• No results found

Eindexamen economie 1 havo 2006-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen economie 1 havo 2006-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 8

uit een krant (augustus 2003):

Sombere toekomst bankbiljet

In 2002 waren in de eurolanden meer dan 8 miljard eurobiljetten in omloop met een gezamenlijke waarde van bijna € 400 miljard. Er komen steeds meer valse eurobiljetten in omloop. In de eerste zes maanden van 2003 zijn in de eurolanden 60% meer valse

eurobiljetten uit omloop gehaald dan in de eerste zes maanden van 2002. Omdat elk vals biljet er een teveel is, gaat De Nederlandsche Bank (DNB) publiek en winkeliers voorlichten over de veiligheidskenmerken van de bankbiljetten.

Vanwege het risico accepteren veel winkeliers biljetten van € 500 en € 200 niet. Volgens sommige economen zal het niet lang duren voordat ook de biljetten van € 100 en € 50 niet meer algemeen geaccepteerd worden. De groei van het aantal vervalsingen zal het gebruik van pinpassen, internetbankieren en chipknip stimuleren.

aantal uit omloop genomen valse eurobiljetten in de eerste zes maanden van 2003

2p 24 † Bereken het totale aantal valse eurobiljetten dat in de eerste zes maanden van 2002 uit omloop werd gehaald.

1p 25 † Welke geldfunctie dreigen de biljetten van € 500 en € 200 volgens de tekst te verliezen?

We maken onderscheid tussen de nominale en de reële waarde van geld.

Hieronder staan drie uitspraken:

uitspraak 1

Op biljetten en munten staat de waarde van het biljet respectievelijk de munt aangegeven.

uitspraak 2

Op een biljet van € 200 komt het cijfer 200 op de voorzijde vier keer voor.

uitspraak 3

In 2003 kende Nederland een inflatie van 1,4%, waardoor de koopkracht van de euro daalde.

2p 26 † Geef voor elke uitspraak aan op welke waarde de uitspraak betrekking heeft.

We maken onderscheid tussen chartaal en giraal geld. Op dit moment is de verhouding 15%

chartaal en 85% giraal.

1p 27 † Zal het aandeel van giraal geld toenemen, afnemen of gelijk blijven als er steeds meer vals geld in omloop komt? Verklaar het antwoord met behulp van de tekst.

figuur 7

soort biljet 0

10.000 20.000 60.000 80.000 100.000 120.000 140.000

€ 500

€ 200

€ 100

€ 50

€ 20 € 10

€ 5

230 6.450 19.300 137.000

63.780

2.300 1.150 aantal

 www.havovwo.nl

Eindexamen economie 1 havo 2006-II

havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stel dat ’Het Nationale Ballet’ 50 keer per jaar optreedt en dat er bij elke voorstelling 1.600 kaartjes worden verkocht. Alle kaartjes hebben

In het vierde kwartaal 2000 heeft ’Het Pumpke’ te maken met een prijsinelastische vraag naar benzine.

Mede door de hoge export- en importquote is de Nederlandse economie erg gevoelig voor bijvoorbeeld veranderingen van wisselkoersen?. Zo heeft een verandering van de koers van de

De olieproducerende landen zouden voor stabilisatie van de olieprijs kunnen zorgen, maar daarvan wil de EU niet afhankelijk zijn?. De EU zou daarom kunnen besluiten de olieprijs

Door de mooie zomer is in het jaar 2001 de productie 6.000 kratjes aardbeien die voor € 5 per kratje kunnen worden verkocht. Hoewel hem dat een verlies oplevert, besluit Jansen

Vanaf 1 januari 2000 is de afvalheffing ook afhankelijk van het aantal keren dat de afvalcontainer geleegd wordt én van de hoeveelheid afval die daarbij wordt aangeboden!.

3p 31  Geef voor elk van deze begrippen aan in welke zin van de tekst het begrip aan de orde is. 2p 32  Hoe blijkt uit de tekst dat de arbeidsmarktsituatie invloed kan hebben

• Een antwoord waaruit blijkt dat de overheid vindt dat die goederen anders voor veel burgers te duur zouden zijn.. • Een antwoord waaruit blijkt dat de overheid vindt dat de