• No results found

Klare wijn Wijn bevat meerdere zuren. Samen zijn deze van invloed op de smaak en op de pH van de wijn. Eén van die zuren is wijnsteenzuur.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Klare wijn Wijn bevat meerdere zuren. Samen zijn deze van invloed op de smaak en op de pH van de wijn. Eén van die zuren is wijnsteenzuur."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen vwo scheikunde 2012 -

I

havovwo.nl

─ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ─

Klare wijn

Wijn bevat meerdere zuren. Samen zijn deze van invloed op de smaak en op de pH van de wijn. Eén van die zuren is wijnsteenzuur.

3p 7 Geef de structuurformule van wijnsteenzuur.

Wijnsteenzuur is een tweewaardig zuur. Dat betekent dat een molecuul wijnsteenzuur twee

H

+ionen kan afsplitsen. Het negatieve ion dat ontstaat wanneer een molecuul wijnsteenzuur één

H

+ heeft afgestaan, wordt

waterstoftartraat genoemd. Het negatieve ion dat ontstaat wanneer

wijnsteenzuur twee

H

+ionen afsplitst wordt tartraat genoemd. In het vervolg van deze opgave wordt wijnsteenzuur weergegeven met

H

2

T

, waterstoftartraat met

HT

– en tartraat met

T

2–.

Wijn is soms troebel. Dit wordt vaak veroorzaakt doordat er slecht oplosbaar kaliumwaterstoftartraat wordt gevormd. Het volgende heterogene evenwicht heeft zich dan ingesteld:

KHT(s)



K

+

(aq) + HT

(aq)

(evenwicht 1)

Om te verhinderen dat wijn in de fles troebel wordt, wordt wijn eerst in een vat gedurende enkele dagen afgekoeld tot ongeveer 0 C. Bij die temperatuur slaat een groot deel van het kaliumwaterstoftartraat neer en blijft in het vat achter. Daarna wordt de wijn in flessen overgebracht.

2p 8 Leg uit of de reactie naar links van evenwicht 1 exotherm is of endotherm.

Wijnsteenzuur ioniseert in twee stappen:

H

2

T + H

2

O

H

3

O

+

+ HT

– (evenwicht 2)

HT

+ H

2

O

H

3

O

+

+ T

2– (evenwicht 3)

Tijdens het neerslaan van

KHT

dalen de concentraties van de deeltjes

H

2

T

en

T

2–.

2p 9 Leg aan de hand van de evenwichten 2 en 3 uit dat de concentraties van

H

2

T

en van

T

2– dalen tijdens het neerslaan van

KHT

.

Voor evenwicht 2 geldt

K

z,2=9,1·10–4 en voor evenwicht 3 geldt

K

z,3=4,3·10–5 (298 K).

Met behulp van bovenvermelde zuurconstanten kan men berekenen dat bij pH=3,70 de concentratie van wijnsteenzuur,

[H

2

T]

, vrijwel gelijk is aan de concentratie van tartraat,

[T

2–

]

.

4p 10 Geef deze berekening.

(2)

-Eindexamen vwo scheikunde 2012 -

I

havovwo.nl

─ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ─

Men heeft onderzocht of en zo ja hoe de pH van de wijn verandert ten gevolge van het neerslaan van kaliumwaterstoftartraat. Daarbij spelen de begin-pH van de wijn en de ionisatie-evenwichten van wijnsteenzuur een belangrijke rol. In dit onderzoek heeft men een aantal experimenten uitgevoerd. In één van die experimenten was de begin-pH van de oplossing 3,70 en in een ander

experiment was de begin-pH van de oplossing hoger dan 3,70.

Experiment 1

Bij kamertemperatuur werd in 25 mL water 1,0 gram natriumtartraat (

Na

2

T

) opgelost. Met 1,0 M zoutzuur werd de pH op een waarde van 3,70 gebracht. De oplossing werd verwarmd tot ongeveer 40 °C. Daarna werd 1,0 gram kaliumchloride opgelost. Vervolgens liet men de oplossing gedurende 15 minuten afkoelen tot kamertemperatuur.

Tijdens het afkoelen werd om de 30 seconden de pH gemeten. Het bleek dat de pH vrijwel constant bleef (zie diagram 1).

Experiment 2

Dit experiment met de hogere begin-pH was verder gelijk aan het experiment bij pH=3,70. In dit experiment bleek de pH gedurende het afkoelen te stijgen (zie diagram 2). 0 5 10 15 4,2 4,0 3,8 3,6 3,4 3,2 pH tijd (min) 0 5 10 15 4,8 4,6 4,4 4,2 4,0 3,8 0 0 pH tijd (min) diagram 2 diagram 1

Bij deze proeven sloeg kaliumwaterstoftartraat neer. Hoe lager de temperatuur, hoe meer kaliumwaterstoftartraat neersloeg. Hierdoor dalen de concentraties van

H

2

T

en

T

2– in beide experimenten.

2p 11 Leg met behulp van evenwichten 2 en 3 uit of de daling van de

[H

2

T]

in

experiment 1 groter of kleiner is dan de daling van de

[T

2–

]

of dat de dalingen van deze concentraties aan elkaar gelijk zijn

.

 Neem aan dat de waarden van

K

z,2 en

K

z,3 en

K

w niet veranderen bij beide experimenten.

3p 12 Leg met behulp van evenwichten 2 en 3 uit of de daling van de

[H

2

T]

in

experiment 2 groter of kleiner is dan de daling van de

[T

2–

]

of dat de dalingen van deze concentraties aan elkaar gelijk zijn

.

 Neem aan dat de waarden van

K

z,2 en

K

z,3 en

K

w niet veranderen bij beide experimenten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vraag 7: De belangrijkste zuren in de wijn zijn: wijnsteenzuur, appelzuur, barnsteenzuur, melkzuur, citroenzuur. van de vluchtige zuren is vooral azijnzuur belangrijk. Welke

Den Keyser siende datse door geen middelen tot vrede en waren te brengen heeft doen de Stadt met eenen ring-muer besloten, om haer van alle provisie te berooven: Den honger die als

Beschrijf voor elk van de genoemde stoffen (oplossingen) welk risico het gebruik ervan met zich meebrengt.

Bij evenwicht 3 wordt de concentratie van een deeltje links kleiner én de concentratie van een deeltje rechts.. Evenwicht 2 zal meer (naar rechts) verschuiven dan

Plantaardige olie bestaat voornamelijk uit glyceryltri-esters van diverse vetzuren; in deze opgave wordt aangenomen dat er geen andere molecuulsoorten in aanwezig zijn.. Van

Bij een geopende fles wijn duurt het enkele uren voordat de zuurstof die in de wijn oplost en de zuurstof in de lucht boven de wijn met elkaar in evenwicht zijn.. Een fles wijn met

In een aangebroken fles wijn wordt dikwijls in de loop van enkele dagen een deel van de alcohol door reactie met zuurstof omgezet tot azijnzuur.. De aanwezigheid van azijnzuur in

„Ik wilde snel zoveel mogelijk warme spullen bij elkaar krijgen, want nu is het koud en hebben de mensen het nodig.. Ik vertelde het aan iedereen