• No results found

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen scheikunde havo 2006-I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kaliumchloraat

18. halfreactie bij de koolstofstaven : 2 Cl ! Cl2 + 2 e

halfreactie bij de stalen buis : 2 H2O + 2 e ! H2 + 2 OH

19. Aan de stalen buis neemt water elektronen op (fungeert als oxidator), de stalen buis moet dus negatief zijn . Bij elektrolyse reageert de oxidator aan de negatieve pool.

20. - omgezet : (87 / 100) x 4,0 x 102 = 3,48 x 102 kg KCl - dat is : (3,48 x 102) / 74,6 = 4,66 kmol KCl

- daaruit wordt 4,66 kmol KClO3 gevormd en dat is : 4,66 x 122,6 = 5,7 x 102 kg KClO3

21. - de oplosbaarheid bij 75oC = 36,3 g KClO3 per 100 g water (uit de grafiek) de oplosbaarheid bij 10oC = 5,0 g KClO3 per 100 g water (uit de grafiek) - bij afkoeling zal neerslaan : (36,3 – 5,0) = 31,3 g KClO3 per 100 g water - dat is : (31,3 / 36,3) x 100% = 86,2 %

22. Kenneth voegt aan de te onderzoeken oplossing een oplossing van zilvernitraat toe.

Als er een troebeling ontstaat (van zilverchloride), bevat het kaliumchloraat kaliumchloride.

Als er geen kaliumchloride aanwezig is blijft de oplossing helder (zilverchloraat is net als zilvernitraat goed oplosbaar).

23. 2 KClO3 + 3 S ! 2 KCl + 3 SO2

 www.havovwo.nl

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

© havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

naam van het proces : fotosynthese (ook wel : koolzuurassimilatie) namen van de twee niet genoemde stoffen : water en

Er zullen per seconde meer (effectieve) botsingen tussen zuurstof en steenkool plaatsvinden waardoor de verbranding sneller zal

[r]

Elektriciteit opwekken is duur en er worden meestal fossiele brandstoffen

Er moet een stroom van elektronen kunnen lopen van de plaat (de reductor) naar het lepeltje

Als de kleur van het mengsel verandert naar de zure kleur van de indicator en vervolgens weer terug naar de basische kleur, weet je zeker dat de kleur veroorzaakt werd door

In tekstfragment 2 staat dat er minder (natuurlijke) zeep nodig is om te wassen wanneer het water zacht is dan wanneer het water hard is.. Dit kan verklaard worden met behulp van een

3p 35 † Noem een aanpassing in de omstandigheden in de reactor die helpt om een explosieve reactie te voorkomen.. Leg aan de hand van het botsende-deeltjes-model uit waarom deze