• No results found

Brug zonder pijlers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Brug zonder pijlers"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

pagina 1 van 3

30 oktober 2012 Utrecht,

Reactie MOgroep op Regeerakkoord.

Analyse voor Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Opvang.

Brug zonder pijlers

Gemeenten krijgen van het kabinet zo op het oog meer ruimte om nieuwe verbindingen te leggen tussen (jeugd)zorg, participatie en arbeidsre-integratie, maar de pijlers onder deze ruimte en transities worden wegbezuinigd. Het op maandag 29 oktober 2012 gepresenteerde regeerakkoord ademt een sfeer van meer ruimte voor lokaal maatwerk voor de burger en bestuurlijke

schaalvergroting. Tegelijkertijd worden echter de daarmee gewenste efficiencyslagen alvast als kabinetsbezuinigingen ingeboekt.

Financiën

Zorgelijk vindt de MOgroep de extra bezuinigingen op gemeenten. Het kabinet neemt een financieel voorschot op schaalvergroting bij gemeenten. Dit zet de dienstverlening in de buurt en dichtbij de (kwetsbare) burger nog meer onder druk. Het Rijk stelt gemeenten en maatschappelijke organisaties op deze manier wel voor een hele grote uitdaging om alle veranderingen in het sociale domein tegen

‘bodemkosten’ of minder, op verantwoorde wijze uit te voeren. Dit alles heeft consequenties voor de dienstverlening aan burgers.

Het Sociale Domein

De MOgroep is verheugd dat het kabinet de decentralisaties doorzet.

Kortzichtig en ronduit slecht vindt de MOgroep de afschaffing per 2015 van de wettelijke verplichte maatschappelijke stages (voor scholen schooljaar 2015/16). Afschaffen staat haaks op de roep om meer maatschappelijke betrokkenheid van burgers, en de groeiende behoefte aan vrijwilligers. Juist via de Maatschappelijke Stage maken jongeren kennis met het sociale domein, vrijwilligerswerk en zorg. Afschaffen is weggooien van toekomstig vrijwilligerspotentieel.

Het kabinet neemt bij de decentralisatie in het sociale domein ‘één gezin, één plan, één regisseur’ als uitgangspunt. Dat wordt zichtbaar bij zowel de wet Werken naar Vermogen, de AWBZ, de Wmo als de Conceptwet Jeugdhulp. Dit vergt volgens het kabinet ook één budget en één verantwoordelijke van overheidszijde. Hoewel veel nader uitgewerkt moeten worden, beschouwt de MOgroep dit als een

(2)

pagina 2 van 3

tussenstation en een stap in de goede richting van ontkokering, ontschotten en efficiënter

samenwerken. De MOgroep heeft hier zich tijdens de kabinetsonderhandelingen sterk gemaakt. Als stip op de horizon heeft de MOgroep ook gepleit voor één wet voor het totale sociale domein. De MOgroep blijft zich in de lobby hiervoor inzetten.

Zorg dichtbij

Het kabinet wil vanaf 2015 investeren in ‘extra wijkverpleegkundigen met een bedrag dat oploopt tot minimaal 250 miljoen in 2017.’ De MOgroep waardeert de investering op lokaal niveau in zorg voor en hulp aan burgers. De MOgroep waarschuwt dat voorkomen moet worden dat er aparte medische kokers in de wijk ontstaan, en pleit om een deel van deze middelen breder in te zetten voor efficiënte samenwerking met welzijn in de wijk. Zo realiseer je geïntegreerde wijkteams met zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Voorkom aparte wijkteams èn aparte zorgteams.

AWBZ en Wmo

De transitie AWBZ wordt in 2015 uitgebreid met ‘persoonlijke verzorging’. Dat betekent dat er meer zorggerelateerde taken door vrijwilligers en mantelzorgers, met ondersteuning van onder meer welzijnsorganisaties opgepakt moeten worden. Dat is een forse taakverzwaring voor

vrijwilligersondersteuning. Extra facilitering hiervoor is hard nodig. De MOgroep pleit niet voor niets voor extra ondersteuning van vrijwilligerswerk van 100 miljoen euro.

Wet Kinderopvang, Peuterspeelzaalwerk, VVE

De financiering van peuterspeelzalen gaat onder de Wet Kinderopvang vallen. De MOgroep onderschrijft deze financiële harmonisatie. Zo ontstaat er een basisvoorziening voor alle peuters, ongeacht of ouder(s) werken of niet, voor iedere peuter enkele dagdelen als basisvoorziening.

Tenminste, als de afstemming geborgd wordt tussen de wet Kinderopvang en het sociale domein.

Alleen dan houden gemeenten de regie op lokale onderlinge afstemming van onderwijs, welzijn, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. De MOgroep onderschrijft ook de versterking van het (taal- )niveau van de beroepskrachten en roept hierin op zoveel mogelijk gebruik te maken van het bestaande personeel, door middel van bij- en nascholing. Wel moeten ook peuters van

eenoudergezinnen, of waarvan 1 vd ouders werkt, recht krijgen op paar dagdelen voorziening.

Meer informatie http://www.mogroep.nl/

De MOgroep is de brancheorganisatie voor Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Opvang.

Niet voor publicatie:

Perscontacten: Jennifer Elich, 06 – 15060736, communicatieadviseur MOgroep.

(3)

pagina 3 van 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De deelnemers wordt gevraagd om een kwartier een wandeling te maken en zich te verplaatsen naar 2011, als de maatschappelijke dialoog nanotechnologie is gevoerd, en zich

Eerst trilde de brug nog nauwelijks, maar doordat er steeds meer mensen in hetzelfde ritme over de brug gingen lopen als waarmee de brug trilde, werd het trillen van de brug

3p 28 Geef in de figuur op de uitwerkbijlage de verwerkers, instellingen en verbindingen aan die nodig zijn voor deze

In hoofdstuk 6 wordt verdere aandacht besteed aan de functie(s) en werking van de meerjarenraming als onderdeel van de perspectiefnota. Bij veranderingen in de planning en control

Deze lagere pre- valentie kan enerzijds te verklaren zijn doordat bepaalde risico- verhogende factoren (i.e. factoren die de kans op pesterijen verhogen), in mindere mate voorkomen

Niet alleen blijft de opkomst voor de Kamerverkiezingen onveranderd hoog, boven de zeventig procent, en is er geen sprake van het ontstaan van een 'electorale

De herziening van de begroting, voorgestelde ombuigingen en de vraag structureel extra budget beschikbaar te stellen, maken dat er in 2016 nog een tekort van 788.200 euro

In elk stadium van planmatigheid stellen de managers en beslissers dus andere eisen aan de financiële instrumenten. De werkelijk door een financiële functie