www.examen-cd.nl www.havovwo.nl
wiskunde B vwo 2016-II
Parabolen met gemeenschappelijke raaklijn
1 maximumscore 4 • 2 (0) 2 0 p f = p + p= 1 • p p( +2)=0 geeft p=0 of p= −2 1• p=0 geeft f0( )x =x2 met top (0, 0) 1
• p= − geeft2 f−2( )x =
(
x+2)
2− met top ( 2, 4)4 − − 12 maximumscore 4
• Het punt (p+1 ; 2p+1) ligt op k want 2p+ =1 2(p+ −1) 1 1
• Het punt (p+1 ; 2p+1) ligt op de grafiek van f wantp
( 1) 2 1
p
f p+ = p+ 1
• fp′( )x =2(x−p) 1
• fp′(p+ = en dit is ook de richtingscoëfficiënt van k1) 2
(dus (p+1 ; 2p+1) is het raakpunt) 1
of
• Voor het gemeenschappelijke punt geldt 2
(x−p) +2p=2x−1 1
• Uitwerken geeft 2 2
(2 2) 2 1 0
x − p+ x+p + p+ = 1
• De discriminant van deze vergelijking is
(
)
2 2(2p 2) 4(p 2p 1) 0
− + − + + = (dus het gemeenschappelijke punt is
een raakpunt) 1
• 2 2 1
2
p
x= + = +p en y=2(p+ − =1) 1 2p+1
(dus (p+1 ; 2p+1) is het raakpunt) 1
of
• fp′( )x =2(x−p) 1
• fp′( )x = geeft 2 x= +p 1 1
• x= +p 1 invullen in de vergelijking van k geeft y=2p+1 1
• Ook (fp p+ =1) 2p+ (dus 1 (p+1 ; 2p+1) is het raakpunt) 1
Vraag Antwoord Scores
www.examen-cd.nl www.havovwo.nl
wiskunde B vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
3 maximumscore 5
• De x-coördinaten van Q en R zijn 1 en p p+1 1
• Het gemiddelde van de x-coördinaten van Q en R is p 1 1
2 p + + (= 12 p+ ) 1 1 • 1 1 2 1 2 0 2( 1) (2 1) 4 1 f p+ = p+ = p + + p 1 • 1 1 2 1 2 2 2 4 ( 1) ( 1) 2 1 2 p f p+ = − p+ + p= p − + +p p 1 • 1 1 0 2( 1) p(2 1)
f p+ = f p+ (dus de x-coördinaat van S is het gemiddelde p
van de x-coördinaten van Q en R ) p 1
of
• De x-coördinaten van Q en R zijn 1 en p p+1 1
• Het gemiddelde van de x-coördinaten van Q en R is p 1 1
2 p + + ( 1 2 p 1 = + ) 1
• Voor de x-coördinaat van S geldt p (x− p)2+2p=x2 1
• 2 2 2
2 2
x − px+p + p=x geeft 2px= p2 +2p 1
• Hieruit volgt 1
2 1
x= p+ (dus de x-coördinaat van S is het gemiddelde p
van de x-coördinaten van Q en R )p 1
www.examen-cd.nl www.havovwo.nl
wiskunde B vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
4 maximumscore 6
• De raakpunten liggen bij x=1 en x=5 1
• De x-coördinaat van S is (het gemiddelde van 1 en 5, dus) 34 1
• De oppervlakte van V is 3 5 5 0 4 1 3 1 ( ) d ( ) d (2 1) d f x x+ f x x− x− x
∫
∫
∫
1• Een primitieve van f is 0 3 1
3x en een primitieve van f is 4
3 2
1
3x −4x +24x 1
• Een primitieve van 2x−1 is x2−x 1
• De oppervlakte van V is ( 2 2
3 3
8 +16 −20= ) 513 1
of
• De raakpunten liggen bij x=1 en x=5 1
• De x-coördinaat van S is (het gemiddelde van 1 en 5, dus) 34 1
• De oppervlakte van V is
(
)
(
)
3 5 0 4 1 3 ( ) (2 1) d ( ) (2 1) d f x − x− x+ f x − x− x∫
∫
1 • 2 0( ) (2 1) 2 1 f x − x− =x − x+ en f4( ) (2x − x− =1) x2 −10x+25 1• Een primitieve van 2
2 1
x − x+ is 13x3−x2+ en een primitieve van x
2 10 25 x − x+ is 13x3−5x2+25x 1 • De oppervlakte van V is 2 2 1 3 3 3 (2 +2 =) 5 1 of
• De raakpunten liggen bij x=1 en x=5 1
• De x-coördinaat van S is (het gemiddelde van 1 en 5, dus) 34 1
• De oppervlakte van V is 3 5 0 4 1 3 ( ) d ( ) d f x x+ f x x
∫
∫
verminderd met deoppervlakte van de rechthoek en driehoek onder de raaklijn 1
• Een primitieve van f is 0 3 1
3x en een primitieve van f is 4
3 2
1
3x −4x +24x 1
• De oppervlakte van de rechthoek en de driehoek samen is