Inspraakverslag uitwerkingsplan De Meeuwen
Ten behoeve van het uitwerkingsplan De Meeuwen is een inspraakprocedure gevolgd. In het kader van deze procedure heeft het plan met ingang van 3 mei tot en met 30 mei 2018 ter inzage gelegen.
Gedurende deze termijn kon schriftelijk, ook via de gemeentelijke website, op het uitwerkingsplan worden gereageerd. Er zijn zes inspraakreacties binnengekomen, alle afkomstig van bewoners van de Barkmolenstraat. Een samenvatting van de inspraakreacties met de gemeentelijke reactie daarop is hierna opgenomen. De volledige inspraakreacties zijn afzonderlijk bijgevoegd.
Stedenbouwkundige aspecten
Inspraakreactie
Er wordt bezwaar gemaakt tegen het hoogteaccent met vijf bouwlagen op de kop van de rij woningen langs de Europaweg.
Gemeentelijke reactie
Onder andere naar aanleiding van de inspraakreacties is het stedenbouwkundig ontwerp aangepast. In het voorontwerp-uitwerkingsplan waren twee stroken met woningen langs de Europaweg opgenomen, waarbij de maximale bouwhoogte was bepaald op 13 meter, met een ruimtelijk accent op de kop met een maximale bouwhoogte van 16 meter. Dit hoogteaccent is in het ontwerp-uitwerkingsplan
geschrapt. In plaats hiervan voorziet het uitwerkingsplan langs de Europaweg nu in vier stroken met woningen. Voor de eerste twee stroken vanaf het noorden (richting binnenstad) is een bouwhoogte vastgelegd van maximaal 13 meter, voor de twee meest zuidelijke stroken (richting Zuidelijke Ringweg) is de maximale bouwhoogte 15 meter.
Inspraakreactie
Waar de bewoners van het laatste blok aan de Barkmolenstraat al jaren uitkijken op een mooi stuk groen, krijgen zij straks direct tegenover zich een rij woningen waardoor uitzicht, lichttoetreding en privacy drastisch wordt verminderd. De kantoren in het oorspronkelijk plan stonden niet zo dicht op de woningen en zouden ontsloten worden op de parallelweg. Bovendien zou de privacy van de bewoners 's avonds en in het weekend behouden blijven, omdat er geen sprake zou zijn van bewoning.
Daarom wordt voorgesteld deze woningen te laten vervallen of (gedeeltelijk) op een andere plek te realiseren. Bijvoorbeeld door verlenging van het blok in het verlengde van het bestaande blok aan de Barkmolenstraat, of een laag extra op datzelfde blok (met eventueel versmalling van de kavels).
Gemeentelijke reactie
Volgens het destijds geldende bestemmingsplan De Brink / De Meeuwen konden er tegenover het blok aan de Barkmolenlaan kantoorgebouwen worden gebouwd in minimaal 4 lagen tot maximaal 8 lagen, wat neerkwam op een minimale bouwhoogte van 14 meter en een maximale bouwhoogte van 28 meter. Tevens was een parkeerdek in één laag toegestaan over een groot deel van het voor kantoorbebouwing in aanmerking komende terrein. In het nu voorliggende bestemmingsplan is voorzien in drie stroken woningen tegenover en in het verlengde van de woningen aan de
Barkmolenstraat. Deze borduren voort op het bestaande stedenbouwkundig patroon en hebben een maximale bouwhoogte van 10 meter. Dit is dezelfde hoogte als de maximaal toegestane bouwhoogte van de woningen van insprekers, die volgens het bestemmingsplan De Meeuwen-De Brink 2017 ook 10 meter bedraagt. De nieuwe woonblokken sluiten daarmee goed aan op de bestaande bebouwing.
Vergeleken met het oude bestemmingsplan De Brink / De Meeuwen is de situatie voor de bewoners volgens ons dan ook gunstiger is geworden.
Inspraakreactie
Het is onduidelijk wat de werkelijke bouwhoogte kan worden. Er wordt gesproken over het bouwen
van woningen boven een minimale hoogte in verband met de te verwachten grondwaterstand, wat
waarschijnlijk zal inhouden dat de grond wordt opgehoogd, waardoor de maximale bouwhoogte ten
opzichte van de bestaande bebouwing nog hoger wordt. De bouwhoogte moet worden gemeten vanaf
het huidige maaiveld.
Gemeentelijke reactie
Volgens de regels van het uitwerkingsplan wordt de bouwhoogte gemeten vanaf het peil. Onder peil wordt in het uitwerkingsplan verstaan:
a. voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde: het aansluitende afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke niet bij het verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Het huidige terrein tussen de Barkmolenstraat en de Europaweg ligt gemiddeld op ca 1,30+ NAP. De huidige berm langs de Barkmolenstraat heeft een hoogte van ca 1,80+ NAP. De grootste
maaiveldhooge in het plan wordt 2,04 + NAP. Voor de bepaling van de toegestane bouwhoogte is dit dus de maximale hoogte, waarmee moet worden gerekend.
Inspraakreactie
Het ontwerp komt te dicht op de straat van de huidige bewoners.
Gemeentelijke reactie
De afstand tussen de voorgevel van de bestaande woningen aan de Barkmolenstraat en de
geprojecteerde woningen aan de overzijde van de straat bedraagt minimaal 20 meter. Dit is in relatie tot de toegestane bouwhoogte een aanvaardbare afstand.
Woningbouwprogramma
Inspraakreactie
Het maximaal aantal woningen in het plan is te veel. Er wordt nog steeds gesproken over het maximum- aantal woningen van 140. Dit in tegenstelling tot de suggestie dat dit circa 82 tot 85 woningen betreft. Gezien de mogelijkheid om woningen groter dan 140 m2 te splitsen in meerdere woningen / eenheden van minimaal 50m2 zou de situatie kunnen ontstaan dat er dus alsnog 140 woningen gebouwd worden. Het aantal parkeerplaatsen dient dan ook gebaseerd te worden op het aantal van 140 woningen.
Gemeentelijke reactie
Op grond van de uitwerkingsregels van het moederplan (bestemmingsplan De Meeuwen – De Brink 2017) mag het aantal te bouwen woningen maximaal 140 bedragen. In de toelichting van het voorontwerp-uitwerkingsplan is aangegeven dat circa 85 woningen zullen gebouwd. In het ontwerp- uitwerkingsplan is het aantal te bouwen woningen nu in de planregels aan een maximum gebonden.
Om nog enige marge te houden is dit aantal juridisch vastgelegd op 90. Dit is beduidend minder dan volgens het moederplan mogelijk is. Het uitwerkingsplan voldoet hiermee dus ruimschoots aan de uitwerkingsregels. De mogelijkheid in het uitwerkingsplan voor woningsplitsing is een
afwijkingsbevoegdheid. Deze maakt alleen een afwijking mogelijk van het verbod om een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen, niet om af te wijken van het maximum- aantal van 90 woningen. Bij afwijking van het verbod op splitsing zal een afweging moeten worden gemaakt, waarbij de effecten op de omgeving moeten worden betrokken, waaronder de
parkeerbehoefte. Deze wordt berekend op basis van de aan het uitwerkingsplan gekoppelde parkeernormen. Zie hierna.
Verkeer en parkeren
Inspraakreactie
Er is veel onduidelijkheid over de routing van het verkeer in dit plan. Verwacht wordt dat de
verkeersdrukte in de Barkmolensstraat zal toenemen; daarom wordt gepleit voor éénrichtingsverkeer of afsluiting middels een paal en minimaal handhaving van de huidige snelheidsremmende
maatregelen in de straat; ook wordt verzocht om geen snelheidsremmende maatregelen in te voeren op
de parallelweg.
Gemeentelijke reactie
Het verkeer kan gebruik maken van de ontsluiting van de Barkmolenstraat op de Griffeweg of van de parallelweg van de Europaweg. Door uitbreiding van het bestaande woningbestand zal ook de
verkeersintensiteit toenemen. Gelet op het gemiddeld aantal motorvoertuigbewegingen per woning per weekdagetmaal (2,8; bron C.R.O.W.) zal dit niet tot een onaanvaardbare verkeersbelasting leiden.
Het instellen van éénrichtingsverkeer betekent dat het per definitie drukker wordt dan nodig en blijft daarom achterwege.
Inspraakreactie
In de tekst wordt gesproken over een weg langs de woningen gelegen aan de groenstrook grenzend aan de Europaweg en een zijstraat voor de kopwoningen. Deze worden niet weergegeven op de afbeelding
‘wegen en doorsteken in het plangebied’. Derhalve wordt ervan uitgegaan dat deze wegen er ook niet komen.
Gemeentelijke reactie
Er komt in het gewijzigde stedenbouwkundig plan een weg voor de woningen aan de zijde van de Europaweg. Deze loopt vanaf de Barkmolenlaan langs het meest noordelijk woningblok en buigt dan af naar het zuiden, om aan het eind weer aan te sluiten op de doortrekking van de Barkmolenstraat richting parallelweg.
Inspraakreactie
Er is onduidelijkheid met betrekking tot de parkeerdruk op de buurt. Krijgen de nieuwe woningen eigen parkeerplekken, ondergronds of gebonden aan hun woning? Bij 140 woningen zullen 1,6 x 140
= 224 – 36 = 188 parkeerplaatsen op eigen terrein moeten worden aangelegd. Deze aantallen (188 parkeerplaatsen op eigen terrein en 36 extra openbare parkeerplaatsen) zullen in het
ontwerpuitwerkingsplan benoemd moeten worden. Er wordt geen zekerheid gegeven dat de grondgebonden eigen parkeerplaatsen niet als tuin gebruikt mogen worden.
Gemeentelijke reactie
Er moet worden voldaan aan de Beleidsregels Parkeernormen 2012. Volgens deze beleidsregels geldt voor de te bouwen woningen een norm van 1,6 parkeerplaats per woning. Daarbij is ook rekening gehouden met bezoekersparkeren. Uitgangspunt is dat de parkeerplaatsen op eigen terrein worden aangelegd. Volgens de Beleidsregels Parkeernormen 2012 wordt bij nieuwbouwwijken het hele plangebied als het ‘eigen terrein’ beschouwd. Dat betekent dat er ook in de nieuwe openbare ruimte geparkeerd mag worden. Er worden 85 woningen gebouwd. Volgens de norm zijn er dus 136 parkeerplaatsen nodig. Er worden 140 parkeerplaatsen gerealiseerd. Volgens het gewijzigde
stedenbouwkundige plan worden deze alle aangelegd in de openbare ruimte in of direct aansluitend op het plangebied. Er komen dus meer parkeerplaatsen dan op grond van de gemeentelijke
parkeernormen is vereist. Hiermee wordt voldaan aan de parkeereisen, vastgelegd in het
uitwerkingsplan en in de beleidsregels. De conclusie is dan ook dat er geen risico is op parkeeroverlast in de omgeving.
Inspraakreactie
In het oog springende bebouwing is afleidend voor het verkeer.
Gemeentelijke reactie
Afleiding voor het verkeer zou hooguit het geval zijn als er bewegende (reclame-) beelden zouden worden geprojecteerd vanaf de bebouwing. Daarvan is geen sprake. De situatie die hier ontstaat wordt een alledaagse situatie die op allerhande plekken in Nederlandse steden voorkomt.
Wateroverlast en wadi's
Inspraakreactie
De manieren van waterberging dienen vooraf te worden berekend en opgenomen in het plan.
Gevreesd wordt voor wateroverlast in de wijk. Hoe waarborgt dit plan dat er geen wateroverlast ontstaat in de wijk?
Een wadi is geen groenvoorziening. Voor waterberging in de groenstroken is een grote diepte nodig;
wat blijft er dan nog over van het groen? Daarbij komt dat er dan een dijk van minimaal een meter hoog om deze groenstroken dient te komen, alsmede pompen van voldoende capaciteit en aangesloten op een noodspanningsinstallatie om in geval van calamiteiten het water in deze bovengrondse
bergingen te pompen. Wie beheert de wadi's?
De waterberging zou op het grondgebied van de woning zelf moeten worden opgevangen, waarbij dit water ideaal voor het grijze watercircuit in de woning gebruikt kan worden. Dit bespaart op het kostbare drinkwater en buffert ook nog eens de piek in neerslag.
Gemeentelijke reactie
De manieren van waterberging zijn omschreven in het uitwerkingsplan.
Door de aanleg van infiltratievoorzieningen in de vorm van waterdoorlatende verharding en wadi’s ontstaat er gebied waarin water tijdelijk kan worden geborgen en vertraagd kan worden afgevoerd.
Wadi’s bestaan uit verlaagde grasveldjes, al dan niet beplant met solitaire heesters die zorgen voor voldoende waterberging. Zij worden beheerd door de gemeente en zullen wateroverlast voorkomen.
De wadi krijgt een zodanige diepte en drainage, dat er zowel water tijdelijk kan worden geborgen als beplanting groeien. Beplanting is mogelijk in de vorm van bijvoorbeeld solitaire heesters en riet. De drainage zorgt voor de afvoer van het water uit de waterberging; hiervoor is geen pomp noodzakelijk.
Opvang van regenwater door bewoners is inderdaad een goed idee, alleen kan de gemeente dit (nog) niet verplichten. Wel wordt het gebruik van regentonnen gestimuleerd door gebruik te maken van de kortingsactie vanuit de gemeente. Ook kan subsidie worden verkregen voor de aanleg van een groen dak, dat onder andere zorgt voor buffering van regenwater.
Groen
Inspraakreactie
Gewenst is behoud van de ongecultiveerde groene ruimte voor mens en dier.
Er wordt gesproken over het kappen van bomen, maar ook het verwijderen van struikgewas /houtopschot zou niet mogen leiden tot nadelige effecten op broed-, verblijfs-, migratie- en foerageerfuncties.
De uitslag van het verdiepend onderzoek naar de jonge wilgenbeplanting als essentieel foerageergebied voor vleermuizen dient meegenomen worden in het ontwerpplan. Het aantal
vleermuizen is afgenomen sinds men met de werkzaamheden van de zuidelijke ringweg is gestart. Ook de invloed van de ombouw van de zuidelijke ringweg dient meegewogen te worden bij de beslissing of de (wilgen)beplanting gehandhaafd dan wel versterkt dient te worden binnen het plangebied.
Gemeentelijke reactie
De laanbeplanting met lindes langs de Europaweg blijft gehandhaafd en wordt versterkt door nieuwe aanplant. Ook de dubbele bomenrij in de Barkmolenstraat blijft behouden en wordt doorgetrokken langs de verlengde Barkmolenstraat. De houtopstanden midden in het plangebied worden grotendeels gekapt.
Dit levert de volgende groenbalans op. Van de aanwezige vergunningplichtige bomen dienen 8 bomen te worden geveld, 46 bomen kunnen worden behouden en 4 bomen worden verplant. De te vellen bomen worden gecompenseerd in het plangebied. Van de aanwezige houtopstanden wordt 5.102 m2 verwijderd en blijft 2.776 m2 behouden. Van de te verwijderen houtopstanden wordt iets meer dan de helft in het plangebied gecompenseerd. Voor de resterende houtopstanden is dat in het plangebied of de directe omgeving van het plangebied fysiek niet mogelijk, gezien de ruimte die voor de geplande woningbouw nodig is. Hiervoor vindt financiële compensatie plaats, die voor groenaanleg elders zal worden ingezet.
Uit het ecologisch onderzoek blijkt dat in het plangebied exemplaren van de gewone dwergvleermuis
foerageren. Dit is een algemeen voorkomende soort, die zich aan veranderde omstandigheden kan
aanpassen. Door de aanleg van wadi’s, de groencompensatie en de aanleg van een vijver op de kop van het plangebied kunnen de nadelige gevolgen voor het foerageergebied van de gewone
dwergvleermuizen worden gemitigeerd en wordt daarmee voldaan aan de Wet natuurbescherming.
Inspraakreactie
De rij lindebomen langs het plangebied en de tussen de bomen groeiende struiken en hout- opstanden moeten worden gespaard en benoemd ten behoeve van flora en fauna. Ook de minimale afstand van 11 meter vanaf de stam van de lindebomen dient als verplicht te worden vastgelegd (kroon 9 meter + 2 meter). Strikt noodzakelijke kap in het plangebied zelf dient binnen het plangebied gecompenseerd worden.
Gemeentelijke reactie
De rij lindenbomen langs de Europaweg blijft behouden, met uitzondering van één boom die in verband met de aan te leggen ontsluiting op de parallelweg moet worden verwijderd. Er wordt rekening gehouden met de groenzone van de te handhaven bomen (boomkroonprojectie vermeerderd met een zone van 2 meter rondom deze projectie). De groencompensatie zal deels in het plangebied worden gerealiseerd, deels daarbuiten moeten worden ingevuld. Zie verder hierboven.
Inspraakreactie
In plaats van een voetpad tussen de woningen B en de bomenrij kan de ruimte beter aangewend worden voor groen in plaats van stenen. Een paar meter verder op loopt namelijk al een voetpad (van de ventweg) evenwijdig aan het voorgestelde voetpad; ook vanuit sociale veiligheid, inbraakpreventie en ecologie geeft een beplante strook voordelen.
Gemeentelijke reactie
In het gewijzigd stedenbouwkundig ontwerp is gekozen voor een straat voor de woningen aan de zijde van de Europaweg. Deze wordt ingericht als shared space. De woningen worden hierop ontsloten. Een voetpad naar de ventweg -zoals inspreker voorstelt- levert per saldo meer verharding op. Dan moet er namelijk vanaf die weg naar elke voordeur een pad door het groen worden aangelegd.
Geluid
Inspraakreactie
Er ontbreekt een goede geluidstudie in het plan. Hierdoor wordt het onvoorspelbaar wat het geluid van de Europaweg met de huidige bebouwing gaat doen. In het plan is onvoldoende rekening gehouden met de veranderingen door het aanpassen van de Ring Zuid.
De opening in de woningrij langs de Europaweg zal het doorlaten en de weerkaatsing van het
overmatige geluid richting de bestaande bouw versterken. Deze woningrij zal aaneengesloten moeten worden opdat de geluidwerende eigenschappen niet ongunstiger gaan uitpakken.
Wat betreft verkeerlawaai is het onbegrijpelijk dat een geluidontheffing zal volstaan om plezierig te kunnen wonen. De geluidsdruk op de gevel is nu al hoger dan de grenswaarde, daarom wordt de toepassing van geluidwerende maatregel(en) in het plangebied verlangd, zoals ook in het bestemmingsplan van 1997 was bedoeld.
Gemeentelijke reactie
Ten behoeve van het uitwerkingsplan is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hierin zijn alle relevante geluidsbronnen, waaronder de toekomstige Ring Zuid, meegenomen. Verwezen wordt naar het rapport ‘Akoestisch onderzoek Wegverkeer woningbouwplan De Meeuwen Groningen’,
adviesbureau WMA, d.d. 13 maart 2019. Dit wordt als bijlage bij het ontwerp-uitwerkingsplan
gevoegd. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op de
Zuidelijke Ringweg en de Europaweg in een groot deel van het plangebied uit komt boven de
voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De geluidsbelasting blijft echter onder de maximaal toelaatbare
geluidsbelasting van 53 dB voor de Zuidelijke Ringweg en 63 dB voor de Europaweg. Voor zover de
voorkeursgrenswaarde wordt overschreden zullen voor de nieuwe woningen hogere waarden moeten
worden vastgesteld. De procedure hiervoor zal gelijktijdig met de procedure voor het uitwerkingsplan worden doorlopen.
In de voorontwerpfase is toegezegd een vergelijking te maken tussen de geluidsituatie met en de geluidsituatie zonder nieuwe bebouwing. Deze vergelijking is eveneens bijgevoegd als bijlage. Uit de vergelijking blijkt, dat de geluidsbelasting op de gevels van bestaande woningen achter de
geprojecteerde woningen zal afnemen. De afname varieert van enkele tienden dB's tot circa 12 dB.
Externe veiligheid
Inspraakreactie
De uitgangspunten voor het bepalen van de veiligheidsrisico zijn niet voldoende onderzocht. De tankwagen, die LPG vervoert naar het LPG-tankstation aan de Europaweg, rijdt met een deel van de lading terug over de westzijde van de Europaweg. Hetzelfde geldt voor andere gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld die van het UMCG, zuurstof, radioactief materiaal, chemische en / of biologische gevaarlijke stoffen).
Gemeentelijke reactie
Voor het uitwerkingsplan zijn de relevante risicobronnen rondom het plangebied onderzocht. Dit zijn het LPG-tankstation aan de Europaweg en enkele transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (de spoorlijn Groningen Oost – Sauwerd en de Rijksweg A7). Uit het externe
veiligheidsonderzoek blijkt dat de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico vanwege deze
risicobronnen niet wordt overschreden. Wel ligt het plangebied (deels) binnen het invloedsgebied van deze risicobronnen. Het groepsrisico is echter aanvaardbaar. Daarmee kan worden geconcludeerd dat wordt voldaan aan de wettelijke normen voor externe veiligheid.
Inspraakreactie
In het ontwerpplan dient ook het advies van de veiligheidsregio Groningen Cluster Stad te worden opgenomen.
Gemeentelijke reactie
Het advies van de veiligheidsregio zal aan de bijlagenbundel worden toegevoegd.
Overige punten