• No results found

van het Jaar • 1959

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "van het Jaar • 1959 "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Zaterdag 9 jan. 1960- No. 568

Begin april lokt de Gooise hoofdstad

(Zie pag. 3)

Een gelni'"I'"ige beslissing aan het einde

H

et vertrouwen, dat wij enige weken ge- leden uitspraken in het gezonde oor- deel van de onderwijzers, verenigd in de Neder- landse Onderwijzers Vereniging, is niet be- schaamd.

In Amsterdam is de beslissing gevallen. In de vergadering van 28 op 29 december stemden, na een bewogen debat, slechts 92 afgevaardig- den voor en 232 tegen de door (de meerderheid van) het hoofdbestuur van de N.O.V. voorge- stelde aansluiting bij het socialistische N.V.V.

Het was de tweede maal, dat de georgani- seerde onderwijzers bij het openbaar onderwijs op meer dan duidelijke wijze deze aansluiting afwezen en deze tweede keer was de afwijzende meerderheid zelfs nog iets groter dan de eerste maal (in januari 1951).

Wij verheugen ons van harte over dit be- sluit. De talrijke instemmende reacties, die wij vorige maand van leden van de N.O. V. mochten ontvangen op onze waarschuwende artikelen, waarvan een overdruk onder de onderwijzers is verspreid, mogen ons doen aannemen, dat ook ons blad een steentje tot deze hernieuwde afwij- zing heeft bijgedragen.

* *

H

et is begrijpelijk, dat velen zich ondertus- sen afvragen hoe het mogelijk is, dat het hoofdbestuur hunner vereniging zich zo op deze zaak heeft verkeken.

Is het hoofdbestuur zo weinig representatief voor de vereniging en voelt het zo onvoldoende aan wat er onder de leden leeft?

Wij kunnen het nauwelijks aannemen; maar wat is dan de verklaring, dat het geriskeerd heeft zich, na de duidelijke beslissing van 1951, deze nederlaag op de hals te halen?

Die vraag zou voor ons nog steeds open staan, ware het niet, dat de voorzitter, de heer Loots- ma - krachtig voorstander en verdediger van de aansluiting bij het socialistische N.V.V. - aan het einde der vergadering een merkwaar- dige mededeling heeft gedaan, welke veel kan verhelderen.

Zij heeft betrekking op de bij het hoofdbe- stuur blijkbaar gerezen vraag wat er thans moet gebeuren.

~---~ Wegens ziekte van onze redactie-secretaris - die wij van harte gaarne spoedig herstel toe- wensen - wordt men verzocht, alle kopij en voor de redactie bestemde correspondentie tot nader order te zenden aan de administratie van ons blad:

POSTBUS 43 - AMERSFOORT.

Onze administratie zal dan voor de nood- zakelijke doorzendingen zorg dragen.

van het Jaar 1959

De verslaggever van het "Algemeen Han- delsblad" gaf die uitlating aldus weer:

"De voorzitter, de heer J. Lootsma, deelde mee, dat het hoofdbestuur de komende maanden besprekingen zal voeren met het N.V.V. Deze besprekingen worden o.m. ingegeven door de wil van het hoofdbestuur in het belang van de eenheid binnen de N.O. V. om te voorkomen, dat het N.V.V. overgaat tot stichting van een on-- derwijzersvereniging naast de N.O.V.".

De verslaggever van "De Volkskrant" meldde hetzelfde aldus: "Het hoofdbestuur zal zich nader beraden en zal, aldus deelde voorzitter J.

Lootsma mede, ook overleg met het N.V.V. ple- gen. Naar zijn mening was het mogelij:k, dat het N.V.V. niet langer zou wachten en zou over- gaan tot de stichtiug van een eigen organisatie van onderwijzers. De N.O.V. zou dit graag wil-·

l.en voorkomen".

Men ziet het: beide verslagen dekken elkaar op dit punt volkomen en daarmee is het raadsel opgelost. Het N.V.V. heeft het hoofdbestuur de laatste twee jaar zo onder druk gezet, dat de meerderheid meende, hier niet onder uit te kun- nen komen.

Het N.V.V. heeft blijkbaar ook "gedreigd"

met de oprichting van een eigen onderwijzers- vereniging, voor het geval het hoofdbestuur

.A/...G,€1VISNË

.VAK-

. BEWEC:,/N

van de N.O. V. niet zou voorstellen en de vereni- ging zelf niet zou besluiten, zich onder de rode vleugels te scharen.

Wij hoorden dit optreden van het N.V.V.

reeds als politieke chantage aanduiden, maar wij hebben er geen behoefte aan, een dergelijk groot woord te gebruiken. Het N.V.V. moet voor zichzelf maar verantwoorden of zijn op- treden naar de normen, welke in vakvereni- gingskringen in een democratische staat gelden,

geheel door de beugel kan.

* *

D

e toch eigenlijk wel onzinnige situatie is nu echter ontstaan, dat, nadat de ver- eniging met een overgrote meerderheid heeft besloten zich niet aan te sluiten bij het N.V.V., het hoofdbestuur prompt daarop verklaart, n'.~

met het N.V.V. te zullen gaan praten wat er thans moet gaan gebeuren!

Wij hebben alle gevoel voor het streven, de eenheid in de Nederlandse Onderwijzers Vereni- ging, welke vereniging destijds is ontstaan uit de fusie van de rode Bond van Nederlandse On·

derwijzers en het politiek neutrale Nederlands Onderwijzers Genootschap, te handhaven.

Die eenheid kan echter niet worden bewaard door een duidelijke uitspraak naast zich neel"

te leggen of te doorkruisen.

(Zie vervolg pag. 4)

Onderwijzers op de goede ·weg

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Flitsen van Het Binnenhof (1) bij de heel' Lucas (KVP) in de Tweede Ran1er bemerkt.

Ai(]emene firi~U1dële bcschoMwingen Ïfl'l Eers~e D{amer Vf:!ln mr. J.

de Wïlcle • Zowel bel~s;t~ru::Jverl~gingen als uitgaven hebben recht o~ serieuze behandeling • Bouw van particuliere huurwoningen activeren • Belastingvrije conjunctuurreserves • Studie op korte termiin besh.lliten • Anders mosterd na de maaltijd.

In het verleden heeft onze geestver- want bij herhaling betoogd, dat een gun- stig fiscaal klimaat zijn oorsprong moet vinden in de verantwoorde beperking van de overheidstaak.

Deze liberale opvatting staat lijnrecht tegenover de socialistische en ook tegen- over de opvatting van hen, die menen de Staat financieel voor alles te kunnen Ia- ten opdraaien en daarbij toch de roep om een gunstig fiscaal klimaat laten ho- ren.

De Eerste Kamer heeft zich vlak voor Kerstmis verenigd met de vel'lenging (voor een jaar) van de tijde- lijke belastingverhogingen, met de ver- laging van de vrijgezellenbelasting en met de maatregelen ter bevordering van fusies tussen N.V.'s. De betreffende wets- ontwerpen werden behandeld in het raam van de rijksbegroting voor 1960.

Onze geestverwant, mr. J. de Wilde, herinnerde er aan, dat tijdens de achter ons liggende periode van brede-basis- kabinetten, er bij de partijen waarop de kabinetten steunden, een fundamenteel verschil in inzicht bestond over de ge- wenste maatschappijvorm. Het doel en dus ook de wegen daartoe waren ver- schillend.

Thans is het politieke klimaat gewij- zigd. De uitspraak van de kiezers op 12 maart 1959 is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Men was de brede basis beu.

De partijen waarop het kabinet nu steunt, vertonen een grote homogeniteit ten aanzien van de wenselijke maat- schappijvorm, in het bijzonder in het fi- nancieel-economische en sociale vlak.

Men mag derhalve van dit kabinet ver- wachten dat een financieel beleid zal worden weggevoerd, dat zich richt op een maatschappijvorm, waarin de grote so- ciale functie van het particuliere bezit wordt erkend, evenals het grote belang van de maatschappij bij een gezond on- dernemingsgewijs opgebouwd produktie- pl·oces.

Het is alleen jammer, dat de homoge7

niteit in opvatting op dit terrein niet voldoende tot uitdrukking komt in de personele leiding van de Ministeries van Financiën, van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid.

Het is voldoende bekend, dat de VVD de verantwoordelijkheid voor deze porte- feuilles niet uit de weg zou zijn gegaan.

* * *

Geen zinnig mens, aldus mr. De "\Vil- de, kan van het kabinet verwach- ten dat dit het begeerde doel in een handomdraai zal bereiken. Het klimaat is in de loop der jaren tezeer verschraald.

De regering zal van de bestaande werke- lijkheid moeten uitgaan. Zij zal logischer- wijze prioriteiten aan de door haar te nemen n1aatregelen moeten toekennen.

Hierbij zal de eerste prioriteit aan een ander huur- en woningbouwbeleid moe- ten worden gegeven. Dit was immers het punt waarop de laatste brede-basis-kabi- netten bij herhaling hun politieke hals hebben gebroken. Hier is de koude socia- lisatie het verst voortgeschreden. Maat- regelen op dit punt zijn van belang voor alle sectoren van onze volkshuishouding.

Indien men de woningbouw en dus de overheidsuitgaven op den duur wil te- rugbrengen, zal men meer fantasie moe- ten opbrengen om de bouw van particu- liere huurwoningen te activeren.

Wij gaan thans sterk de kant uit van slechts twee categorieën woningen, ener- zijds woningwetwoningen, anderzijds wo- ningen die. door de eigenaars worden be- woond. De vraag naar deze laatste cate-

~orie wordt kunstmatig gevoed door de heersende woningnood en door het over- heidsgarantiesysteem.

Wanneer straks als gevolg van de on- gezonde financiering naast menselijk leed de schuld aan de overheid wordt gepre-

~enteerd, heeft dat weer invloed op de overheidsuitgaven, dus ook op het fiscale klimaat.

* * *

Naar het oordeel van de heer De Wilde zal een kabinet de timing van zijn maatregelen zelf moeten bepa- len. Het is de enige instantie die het ge- heel kan overzien. Dit geheel is een steeds veranderende werkelijkheid.

Indieri het kabinet zich de timing van zijn maatregelen laat afdwingen of voor- schrijven, is het uitgesloten dat het de juiste beslissingen op het juiste moment neemt.

De consequenties van het uit handen g-even van het initiatief kunnen zeer ern- stig zijn doordat thans simultaan een aantal maatregelen worden genomen, die qua zakelijke prioriteit verschillend lig- gen en die tezamen verstorend werken op de noodzakelijke evenwichtige groei van onze volkshuishouding.

Dit laatste zal in het bijzonder het ge- val zijn indien de conjuncturele omstan- digheden bepaalde maatregelen minder geschikt maken. Naar de mening van de heer De Wilde is dat bepaald het geval met de ook door hem begeerde meer ge- differentieerde loonvorming.

Het conjuncturele klimaat is thans minder geschikt voor het welslagen van dit experiment. Dat is enerzijds te be- treuren· voor de vrijere loonvorming die van groot belang moet worden geacht voor onze maatschappij, anderzijds voor de verwezenlijking van een verantwoorde conjunctuurpolitiek, die zich in dienst stelt van de evenwichtige groei van onze maatschappij en mede de afweer vormt tegen aanslagen op de intrinsieke waar- de van onze gulden.

* * *

Met het standpunt van de minister van Financiën dat zowel belas- tingverlagingen als de uitgaven recht hebben op een serieuze behandeling, was mr. De "\Vilde het volkomen eens. Hij constateerde dat de heer Van Campen (KVP) een onevenredig groot gewicht hecht aan het verschil tussen lenen en belastingheffen en ditzelfde had hij ook

Minister prof. dr. J ZIJLSTRA .. vrij slappe formt~lering .

Deze Burger

Die tweeslachtigheid in de rijen van de KVP had mr De Wilde fijntjes even ge- signaleerd. Hij liet er op volgen: dan is de socialistische opvatting, hoewel zeker niet de mijne, mij toch sympathieker.

* * •

Een constante verbetering van het fiscale klimaat achtte onze woord- voerder voor ons land nodig wanneer wij een open oog hebben voor de realiteit.

Wij staan geen belastingverlaging voor met het oog op kiezerswinst. Dit is verre van ons.

Maar wanneer men thans 1·eeds als ge- volg van het fiscale regiem ten aanzien van de belastingen verplaatsingen naar Zwitserland waarneemt en zich daarbij realiseert dat de druk, evenals het sy- steem van de directe belastingen in Ne- derland, beduidend ongunstiger is dan in de overige EEG-landen, dan móét men, wil men doodeenvoudig een verstandig beleid voeren, hier iets aan doen.

Een beter fiscaal klimaat staat en valt met een soberder uitgavenbeeld. Het be- perken dan wel afremmen van de uit- gaven is echter een moeilijke zaak. Het beperken zal voornamelijk door taak-af- kapping enjof efficiency kunnen worden verkregen. En scherp beleid is hierbij nodig, maar men kan dit pas wezenlijk zien bij de afzonderlijke begrotingshoofd- stukken.

Verheugd was de heer De Wilde er over, dat de minister er terecht niets voor voelt de collectieve spaarders te dwingen hun kapitaal beneden de na- tuurlijke rente ter beschikking te stel- len. Ook het systeem van de kuristmatig te laag gehouden kapitaalrente belem- mert de evenwichtige groei van de volks- huishoudir.g.

* • *

Het deed onze woordvoerder groot genoegen dat aan de vrijgezellen op het fiscale vlak eindelijk recht wordt gedaan. Het stukje op het gebied van fusies had zijn volle instemming als een eerste stapje. De handhaving van het

is altijd een beetje ontdaan wanneer hij zonder Staten-Generaal zit. Dat heb ik al wel meer geschreven: zonder Cornelissen en Den Hartog, zon- der Berkhouwer en Van Leeuwen op het Binnenhof (en de andere vijf- tien denkt u daar voor u zelf dan wel bij) is het net of ik in mijn blote ondergoed door een kiLle wereld dwaal. Rillerig, onbeschermd; een hond die het baasje kwijt is; een wiegekind zonder moeder en de baby-sitter die niet is komen opdagen. Verwaarloosd - dàt is het woo1·d.

Mee1· dan elf miljoen N ede1·landers delen mijn lot, wat is hun leven zonder de zeke1·heid dat Van der Goes van Naters, Sjef van Dongen, Van Dis, Roosjen, Tilanus en Paul de Groot met arendsblikken op wacht voor hun belangen staan?. Wat is Nederland überhaupt met Kortenhorst in Zwitserland en Louwes in Ulrum?

Ik gun aUe 225 jongens en meisjes hun adempauze en Van Riel z'n zweefvluchten op de ski's, maar toch zou ik wiHen dat het niet zo was.

Staatsrechtelijk zal het wel een monstrum zijn, anders zou ik wmen voorsteHen dat van de Tweede Kamer 75 bleven dóór-regeren ais de rest met vakantie is en van de Senaat zeven-en-dertig-en-een-half. Als Van de Wetering in de sneeuw dartelt, de freule op het Binnenhof en zó met aLlemaal. Visser uit het land, Cornelissen bij de hand. Dan zit de nijvere middenstand niet gehéél verweesd achter zijn toonbanken.

Als de wet daarin niet voorziet, wat belet u, mijne dames en heren, de wet naar de oprecht en gerechtvaardigde wens des volks om te buigèn?

Dat stuurloos zwerven van de burgerij maakt, dunkt mij, mijn voorstel aanvaardbaar.

Wie zwerft daar kleumerig en naakt door de kine januari-mist?

Het is niemand minde1· dan ,

~~~7vv ---- -

9 JANUA.Rï 19so.:.:..:. PAG. 2

Mr. J. de WILDE niet in handomdraai

complex van tijdelijke belastingmaatrege- len achtte hij uit conjuncturele overwe- gingen begrijpelijk.

Maar hij was verontrust door een be- toog van de staatssecretaris van Finan- ciën in de Tweede Ramer, waaruit bleek dat de overeengekomen tijdelijkheid in twijfel wordt gesteld om eventueel 8ndere, belastingen te kunnen verlagen.

De staatssecretaris had gezegd: "Er is een totale belastingdruk van 8 miljard à 9 miljard. Dat gaat zo maar door. Wij spreken hier nu over een complex van 325 miljoen; dat is iets meer dan een jaar geleden uitvoerig bezien met het voor en tegen. Dat is voor een jaar aanvaard;

èe bezwaren daartegen zijn toen gewo- gen".

"Wanneer men nu zegt," aldus staats- secretaris Van den Berge, "een jaar lang zijn die 325 miljoen in ons belastingstel- sel ingebouwd geweest en die gaan wij na dat jaar opnieuw bezien, dàn acht ik dat toch wel een schrille tegenstelling tegen alle overige belastingen, die ge- woon jaar in jaar uit doorlopen".

Daaruit concludeerde de heer De VliJ- de dat de staatssecretaris het onbillijk vond dat de tijdelijke maatregelen ook tijdelijk zouden worden toegepast, aan- gezien de andere belastingen niet tijde- lijk zijn.

Meent de staatssecretaris nu werkelijk, na alles wat rond de tijdelijkheid van de maatregelen van hun totstandkoming af is betoogd, dat het rechtsbewustzijn van het volk zijn redenering slikt? Ik geloof er helemaal niets van, aldus de heer De Wilde.

Omdat de conjuncturele situatie het gewenst kan maken de investe- ringsaftrek te schorsen, had onze woord- voerder gepleit voor belastingvrije con- junctuurreserves. Het gaat om de vraag of de investeringsaftrek, zijnde een struc- tureel middel om de investeringen te ac- tiveren, waarvan het vaststaat dat het in bepaalde conjunctuursituaties te weinig of te sterk werkt, voor die gevallen een complement behoeft.

In de hausse zal Echorsing van de in- vesteringsaftrek de prikkel tot overbe- steding vertraagd doen afnemen. In de baisse zal vrijgave van de belastingvrije conjunctuurreserve de investeringen een stimulans geven. Juist in een baisse, in een tijd van lage winsten of zelfs verlie- zen, zal het kunnen aanwenden van ge- blokkeerde gelden voor investeringen van bijzonder belang kunnen zijn.

Volgens de memorie van antwoord zou tijdens de baisse de fiscale tegemoetko- ming van belastingvrije conjunctuurre- serve een te geringe prikkel zijn.

Maar, antwoordde mr. De Wilde, bij het deblokkeren tijdens de baisse, vloeit de prikkel tot investeren vóór alles voort uit de beschikbaarstelling der gelden; de fiscale prikkel is er op het moment (in de hausse) van het belastingvrije reser- veren.

Onze woordvoerder achtte het niet op zijn weg te liggen technische controle- middelen aan de hand te doen of wer- kelijk geïnvesteerd wordt indien zijn voorstel niet serieuzer werd behandeld dan waarvan in de memorie van ant- woord blijk werd gegeven.

Hij vond echter de belastingvrije con- junctuurreserve in de huidige opgaande conjunctuursituatie een bijzonder be- langrijk punt om het gebrekkige middel van de investeringsaftrek definitief blij- vend te verbeteren. Wij moeten dit thans doen.

Hij drong er op aan op korte termijn een werkelijk serieus onderzoek in te stellen, want anders kunnen wij rustig zeggen, dat het dan mosterd na de maaltijd is.

Ook prof. dr. H. J. Witteveen heeft gepleit voor de belastingvrije conjunc- hmrreserve (zie Flitsen II).

V. v.D.

(3)

VRIJHEID EN DElVlOORATIE

Enkele beschouwingen naar aanleiding van een merkwaardige uitspraak

Is de

onderwij~er

geen gemeente-ambtenaar?

Voor enige jaren vierde in een middelgrote gemeente in het westen des lands een Het is niet doenlijk alle punten van verschil gemeentelijlt be<h-ijf zijn zoveel-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan wer<l aan de

gemeente-ambtenaren een gratificatie toegekend. Daarvan werden de onderwijzers uitgesloten.

·te noemen tussen de werknemer. in particzt·

liere dienst, de ambtenaar ter gemeente-secre·

tarie en de onderwijzer".

De openbare leerkrachten, menend in dienst te staan van de betreffende gemeente, wonnen informaties in. Hun werd meegedeeld, dat op grond van lvettelijke bepalin- gen de openbare leerkrachten niet in aanmerking Ironden komen voor de gratificatie.

De conclusie van de kantonrechter is dat men niet kan zeggen, dat de onder- wijzer in dienst staat van de gemeen- te. Of het zijn bedoeling was daarmee te zeggen, dat de onderwijzer in dienst staat van het Rijk werd niet duidelijk.

Wellte deze bepalingen precies waren is mij nooit duidelijk geworden, maar ik meen, dat de zaak neerkwam op het feit, <lat de onderwijzers van de openbare scholen in zekere zin niet in dienst staan van de gemeente. Hun salarissen bijv. worden vast- gest.eld door de Rijksoverheid.

De consequenties van deze rechterlij- ke uitspraak kunnen voor de onder- wijzers zeer groot zijn. Immers, zij zijn volgens dit vonnis persoonlijk aanspra- kelijk voor aangerichte schade door een baldadige leerling over wie zij het toe- zicht hebben. Hoe belangrijk dit ook mo- ge zijn, de zaak heeft nog een andere kant.

Er zijn nog wel meer dingen, die dui- deijk wijzen op een verschil tussen de status van een gemeente-ambtenaar en een onderwijzer van een gemeentelijke openbare school.

Zo moet bij benoeming de Rijskinspee- tie worden ingeschakeld, want het toe- zicht op het onderwijs is mede in handen van de Rijksinspecteur.

Bij algemene maatregel van bestuur wordt de wijze van uitbetalen der jaar- wedde en wedde geregeld en worden re- gelen gesteld betreffende verlof. Maar B. en W. stellen die jaarwedden vast met inachtneming van bedoelde algeme- ne maatregel van bestuur.

Ik moest aan een en ander denken bij lezing van de merkwaardige uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam in- zake d,e aansprakelijkheid bij schoolon- gevallen.

Wanneer een kind in zijn schooltijd

Gevaar lijl(e

vergel~jl(ingen

van Burger

Tijden het congres van de Partij van de Arbeid heeft mr. Burger, blij- kens een verslag in Het Vrije Volk, o.m. gezegd, dat "het aan de orde stellen van de kwestie Spanje in de NATO door minister-president De Quay voorbarig is genoemd".

"Dit kabinet", aldus mr. Burqer,

"is er blijkbaar op ingesteld, de ~ge- . beurterrissen eenvoudig over zich

heen te laten komen".

En verder: ."Zo was ook de houding van de conservatieve regeringen in het vooroorlogse Europa toen Tsje~

. choslowakije bij he~ verdrag van Mü~~hen aan Hitier werd uitgele- verd •

Ziezo, dat weten we dan alweer.

De vergelijking slaat evenwel als een

·tang op een varken.

Maar als de heer Burger willens en wetens een dergelijke kant uitwil, dan willen wij hem graag nog even herinneren aan de wankelmoedige houding van zijn geestverwanten in.

Duitsland, die de Hitierbenden wil~

loos en zonder enig verzet de rege~

rings- en vakbondsbureau's lieten be~

zetten.

De heer Burg~r zou er verstandig aan doen niet op een geforceerde wij~

ze tot vergelijkingen te komen. En als hij daar dan al behoefte aan heeft, doet hij verstandig zich te verdiepen in de historie van de opkomst van het nationaal socialisme in Duitsland, waarin de mannen van de S.P.D.

waarlijk geen heldhaftige rol hebben gespeeld.

schade aanricht, wie is- dan voor die schade aansprakelijk? De onderwijzer, die het toezicht op het kind heeft.

Ik laat nu hier buiten beschouwing, van welk ogenblik af dat toezicht wordt ve1'ondersteld, of dit nu van een kwartier voor tot een kwartier na schooltijd, of uitsluitend tijdens de vastgestelde les- uren geldt. Ik wil eveneens de vraag la- ten rusten of de leerkrachten zich tegen die aansprakelijkheid moeten dan wel kunnen verzekeren.

De zaak, waar het thans om draait is deze: Een verzekeringsmaatschappij.

sprak de gemeente Amsterdam aan tot vergoeding van de schade door een leer- ling van een gemeenteschool aangericht.

Deze vordering werd door de kanton- rechter ontzegd, omdat hij van oordeel was, dat een onderwijzer in de zin van het Burgerlijk Wetboek niet in dienst is van de gemeente.

"Wij hehben ons afgevraagd, welke de po- sitie is van een onderwijzer, die werkzaam is aan de openbare lagere school. Vooi·op staat, dat, krachtens de grondwet, het onderwijs rijkstaak is (voorwerp van aanhoudende zorg der Regering). Het openbaar onderwijs.wordt bij rijkswet geregeld. In die rijkswet (de lager onderwijswet 1920) worden schier nitplllten- de regelen gesteld ten aanzien van het lager onderwijs en het daarbij werkzame personeel.

Wanneer de onderwijzer volgens de wet niet in dienst staat van de gemeente, die hem benoemde, in wiens dienst staat hij dan wel? Is hij gemeente-amb- tenaar of rijks-ambtenaar? Het is toch te gek om van te spreken, als we zouden veronderstellen, dat een onderwijzer aan een gemeentelijke school, wiens salaris wordt vastgesteld door de Rijksoverheid, gemeente- noch Rijksambtenaar is.

Ik geef gaarne toe, dat de zaak inge- wikkeld is, maar er dient dunkt mij, op dit punt toch zekerheid te bestaan.

Misschien zal iemand opmerken, dat het voor de praktijk er niet zo heel veel toe doet of de onderwijzer een wat · eigenaardige positie inneemt. Maar dan vergist men zich.

Indien de openbare onderwijzer beslist geen gemeente-ambtenaar is; wat staat er dan nog in de weg ook hem, gelijk de leerkrachten van de b:jzondere scho- len, toe te laten tot de uitoefening van

het raadslidmaatschap van de gemeente, waarin hij werkzaam is?

J. v. Mourik

•••~eeeeeeoeeeeeoeeooeeoeooooeeooeo ... eeeeeoeeeeoeeoeeoeeeeoeeoeoeoeoeeoeoeoeeee

~ :

8

! VOORBEREIDINGEN ALGEMENE VERGADERING Ï

I

OP 8 EN 9 APRIL A.S.

i

I I

I

Men zoeke snel contact met de afdeling Hilversum

I

- I

i

:

I

I

Op 8 en 9 april a.s. heeft het Hoofdbestuur de Algemene Vergadering van de Partij vastgesteld. De Gooise afdelingen waarderen het ten zeerste, dat als plaats voor het vergaderen Hilversum is gekozen.

Uiteraard zullen deze afdelingen ondanks de grote huisvestingsmoei- lijkheden in Het Gooi trachten de organisatie zo vlot mogelijk te doen verlopen. Hiervoor is de medewerking van a 11 e afdelingen nodig en wel op een zeer eenvoudige manier. Deze is:

zo spoedig mogelijk opgeven hoeveel personen er vermoedelijk huis- vesting moeten hebben voor de nacht van 8 op 9 april

en

of deze afgevaardigden per auto komen.

(Hilversum kent n.l. schier onoplosbare parkeerproblemen.)

Indien de afdelingen deze medewerking willen geven aan Het Gooi dan zal dit zeer op prijs worden gesteld .

Deze, uiteraard voorlopige OlJgaven dienen te geschieden aan het secretariaat van de afdeling Hilversum, Loosdrechtseweg 164. Vooral schriftelijk en niet telefonisch en binnen veertien dagen na plaatsing van dit bericht.

I

i e

: I

81880181110088188800HI818IIIJIIIIIIIIII801011DIIII08eHeeeeMI088101ctGIII81111111101eee

i

9 JANUARI 1960- PAG. 3

ALGEMEEN SECRETARIAAT

V.V.D.

Koninginnegracht 61

•s-Gràvenhage

Tel. 0 70 - 111768 • 114375 Giro 67880

GEEN PLAATS OP SCHOOL

Uit een nota, die de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap- pen bij de Tweede Kamer heeft in~

gediend blijkt, dat ongeveer 2000 leerlingen op 1 september 1959 door ruimtegebrek niet konden worden toegelaten tot een school voor voort- gezet onderwijs.

Bij het nijverheidsonderwijs blijkt het ruimtegebrek het grootste te zijn.

2700 tot 3000 jongens konden geell toelating krijgen tot een lagere tech~

nische school en 800 tot 900 meisjes vonden geen plaats op een lagere huishoud- en landbouwschool.

Aanzienlijk is ook het tekort aan lokalen bij het ulo-onderwijs.

In eerste instantie konden daar on~

geveer 2800 leerlingen niet worden.

geplaatst op de school van hun keu•

ze. Naderhand is hiervan nog de helft op andere scholen toegelate:ll kunnen worden.

Het staat er allemaal zo heel ge•

woontjes in die nota van minister Cals.

Maar waar zijn die kinderen ge- bleven, die niet elders op een andere school dan· die zij aanvankelijk wil~

den bezoeken, konden worden ge- plaatst?

Hier blijkt toch wel duidelijk uit, dat er onder de vorige kabinetten met betrekking tot het onderwijs iets mis is geweest. Want de toename van leerlingen kan men reeds jaren vooruit voorzien.

Nu zitten wij met hoogst rampza~

lige gevolgen.

Wie weet hoe aldus de levensbe- stemming van vele kinderen in een geheel andere richting is geleid dan zij zelf en hun ouders hebben ge- wenst.

Werft leden

voor de

V

V.D~

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Flitsen van Het Binnenhof (II)

Prof. dr. H. J. Witteveen op de bres voor de waarde van de gulden - Anti-cycnsch effect in de riiksbegrcting onîl'breekt • In een recessie geen prijsdaling meer • ledere prnisstijgairig in de hausse dus onherstelbare aantasting van de gulden • Investerings- aftrek werkt in huidige conjuncturele fase averechts • Be!asting- vrife coniunctuurreserve beter middel • Prob!eem verschoven nacar verre toekomst.

De algemene verwachting is dat in 1960 de particuliere bestedingen Jterk zuUen stijgen met alle daaraan ver- bonden gevaren voor de waarde van de gulden. Volgens de anti-cyclische budget- politiek behoort de rijksbegroting clan een tegenwicht te vormen. Tegenover de schommelingen van de particuliere uitga- ven in de loop der jaren, moet voor een evenwichtige economische ontwikkeling een compenserende beweging van de achtereenvolgende begrotingen staan.

Bij de algemene financiële beschouwin- gen in de Eerste Kamer over de rijksbe- groting, heeft onze geestverwant, prof.

dr. H. J. Witteveen, er kritiek op uitge- oefend dat het noodzakelijke anti-cycli- sche effect in de begroting voor 1960 ont- breekt.

Hij had becijferd dat integendeel van de begroting een impuls op de ontwikke- ling van de nationale bestedingen uitgaat van ongeveer 350 miljoen gulden.

* * •

Minister Zijlstra acht in de begroting echter wèl een anti-cyclisch effect aanwezig omdat relatief de overheidsuit- gaven minder stijgen dan het nationale inkomen. Hij zegt: tegenover de impuls van de autonome overheidsuitgaven moe- -ten wij stellen de ontwikkeling van het

nationale inkomen.

Die redenering zou prof. Witteveen kunnen aanvaarden, maar onder één be- langrijke voorwaarde: dat men dan de vergelijking maakt met een normale groei van het nationale inkomen en niet met een stijging van het nationale inkomen waarin alle conjunctuurverstoringen en inflatoire effecten (prijsstijging) zijn ver- werkt.

De impuls van 350- miljoen moet dan worden vergeleken met het totaal van de uitgaven in 1959 omstreeks 8 miljard. De- ze impuls vormt dan een procentuele stij- ging van 4,3 procent en moet worden ver- geleken met de normale groei van het nationale inkomen, die op 4 à 5 procent kan worden gesteld.

Deze beschouwing toont duidelijk aan llat er, ook relatief gezien, in feite geen anti-cyclisch effect in de begcroting voor 1960 besloten ligt.

* * *

In de miljoenen-nota stelt minister Zijlstra een stijging van 3%, procent -van de overheidsuitgaven tegenover een stijging van het nationale inkomen met 8 procent, waarin dus het inflatoire element van de verwachte ontwikkeling in 1960 ligt opgesloten.

Het dient gezegd dat minister Zijlstra

!n de Tweede Kamer heeft verklaard llat hij zelf ook gaarne een wat krachti- ger afremmend effect in de begroting voor 1960 zou hebben gezien. Die formule- ring is wat slap. Zij is om te beginnen een zeer verzwakte weergave van de wer- kelijke situatie, want er is helemaal geen afremmend effect.

Prof. dr. H. J. WITTEVEEN ... infLatoir effect wordt groter .

Wanneer wij bovendien overwegen wat het konlende jaar ons brengen zal, dan zien wij daar onmiddellijk een aantal ele- menten waardoor het inflatoire effect van de overheidsfinanciën en van de beslis- singen van de overheid, nog zeer aanmer- kelijk groter zal worden dan de begroting aangeeft.

Om te beginnen is daar de salarisverho- ging voor de ambtenaren. Het voorschot van 3 procent betekent al dadelijk extra uitgaven tot een bedrag van 75 miljoen en daar zal nog wel iets meer bijkomen.

De deblokkering van de huurbelasting zal een inflatoire werking hebben van 60 miljoen. Enkele tientallen miljoenen zul- len gemoeid zijn met tegemoetkomingen in de schade door de droogte in de land- bouw in de afgelopen zomer.

Nemen wij alleen de salarisverhoging en de deblokkering, dan komen wij al tot een procentuele stijging van overheidsuit- gaven met 5,8 procent.

Het beginnen met de uitkeringen aan weduwen en wezen betekent een inflatoi- re ontwikkeling, die is geschat op 173 mil- joen. Aldus loopt de stijging van de over- heielsuitgaven op tot 7 procent.

* *

Als wij al deze elementen meereke- nen, aldus prof. Witteveen, dan is er dus niet alleen geen remmend effect, maar dan dreigt er duidelijk een inflatoi- re impuls te worden gegeven. We hebben dan nog niet eens gesproken over een aantal andere mogelijkheden tot verho- ging van de uitgaven. Men denke aan de Lauwerszee, aan eventuele tunnels, de de- fensie-uitgaven enz.

Dit inflatoire element is gevaarlijk voor het jaar 1960 omdat het hoe langer hoe

duidelijker wordt, dat in dat jaar krach- tige inflatoire tendenties in de particulie- re sector van het economische leven te verwachten zijn.

Dit blijkt ook uit het feit dat de schat- tingen over de ontwikkeling in 1960 hoe langer hoe meer die kant uitgaan. In de miljoenennota werd nog de verwachting uitgesproken dat de consumptie met 3 procent zou stijgen en de investeringen met 10 procent, waarbij dan de vrijere loonvorming buiten beschouwing was ge- laten.

In de discussie over Economische Zaken in de Tweede Kamer in november, heeft minister De Pous de laatste schattingen gegeven van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de consumptie met 5%

procent zou stijgen, de investeringen me~

14 procent .en het totaal van de nationale bestedingen met R% procent, hetgeen aanmerkelijk ligt boven de stijging van de produktie die wordt verwacht.

* * *

Wanneer wij de ontwikkeling in de particuliere Feetor van het econo- mische leven zien, zoals die te verwach- ten is, is het zwak uitgedrukt wanneer wordt gezegd dat een krachtiger afrem- men gewenst zou zijn geweest.

Men moet in aanmerking nemen dat te- genwoordig in een recessie, door tegen- maatregelen Óm de ontwikkeling weer omhoog te stuwen, het prijsniveau niet meer omlaag gaat, zodat elke stijging.van het prijspeil, die zich in de expansie voor- doet, een onherstelbare aantasting wordt van de waarde van de gulden.

Dit is iets, waartegen wij bijzonder gro- te bezwaren hebben, aldus onze woord- voerder. De vergeten groepen, de eerlijk- heid in het maatschappelijk verkeer, het niet in het nauw brengen juist van dege- nen die zich het minst kunnen weren, zijn enkele van de grote belangen, die aan de waardevastheid van de gulden zijn ver- bonden.

Daarom moeten wij de eis van de con- junctuurpolitiek ernstig nemen.

* * *

In de huidige conjuncturele situatie werkt de investeringsaftrek zeer duidelijk averechts, betoogde prof. Witte- veen vervolgens. De bestedingen worden er door gestimuleerd in plaats van afge- remd. Een schorsing van de investerings- aftrek werkt met een zekere vertraging omdat de faciliteiten worden verleend op het moment van bestelling, zodat de wer- kelijke investeringsnitgaven pas later val- len.

Men moet dan liever zoeken naar een middel waardoor men het investerings- niveau structureel kan steunen zonder·

een conjunctureel averechts effect. Dan komt de belastingvrije conjunctuurreser- ve voor het bedrijfsleven op het tapijt.

Er is het bezwaar tegen geopperd dat zij zo sterk tegen het normale gedrags- patroon van het bedrijfsleven zou ingaan.

Dat is juist het doel. Het gehele doel van de conjunctuurpolitiek is het normale gedragspatroon te matigen en daartegen wat tegenwicht te bieden.

Het feit dat het tegen het normale ge- dragspatroon ingaat, behoeft niet mee te brengen dat het niet zou werken. Er zijn tal van bedrijven geweest die zeer reëel deze soort conjunctuurreserves reeds hebben toegepast en die hun investerin- gen in de depressiejaren hebben gedaan.

Zij hebben daarvan geen slechte resulta- ten gehad.

Het effect van de belastingvrije con- junctuurreserve op het moment, dat de expansie nwet worden afgeremd, bestaat hiel'in, dat dan het bedrijfsleven, om van

9 JANUARI 1000- PAG. 4

deze faciliteiten te kunnen profiteren, liquiditeiten moet afstaan, die via de Ne- derlandse Bank aan de circulatie worden ontrokken.

Juist aan het einde van de expansie, wanneer de liquiditeit voor het bedrijfsle- ven m8estal een moeilijke factor wordt, kan dat afstaan van liquiditeit een zeer efefectieve rem zijn, waardoór ook aan de andere kant het effect van de monetaire politiek wordt versterkt.

Men kan natuurlijk de vraag opwerpen of het bedrijfsleven bereid zal zijn die re- serves te vorm.en, maar wanneer het be- drijfsleven die reserves niet vormt, profi- teert het ook niet van de belastingfacili·

teit. Dat is daarom geen argument om niet in elk geval deze mogelijkheid te openen.

* * *

Men heeft aan de andere kant ge;:;cgd dat het vrijgeven van de reserves in de jaren van teruggang geen effect zou kunnen hebben omdat het bedrijfsleven toch niet zou investeren.

De ervaringen in Zweden, het enige land waar het stelsel van de belasting- vl"ije conjunctuurreserves reeds werkt, le- ren anders. In de recessie zijn daar de in- vesteringen van het bedrijfsleven in 1958 zeer sterk gestegen, aanmerkelijk ste1·ker dan in de voorgaande jaren waarin de economische ontwikkeling gunstig was._

In 1957 was de stijging van de investerin~

gen 3,8 procent en in 1958, het jaar van de teruggang, 8,3 procent.

Prof. vVitteveen sprak ten slotte ook nog over de mogelijkheid van een con- junctuurreserve voor de gemeenten en voor het Rijk.

* * *

Minister Zijlstra betoogde dat de :'l'ij scherpe impuls van de begrotmg voor 1960 ten dele correspondeert met het achterwege gebleven zijn van uitgaven in 1959 waarvan de overheid gebruik heeft gem'aakt voor een belangrijke liquiditeits- entrekking (staatsleningen), zodat het conjunctuurbeleid van de overheid voor 1960 niet alleen kan worden gemeten naar de impulsen in 1960, maar ook moet wor- den beoordeeld aan de hand van de restric- tieve maatregelen die door liquiditeiten- binding op de kapitaalrnarkt zijn tot stand gebracht in 1959.

Vvanneer men die begroting van Neder- lanel vergelijkt met onze partners in de EEG zei de minister dan is de Neder- land~e begroting - ~o hoor ik weleens van nlijn collega's - een wonder van so- liditeit en een wonder van conjunctuur- politiek volgens het boekje.

Over , de belastingvrije conjunctuurre- serve zei minister· Zijlstra dat een cumu- latie met de inv2steringsaftrek en de ver- Vl'Oegde afschrijving niet juist zou zijn.

Men kan in feite ook niet verwachten dat wanneer de investeringsaftrek wordt ge- schorst, dit gepaar'd zou kunnen gaan met het dan beginnen van die onbelaste con- junctuurreserve. Dat is onmogelijk.

Staat,;:secretaris Van den Berge was van mening dat over het probleem van de- be- lastingvrije conjunctuurresere het _best kan worden gesproken bij de algemene technische herziening van de belasting- wetgeving, waarvoor de wetsontwerpen in het voorjaar zullen worden ingediend.

IVanneer die wetsontwerpen dan in be- handeling komen, is de hausse al zover voortgeschreden , dat de belastingvrije conjunctuurreserve voorlopig een louter theoretische kwestie zal zijn geworden.

V. V.D.

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll I U IIIIIIIIIIIIIIIJ

(Vervolg van pag. 1)

En waarom die vreesachtige houding? De on- derwijzers zelf hebben in overgrote meerderheid de aansluiting afgewezen. Men moet aannemen, dat onder de minderheid, die wel voor aanslui- ting was, een behoorlijk gedeelte zich normaal bij de beslissing neerlegt en de vereniging dus ook trouw zal blijven wanneer het N.V.V. met een "concurrerende" vakbond zou komen.

Succes kan het N.V.V. dus niet behalen.

Waarom wil het hoofdbestuur van de N.O.V.

zijn vereniging dan toch nog een knieval opdrin- gen, nadat haar leden zich eerst terecht zo zelf- bewust hebben getoond?

De eenheid moet inderdaad zo enigszins mo- gelijk bewaard blijven. Dat kan, wanneer ieder zich houdt aan de gevallen beslissing, welleer duidelijkheid toch waarlijk door niemand in twijfel kan worden getrokken.

E

r schijnt op de vergadering door sommi- gen te zijn gevraagd: Waar bemoeit de V.V.D., als politieke partij - of althans haar officiële weekblad - zich eigenlijk mee?

Wij vinden dat een enigszins naïeve vraag.

Wil men beweren dat de aansluiting van een be- langrijke organisatie als die van de openbare onderwijzers bij het socialistische N.V.V., geen politieke betekenis zou hebben en geen politie- ke consequenties zou hebben meegebracht?

Wij hebben inderdaad geen enkele behoefte ons te mengen in de interne zaken van welke bestaande vakbond dan ook. Maar dit betrof geen zuiver interne zaak, althans geen zaak, die de in het openbare leven belangstellenden on- verschillig kon laten.

Zij kon en kan ook hen, die het onderwijs -- ook en in het bijzonder het openbare onderwijs - een goed hart toedragen, niet onverschillig laten.

Op het onderwijzerscongres werd door een der tegenstanders van het voorstel gezegd:

"Aansluiting zou geen rel tegen de openbare school behoeven te ontketenen, maar de strijd om de openbare school zou er wel moeilijker door worden. De Nederland se Onderwijzers Vereniging zou door aansluiting een socialis- tisch stempel krijgen".

Dat is precies wat wij in onze voorgaande ar- tikelen hebben betoogd. En ook daarom ver- heugt ons de beslissing, welke in Amsterdam is

gevallen. A.W. A.

In onze inLeiding tot de radioTede van de heer Oud, waarin deze o.a. zijn bezwaren handhaafde tegen de aanpassing der ambteLijke pensioenen aan de algc- mene oudeTdomsverzekering, stond door een abuis vermeid: "ambtenarensaia1·issen". Zowel uit de on- de?·kop ais uit de rede van prof. Oud in ons vorige numme1· zai men hebben begrepen, dat dit moest zijn:

ambtena1·enpensioenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een God die alles schiep Maar het waren niet de spijkers Die Jezus hielden aan het kruis Het was Zijn liefde. Die Hij voelt voor jou

We moeten met elkaar in gesprek gaan over de vraag op welke plekken echt iedereen zich 100 procent welkom voelt.’ Een nieuwe tool van OBB moet duidelijker maken wat we

Ook gaat een woord van dank uit naar de medewerkers van de partijen die de affiches voor de ver- kiezingen van 2009 digitaal beschikbaar hebben gesteld: Alexander Brom

Verklaringen voor veranderingen in inkomensongelijkheid in de hele maatschappij achten wij niet relevant voor topinkomens, omdat ze niet binnen de top differentiëren,

Vier procent van de Amerikaanse rooms-katholieke geestelijken heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van minderjarigen. Dat concluderen het bisdom Yakima (Washington)

Het valt ook op dat 39 procent van de mensen die een euthanasie aanvragen, verkiezen thuis te sterven, terwijl normaal slechts een vierde van de mensen

BRUSSEL - Het aantal geregistreerde euthanasiegevallen is in een jaar tijd met vijftien procent gestegen.. Dat staat in Gazet van Antwerpen en Het Belang van