Vwo 4 hoofdstuk 4 Eindtoets 3
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 1
Opgave A
Een schatgraver bergt de kostbare lading van een oud scheepswrak op de zeebodem. Daarbij gebruikt hij een roestvrij stalen kabel met een lengte van 40 meter en een diameter van 5,0 cm.
Op het scheepsdek heeft de kabel een temperatuur van 30 °C.
Als de kabel in het zeewater gelaten wordt, neemt de lengte met 1,0 cm af.
1 3p Bereken de temperatuur van het zeewater.
Bij het optakelen van een kist uit het scheepswrak rekt de kabel vervolgens weer met 0,9 mm uit.
2 3p Toon aan dat de spanning in de kabel gelijk is aan 5 MPa.
3 3p Bereken de spankracht in de kabel.
Opgave B
Duikers dragen vaak een wetsuit. Zo’n pak zit strak om je lichaam, maar het is niet compleet waterdicht. Tijdens een duik in koud water vormt zich een dun laagje water tussen het wetsuit en de huid. Toch krijg je het niet koud met een wetsuit aan.
4 3p Leg uit hoe dat komt. Bespreek twee vormen van warmtetransport die hierbij van belang zijn.
Een duiker bevindt zich aan het wateroppervlak en ademt diep in. De luchtdruk op zeeniveau is 1,0 bar. De inhoud van zijn longen is dan 4,5 L. Vervolgens duikt hij tot een diepte van 7 meter.
Op die diepte is de druk in de longen 1,7 bar.
5 2p Bereken de inhoud van de longen van de duiker op 7 meter diepte.
Bij een volgende duik gebruikt de duiker een duikfles met een inhoud van 10 L. Deze duikfles is gevuld bij een druk van 20 MPa en een temperatuur van 45 ˚C. Tijdens de duik ademt hij 10 L lucht per minuut in, bij een druk van 2,5∙105 Pa en een temperatuur van 25 ˚C.
6 3p Bereken hoeveel minuten de duiker maximaal uit de fles kan ademen.