indicatie van het huidige energieverbruik in combinatie met de isolatie van de woning. Hieruit kunnen de mogelijkheden om het energieverbruik te verminderen (verduurzamings maatregelen) worden afgeleid.

Energielabels (Definitief)

Een definitief energielabel laat zien hoe energiezuinig een woning is. De labelklassen voor woningen lopen van A t/m G.

Woningen met een A-label zijn het energiezuinigst, woningen met een G-label zijn het

minst energiezuinig. Het label geeft ook een overzicht van woningkenmerken, zoals het woningtype, isolatie, beglazing en verwarming.

Het definitieve energielabel is een goede indcator van het huidige energieverbruik, de mate waarin een woning (gebouw) is geisoleerd, en welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn.

(22)

39

legenda

38 bron: Warmteprofielen, PZH, 2020

Warmteprofielen

Op basis van verschillende

gebouweigenschappen, waaronder gebouwtype en bouwjaar, zijn

inschattingen gemaakt van de toekomstige (2050) warmtevraag en het temperatuurniveau van deze gebouwen.

Het temperatuurniveau is afhankelijk van de benodigde hoeveelheid warmte om het gebouw in de winter warm te houden en de aanwezige warmteafgiftesystemen.

Vervolgens worden de gebouwen, op basis van deze verwachte benodigde temperatuur, in drie groepen

ingedeeld:

- Hoge temperatuur (HT, >70°C) - Midden-temperatuur (MT, 55 - 70°C) - Lage-temperatuur (LT, <55°C)

A A B

B B

B B B

C C C C

C C D

D

E E

E F F G

G F G

C C

B

A A

A

A

Indica�e voorlopig energielabel

vrijstaand

woningtype tot

1945 1945 -

1965 1965 - 1975

tussenwoning hoekwoning / 2 onder 1 kap

appartement

1975 -

1985 1985 -

1990 1990 -

2000 2000 -

2005 vanaf 2006

A B

C D

E F

G A

C/D

HT HT MT MT MT MT LT

B/C A/B A/B B A/B A

Inscha�ng warmteprofiel 2050

huidig (voorlopig) label

(2020) verwacht toekomstig label

(2050)

Warmteprofiel 2050

Indicatie voorlopig energielabel

Inschatting Warmteprofiel 2050

Warmteprofielen

Op de kaart met warmteprofielen is te zien welke gebouwen

een hoge-, midden- of lage temperatuur warmtevraag zullen hebben in 2050.

Door gebouwen met een vergelijkbare warmtevraag te clusteren is het mogelijk de voor dat warmtecluster best mogelijke (en betaalbare) aardgasvrije warmteoplossing te vinden.

(23)

41

legenda

40

Eigendom woningen Stad aan ‘t Haringvliet

bron: Woongoed GO, 2020 bron: allecijfers.nl, 2020

Vastgoed woningcorporatie

Per januari 2020 was de aanstaande organisatorische fusie van de vier woningcorporaties op het eiland een feit en ontstond Oost West Wonen.

De nieuwe corporatie is werkzaam op het gehele eiland en stemt haar vastgoedstrategie hierop af. Door de bevolkingsontwikkelingen op Goeree- Overflakkee is er in algemene zin een overschot aan eengezinswoningen en een tekort aan woningen voor zorgbehoevenden ontstaan.

De dorpskernen afzonderlijk verschillen echter aanzienlijk van elkaar in

woningbehoefte.

Vastgoed woningcorporatie Woningcorporaties hebben een belangrijke taak gekregen van het Rijk om hun vastgoed te verduurzamen. Hiermee vormen zij de zogenaamde “startmotor”

van de energietransitie.

Doordat woningcorporaties vaak veel vastgoed in een buurt in hun bezit hebben, zijn zij in staat om op een kosten efficiënte manier woningen aan te pakken en te verduurzamen. Hiermee kunnen ze laten zien hoe, en op welk moment aardgasloos wonen mogelijk is.

Wanneer de plannen op een juiste manier worden afgestemd met buurtbewoners wordt het mogelijk om collectieve energie- oplossingen te realiseren die zonder de woningcorporatie niet mogelijk waren geweest.

(24)

43

legenda

42

Overige gebouwfuncties Stad aan ‘t Haringvliet

0 10 20 30 40 50 60

Stad aan ‘t Haringvliet

Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport Onderwijs Gezondheid/ Zorg Kantoor Bijeenkomst Winkel Industrie Overig Logies

0 10 20 30 40 50 60

Stad aan ‘t Haringvliet

Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport Onderwijs

Gezondheid/ Zorg Kantoor

Bijeenkomst Winkel Industrie Overig Logies

0 10 20 30 40 50 60

Stad aan ‘t Haringvliet

Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport Onderwijs Gezondheid/ Zorg Kantoor Bijeenkomst Winkel Industrie Overig Logies

0 10 20 30 40 50 60

Stad aan ‘t Haringvliet

Woonkern Stad aan ‘t Haringvliet Buitengebied

Sport Onderwijs Gezondheid/ Zorg Kantoor Bijeenkomst Winkel Industrie Overig Logies

bron: allecijfers.nl, 2020

Overige bebouwing

De gebouwde omgeving van Stad aan ‘t Haringvliet bestaat naast reguliere woningen voor een beangrijk deel uit kantoorruimte in woonkern. Daarnaast is een groot deel meerdere agrarische complexen in het buitengebied, verspreid rondom de woonkern.

bron: goeree-overflakkee.nl, 2020 & wikipedia

Overige bebouwing

1] Basisschool (CBS) Albert Schweitzer 2] OBS molenvliet

3] Stichting Dorpsgroep / Peuter speelzaal (PSZ) Peuterstad 4] Jachthaven Atlantica B.V.

5] Hervormde Gemeente van Stad aan

‘t Haringvliet 6] Brandweer Kazerne 7] PostNL Postkantoor

8] AVIA XPress Stad aan ‘t Haringvliet 9] Peekstok B.V.

10] Voetbal vereninging SNS

(25)

45

legenda

44

Onderwijsgebouwen

Er zijn twee scholen in de woonkern van Stad aan ‘t Haringvliet:

- De Albert Schweitzer Basisschool Aleijd van Puttenstraat 1

(www.cbsalbertschweitzer.nl) - OBS de Molenvliet,

Molendijk 8

(www.obsdemolenvliet.nl)

bron: GGO Viewer, 2020

Onderwijsgebouwen

Voor onderwijsgebouwen geldt hezelfde als voor de andere grotere gebouwen op het eiland die veel energie verbruiken.

Als “grootverbruikers” hebben zij invloed op de mogelijke energie- oplossingen voor de gebouwen in de buurt. Vooral in collectieve warmteoplossingen of bij de opwekking van zonne-energie kunnen zij een directe bijdrage leveren aan de meest passende oplossing voor de buurt.

OBS de Molenvliet

Albert Schweitzer Basisschool

(26)

47

legenda

46

Beschermd dorpsgezicht en monumentale gebouwen

Stad aan ‘t Haringvliet kent enkele monumentale gebouwen waaronder:

- Molen De Korenaar (gebouwd in 1746)

- De Nederlands Hervormde Kerk (anno 1534)

Volgens de Gemeentelijke

Monumentenlijst (goeree-overflakkee.

nl) zijn daarnaast verschillende panden aangewezen als karakteristieke objecten.

bron: goeree-overflakkee.nl, 2020 & wikipedia

Monumenten en

karakteristieke gebouwen Veel gebouwen met een monumentale status zijn net zoals oudere gebouwen moeilijk te verduurzamen. Soms is dit ook niet nodig, omdat de warmtevraag nihil is, zoals bij molens.

Monumentale gebouwen zijn vaak extra lastig aan te pakken doordat veel maatregelen het beeld of de structuur van een gebouw veranderen wat ongewenst is. Hier zullen per gebouw goede afwegingen gemaakt moeten worden over wat gewenst en mogelijk is.

Molen De Korenaar Nederlands Hervormde Kerk

bron: www.molendatabase.nl goeree-overflakkee.nl, 2020

(27)

49

legenda

48

Bedrijven Stad aan ‘t Haringvliet 01] Malieflower B.V.

02] President Stables

03] Maliepaard Bloembollen B.V.

04] B.V. Internationaal Transportbedrijf van Rumpt

05] Multi-Crane International B.V.

Bedrijven en industrie

Stad aan ‘t Haringvliet telt in totaal 125 bedrijfsvestigingen.

Bedrijvenparken vragen om een eigen aanpak met betrekking tot de energietransitie. Gebouwen op bedrijvenparken verschillen vaak sterk in de manier waarop ze zijn

gebouwd, in afmetingen, gebruik en energiebehoefte. Hierdoor is het vaak niet mogelijk om een bedrijvenpark op één manier en binnen een kort tijdsbestek te verduurzamen.

Het is daarom aan te raden voor een bedrijvenpark een plan op maat te te maken in goed overleg met de gebruikers en eigenaren van de bedrijfspanden hoe hier de energievoorziening op een duurzame manier kan plaatsvinden.

Ouderdom gebouwen bedrijven Stad aan ‘t Haringvliet

bron: allecijfers.nl, 2020

(28)

50 51

legenda legenda

bron: GGO Viewer, 2020 bron: GGO Viewer, 2020

Technische situatie

Elektriciteitsgebruik particulieren Het elektriciteitsverbruik hangt voor een belangrijk deel samen met het aantal gebruikers

(bewoners) van een gebouw.

Dit heeft invloed op het gebruik van elektrische apparatuur.

Daarnaast speelt de energie- zuinigheid van deze apparatuur een grote rol.

Zonnepanelen kunnen het netto- gebruik sterk terugbrengen.

elektriciteitsverbruik, in percentages per buurt

Elektriciteitsgebruik bedrijven Voor bedrijven is het

elektriciteitsverbruik vaak sterk afhankelijk van de

bedrijfsprocessen die er binnen het pand plaatsvinden.

Machines kunnen veel elektriciteit verbruiken, maar soms draaien zwaardere machines op diesel e.d. Door de grote verschillen in bedrijfsprocessen is het van belang dat bij elk bedrijf een inventarisatie plaatsvindt van het energieverbruik (elektriciteit en anders).

Kantoren en winkels zonder specifieke bedrijfsprocessen, kunnen wel vaak met de reguliere verduurzamingsmaatregelen uit de voeten.

(29)

52 53

legenda Aardgasverbruik overige legenda

gebouwen

Net zoals het elektriciteitsverbruik is het aardgasverbruik van

gebouwen die geen woonfunctie hebben sterk gerelateerd aan het bedrijfsproces (afgezien van kantoren en winkels).

Bij bedrijven worden vaak slechts delen van een productiehal verwarmd, en soms gebeurt dit met behulp van elektriciteit.

Door de grote verschillen in bedrijfsprocessen is het van belang dat bij elk bedrijf een inventarisatie plaatsvindt van het energieverbruik (aardgasverbruik en anders).

Aardgasverbruik woningen Het aardgasverbruik van een gebouw is sterk afhankelijk van de grootte van het gebouw en de mate van isolatie.

Daarnaast speelt het gebruik een belangrijke rol (bv. permanente bewoning vs. vakantiewoning).

Over het algemeen is de warmtevraag bij slecht geisoleerde woningen veel hoger dan bij goed geisoleerde woningen. Dit is ook terug te zien wanneer gekeken wordt naar het aardgasverbruik bij oudere gebouwen.

Aardgasverbruik, in percentages per buurt

bron: bewerkt naar warmtetransitieatlas.

zuid-holland.nl, 2020 bron: bewerkt naar warmtetransitieatlas.

zuid-holland.nl, 2020

(30)

54 55

Bestaande energienetwerken

bron: allecijfers.nl, 2020

De energietransitie zal belangrijke gevolgen hebben voor de bestaande energienetwerken in Nederland. In 2050 zal er vrijwel geen aardgas meer worden gebruikt in de gebouwde omgeving. Het grootste deel van de aardgasleidingen zal daarom in de toekomst geen functie meer hebben.

De energievraag van gebouwen, de industrie, het verkeer en landbouw zal, zelfs met verduurzamingsmaatregelen, groot blijven. Om aan deze vraag te blijven voldoen zullen dus andere energienetwerken moeten worden ontwikkeld.

De vraag naar duurzaam opgewekte elektriciteit zal naar verwachting sterk stijgen. Waar deze elektriciteit zal worden opgewekt (zon op daken, wind, etc) en waar deze wordt verbruikt zal aanzienlijke gevolgen hebben voor de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk en de fysieke leefomgeving.

Huidig elektriciteits- en aardgasverbruik per woning

Huidig elektriciteits- en aardgasverbruik per buurt De bestaande energienetwerken

zijn gedimensioneerd op de huidige energievraag in buurten en wijken. Soms worden de netwerken al voorbereid op

verwachte ontwikkelingen, zoals een nieuwbouwwijk. De energietransitie is echter van een veel grotere schaal.

Ook de vraag naar warmte zal blijven bestaan. Op welke manier deze zal worden ingevuld hangt sterk af van de keuzes die worden gemaakt in de Regionale Energie Strategie (RES) en de Transitievisie Warmte (TVW).

Wordt er een warmtenet aangelegd (stadswarmte)? Komt er een all- electric wijk? Stappen we over op waterstof of biogas? Deze keuzes leiden allemaal tot sterk verschillende energienetwerken.

Het ontwikkelen en aanleggen van nieuwe energienetwerken is erg kostbaar. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken of we bestaande energienetwerken kunnen blijven gebruiken in de toekomst.

Wanneer dit niet mogelijk is, is het verstandig te kijken naar de vervangingsdata van het netwerk, zodat de kosten van sloop,

vervanging, of uitbreiding beperkt kunnen worden.

Aanleg van restwarmte leidingen

(31)

56 57

legenda legenda

bron: Stedin.nl, 2020

Aardgas netwerk

Vrijwel alle gebouwen in Nederland zijn aangesloten op het landelijke aardgas leidingnetwerk. De afgelopen decennia was het verbranden van aardgas de voornaamste manier om gebouwen te verwarmen.

Het aanleggen en vervangen van dit netwerk is een kostbare zaak. We willen voorkomen dat we als samenleving geld verspillen aan vervanging van dit netwerk en vervolgens kort daarna overstappen op een ander warmtesysteem. Het is daarom belangrijk te weten wanneer het aardgasnet aan vervanging toe is.

Daarnaast kan een redelijk nieuw aardgas netwerk eventueel worden aangepast naar een waterstof netwerk. (Dit is echter alleen mogelijk wanneer een hele wijk overgaat.)

bron: pico-geodan.nl, 2020

Elektriciteits netwerk

Het is belangrijk om te weten hoe zwaar de infrastuctuur voor elektriciteit is uitgevoerd in een buurt of wijk. Want een deel van de bestaande warmtevraag zal in de toekomst worden ingevuld met behulp van elektriciteit.

Ook zal de elektriciteitsbehoefte in de toekomst stijgen door het gebruik van elektrische wagens.

Daarnaast zullen nieuwe zonnepanelen juist weer extra elektriciteit gaan opwekken.

De infrastructuur voor de opslag- en transport van elektriciteit zal daarom moeten worden aangepast om in de toekomst te voldoen aan de elektriciteitsvraag (in hoeveelheid, tijd en plaats).

(32)

59

legenda

58

Potentie WKO

Warmte koude opslag (WKO) is een techniek waarbij grote hoeveelheden grondwater in waterhoudende lagen in de ondergrond worden verpompt.

In de zomer wordt relatief warm water ondergronds opgeslagen dat in de winter weer wordt opgepompt. Dit relatief warme water vormt een basis voor de verwarming van gebouwen.

Het ondergrondse ruimtegebruik is meestal (veel) groter dan het bebouwde gebied.

Er kunnen lokaal en periodiek grondwaterstandveranderingen plaatsvinden en het grondwater zal lokaal enkele graden

warmer of kouder worden dan gemiddeld. Dit maakt een controle op extra wateroverlast en andere vormen van

grondwatergebruik noodzakelijk.

bron: GGO Viewer, 2020

Potentie duurzame energiebronnen

Er zijn een aantal duurzame warmte- bronnen die mogelijk een alternatief kunnen bieden voor aardgas op Goeree-Overflakkee.

Niet alle bronnen zijn op het eiland in voldoende mate beschikbaar. Het is dus van belang de haalbaarheid en het draagvlak van deze toepassingen verder te onderzoeken.

Aquathermie

Bij warmtewinning uit oppervlakte- water wordt water uit een

rivier, sloot of kanaal gebruikt als warmtebron. Aquathermie wordt vaak gecombineerd met warmte-koudeopslag, waarbij warmte ’s zomers ondergronds wordt opgeslagen en ’s winters wordt opgepompt en ingezet als verwarming. Bij nagenoeg alle woonkernen is oppervlaktewater aanwezig.

Geothermie

Geothermie is de benutting van warmte uit de diepe ondergrond, vanaf 500 meter onder de grond. De

bodem op Goeree-Overflakkee lijkt hiervoor minder geschikt.

Bodemenergie

Bodemenergie is de toepassing van warmte en koude die in de ondergrond zijn opgeslagen op een diepte van minder dan 500 meter. Een warmtepomp kan de warmte

uit de bodem opwaarderen tot een voor gebouwen, bruikbaar niveau.

Voor individuele gebouwen kan dat met een zogenoemde bodemlus.

Voor grote gebouwen of clusters van gebouwen kan dit met een warmte- koudeopslag (WKO)-systeem.

Biomassa

Energie uit biomassa wordt opgewekt door verbranding. Biomassa bestaat uit organische materialen, zoals hout, gft-afval, maar ook plantaardige olie, mest en speciaal hiervoor geteelde gewassen. Biomassa is op Goeree-Overflakkee zelf, beperkt beschikbaar.

Groen gas / Biogas

Ook biogas kan als warmtebron worden benut. Bij twee bedrijven op Goeree-Overflakkee wordt biogas geproduceerd.

Overige technieken

Er zijn ook technieken die verder onderzocht kunnen worden zoals zonneboilers en waterstof.

Conclusie

De potenties van de warmtebronnen moeten nog nader uitgewerkt

worden. Deze hangen samen met de specifieke kansen en beperkingen die dit gebied heeft; dunbevolkt en een beperkte schaalgrootte, veel water in de omgeving, en een gevarieerde woningvoorraad.

De kans is groot dat er verschillende combinaties van oplossen nodig zijn om aan de warmtevraag te kunnen voldoen op het eiland.

(33)

60 61

legenda legenda

bron: GGO Viewer, 2020

Potentie PV op land Naast het plaatsen van

zonnepanelen op daken van gebouwen is het mogelijk om zonnevelden met panelen aan te leggen waar op grote schaal elektriciteit kan worden opgewekt.

Op dit moment (medio 2020) loopt de discussie welke plekken de voorkeur hebben voor de plaatsing van pv-panelen. In principe zijn dit de daken van gebouwen.

Maar wanneer dit lastig blijkt, zoals bij beschermde dorpsgezichten, monumentale panden of doordat veel daken in de praktijk niet geschikt blijken, kan het waardevol zijn om te kijken of er lokaal mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van zonnevelden op land.

bron: GGO Viewer, 2020

Potentie PV op daken Bij de overstap naar een

duurzaam energiesysteem krijgen zonnepanelen een belangrijke rol. In een dichtbevolkt land waar de ruimte schaars is, ligt het voor de hand om de daken van gebouwen hiervoor te gebruiken.

We zullen dus moeten weten welke daken geschikt zijn om zonnepanelen op te plaatsen.

Een volgende stap is om een inschatting te maken van de hoeveelheid elektriciteit deze panelen kunnen opwekken en hoe zich dat verhoudt tot de lokale vraag.

Zonnepanelen produceren daarnaast niet altijd op dezelfde tijd energie wanneer dat

gevraagd wordt. Er zal daarom een oplossing gevonden moeten worden voor de ongelijktijdigheid van de elektriciteitsproductie en het verbruik. (Wellicht in de vorm van opslag in een andere energievorm, zoals waterstof.)

(34)

63

Deel IV

Inventarisatie Gemeente

Goeree-Overflakkee is een uitgestrekt en overwegend landelijk gebied met 50.000 inwoners, een eiland dat

omgeven is door grote water gebieden. De weidse open ruimte van het polderland, het water en de natuurgebieden in de zuidwestelijke delta geven een kwaliteit aan het landschap met ruimte voor recreatie, toerisme en aangenaam wonen.

De kop van het eiland aan de Noordzeekust is daarbij een sterke troef.

Het open polderlandschap grenzend aan grote wateren leent zich qua karakteristieken bij uitstek

voor opwekking van duurzame energie: er is ruimte, het waait stevig en het aantal zonne-uren is hoog (Klimaatatlas, 2019). Industrie en

andere bedrijvigheid is relatief beperkt aanwezig. De energiebehoefte

verschilt hierdoor van die van de rest van Zuid-Holland en Nederland.

Introductie

Energieverbruik per sector

Goeree-Overflakkee wil als regio volledig duurzaam in haar energie voorziening zijn, zoals in 2015 al is vastgesteld (Energy Island).

Na 2021 omvat de duurzame elektriciteitsproductie 0,73 TWh, vergelijkbaar met ruim 56% van de totale eigen energiebehoefte (1,29 TWh).

Van de drie hoofdsectoren ligt de grootste uitdaging bij Gebouwde omgeving die 40% van de energie vraag voor haar rekening neemt (zie tabel).

introductie 63

inventarisatie gemeentelijke kenmerken 64-99

(35)

64 65

Inventarisatie gemeentelijke kenmerken

De gemeente Goeree-Overflakkee wordt omringd door water: door de Noordzee, het Haringvliet, het Volkerak, de Krammer en het Grevelingenmeer.

Het eiland is vlak, met uitzondering van het duingebied op de

noordwestpunt, en ligt ongeveer op zeeniveau. De grootste woonkern is het met elkaar vergroeide

Middelharnis-Sommelsdijk. Daarnaast zijn er nog 12 andere woonkernen, verspreid over het eiland. In totaal wonen er bijna 50.000 inwoners in een gebied van 260,5 km² land en 162 km² water. (190 inwoners/ km²)

Een groot deel van de gemeente heeft een agrarische bestemming (69%) en ook de natuur is sterk vertegenwoordigd (17,5%). Het restant is verdeeld onder bebouwde omgeving, recreatiegebieden

en wegen (respectievelijk 4,5%, 3,5% en 3%). Er is geen sprake van grootschalige industrie.

totale wijkoppervlakte [km2]

landgebruik [ha]

Goeree-Overflakkee

bron: allecijfers.nl, 2020

(36)

66 67

Maatschappelijke situatie - Inwoners en bevolkingsontwikkeling

Kern

Legenda Inwoners Huishoudens Opbouw

bevolking Sociaal

wonen Bouwen Herstruc-

turering Wonen &

zorg Vervoer verduur-

zaming Groei

woningvoorraad Sommelsdijk

Inzet op betaalbare huurwoningen

7.281 3.021 Oudere

huishoudens

Middelharnis 6.979 2.918 Jonge

huishoudens

Nieuwe Tonge 2.348 977 Gemiddeld

Stad aan ‘t H. 1.300 561 Veel oudere huishoudens

Ouddorp 5.776 2.396 Oudere

huishoudens

Goedereede 2.146 893 Gemiddeld

Stellendam

Bouwen voor eigen behoe�e, senioren en nieuwe inwoners Bouwen voor eigen behoe�e

Herstructurerings- opgave

Wijkplannen voor wonen en zorg

Verduurzamen woningvoorraad

Aandacht voor ouderenvervoer

3.416 1.436 Gemiddeld

Dirksland 5.430 2.132 Jongste kern, veel gezinnen

Melissant 2.145 867 Jonge

huishoudens

Herkingen 1.218 518 Veel gezinnen,

veel 75+

Oude-Tonge 4.809 2.087 Veel oudere huishoudens Ooltgensplaat 2.647 1.117 Veel gezinnen,

veel 75+

Den Bommel 1.709 726 Veel gezinnen, veel 75+

Achthuizen 1.114 496 Veel oudere

huishoudens

Tot 2031: 35%

van 1.450 = 500 à 525

Tot 2031: 25%

van 1.450 = 350 à 375

Tot 2031: 25%

van 1.450 = 350 à 375

Tot 2031: 15%

van 1.450 = 200 à 225

Bron: Woonvisie Goeree-Overflakkee 2018-2024

Kern

Legenda Inwoners Huishoudens Opbouw

bevolking Sociaal

wonen Bouwen Herstruc-

turering Wonen &

zorg Vervoer verduur-

zaming Groei

woningvoorraad Sommelsdijk

Inzet op betaalbare huurwoningen

7.281 3.021 Oudere

huishoudens

Middelharnis 6.979 2.918 Jonge

huishoudens

Nieuwe Tonge 2.348 977 Gemiddeld

Stad aan ‘t H. 1.300 561 Veel oudere huishoudens

Ouddorp 5.776 2.396 Oudere

huishoudens

Goedereede 2.146 893 Gemiddeld

Stellendam

Bouwen voor eigen behoe�e, senioren en nieuwe inwoners Bouwen voor eigen behoe�e

Herstructurerings- opgave

Wijkplannen voor wonen en zorg

Verduurzamen woningvoorraad

Aandacht voor ouderenvervoer

3.416 1.436 Gemiddeld

Dirksland 5.430 2.132 Jongste kern, veel gezinnen

Melissant 2.145 867 Jonge

huishoudens

Herkingen 1.218 518 Veel gezinnen,

veel 75+

Oude-Tonge 4.809 2.087 Veel oudere huishoudens Ooltgensplaat 2.647 1.117 Veel gezinnen,

veel 75+

Den Bommel 1.709 726 Veel gezinnen, veel 75+

Achthuizen 1.114 496 Veel oudere

huishoudens

Tot 2031: 35%

van 1.450 = 500 à 525

Tot 2031: 25%

van 1.450 = 350 à 375

Tot 2031: 25%

van 1.450 = 350 à 375

Tot 2031: 15%

van 1.450 = 200 à 225

Bron: Woonvisie Goeree-Overflakkee 2018-2024

leeftijdsopbouw Goeree-Overflakkee (2016)

CBS companen 2020

(37)

68 69

Maatschappelijke situatie - Aantal inwoners en oppervlakte wijken

totale wijkoppervlakte [km2]

bron: allecijfers.nl, 2020

Maatschappelijke situatie - bevolkingsdichtheid en huishoudens

huishoudens per km2

bron: allecijfers.nl, 2020

(38)

70 71 bron: Pico-Geodan, 2020

Maatschappelijke situatie - WOZ waarde woningen

bron: BSR-methodiek, Smartagent, 2020

Maatschappelijke situatie - Leefstijlen bewoners

(39)

72 bron: allecijfers.nl 73 bron: allecijfers.nl

Maatschappelijke situatie - Gemiddeld inkomen per buurt Maatschappelijke situatie - Gemiddeld inkomen per buurt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Natura 2000 gebiedendocument – w erkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 8 Behoud van de huidige situatie is voldoende, de waarschijnlijke oorzaak van de landelijk

ven bi nn enha... ven bi

tot de mogelijkheden na slopen en saneren van de bedrijfsopstallen kan er een woonbestemming op de woning en mag er een bouwkavel komen naast de woning voor de bouw van een

De vrouw duwde hem weg bij de deur, maar haar vader, die later de grootvader zou worden van mijn schrijfster, keek naar zijn broek met rafels, zijn tot op de draad versleten

o om te kunnen blijven voldoen aan de Vlaamse beleidsprioriteiten werd een actie voorzien i.v.m. de wisselcollecties voor de scholen. Teneinde de oudere boeken

Het beheersorgaan keurt het programmavoorstel voor het seizoen 2014-2015 goed..

- De voorgestelde wijzigingen in het retributiereglement lijken niet doorgetrokken in de meerjarenplanning omdat er enerzijds wordt gezegd dat er een stijging van

Deze data worden in het overleg tussen de bibliothecaris, voorzitter en ondervoorzitter en het diensthoofd van het cultuurcentrum afgesproken en zo snel