Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2
Opgave 2.1 Elementen leren
Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en ga oefenen.
Opgave 2.2 Meer elementen a. Co
b. Mn c. Zn d. U
Geef naam en atoomnummer van de elementen met de symbolen:
e. Tin 50 f. Argon 18 g. Borium 5 h. Barium 56
Opgave 2.3 Hoeveel atomen?
a. HCN 1 H; 1 C; 1 N b. HNO3 1 H; 1 N; 3 O c. C12H22O11 12 C; 22 H; 11 O;
d. Pb3(PO4)2 3 Pb; 2 P; 8 O
Opgave 2.4 Hoeveel atomen?
a. CH3CH2COOH 3 C; 6 H; 2 O
b. NH4Cr(SO4)2∙12H2O 1 N; 28 H; 1 Cr; 2 S; 20 O c. CH3CHNH2COOH 3 C; 7 H; 1 N
d. 5 H2O + 5 C2H5OH 40 H; 10 O; 10 C
Opgave 2.5 Ontleden van water
a. water → waterstof + zuurstof 2 H2O → 2 H2 + O2
b. In de rechterbuis zit waterstof, omdat het volume en dus ook het aantal moleculen 2x zo groot is.
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v Opgave 2.6 Verbranding van aardgas
aardgas + zuurstof → kooldioxide + water
CH4 + O2 → CO2 + H2O
CH4 + O2 → CO2 + 2 H2O
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2 H2O
Opgave 2.7 Etheen maken met kooldioxide en water kooldioxide + water → etheen + zuurstof
CO2 + H2O→ C2H4 + O2
2 CO2 + H2O→ C2H4 + O2
2 CO2 + 2 H2O→ C2H4 + O2
2 CO2 +2 H2O→ C2H4 + 2,5 O2
4 CO2 +4 H2O→ 2 C2H4 + 5 O2
voor voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v Opgave 2.8 Maken van ammoniak
waterstof + stikstof → ammoniak H2 + N2 → NH3
H2 + N2 → 2 NH3
3 H2 + N2 → 2 NH3
Opgave 2.9 Verbranding van propeen
propeen + zuurstof → kooldioxide + water C3H6 + O2 → CO2 + H2O
C3H6 + O2 →3 CO2 + H2O
C3H6 + O2 →3 CO2 + 3 H2O
C3H6 + 4 ½ O2 →3 CO2 + 3 H2O
2 C3H6 + 9 O2 →6 CO2 + 6 H2O
voor na
N 2 1
H 2 3
voor na
N 2 2
H 2 6
voor na
N 2 2
H 6 6
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v voorvoorv Opgave 2.10 Onvolledige verbranding
aardgas + zuurstof → koolmonoxide + water
CH4 + O2 → CO + H2O
CH4 + O2 →CO + 2 H2O
CH4 + 1 ½ O2 →CO + 2 H2O
2 CH4 + 3 O2 →2 CO + 4 H2O
Opgave 2.11 Kloppend maken oefenen BASIS a. K + Br2 → KBr
2 K + Br2 → 2 KBr
b. H2 + Cl2 → HCl H2 + Cl2 → 2 HCl
c. Na + O2 → Na2O 2 Na + O2 → Na2O
2 Na + 0,5 O2 → Na2O 4 Na + 1 O2 → 2 Na2O 4 Na + O2 → 2 Na2O
voor voor v
voor voor v voor
voor v
voor voor v c. A + Cl2 → ACl3
A + 1½ Cl2 → ACl3
2 A + 3 Cl2 → 2 ACl3
d. P + Cl2 → PCl5
2 P + 5 Cl2 → 2 PCl5
e. Fe + S2 → Fe2S3
4 Fe + 3 S2 → 2 Fe2S3
f. P4 + Br2 → PBr3
P4 + 6 Br2 → 4 PBr3
g. Na + H2 → NaH
2 Na + H2 → 2 NaH h. C6H12O6 → C + H2 + O2 C6H12O6 → 6 C + 6 H2 + 3 O2
Opgave 2.12 Kloppend maken oefenen GEMIDDELD
a. KClO3 → KCl + O2
2 KClO3 → 2 KCl + 3 O2
b. FeCl3 + Na → Fe + NaCl FeCl3 + 3 Na → Fe + 3 NaCl
c. CO + O2 → CO2 2 CO + O2 → 2 CO2
d. SO2 + O2 → SO3
2 SO2 + O2 → 2 SO3
e. ZnO → Zn + O2 2 ZnO → 2 Zn + O2
f. P2O3 → P + O2
2 P2O3 → 4 P + 3 O2
voor na
A 1 1
Cl 3 3
voor na
A 2 2
Cl 6 6
g. KO2 + H2O → KOH + O2
4 KO2 + 2 H2O → 4 KOH + 3 O2
h. NH3 + O2 → NO + H2O
4 NH3 + 5 O2 → 4 NO + 6 H2O
i. P2O5 + H2O → H3PO4
P2O5 + 3 H2O → 2 H3PO4
Opgave 2.13 Kloppend maken oefenen UITDAGING!!
a. H2S + HNO3 → H2O + O + S kan niet
b. FeS2 + O2 → Fe2O3 + SO2
2 FeS2 + O2 → Fe2O3 + SO2
2 FeS2 + O2 → Fe2O3 + 4 SO2
2 FeS2 + 5½ O2 → Fe2O3 + 4 SO2
4 FeS2 + 11 O2 → 2 Fe2O3 + 8 SO2
c. CH4 + H2O → CO + H2 CH4 + H2O → CO + 3 H2
voor na
Fe 1 2
S 2 1
O 2 5
voor na
Fe 2 2
S 4 1
O 2 5
voor na
Fe 2 2
S 4 4
O 2 11
voor na
Fe 2 2
S 4 4
O 11 11
voor na
Fe 4 4
S 8 8
O 22 22
d. NH4Cl + CaO2H2 → CaCl2 + NH3 + H2O
2 NH4Cl + CaO2H2 → CaCl2 + NH3 + H2O
2 NH4Cl + CaO2H2 → CaCl2 + 2 NH3 + H2O
2 NH4Cl + CaO2H2 → CaCl2 + 2 NH3 + 2 H2O
e. TiO2 + CO + Cl2 → TiCl4 + CO2 TiO2 + 2 CO + 2 Cl2 → TiCl4 + 2 CO2
f. PCl3 + H2O → H3PO3 + HCl
PCl3 + H2O → H3PO3 + 3 HCl PCl3 + 3 H2O → H3PO3 + 3 HCl
g. FeS2 + O2 → Fe2O3 + SO2 2 FeS2 + O2 → Fe2O3 + SO2 2 FeS2 + O2 → Fe2O3 + 4 SO2
2 FeS2 + 5 ½ O2 → Fe2O3 + 4 SO2
4 FeS2 + 11 O2 → 2 Fe2O3 + 8 SO2
voor na
Ca 1 1
Cl 1 2
N 1 1
H 6 5
O 2 1
voor na
Ca 1 1
Cl 2 2
N 2 1
H 10 5
O 2 1
voor na
Ca 1 1
Cl 2 2
N 2 2
H 10 8
O 2 1
voor na
Ca 1 1
Cl 2 2
N 2 2
H 10 10
O 2 2
8 uitwerkingen hoofdstuk 2 Basischemie 2018©Vervoort Boeken
h. C6H6O + O2 → CO2 + H2O C6H6O + O2 → 6 CO2 + H2O C6H6O + O2 → 6 CO2 + 3 H2O C6H6O + 7 O2 → 6 CO2 + 3 H2O
i. CO2 + H2O → C6H12O6 + O2 6 CO2 + H2O → C6H12O6 + O2 6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + O2 6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + 6 O2
Opgave 2.14 Kloppend maken oefenen Nog meer oefenen?
Gebruik de website van PhET.
Noteer alle tussenstappen!
Opgave 2.15 Kunstmest maken
Kunstmest wordt gemaakt door een reeks van zes reacties achter elkaar uit te voeren.
1. In het eerste vat reageert water met aardgas. Hierbij ontstaan waterstof en koolstofmonoxide.
2. Waterstof reageert met stikstof uit de lucht tot ammoniak.
3. Ammoniak reageert met zuurstof. Bij deze reactie ontstaan stikstofmonoxide en water.
4. Stikstofmonoxide reageert met zuurstof tot stikstofdioxide
(NO2)
5. Stikstofdioxide reageert met water tot salpeterzuur (HNO3) en stikstofmonoxide.
6. Ten slotte reageert salpeterzuur met ammoniak tot het gewenste eindproduct ammoniumnitraat (NH4NO3).
a.
1. aardgas + water →koolmonoxide + waterstof 2. stikstof + waterstof →ammoniak
3. ammoniak + zuurstof→stikstofmonoxide + water 4. stikstofmonoxide + zuurstof→stikstofdioxide
5. stikstofdioxide + water→salpeterzuur + stikstofmonoxide 6. salpeterzuur + ammoniak→ammoniumnitraat
E F o u t
! G e e n t e k s t m e t d e o p g e g e v e n s t i j l i n h e t d o c u m e n
b.
1. CH4 + H2O →CO + H2
CH4 + H2O →CO + 3 H2
2. N2 + H2 →NH3
N2 + 3 H2 →2 NH3
3. NH3 + O2→NO + H2O
2 NH3 + 2 O2→2 NO + 3 H2O 4. NO + O2→NO2
2 NO + O2→2 NO2
5. NO2 + H2O→HNO3 + NO 3 NO2 + H2O→ 2 HNO3 + NO 6. HNO3 + NH3→NH4(NO3)