• No results found

Kustbroedvogels: teruggedrongen dynamiek en toegenomen verstoring

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kustbroedvogels: teruggedrongen dynamiek en toegenomen verstoring"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

G ro te s te rn [yv es A d a m s]

K

u s t b r o e d v o g e l s

:

T E R U G G E D R O N G E N

D Y N A M I E K

E N T O E G E N O M E N

V E R S T O R I N G 7

Eric W.M. Stienen &. Jeroen Van Waeyenberge

(2)

A B S T R A C T /

s a m e n v a t t i n g

In Flandersaswellasin Europeingeneral, alotofnaturalcoastalareas havedisappearedorcontinueto beseverelydisturbed dueto human activities. Urbanisation, harbourexpansion, industrialdevelopmentandcoastaldefencecausedfixationofdynamiccoastalsystem s. Beachrecre­

ation IS anincreasing sourceof disturbance. Asaconsequence, alotofcharacteristicbreedingbirdshavesufferedadecline innumbersorhave disappeared. Elevenofthesespeciesareincluded intheflemish Redlistofbreedingbirds. Thesituation iscriticalforp i e d a v o c e t[ Re c u r v o r o s t r a a v o s e t t a] , c o m m o n r i n g e d p l o v e r [ Ch a r a d r i u s h i a t i c u l a] , Ke n t i s h p l o v e r [ C . a l e x a n d r i n u s] , c o m m o n t e r n [ St e r n a h i r u n d o] , a r c t i c t e r n [ S . p a r a d i s-

a e a] , l i t t l e t e r n [ S . a l b i f r o n s] a n d s a n d w i c h t e r n [ S . s a n d v i c e n s i s] , Me d i t e r r a n e a n c u l l [ La r u s m e l a n o c e p h a l u s] , m e w g u l l [L. c a n u s] , h e r r i n g g u l l

[L. a r g e n t a t u s] a n d l e s s e r b l a c k-b a c k e d g u l l [L. g r a e l l s i i] arelesssusceptible. Theconstruction andmanagementofspecific breedingareassuch asthe ‘Baaivan Heist’ andthe ‘Sternenschiereiland’ inthe outer harbourof Zeebruggearecrucialforthesurvivalofsomeofthese speciesin

Flanders.

Evenalsinheel Europazijn in Vlaanderen veelnatuurlijke kustgebieden doortoedoen van demensverdwenen ofsterkverstoord. Urbanisatie,

havenuitbreiding, industriëleontwikkelingenkustverdedigingveroorzaakteneenverregaandefixatievandynamischekustsystementerwijlstran-

drecreatie eentoenemende bron vanverstoringvormt. Veel kenmerkendekustbroedvocelszijn hierdoor sterkachteruitgegaanof verdwenen;

N IET M IN D ER DAN 11SO O RTEN ZIJN O PG EN O M EN IN DE V LA A M SE R O D E LIJST VAN BR O ED V O G ELS. V O O R K L U U T [ R E C U R V O R O S T R A A V O S E T T A ] , B O N T B E K P L E V I E R [ Ch a r a d r i u s h i a t i c u l a] , s t r a n d p l e v i e r [ C . a l e x a n d r i n u s] , v i s d i e f [ St e r n a h i r u n d o] , n o o r d s e s t e r n [S. p a r a d i s a e a] , d w e r g s t e r n [ S . a l b i f r o n s] eng r o t e

S T E R N [S. S A N D V I C E N S I S ] IS DE TO ESTA N D H ET M EEST K R IT IEK . Z W A R T K O P M E E U W [ L A R U S M E L A N O C E P H A L U S ] , S T O R M M E E U W [ L C A N U S ] , Z I L V E R M E E U W [L. A R G E N T A ­ T U S ]EN K L E I N E M A N T E L M E E U W [L. G R A E L L S I l ]ZIJN M IN D ER G E V O E LIG . DeA A N LEG , IN RIC H TIN G EN H E T B E H EE R VAN S P E C IF IE K E B R O ED G EB IED EN ZO ALS DE BAAI VAN

(3)

I N L E I D I N G

In de vorige eeuw zijn in heel Europa veel natuurlijke ecosystemen langs de kust verdwenen door toedoen van de mens en zijn de res­ terende fragmenten onder sterke antropogene invloed komen te staan. Van oorspong waren dit sterk dynamische systemen die onder de directe invloed van zout en getij stonden en gekenmerkt werden door een geringe verstoringsdruk. In de loop van twintigste eeuw heeft de mens meer en meer getracht om de invloed van de zee terug te dringen waardoor op veel plaatsen het dynamische karakter van de kustzone sterk verminderde. Het achterland werd verdedigd door waterstaatkundige ingrepen als het aanleggen van dammen en dijken, terwijl bebouwing, havenuitbreidingen en indus­ triële ontwikkelingen een steeds groter beslag legden op natuurlijke ecosystemen langs de Europese kusten. Duingebieden werden vaak afgesneden van het strand door de aanleg van wegen en werden gedeeltelijk ingenomen door campings, bebouwing of als recreatie­ gebieden. Tegelijkertijd heeft het strandtoerisme vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw een enorme vlucht genomen. De eens zo rustige stranden worden nu in de zomermaanden massaal bezet door badgasten en in de wintermaanden worden ze druk bezocht voor een stevige wandeling of het uitlaten van de hond. Als gevolg van de sterk toegenomen recreatiedruk en habitatvernietiging zijn vogelsoorten, die zich in de loop van de evolutie hadden aangepast aan deze specifieke niche, sterk onder druk komen te staan. In veel

Europese landen waaronder België [Lippen s &. Wille, 1972] is de griel

[Burhinus oedicnemus], een kenmerkende broedvogel van duingebie­

den, uitgestorven of sterk in aantal achteruitgegaan. Veel andere kustbroedvogels staan op de Europese Rode lijsten van bedreigde vogelsoorten. Op de Rode lijst van broedvogels in Vlaanderen

[Devo s Sc An s e l in, 1999] komen maar liefst 7 soorten voor die ken­ merkend zijn voor sterk dynamische kustecosystemen, namelijk

kluut [Recurvorostra avosetta], bontbekplevier [Charadrius hiaticulaj, strandplevier [C. alexandrinusj, visdief [Sterna hirundo], noordse stern [S. paradisaea], dwergstern [S. albifronsj en grote stern [S. sandvicensis], Op

deze lijst staan verder nog 4 soorten die eveneens kunnen worden beschouwd als kustbroedvogels [zwartkopmeeuw - Larus melanocep-

balus, stormmeeuw - L. canus, zilvermeeuw - L. argentatus en kleine mantelmeeuw - L. graellsii], maar minder specifieke eisen stellen aan

(4)

E F F E C T E N

O P

K U S T B R O E D -

V O G E L S

H

e t s t r a n d r e s e r v a a t d e

B

a a i v a n

H

e i s t

Ook langs onze kust zijn relatief ongestoorde, dynamische gebieden Voor kustbroedvogels is het behoud en de bescherming van hun

vrijwel geheel verdwenen als gevolg van habitatverlies en een sterk broedgebieden dus van cruciaal belang. Gelukkig zijn in Vlaanderen

toegenomen druk van het toerisme. Het is vaak onmogelijk om weten­ in de afgelopen decennia maatregelen getroffen om enkele van deze

schappelijk te onderbouwen wat hiervan de gevolgen zijn geweest kwetsbare ecosystemen te beschermen. Her en der langs de

voor kustvogels omdat historische gegevens omtrent hun aantallen Vlaamse kust bevinden zich inmiddels beschermde gebieden waar

veelal ontbreken en wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de negatieve invloed van de mens een halt is toegeroepen of waar

verstoring schaars is. Er zijn echter enkele voorbeelden die boekdelen nieuwe natuur is gecreëerd. Bescherming en herstel van

kustecosys-spreken. In het begin van de twintigste eeuw herbergden de Vlaamse temen beperkten zich tot nu toe grotendeels tot duingebieden,

stranden, duinen en inlagen nog vele broedparen van de dwergstern. schorren en zilte graslanden, maar wat betreft de bescherming van

Deze uitermate verstoringsgevoelige broedvogel nestelde op tenmin­ het meest dynamische ecosysteem langs de kust, namelijk het

ste zes locaties langs onze kust. Tot 1950 kwamen hier jaarlijks 50-75 strand, is er nog niet veel gerealiseerd. De Baai van Heist is tot nu

paren tot broeden, maar daarna liep het aantal sterk terug en de laat­ toe het enige stuk Vlaams strand dat gedurende het broedseizoen is 179

ste broedparen werden in 1973 vastgesteld [Van Den Bossche et at., afgesloten voor publiek. Dit natuurreservaat wordt gekenmerkt door

1995; Seys et al., 2000]. Hoewel een oorzakelijk verband nooit weten­ een hoge mate van dynamiek [sterke invloed van wind en zout wa­

schappelijk is aangetoond, lijkt het verdwijnen van deze soort samen ter] en bestaat uit een strandzone met aangrenzende slikken, schor­

te hangen met een sterk toegenomen verstoringsdruk. Eén van de wei­ ren en primaire duinen. Het gebied is ‘spontaan’ ontstaan tegen de

nige onderzoeken naar de negatieve effecten van de recreatieve oostelijk strekdam van de Voorhaven van Zeebrugge. Vóór de afba­

strandgebruiker op kustbroedvogels betreft een studie in het Duitse kening van het gebied als beschermd natuurreservaat werd het als

Waddengebied. De sterke achteruitgang van de broedpopulaties van verlengde van het strand van Heist intensief bezocht door recrean­

strandplevier en dwergstern aldaar ging samen met een sterk toegeno­ ten. Broedpogingen van strandplevieren mislukten steeds als gevolg

men recreatiedruk. Schulz [1991] toonde aan dat in druk bezochte ge­ van verstoring door wandelaars, honden en badgasten. Nadat het

bieden meer dan drie maal zoveel nesten verloren gingen door versto­ gebied in 1998 geheel werd afgesloten voor het publiek en perma­

ring [zowel mensen als honden] en vertrapping dan in minder inten­ nent werd bewaakt tijdens het broedseizoen [april-juli], werden met­

sief gebruikte gebieden. Afsluiting van een gedeelte van het strand een 25 nesten van de dwergstern en 4 nesten van de strandplevier

had meteen zeer gunstige effecten en resulteerde in een sterke toena­ vastgesteld. Deze paren waren helaas weinig succesvol omdat de

me van het aantal broedparen in het afgesloten gedeelte [Schulz &. nesten werden overstoven met zand. In 1999 bedroeg het aantal

Stock, 1993]. Zo zijn er tal van voorbeelden die, hoewel ze vaak anek­ broedparen van dwergstern, strand- en bontbekplevier respectievelijk

dotisch zijn, erop wijzen dat verlies aan broedareaal en een afgeno­ 83, 30 en 3. Hoewel in 1999 wel veel eieren uitkwamen, werden de

men broedsucces debet zijn aan de achteruitgang van deze soorten uitgekomen kuikens massaal gepredeerd door torenvalken. In 2000

(5)

H

e d e n

,

v e r l e d e n e n t o e

­

k o m s t

2 paar van dwergstern, strandplevier en bontbekplevier] en werden wederom veel nesten overstoven met zand. Het is onduidelijk of de geringe broedresultaten ertoe hebben bijgedragen, maar een feit is dat er in 2001 helemaal niet meer werd gebroed in de Baai van Heist. Een andere meer waarschijnlijke oorzaak van de achteruit­ gang van het aantal broedparen was de aanleg van een nieuwe ogenschijnlijk nog geschiktere broedgelegenheid in de directe omgeving, namelijk het Sternenschiereiland. Deze speciaal ingerich­ te broedplaats voor pioniersoorten als sternen en plevieren werd in 1999 aangelegd aan de landzijde van de oostelijke havendam. Hoewel het Sternenschiereiland geen beschermde status geniet, is het gebied qua biotoop en verstoringsdruk [de oostelijke havendam is ontoegankelijk voor het publiek] vergelijkbaar met de Baai van Heist en kan dus worden gezien als ’s lands tweede strandreservaat dat vrij is van menselijke verstoring. Het Sternenschiereiland her­ bergde maximaal 126 paar dwergsterns, 257 paar visdieven, 51 paar

kokmeeuwen, 25 paar strandplevieren en 4 paar bontbekplevieren.

(6)

soort meer erratisch is, zijn ook de aantallen van deze soort van internationaal belang [maximaal 1650 broedparen in 1993]. In de nabije toekomst zullen de broedgebieden in de westelijke Voor­ haven geheel verdwijnen. Dan zijn de sternen en plevieren geheel aan­ gewezen op de Baai van Heist en het Sternenschiereiland. Het zijn dus cruciale gebieden voor het voortbestaan van dwergstern en strand-

plevier in Vlaanderen. Ook andere kustbroedvogels [met name visdief

en grote stern] die momenteel nog grotendeels hun toevlucht vinden in de westelijke Voorhaven zullen in de nabije toekomst zijn aangewezen op de Baai van Heist en het Sternenschiereiland. Lessen uit het verle­ den en ervaringen in het buitenland hebben duidelijk gemaakt dat het behoud van broedgebieden die speciaal zijn aangelegd voor kust­ broedvogels alleen mogelijk is door middel van gerichte beheersmaat­

regelen [o.a. Mein inger & Graveland, 2002]. Hoewel dynamische bio­

topen zoals de Baai van Heist en het Sternenschiereiland uniek en zeer waardevol zijn voor kustbroedvogels, blijven het toch onnatuurlij­

ke biotopen die gefixeerd zijn op één locatie. Daardoor krijgt de vege­ tatie op den duur de kans om zich te ontwikkelen en kunnen er zich gemakkelijk landroofdieren vestigen waardoor ze niet langer geschikt zijn als broedplaats. Van oorsprong waren natuurlijke broedplaatsen voor kustbroedvogels ofwel gebieden die spontaan ontstonden en na verloop van tijd weer verdwenen, ofwel eilanden die regelmatig wer­ den overspoeld door zout water waardoor de vegetatiesuccessie werd teruggezet en landroofdieren geen kans kregen om zich te vestigen. Inmiddels is er veel ervaring opgedaan die kan worden aangewend om ook in gefixeerde dynamische ecosystemen het voortbestaan van kust­ broedvogels te verzekeren. Wat echter vooral van belang is om onze kustbroedvogels te behouden na het verdwijnen van de broedgebieden in de westelijke Voorhaven, is ofwel een sterke oppervlaktevergroting van het Sternenschiereiland ofwel de creatie van nieuwe broedgebie­

den in de directe omgeving [Van Wayenberceet al., 2002].

(7)

Visdief

Voorhaven Sternenschiereiland

strandplevier

VoorhavenBaai van Heist Sternenschiereiland

(8)

R E F E R E N T I E S

Ar ts, F. 2000. Literatuuronderzoek naar de effecten van recreatie en vegetatiesuccessie op kustbroedvogels. RIKZ werkdocument

RIKZ/OS/2000.822X. Rijksinstituut voor Kust en Zee, Middelburg, 43 p.

Dev o s, K. & An s e l in, A-, 1999. Broedvogels. In: Kuijken, E. [red.] Natuurrapport 1999. Toestand van de natuur in Vlaanderen: cijfers voor het beleid. Mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud 6, Brussel: 48-51.

Lip p en s, L & Wille, H., 19 72. Atlas van de vogels van België en West-Europa. Lannoo, Tielt, 846 p.

Me in in g e r, P. L. & Gravelan d, J., 2002. Leidraad ecologische herstelmaatregelen voor kustbroedvogels: balanceren tussen natuurlijke processen en ingrijpen. Rapport RIKZ/2002.046. Rijksinstituut voor Kust en Zee, Middelburg, 64 p.

Sc h u l z, R., 1991. Der Einfluß von Storungen auf die Verteilung den Brutefolges des Seeregenpfeifers Charadrius alexandrinus, L. 1758, im Vorland von St. Peter-Bohl. Diplomarbeit Universtät Kiel, Kiel.

Sc h u l z, R. & St o c k, M., 1993. Kentish Plovers and tourists: competitors on sandy coasts. Wader Study Croup Bulletin 68: 83-91.

Seys, J., Meir e, P. & Ku ijken, E., 2000. Focal species and the designation and management of marine protected areas: sea- and Coastal birds in

Belgian marine waters. In: Sey s, j. [ed.]. Sea- and Coastal bird data as tools in the policy and management of Belgian marine waters.

Ongepubliceerde doctoraatsverhandeling Universiteit Gent: 40-67.

St ie n e n, E. W. M. & Van Wa e y e n b e r g e, J., 2002. Verstoken van verstoring: het belang van de Baai van Heist als rust- en broedgebied voor vogels. In: Mees, J.; Sey s, ].; Ha s p e s l a g h, j.; Herrier, J.-L. De Vlaamse stranden: steriele zandbakken of natuurpatrimonium? Academische studiedag 5 Jaar Strandnatuurreservaat ‘De Baai van Heist’. VLIZ Special Publication 9: 1-10.

Tu lp, I., 1998. Reproductie van Strandplevieren en Bontbekplevieren op Terschelling, Griend en Vlieland in 1997. Technisch Rapport 19.

Vogelbescherming Nederland, Zeist.

VAty den Bo s s c h e, W., Meire, P., An s e l in, A., Ku iik e n, E., De Pu tter, G., Or bie, G. & Willem yn s, F., 1995. Ontwikkeling en toekomst van sternenko­ lonies aan de Belgische kust. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud 95.03, Brussel, 50 p.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ONDERZOEKSMODULE I verplaatsingen op macro schaal module I.I veranderingen in termen van het aantal broedparen... Eric

Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de w alle, Nicolas Vanermen, Hilbran Verstraete Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is

In de voorbije jaren zorgden die lokaal voor verstoring en voor predatie bij grote meeuwen (adulte vogels, kuikens en vooral eieren), maar dat had altijd een

Er zijn wel meer vogelsoorten die aan onze kust broeden, maar als kenners het over ‘kustbroedvogels’ hebben, bedoelen ze een bijzondere groep van sternen, meeuwen en steltlopers

Voor een deel zal dat te maken hebben met het feit dat behoorlijk wat meeuwen op de daken in de voorhaven van Zeebrugge zijn gaan broeden, waar het aflezen van kleurringen en

26  Rapporten van het Instituut voor Natuur‐ en Bosonderzoek 2018 (64)  www.inbo.be   

Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de walle, Nicolas Vanermen & Hilbran Verstraete Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO)

Het aantal grote meeuwen in Vlaanderen is dan wel afgenomen, maar ze broeden op steeds meer verschillende locaties, meer en meer in stedelijk en industrieel gebied en almaar vaker