• No results found

Een terugblik op één jaar regeren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een terugblik op één jaar regeren "

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'< DITNUMMER

26 Column: Geefvertrouwen door mr. H. Th. ten Hagen-Pot

28 Werk of inkomen; een terugblik op eenjaar regeren door drs. R.F.M. Lubbers

Het kabinet-Lubbers is thans ruim één jaar oud. Gedurende die tijd is een beleid gevoerd dat zowel pmitieve als negatieve reacties teweeg bracht. De minister-president zet zijn ervaringen uiteen over het werkgelegenheidsbeleid. één van de centrale belcidspuntcn van het kabinet. Hij geeft weer waarom en waarin hij is teleurgesteld: tevens toont hij aan dat er uitzicht i-; v·oor de thans ruim HOO.OOO werklozen.

39 Het gezicht van het CDA door mr. Y. M. C. T. van Rooy

48 CDA, waar is uw geloof?

door mr. 0. W.A. Baron van Verschuer 52 De balans: afschrijven en investeren

door drs . .!. W.A. van Dijk

'Appèl en Weerklank' en 'Van verzorgingsstaat naar verzorgingsmaatschappij' zo luiden de titels van de rapp(1ften van twee werkgroepen die door het partijhestuur van het CDA zijn ingesteld.

De partijpolitieke discussie hierover zal afgerond worden op de partijraad in mei ILJHc\. In het eerstgenoemde rapport staat centraal welke organisatorische maatregelen genomen dienen te worden teneinde de politieke overtuiging meer geestelijk eigendom te doen zijn van de leden. Je herkenbaarheid van het CDA te vcrgroten en de relatie met politiek relevante groepcringen te versterken. Het tweede rapport richt zich vooral op de plaatsbepaling van het CDA ten opzichte van de politieke en maatschappelijke sleutelkwesties die zich de komende jaren opdringen.

Bovengenoemde drie auteurs zijn gevraagd weer te geven hoc zij de beschrijving van het CDA in beide rapporten ervaren. en welke koers onze partij dient te varen om een Christen Democratisch Appèl te blijven.

60 Wat vind ik waardevol?

door A. Verkuyl

Naar aanleiding van de discussic over de rol van de overheid (in het mei nummer) is onder andere de vraag gerezen op welke wijze het overheidsoptreden van de laatste jaren mensen heeft beïnvloed. gevormd. afhankelijk gemaakt. Welk mensbeeld ligt impliciet of expliciet ten grondslag aan de verzorgingsstaat'' De auteur van dit artikel is een van degenen aan wie gevraagd is welke visie hij op de mens heeft. mede vanuit zijn beroepsmatige achtergrond.

69 Boekbespreking 'Strijd om vrede' van dr. J.A. Hebly door Chrisfine Doorman

HRtSTE'i DEMOCRATISCHE VERKENNINGeN lè H.1

(2)

COLliMN

mr. H. Th. ten Hagen- Pot

Geef vertrouwen

Velen zullen van de groep Mariënhurg gehoord hehhen. Het is een groep katllO- liekcn, die zich ernstig zorgen maakt over de gang van zaken in de Nederlandse katholieke kerkgemeenschap. Hun be- zorgdheid betreft niet alleen het gevoer- de kerkelijke beleid en de polarisatie bin- nen de geloofsgemeenschap, maar vooral het afhaken van de kerk door zmclcn.

die zich toch eigenlijk zo nauw vcrbon- den voelden met de kerk en vaak nog voelen. De groep doet een oproep aan allen, die zich mede verantwoordelijk voelen voor de katholieke kerk in Neder- land, mee naar wegen te zoeken de im- passe te doorbreken en het wantrouwen weg te nemen. Ik voel mij persoonlijk nauw vcrwant met die Mariënburggrocp.

omdat ik mij inderdaad mede verant- woordelijk voel voor de katholieke kerk in Nederland. op de manier, zoals de groep verwoordt. maar zelf het wantrou- wen van de kerkleiding in haar gelovigen ervaar als de grootste belemmering. om deze verantwoordelijkheid waar te ma- ken. Het lijkt alsof het instituut en de regels belangrijker zijn dan de mens.

waarvoor de boodschap van Jezus be- doeld is.

De spanningen in de katholieke kerk nu ontstaan omdat veel gelovigen zich niet meer herkennen in het beleid van de officiële kerk. waar alleen Paus. bis- schoppen en priesters zich als enigen ver- antwoordelijk voelen voor het beleid in

CIIRISTE~ DE\10CRATISCIIE \TRKE'\iNI~Cif-."\ 1: '·'

de kerk en voor de inhoud van de bood- schap en die hun gelovigen zo weinig vertroU\\·en. dat hun inbreng als niet rele- vant wordt beschouwd. zoals bijv. hij bis- schopsbenoemingen. uitspraken over ge- scheiden mensen.

Kerk-zijn is ontstaan uit het geloof. dat Jezus na zijn dood weer leefde en door- dat een aantal mensen. die daarvan wil- den getuigen. samen een groep (kerk) vormden. Zij gingen erop uit om aan iedereen te vertellen hoe zij de bood- schap van Jezus ervaren hadden: dat God houdt van iedere mens. wie hij ook is en door welk verleden ook getekend; dat voor God niemand is afgeschreven. De basis van hun gemeenschap was het on- derling \ertrouwcn. dat zij allen vanuit hetzelfde bezig waren.

Ook in deze tijd zouden wij samen kerk moeten zijn in een groot onderling vcr- trouwen. met respect voor ieders verant- woordclijkheid. Een kerk. waarbij men- sen zich nauw betrokken voelen en waar- voor zij zich in willen zetten. omdat de boodschap van Jezus tot hen gericht wordt met woorden. die ze verstaan. door mensen. waarin ze zich herkennen en voor problemen. die op dit moment in de samenleving spelen.

Eenzelfde soort spanning onderken ik op het ogenblik in het CDA. Veel kiezers herkennen zich niet meer in het beleid van het CDA en haken af. Het verwon-

(3)

COLUMN

dert mij niet als de rapporten van de werkgroepen, die ingesteld zijn om er- achter te komen waarom het CDA in de problemen zit en wat eraan te doen zou zijn. de sfeer in het CDA zouden weer- geven.

In het rapport over de verzorgingsmaat- schappij staan de egoïstische, ik-gerichte mens en de bedreigingen in de samenle- ving centraal en in het organisatierapport

~ wordt uitvoerig geschetst, dat de belang- rijkste belemmeringen voor de eenheid van het CDA liggen in onbekendheid met de beginselpolitiek, in onvoldoende en onjuist gebruik van de uitgangspunten en in een aantal onderstromen, die de politieke overtuiging niet juist invullen.

Ik ga hier niet verder in op de inhoud van de rapporten. Ik ben verontrust over het doemdenken, dat eruit spreekt, over de negatieve benadering, het wantrouwen in mensen en het denken in organisa- tiestructuren en regels. Op deze manier heeft het CDA geen enkele werfkracht en zal het zeker nog veel meer leden verliezen.

Wij hebben als CDA toch heel wat posi-

~ tiefs te bieden!

I Waarom gaan wij in het CDA niet meer uit van onze gezamenlijke overtuiging vanuit de bevrijdende kracht en inspira- tie van de boodschap van Jezus? Van de tekenen van hoop, die wij herkennen in mensen en in de samenleving en van het perspectief en de opdracht die er juist in

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGE'i 12 K.1

627

mr. H. Th. ten Hagen-Pot

het evangelie liggen voor ons nu en voor de komende generatie? Van vertrouwen in elkaar?

Dan zou het CDA met recht een appèl inhouden voor mensen, die elkaar her- kennen in de manier, waarop zij allen proberen de boodschap van het evangelie ook in ons politiek handelen te laten doorklinken.

(4)

CHRISTEN-DEMOCRATIE 62R door drs. R.F.M. Lubbers

Drs. R. F. M. Lubbers is sinds 4 november 1982 minis- ter-president en minister van Algemene Zaken.

Werk of inkomen

Een terugblik op één jaar regeren

Een terugblik op één jaar regeren: dat is mij door de redactie van Christen

Democratische Verkenningen gevraagd. Ik wil dat graag doen. Daarbij kies ik voor het uiteenzetten van mijn ervaringen op één centraal beleidspunt van dit kabinet:

welk perspectief kunnen wij de ruim 800.000 werklozen van nu bieden. Daarmee laat ik bewust onbesproken talrijke andere punten van kabinetsbeleid. Ik stel het op prijs mij in dit opzicht te beperken, zodat ik de gelegenheid heb uitvoerig melding te maken van mijn hoop, maar ook van mijn teleurstellingen van één jaar

werkgelegenheidsbeleid.

Driesporenbeleid

In de regeringsverklaring van november 1982 werd integraal opgenomen het ak- koord dat toentertijd overeen gekomen werd in de Stichting van de Arbeid. Be- langrijke kenmerken van dat Stichtings- akkoord waren dat de prijscompensatie opnieuw onderwerp van behandeling zou kunnen zijn met het doel deze aan te wenden voor verbetering van de positie van het bedrijfsleven en voor de verde- ling van het werk. Deze wat summiere weergave doet geen recht aan een invals- hoek van dat contract die voor de sociale partners misschien de allerbelangrijkste was, nl. dat de overheid haar dwingende

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VlcRKE'.:'IINGicN 12 k3

hand niet naar cao ·s zou moeten uitstrek- ken. Dat er één jaar later zo'n ingrijpend conflict uitbrak met de ambtenaren- organisaties, heeft zeker ook te maken gehad met juist dit Stichtingsakkoord; al was het maar omdat het kabinet in de beleidsafwegingen die ten grondslag la- gen aan de begroting 1984, als vanzelf- sprekend uitging van een respecteren van de onderhandelingsvrijheid van werkne- mers en werkgevers in de marktsector.

Tussen het Stichtingsakkoord van het na- jaar 1982 en het ambtenarenconflict van najaar 1983, ligt een hele reeks gebeurte- nissen. Om lering te trekken is het goed

(5)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

deze nog eens in het kort de revue te laten passeren.

Toen het kabinet aantrad koos het heel nadrukkelijk voor het geleidelijk aan welbekende driesporenbeleid. Juist om dat op gang te brengen waren een aantal onmiddellijke acties noodzakelijk. Deze betroffen deels de heroverweging in de marktsector, deels een neerwaartse aan- passing van de begroting 1983, deels een beperkte bijstelling in het zgn. inkomens- plaatje. Nadat het kabinet succes ge- boekt had op het punt van het Stichtings- akkoord, slaagde het erin betrekkelijk snel de aanpassingen in de rijksbegroting conform het regeerakkoord in grote lij- nen te realiseren. Dat een en ander hier en daar met grote spanningen gepaard ging lijkt nu alweer haast vergeten. Daar- om is het goed om in herinnering terug te roepen de geweldige moeite die de on- derwijswereld had met de 1,65% speci- fieke korting bovenop de toenmalige be- vriezing van alle ambtenarensalarissen en bovenop een in 1983 stijgende belasting- en premiedruk. Het was niet voor niets dat er in het regeerakkoord een afspraak kwam dat voortaan afgezien zou worden van zulke specifieke kortingen voor be- paalde groepen van ambtenaren ... . Daarnaast was er, zoals gezegd, de be- hoefte de inkomensverdeling bij te stel- len. Dat gebeurde in een niet onbeteke- nende mate. Toch bleef de verdeling scheef genoeg om van: 'Zo komt Jan Splinter door de winter' een nummer te maken. Dat de inkomensverdeling zo scheef zat hing nauw samen met het feit dat in 1983 de sociale premies fors om- hoog gingen, en waar de hogere inko·

mens over een goed deel van hun inko- men geen sociale premies betalen, kwam dit neer op een als onrechtvaardig erva- ren verdeling van de inkomensoffers.

Naast het 'Jan Splinter-verhaal' uit de Tweede Kamer vroegen de werknemers-

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNTNCiEN I2X1

629 organisaties in sociaal overleg in het voorjaar 1983 evenzeer om een beper- king van de sociale premies teneinde meer mogelijkheden te krijgen voor in- komensoffers ten behoeve van rcnde- mentsherstel en verdelen van het werk.

Een en ander heeft nogal invloed gehad op de invulling van de begroting voor 1984. Dat dit weer andere problemen opgeleverd heeft is inmiddels wel be- kend.

Terug naar het voorjaar 1983.

Nadat het kabinet erin geslaagd was de begroting 1983 met de nodige bijstellin- gen door het parlement te krijgen, verbe- terde de economische vertrouwensbasis.

Een meer beheerste renteontwikkeling begon zich af te tekenen: de investerin- gen ontwikkelden zich minder slecht dan eerder was voorzien, kortom: er gloorde weer enig herstel.

In eerste instantie vcrtaalde dit herstel zich niet in een mindere stijging van de werkloosheid. Het zou tot de zomer 1983 duren voordat de wat gunstiger ontwik- keling in de afzet, niet alleen export maar ook investeringen en zèlfs particuliere consumptie, zich begon te vertalen in een langzamer groei van de werkloosheid.

Steeg de werkloosheid bij het aantreden van het kabinet, en ook in de eerste maanden van 1983, nog met ruim 15.000 per maand, in de zomermaanden begon dit af te zwakken tot minder dan de helft.

Op het ogenblik dat ik dit artikel schrijf is het nog steeds niet duidelijk in hoeverre deze ontwikkeling structureel is.

Werd in het voorjaar 1983 nog als vrij vanzelfsprekend uitgegaan van het berei- ken van 1 miljoen werklozen ergens in 1984, in de zomer was het al zover dat het Centraal Planbureau de raming voor 1984 terugbracht tot ca. 900.UOO. Ook deze raming is echter omgeven met grote onzekerheden. Dit hangt zeker niet al- leen af van internationale ontwikkelin-

(6)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

gen. zoals bijv. de wereldhandel. maar ook van het feit dat een herstel van \Cr- trouwen in de economie zo belangrijk voor investeringen en consumptie. nu eenmaal niet gemakkelijk in een econo- misch model onder te brengen is. Het zou onvoorzichtig zijn al te voorbarige con- clusies te trekken. maar er zijn toch wel pertinente aanwijzingen dat in binnen- en buitenland het vcrtrouwen in de kracht van de Nederlandse economie sterk aan het groeien is. Vroeger of later vcrtaalt zich dat in economische groei.

Begroting 1984

Toen het kabinet zijn eerste examenop- gave gedaan had kwa11 het terecht in een moeilijke voorjaarsnota. Opnieuw ble- ken aanpassingen in de begroting nood- zakelijk en daarnaast leek het onvermij- delijk reeds toen bepaalde ingrepen te doen in de arbeidwoorwaarden van het overheidspersoneel en in de sociale ze- kerheid. Het ginf: toen om kortingen van 2%. Na de nodige discussies werden deze voornemens verschoven naar I oktober en tenslotte samengevoegd met de begro- ting 1984. Werd toentertijd ingeschat dat het beter was één keer door de zure appel heen te bijten. en wel per 1 januari ILJ84.

later bleek dat dit toch niet zo eenvoudig was. Nadat bij de voorjaarsnota de minis- ter van Financiën dus een stap terug had moeten doen. bleek de opstelling van de begroting voor ILJ84 betrekkelijk soepel te verlopen. De noodzakelijk geachte ombuigingen vloeiden- hoe moeilijk ook de invulling was- helder voort uit de rekensommen in het zgn. ambtelijke rap- port van de Centrale Economische Com- missie (CEC). Waar de CEC zo verstan- dig was zelf reeds vast te stellen 2 miljard minder om te buigen dan puur rekenkun- dig uit hoofde van het regeerakkoord noodzakelijk was. had de ministerraad weinig behoefte daar nog eens belangrijk van afte wijken. De ontwikkelingen in 1983 gaven ook weinig aanleiding ineens

CHRISTEI' DEMOCR.\TISC HF \'ERKf-'-'~l'ICiL', 12 '"'

630

\CC! optimistischer te worden. De tekor- ten daaldt:n immers ten opzichte van

lLJ82 niet en de belasting- en premiedruk liep fors op.

Was het kabinet Zcl druk doende om te komen tot een beheersing van de uitga- ven in de collcctit:\e sector, aan de zijlijn

\\erd het druk bestookt door economen die niet ophielden te wijzen op het belang

\ an voldoende bc~tcdingcn. Een en an- der had grote im locd op de benadering

\an de werknemersorganisaties. met na- me van de FNV. die geleidelijk aan een alternatief regeringsbeleid ontwikkelden.

waarin hogere bestedingen een grote rol speelden.

Hoewel het kabinet geen aanleiding zag

n~el water in de wijn te doen bij de noodzakelijke ombuigingen. besloot he!

wel bij de terugdringing van de collec- tieve sector in ILJ8-.f slechts een beperkt accent te leggen op de reductie van het financieringstekort en de terugdringing te concentreren op een lagere belasting- en premiedruk. waarbij overigens het accent met name viel op de lagere sociale pre- mies. Door deze keuze werd het mogelijk ondanks forse ombuigingen, de bestedin- gen toch zoveel mogelijk te ontzien. Het totaal aan reductie in financieringstekort.

belastingdruk en premiedruk bedroeg ruim Ir;;,. Dit was al belangrijk minder dan de ca. l.Sr/r per jaar die ten grond- slag lag aan het regeerakkoord. Maar van die ruim Ir;, werd. zoals gezegd, het overgrote deel als het ware voor de koop- kracht bchouden door de verlaging van met name de premies. terwijl een ander deel ten goede komt aan het bedrijfsle- ven in de vorm van lastenverlichting. Een groot voordeel van deze benadering was zeker. dat door de forse ombuigingen een goede aanzet gegeven werd tot sanering van overheidsfinanciën en herstel van economisch vertrouwen. terwijl tegelij- kertijd de bestedingen toch zeer wel op peil blc\'en. Een nadeel van deze benade-

(7)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

ring was echter- zoals later bleek- dat de noodzakelijke ombuigingen in de ar- beidsvoorwaarden van het overheidsper- soneel en in de sociale zekerheid veel groter leken dan zij in werkelijkheid wa- ren. De 3,5% bruto-korting in de bruto- inkomens in de collectieve sector, werkte weliswaar uit in een heel beperkte ver- mindering van de netto-inkomens- en later werd door de bijstelling naar 3%

zelfs gemakkelijk gelijkheid in guldens bereikt- , maar voordat dat duidelijk was geworden, was er al een fors sociaal con- flict ontstaan waarbij, zoals dat dan heet, de geest uit de fles was. Daardoor doet zich het merkwaardige gegeven voor dat, hoewel het vroeger wel voorgekomen is dat ambtenaren er in een bepaalde perio- de méér op achteruit gingen, er nu een veel meer geblokkeerde situatie ont- stond. Dat in een samenleving waarin ambtenaren en uitkeringsgerechtigden samen zo langzamerhand talrijker zijn d8n inkomensgerechtigden in de markt- sector, bezuinigingen op overheidssala- rissen en uitkeringen automatisch voor ongeveer de helft weer aan de betrokke- nen zelf ten goede komen, is natuurlijk wel even wennen na een periode waarin de problemen ontgaan werden door óf hogere overheidstekorten, óf hogere be- lastingen en premies, óf allebei tegelijk.

Dat deze wegen afgesloten zijn, komt zeker niet alleen voort uit een economi- sche analyse van de aanvaardbare hoogte van financieringstekort en collectieve druk. Het heeft ook te maken met enkele andere factoren, nl. het gegeven dat bij het doorgaan met de vergroting van het tekort van de overheid vroeger of later een vertrouwenscrisis zal ontstaan, en dat omgekeerd, zoals hierboven gesteld, bij een geleidelijke weg van tekortreductie, het economisch herstel via herstel van vertrouwen weer op gang zal kunnen ko- men. Evenzo vloeit de taakstelling van een lagere belasting- en premiedruk

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN I2,H3

631

voort uit de taxatie, dat in snel tempo de doeltreffendheid afneemt van belastin- gen en premies als instrument ter finan- ciering van collectieve diensten en inko- mensoverdrachten. Als eenmaal door groei van grijze en zwarte economie het draagvlak van belastingen en premies versmald wordt, kom je al gauw in een vicieuze cirkel, en via die vicieuze cirkel in een draaikolk.

Arbeidsvoorwaarden overheidspersoneel Bij de opstelling van het regeerakkoord zijn taxaties gemaakt in welke mate neer- waartse bijstellingen in de arbeidsvoor- waarden overheidspersoneel en in de kosten van de sociale zekerheid mogelijk waren. Bij de arbeidsvoorwaarden over- heidspersoneel is er indertijd haast van- zelfsprekend van uit gegaan, dat een in- komensoffer van 2% per jaar (méér dan in het bedrijfsleven) pijnlijk maar aan- vaardbaar zou zijn en te verkiezen boven een dienovereenkomstige vermindering van het overheidspersoneel. Dat wil niet zeggen dat er in het geheel geen vermin- dering voorzien was, maar deze zat voor- al in bijzondere sectoren via specifieke ombuigingen. Al met al kwam het re- geerakkoord neer op een vrijwel stabiel blijvend overheidsapparaat. Of het nu de volksgezondheid, andere trendvolgers of de overheid in engere zin betrof, de in- krimpingen betroffen in het algemeen het wegnemen van de groei en daar waar echt ingekrompen werd, stonden er in het algemeen beperkte uitbreidingen tegen- over.

Reeds in het regeerakkoord werd voor- zien dat bij de onvermijdelijke inkrim- ping in guldens van de collectieve sector, er nog nader gekozen zou moeten wor- den tussen vermindering van volume en vermindering van inkomen, en dat daar- bij de arbeidstijdverkorting een bijzon- dere rol zou kunnen spelen. Maar nu moet wel eerlijkheidshalve vasgesteld worden dat die afwegingen pas goed op

(8)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

gang komen na en door een intensief arbeidsconflict.

Het doet nu haast tragi-komisch aan in het regeerakkoord het volgende te lezen:

'Uiteraard zal over de hierboven aange- geven afweging tussen inkomen en ar- beidsplaatsen pas kunnen worden beslist na overleg met de centrales van over- heidspersoneel en overige daarvoor in aanmerking komende organisaties·.

Hierboven heb ik reeds aangegeven dat de minister van Binnenlandse Zaken bij de discussies rond de voorjaarsnota 1983 het wel degelijk voor de ambtenaren- organisaties heeft opgenomen. En ook daarna was het zo dat de taakstelling van 3 miljard gulden zoals gebruikelijk als 'staartpost' op de begroting opgenomen werd, mede om aan te geven dat er nog overleg gevoerd moest worden met de ambtenarenorganisaties. Uiteraard ging de minister van Binnenlandse Zaken het overleg, zoals gebruikelijk. in met een concrete budgettaire taakstelling. en zelfs met een voorlopige invulling. Waar het echter meteen op vastliep was de stelling van met name ABVA/KABO, dat het kabinet geheel op de verkeerde weg was en er goed aan deed zich te schikken in het zgn. FNV-plan. Anders gezegd: de in het regeerakkoord voorziene afweging tussen inkomen en arbeidsplaatsen kwam niet echt in gesprek.

Nadat het FNV-plan te licht was bevon- den vanwege het nadelige effect op het financieringstekort en op de rentelasten- waartegenover slechts een uiterst be- scheiden winst in de vorm van iets minder werkloosheid-. en nadat ook plannen van PvdA en D'66 schipbreuk geleden hadden gegeven het verlangen van èn kabinet èn cao-partners in de marktsec- tor om niet tot een nieuwe machtigings- wet te komen, kwam weliswaar een gesprek tot stand over de noodzakelijke afweging tussen inkomen en arbeids-

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGF~ 12 ' '

632

plaatsen. maar het was toen te laat om althans voor 1984 nog onbevangen met elkaar te kunnen spreken. Waren de ac- ties uiteraard bedoeld om de 3.5% van tafel te krijgen, ze hebben er waarschijn- lijk toe bijgedragen dat het kabinet niet verder kon zakken dan tot 3% (gesteund zo niet opgestookt door een getergd par- lement).

Voorzitters van ambtenarenorganisaties en hun leden kunnen er echt niets aan doen, dat er nu 500.000 burgers minder in de marktsector werken dan 10 jaar gele- den en 400.000 meer in de collectieve sector. Dit is natuurlijk wel een frustre- rend gegeven; dat de zgn. gelijke behan- deling voor ambtenaren daarom gere- kend wordt in termen van inkomen en door mensen in de marktsector in termen van risico je baan te verliezen, is even logisch voor de één als onbruikbaar voor de ander. Hoe dan ook. wij zijn mis- schien met elkaar te optimistisch geweest over de wijze waarop in de collectieve sector verwerkt zou gaan worden het ge- geven. dat de economische crisis nu ook daar toeslaat.

Bij alle conflicten is het overigens wel goed vast te stellen. dat ook deze proble- men met enig passen en meten over en weer best wel oplosbaar zijn. Daarom kan nu van de nood. te weten een onver- mijdelijke inkomensmaatregel per 1 ja- nuari 1984. een deugd gemaakt worden door voor de rest van de kabinetsperiode een aantal aanpassingen overeen te ko- men. die wel passen in wat de organisa- ties ook zelf aanvaardbaar vinden. Indien daarin de afslanking van de overheids- dienst toch een wat grotere plaats moet innemen dan in de oorspronkelijke plan- nen van het kabinet. dan ligt het voor de hand dat de hieruit te verwachten sociale spanningen. te weten ontslagrisico's, mi- nimaal te houden zijn in de mate waarin versnelde arbeidstijdverkorting en ver- hoogde mobiliteit gedwongen ontslagen kunnen voorkomen.

(9)

1

CHRISTEN-DEMOCRATIE

Alvorens nader in te gaan op de arbeids- tijdverkorting nog een enkel woord over het FNV-plan en andere alternatieven ten opzichte van het regeringsbeleid. In de publiciteit is al voldoende belicht dat het FNV-plan in zijn meerjarenperspec- tief niet echt beter is dan de plannen van het kabinet zelf, integendeel. Zoals ge- zegd ontwikkelt de werkloosheid zich slechts marginaal beter en wordt dit be- taald met aanzienlijk hogere finan- cieringstekorten van de overheid. Maar dat gezegd hebbend, is het ook eerlijk de zaak om te keren. Als nu eens de opposi- tie aan het bewind zou zijn en het FNV- plan kabinetsbeleid, zouden wij dan niet moeten vaststellen dat het alternatief van de CDA/VVD-coalitie weliswaar het fi- nancieringstekort wat terug zou brengen.

maar dat ook in dat alternatief de werk- loosheid even onaanvaardbaar hoog zou zijn. Indien de modellen van het Centraal Planbureau correct zijn, is er in feite geen macro-economisch beleid te formuleren dat binnen een beperkt aantal jaren de werkloosheid onder de knie krijgt. Dit leidt ten minste tot een drietal conclusies.

a. Niet in een economisch model in te brengen elementen blijken van groot belang te zijn in het beleid ten behoe- ve van economisch herstel. De econo- mie moet weer zelfvertrouwen krij- gen; daarom is ook de richting van het beleid (lager tekort. lagere belastin- gen, lagere premies) belangrijker dan het precieze cijfer van de ombui- gingen.

b. Verwaarlozen wij niet te veel demo- gelijkheid tekorten te reduceren zon- der aanvullende ombuigingen en zon- der hogere belastingen en premies. Dit lijkt op toveren. Maar zien we niet over het hoofd dat slechts een beperk- te terugdringing van fraude en het grij- ze en zwarte circuit, een aanzienlijke bijdrage kan leveren. (En evenzo kun- nen we ons afvragen of wij na de fout van te grote inkomenssubsidies aan

CIIRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNING Dl 12. K3

633

burgers, nu niet de fout maken van groeiende subsidies aan bedrijven;

subsidies aan bedrijven terugver- dienen uit hogere belastingen over hun verhoogde economische activiteit. lijkt Sisyfus-arbeid.)

c. Voor het herstel van de economie is veel tijd nodig en het zal echt wel even duren voor de werkgelegenheid op peil is; een werkgelegenheid die wc echt niet meer kunnen kopen met gro- tere tekorten. Dat brengt mij ertoe nader in te gaan op het zgn. 'derde spoor'.

'Derde spoor'

De verdeling van het werk is één van de belangrijke onderdelen van het zgn. 'der- de spoor' in het kabinetsbeleid. De nood- zaak ervan vloeit voort uit het gegeven van meer dan 15% werkloosheid en 1.5(/r groei per jaar van de beroepsbevolking.

Dat met name in Nederland een samen- loop van de economische crisis, emanci- patorische en demografische ontwikke- lingen, deze inspanning noodzakelijk ma- ken, is vaak genoeg geschreven. Waar staan we nu?

In het reeds eerder genoemde Stichtings- akkoord is voor het bedrijfsleven een lijn uitgezet. Ten behoeve van arbeidsverde- ling worden inderdaad inkomensoffers gevraagd. Deze hebben het onder meer mogelijk gemaakt tot uitbreiding te ko- men waar het betreft vrijwillige vervroeg- de pensionering. Bij de zwakke conjunc- tuur is de zgn. herbezetting tot nu toe vrij laag gebleven. naar schatting van het Centraal Planbureau ca. 25%. Op zich- zelf is dit op de korte termijn niet zo erg.

Immers, het betekent dat ca. driekwart van het inkomensoffer ten gunste van de rendementen is gekomen. Waar het ech- ter om gaat is of na het rendementsher- stel het herbezettingspercentage geleide- lijk aan kan gaan stijgen.

Het kabinet heeft najaar 1983 voorge- steld een gezamenlijke studie te onderne-

(10)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

men in de verschillende bedrijfstakken waar matigingsakkoorden ten behoeve van arbeidstijdverkorting gesloten zijn, om na te gaan waar het aan schort. Daar- bij kunnen bijv. organisatorische proble- men blijken of wettelijke, die de arbeids- tijdverkorting in de weg staan. Bij dat- zelfde onderzoek kan wellicht op micro- niveau meer inzicht verkregen worden in de afzetmogelijkheden als al of niet be- perkende factor; en tenslotte is natuurlijk een interessante vraag tot op welk mo- ment stijgende produktiviteit uitbreiding van het personeelsbestand overbodig maakt. Ook kan bij dit onderzoek blijken in hoeverre de geringe herbezetting tot nu toe samenhangt met de opmerkelijke daling van het ziekteverzuim.

Bij de realisatie van de arbeidstijdverkor- ting zijn tot nu toe de inkomensoffers niet het grootste probleem geweest. Het accent ligt veel meer op twijfels over de herbezetting. Voor wat betreft de niet geringe organisatorische problemen is natuurlijk de vorm sterk bepalend. De gemakkelijkste vorm (maar ook de kost- baarste) is tot nu toe gebleken de vrijwil- lige vervroegde pensionering. Dit vergt geen ingrepen in de organisatie. Inmid- dels zijn een drietal aspecten nader van betekenis gebleken. Om de kosten overzienbaar te houden wordt tegen- woordig de doelmatigheid onderkend van zgn. horizonbepalingen bij deze re- gelingen. Dat wil zeggen, dat een jaar eerder met pensioen gaan slechts voor één jaar toegekend wordt. of voor een beperkt aantal jaren. Op deze wijze kun- nen de anders astronomische actuariële kosten van vervroegde pensionering be- perkt worden en kan de mogelijkheid open gehouden worden te gelegener tijd weer met 65 jaar met pensioen te gaan. al of niet in samenhang met een verkort aantal werkuren per jaar. De horizonbe- palingen dus uit een oogpunt van kosten- besparing en behoud van flexibiliteit in de toekomst. Op de lange termijn staan

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENN!NGE'i 12 S~

634 we immers voor een vergrijzing van de bevolking en een inkrimpende beroeps- bevolking.

Een tweede element vormt de hoogte van het inkomen gedurende de periode van vrijwillige pensionering. De indruk is ge- groeid dat een wezenlijke voorwaarde voor VUT wel is. dat in die jaren de opbouw van de pensioenrechten door- gaat. Waar dat wordt gerealiseerd lijkt het overigens wel doenlijk de inkomens- niveaus meer aan te sluiten bij wat men als gepensioneerde krijgt dan bij wat men verdiende. Al met al zit hier ruimte voor enige besparingen die wellicht weer om- gezet kunnen worden in verdere VUT- mogelijkheden. Dit brengt mij tot een derde aspect van verfijning, nl. de ge- dachte VUT-rechten toe te kennen na een aantal dienstjaren bij de betrokken werkgever of bedrijfstak. Bij de overheid wordt nu VUT na 40 jaar overwogen. De cijfers leren dat het hier om zeer beschei- den aantallen gaat. Dat komt natuurlijk omdat er al zoveel algemeen geldende VUT is. Daarom zou een verdere tijdelijke verlaging ook niet al te kostbaar zijn.

Deeltijdbanen

Het proces van bevordering van deeltijd- banen werpt wel vruchten af, maar het gaat erg langzaam. Zowel bij de overheid als bijv. in de metaal is het uitgangspunt, jongeren in beginsel alleen nog voor 32 uur aan te nemen. Het was bepaald ont- hullend in de overheidsdienst waar te nemen dat na een eerste ambtelijke ana- lyse, rekening houdend met alle verzet van diegenen die voor het functioneren van overheidsorganisaties verantwoorde- lijk zijn, aanbevolen werd met de 32-uurs eis niet verder te gaan dan in 50% van de beschikbare vacatures; en dat vervolgens gesteld werd dat het toch realistischer was om slechts van één derde uit te gaan.

Het regeerakkoord vermeldt een 32-uri- ge werkweek, enkele uitzonderingen voorbehouden. In een keus tussen het

(11)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

belang van een ongestoorde organisatie en zoveel mogelijk jongeren aan de slag, dreigt het eerste het steeds te winnen. En in bedrijfsleven èn bij overheid is hier het nodige werk aan de winkel. Met name vanuit de vakbeweging ligt het accent bij de arbeidstijdverkorting op een zo snel mogelijke gang naar de 36-urige werk- week. Er zijn zeker een aantal argumen- ten die hiervoor pleiten en gezien het tempo van inkomensoffers waartoe men bereid is, lijkt dit omstreeks het einde van deze kabinetsperiode ook wel haal- baar. Toch zitten er enkele forse haren in de soep.

In de eerste plaats doet het wat tegenna- tuurlijk aan wanneer we in slechte tijden allemaal korter gaan werken. En afge- zien van die indruk, er is inderdaad een risico dat het remmend werkt op de eco- nomie. Je kunt dit alleen compenseren met uitbreiding van bedrijfstijd, nieuwe werkroosters die in feite langere bedrijfs-

Î en openingstijden betekenen. Deze in- spanning zal geleidelijk aan parallel op gang moeten komen.

Een tweede aspect is het feit dat VUT en deeltijd flexibel zijn in die zin dat je er ook weer gemakkelijker vanaf kunt, als je dat in de toekomst met een in de negentiger jaren vergrijzende bevolking zou willen.

Een derde aspect is de geringe flexibili- teit verbonden aan een algemene verkor- ting van de werkweek in verhouding tot bijv. hogere percentages van deeltijdba- nen, die zich veel gemakkelijker kunnen voegen in de wensen van het individu en mogelijkheden van bedrijfstakken ..

Het is buitengewoon spijtig dat deze zo fundamentele vraagstukken zo weinig aandacht krijgen in vergelijking met de felle inkomens-politieke discussies waar- door ons land jaar in jaar uit gekenmerkt wordt.

Een kroonargument ten gunste van ver- deling van het werk is het volgende. De

CHRISTENDEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 12/K3

635

instroom van jongeren is niet alleen een sociale noodzaak om ledigheid en gebrek aan perspectief bij de jongeren zelf te voorkomen, het is ook de enige mogelijk- heid om in tijden van recessie een exces- sieve vergrijzing en verstarring van orga- nisaties te voorkomen. In die zin is verde- ling van het werk ook verjonging van bedrijven en instellingen. Hier verbinden zich dus een sociaal en een economisch belang (misschien zelfs een cultureel be- lang). Bij het naderend herstel via het zgn. 'tweede spoor' is nu ook het moment gekomen om andermaal een offensief te ontketenen om stageplaatsen en bedrijfs- opleidingen weer in aantallen te gaan verhogen. Ook hier gaat het er niet al- leen om jongeren van de straat te houden en vaardigheden bij te brengen, maar is evenzeer van belang dat bedrijven bij de aanwezigheid van werkzame en gekwali- ficeerde jongeren veel gemakkelijker de moed zullen hebben daadwerkelijk uit te breiden. Ook langs deze weg kunnen een sociale en economische inspanning elkaar versterken. Hopelijk zal ook de doorvoe- ring van de volwasseneneducatie die nu betaalbaar is geworden, juist door de aanwezigheid van zovele werklozen, als gunstig bij-effect hebben de injectie van potentieel fris bloed in bedrijven en in- stellingen. Uit dit alles blijkt het grote belang van het 'derde spoor'.

Intussen dreigt bij dit alles de optelsom van conserverend rechts in ons land (is dit alles geen sociaal hobbyisme?), en conserverend links (waarom wordt er niet gewoon voor voldoende werk ge- zorgd?), dit beleidsspoor aanzienlijk te frustreren.

Werken met behoud en met behulp van uitkeringen

Soortgelijke problemen doen zich voor bij het werker. met behoud van uitkering en het werken met behulp van uitkering.

Vooropgesteld zij dat dit soort experi- menten buitengewoon behoedzaam uit-

(12)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

gevoerd moeten worden om te voorko- men dat concurrentievervalsing optreedt en daarmee het herstel van de economie en een zekere sanering van de overheids- sector geschaad wordt. Dat is ook de reden dat instemming van werknemers en werkgevers op het praktisch niveau waar de zaken spelen, een vereiste is. Dat gezegd hebbend blijft er nog genoeg werk aan de winkel. Het werken met behulp van uitkering is in de werkgele- genheidsnota geheel toegespitst op de kwartaire sector. Dat ligt ook voor de hand. De economie wordt niet geschaad en het enige bezwaar zou nog kunnen zijn de zgn. budgetvervalsing. Maar bij die budgetvervalsing zij dan wel het vol- gende aangetekend.

Indien wij het daarheen willen leiden dat de overheid zich wat terugtrekt en wij de verzorgingsstaat dus wat versmallen ten gunste van wat is gaan heten 'de zorgza- me samenleving', moeten wij wel beden- ken dat de invulling van die zorgzaam- heid niet direct en vanzelfsprekend zal gebeuren. In die situatie waarin de over- heid zich wat terugtrekt en de samenle- ving nog niet ingesteld is op een stuk taakvervulling door de burgers zeiL is het toch nog niet zo slecht al is het maar voor een beperkt aantal jaren, dat de tussen- vorm van werken met behoud van uitke- ring in een stuk maatschappelijk dienstbetoon gepraktizeerd wordt.

Voor wat betreft het werken met behulp van uitkering heeft het kabinet na een jaar wikken en wegen tot een experiment besloten. Het gaat hier om de inschake- ling van langdurig werklozen in arbeids- intensieve projecten van tijdelijke aard, waarbij het mogelijk is met mobilisatie van nu slapende fondsen in de particulie- re sfeer tot zeer hoge multiplier-effecten te komen. Dit project is in essentie uitge- werkt door werkgevers en werknemers in de bouw zelf. Uit de evaluatie van dit experiment zal moeten blijken of het zich tot uitbreiding leent. De algemene in-

CHRIS rf·.N DEMOCRAIISCHE \'ERK!c:\:-o;JNGEN 12 '-'

()36

druk na één jaar kabinetsbeleid is dat de actieven, werknemers en werkgevers, buitengewoon kritisch staan tegenover de inschakeling van de zgn. in-actieven.

Toch mag niet berust worden in een situ- atie dat zovelen zich niet zinvol buitens- huis kunnen inzetten en dat wij straks in de jaren negentig zouden moeten consta- teren dat de materiële infrastructuur van ons land in de jaren tachtig achterop geraakt is, tegelijk met een gigantische werkloosheid.

Overziet men het geheel van het driespo- renbeleid dan valt op hoezeer de pu- blieke en politieke aandacht steeds weer getrokken wordt naar het zgn. 'eerste spoor'. Bij de invulling van het eerste spoor wordt het kabinet nogal eens ten onrechte een tè strakke houding verwe- ten. Men gaat dan gemakshalve maar voorbij aan het feit dat toen het kabinet aantrad, de stijging van het financierings- tekort per jaar geleidelijk az.n groter was dan de absolute hoogte van datzelfde te- kort in het begin van de jaren zeventig;

en dat de stijging van de werkloosheid in ieder geval beduidend groter was dan het absolute niveau ervan nu tien jaar gele- den. Dit dan nog afgezien van een forse overbelasting van het belasting- en pre- mie-instrument. Bepaald schrijnend wordt het als een beleid, erop gericht vergaande ontwrichting in onze samenle- ving tot staan te brengen, zelf ontwrich- tend genoemd gaat worden. Een beleid dat zou leiden tot straks weer verdere werkloosheid en minder te verdelen in- komen kan moeilijk als sociaal worden aangemerkt. Dat het kabinet zich een zware taak gesteld heeft moet intussen wel duidelijk zijn. Het is nog maar zeven jaar geleden dat de toenmalige minister van Financiën voorstelde het totaal aan tekortvergroting en belasting- en pre- miedrukverzwaring te maximeren op 1%

per jaar om tot enige discipline te komen.

Hij noemde dat een linkse norm, maar

(13)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

werd door links verguisd. Nu zit het kabi- net op meer dan 1% verlaging per jaar en is het een schrale troost dat de heden- daagse linkse alternatieven de Duisen- berg van toen inmiddels allang rechts ge- passeerd zijn.

Neen, een lichtzinniger beleid ten aan- zien van het 'eerste' en 'tweede spoor' zou al gauw a-sociaal worden. Daarmee is intussen niet alles gezegd.

In het zgn. 'derde spoor' zit een sociale dimensie die, zoals ik hierboven uiteen- zette, tot nu toe bepaald onderontwik- keld is gebleven. Intrigerend is dat werk- nemers en het linkse deel van de Tweede Kamer hier betrekkelijk zwijgzaam over zijn. Dit maakt mij intussen niet blijmoe- diger. Het lijkt mij nl. andermaal een bewijs dat de discussies over wat sociaal is. toch iedere keer weer terecht komen bij de inkomensverdeling, alle mooie ver- halen over werk en kansen voor jongeren ten spijt. En zelfs bij de inkomensverde- ling lijken de discussies over zaken uit het verleden taaier dan waar nu wellicht de onrechtvaardigheden liggen. Een wets- ontwerp over de tweeverdieners heeft het kabinet bloed, zweet en tranen gekost, alhoewel de doorsnee burger wel degelijk weet dat het geleidelijk aan met recht- vaardigheid in de inkomstenbelasting goed scheef zat.

Dat in de sociale zekerheid het begrip 'minima' in het overgrote deel van de gevallen niet overeenkomt met de feite- lijke koopkrachtverhoudingen en dat we daarom beter doen ons voor wat betreft de bijzondere bescherming te richten op

1 de echte minima, wordt langzamerhand wel schoorvoetend erkend, maar over de effectuering van dat mooie uitgangspunt is in ons land nog geen actie gevoerd.

Integendeel, de Kamermoties plegen nog steeds te gaan over alle minima. Sommi- ge zaken rond de inkomensverdeling lig- gen zelfs in de taboesfeer. Als ambtena- ren dit jaar getergd waren omdat zij het gevraagde inkomensoffer per 1 januari

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINCiEN 12'K3

637

zagen cumuleren met de laatste jaren sterk gestegen inhoudingen, dan heeft eigenlijk niemand erop gewezen dat bij die inhoudingen de pensioenen tot nu toe geheel buiten schot bleven. Op deze wij- ze kan men nog wel even doorgaan. Mis- schien is het meest pijnlijke van de inko- menspolitieke discussie wel dat het ken- nelijk zeer moeilijk is het inkomensbe- leid te concentreren op het wegwerken van onrechtvaardigheden, omdat vrijwel alle intellectuele politieke en zelfs vak- hondsenergie gestoken wordt in het be- strijden van bepaalde generieke aanpas- smgen.

Balans opmaken

Maakt men nu na één jaar de balans op, dan moet vastgesteld worden dat wel de- gelijk voorwaarden geschapen kunnen worden voor economisch herstel. In die zin is er wel degelijk uitzicht. De beheer- sing van het financieringstekort is een moeilijke, maar geen onmogelijke vraag.

Dat terugdringing toch vrij lange tijd kost, komt omdat onze samenleving zo verslaafd is geraakt aan collectieve beste- dingen (vandaar de grote uitverdieneffec- ten); het komt ook door de kunstmatig hoge rentevoet die teveel middelen op- slokt en voorshands het economisch her- stel vertraagt; het komt tenslotte doordat de werking van het belasting- en premie- instrument onvoldoende aangrijpt bij het totaal van economische activiteit (de ont- wijking van het grijze circuit).

Toch is er alles bij elkaar uitzicht op de terugdringing van het financieringste- kort, hoezeer ook bij de komende begro- tingen gewikt en gewogen zal moeten worden, welke luxe wij ons wel en niet kunnen veroorloven bij de forse pro- gramma's onder de titel lastenverlichting.

Het moeilijkst ligt de zaak bij het zgn.

'derde spoor'. Dat heeft deels te maken met menselijke traagheid en gemakzucht, deels met het intuïtieve gevoel bij rechts, dat wij ons beter tot de economie in

(14)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

traditionele zin kunnen beperken. Voor een deel ook met het feit dat links Neder- land èn uit politiek geloof èn uit electo- raal gewin, intensief actie voert tegen ombuigingen en beperkingen en daarmee de beschikbare energie in politiek en so- ciaal overleg mobiliseert voor een defen- sieve operatie: ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke aanpak niet de kern van de problemen in de samenleving raakt.

Daarmee doet zich het merkwaardige beeld voor dat rechts tevreden is omdat het kabinet kennelijk investeert in herstel van de economie. en dat links zich koes-

631\

tert in groeiende aanhang en de zelfbe- vestiging die dit weer met zich mee- brengt. Het derde spoor en de belangen die daarbij in het geding zijn dreigen bij dit alles het kind van de rekening te worden.

Het kabinet heeft gelukkig nog enige ja- ren te gaan om in goede samenspraak met de sociale partners deze dreiging af te wenden.

Het bestuur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA heeft zich helaas genoodzaakt gezien voor 1984 de abonnementsprijs voor Christen Democrati- sche Verkenningen te verhogen. De abonnementsprijs voor 1984 is vastgesteld op f 50,-; studenten en leden van het CDJ A betalen f 40.-.

CHRISTEN DEMOCRA TJSCHE VERKENNINGEN I 2 H.'

(15)

r

CHRISTEN-DEMOCRATIE

door mr. Y.M.C.T. van Rooy

Mr. Y. M. C. T. van Rooy (1951) is adjunct-secretaris buitenland van het Nederlands Christelijk

Werkgeversverbond.

Het gezicht van het CDA

Veel CDA-leden trekken zich het verwijt aan, dat hun partij aan gezicht zou verliezen. Typerend voor deze kritiek is, dat zij doorgaans wordt verwoord door de publicitaire spraakmakers ter linker- en rechterzijde. Deze relativering neemt niet weg, dat binnen het CDA terechte zorg bestaat over de herkenbaarheid van de

~ politieke koers.

i

De onlangs verschenen CDA-rapporten 'Van Verzorgingsstaat naar Verzorgings- maatschappij" (VS!VM) en 'Appèl en Weerklank' (A/W) komen dan ook als geroepen. Zij hebben een verschillende functie, maar beide hebben gemeen, dat ze het gezicht van het CDA naar binnen en naar buiten willen verduidelijken.

In dit artikel zal ik eerst ingaan op het rapport VSIVM. Daarna komt A/W ter sprake, in het bijzonder de uitgangspun- ten van de christen-democratie. Ik besluit met enkele gedachten over de verster- king van het christen-democratisch appèl op de (jongere) kiezer.

De titel 'Van Verzorgingsstaat naar Ver- zorgingsmaatschappij' dekt maar ten dele de lading van dit rapport over de poli- tieke plaatsbepaling van het CDA. Het gaat veeleer om een herijking van het christen-democratisch denken over mens, samenleving en de rol van de staat. Of.

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERK~"NNINGEN 12'K:l

zoals de opstellers zeggen, het is een mid- dellange-termijnvisie voor het overgangs- tijdperk van de jaren '80. Die visie heeft betrekking op vier sleutelthema's voor de nabije toekomst: de ( on)betaalde arbeid:

de zorgzame samenleving; vrede en vei- ligheid; en als meest cruciale sleutelthe- ma 'de rol van de overheid'. Daarin moet de politieke overtuiging van de christen- democratie zichtbaar worden. En het dient nu al gezegd. de opstellers maken die pretentie een heel eind waar.

Gebrek aan nuancering

Daarom is het jammer dat hun vooraf- gaande analyse van het 'moderne levens- gevoel' hier en daar lijdt aan een gebrek aan nuancering. Ik ga hier nader op in.

Allereerst wordt de opkomende ik-cul- tuur nogal gemakkelijk vereenzelvigd met het liberale denken. Het rapport spreekt over de 'liberale hang naar ex- ploitatie van de ik-gerichtheid'. Tegelij-

(16)

CHRISTEN-DEMOCRATIE 6-\0 - - - -- - - -- - - - - - - - -

kertijd stelt men dat de ik-cultuur men- sen aanmoedigt meer hun rechten dan hun plichten te laten gelden. Dit moet men echter niet alleen de liberalen \Cr- wijten. Het groepsegoisme waarm er gesproken wordt- met het \vij eisen· ab gemeenschappelijk kenmerk- trclt men evenzeer links in het politieke spectmm aan. Het vcrschil tussen de liberale en de linkse ik-cultuur zit hem \Ooral in de financiering ervan. Groh\ eg gezegd:

voor de socialisten moet de m erheid voor de kosten opdraaien. terwijl de libe- ralen ieder de eigen rekening willen laten betalen. Hierbij zijn zij m crigens aangL'- tckend dat ook de christen-democratie geen afdoende '' eerwoord gevonden heeft tegenover de ik-cultuur. Zeker ook niet tegenover de afwenteling van de eigen vcnmt woordelijk beid.

Een tweede tekortkoming in het rapport is het voorbijgaan aan de zorg die ook in kringen van de VVD en de PHIA besuat over de negatieve gevolgen 'an het ·mo- derne levens ge\ oer. De m ertrokkcn verwachtingen van de burgers ten aan- zien van de overheid krijgen hij\oor- beeld ruime aandacht in het bock ·De illusie van de democratische staat' \ an Paul Kalma 11.

Een derde manco is dat de positic\c as- pecten van een meer op de ontplooiing van het individu gerichte maatschappij.

te summier worden belicht. Ik doel hier met name op de verander( en )de \ i~ie op de positie van de vrom\. De ontwikkeling naar een grotere mondigheid van het in- dividu heeft de nouw meer bc\\ u st ge- maakt van de plaats in de samenlc\ing die haar toekomt. Het is niet langer van- zelfsprekend dat alleen de \TOUW de ta- ken binnenshuis vervult: zij heeft C\ en- zeer als de man recht op \olwaardigc deelneming aan het maatschappeliJk ge- beuren buitenshuis. De gerecht\ aardigdc

aanspraken van\ rouwen op gelijkwaar- dige kan~en in de ~amenlcving, bij\(mr- beeld ten aanzien\ an betaalde arbeid.

kunnen zoals nog \\el gebeurt. niet he- schuuwd \\orden als een 'doorschieten·

\ an de ik-cultuur.

Ten slotte nog een opmerking over de gesignalcndc collectieve ik-cultuur dit?

zich uit in de\ orm \ an grocpscgoïsme en prot•.::ctionisme. Tegenover deze. op zich juiste. constatering staat gelukkig dat nog

~tccd~ groot belang wordt gehecht aan de rmt wikkclingssamenwcrking. Hiervan getuigt ondermeer de bereidheid om uit

~olidariteit met de derde wereld niet aan rlc om\ ang van de ontwikkelingshulp te tornen.-•,

Deze kanttekeningen hij de analyse in VS \'1\1 van het moderne levensgevoel laten om er! ct dat het rapport zich terecht afzet tegen enerziJds het doorschieten van de ik-cultuur en anderzijds het ge- bnJik \an de merbeid als afvalbak. Ccn- tra~tl in de chri~ten-dcmocratischc maat- schappij\ is ie staat immers de mens. die niet alleen leeft voor zichzelf. maar in

\ eranl\\r)ordcliJkheid voor de medemens zijn plaats op deze wereld moet waarma- ken. V oor het dragen en beleven van deze \erantwoordelijkheid moet de mens ruimte\\ orden geboden. Daarom is het juist dat het rapport als belangrijkste sleutelthema ziet: het overheer~endc stempel dat de m erhcid op dit moment op de samenleving drukt.

Doorgeschoten oYcrhcidsbemoeiing Hoc is het zover gekomen') Het rapport geeft als belangrij kstc verklaringen:

het aanprijzen door de politieke partij- en om maatschappelijke problemen en knelpunten n~wr de overheid af te wen- telen:

- een conceptie \ an de verzorgingsstaat

I) !Je illusie \"1111 de "dcmocrurischc .\laar'. 1\.\tmcr. De'\ cnkr. dnur l';nt\ K;t\mct. sLtfmcdel\ erker 1 an de Wiardi Bcckmamtichting. \\ ctcn,chappclilk lnstinn:t 1 an ck p, cL\

2) Handhaving 1 an de ontwikkclingshulr• np I.W r 1 ctn het ll. :S: I'

CIIRISTJ:N lli-MIJCR~ IISCIIL \I Rf..L:S'-1'-Cd :S .: ' '

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Reeds in zijn eerste avontuur, het door Hergé later verfoeide anticommunisti- sche Tintin au pays des Soviets uit 1930, stapt Kuifje in Brussel op de

Vergelijking van de aantallen Veldleeuwerik Alauda arvensis van 18 tot en met 20 oktober 2012 met de totale aantallen voor de najaren 2010 en 2011 samen voor vijf veel

Er zijn veel plekken in de gemeente Bergen waar iets leuks, iets cultureels gebeurt, er wonen veel mensen die iets interessants weten en iets kunnen vertellen; laat er één plek

Een mogelijke verklaring voor de duidelijk lagere werkzaamheidsgraad van personen geboren buiten de EU-15 (vooral buiten de EU-28) zou kunnen liggen in het gegeven dat deze

Onder meer gingen de Algemene Staten zich toch bezig houden met zaken van binnen landse aard die een aantal of alle gewesten raakten.. Zo namen zij, in het verlengde van oudere

2) Uitgave: Anti-Revolutionaire Partijstichting 3) A.. CHRISTELIJKE VRIJHEID EN POLITIEKE PARTIJKEUZE 323 christelijke vrijheid heilig te achten, niet slechts als een

Veel lezers verhuisden zonder dat aan ons te melden en wij bleven dan vrolijk nummers sturen, maar daar kwam natuurlijk nooit meer geld voor terug.. We hebben er toen

Intermezzo: relaties met Latijns-Amerikaanse christen-democraten 75 Tegenstelling tussen Duitsers en Italianen: de Nederlanders kiezen partij 77 Deel II: 1968-1978: Verdeeldheid over