• No results found

De mythe van de leesbevorderaar. In hoeverre bepaalt het enthousiasme van de leerkracht de aanpak van leesbevordering in het basisonderwijs?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De mythe van de leesbevorderaar. In hoeverre bepaalt het enthousiasme van de leerkracht de aanpak van leesbevordering in het basisonderwijs?"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

taan de transfer naar andere contexten: “Je kunt de tablets ook in de biologieles gebrui- ken”, “Google Lit Trip kan toch makkelijk in de aardrijkskundeles worden aangewend”, of “Waarom geen role playing game laten spelen tijdens de lessen Frans of Engels?”

Meer weten? Op www.ingebeeld.be vindt u een globale projectfilm (ca. 15 minuten), aangevuld met kortere filmpjes over elk van de vier tools, inclusief lesverloop en lesma- teriaal. Ingebeeld.be is een project van Canon Cultuurcel (Vlaamse Ministerie van Onderwijs).

‘Leesplezier en e-hype’ is een project van Mathea Simons, Magda Mommaerts, David Caelen en Jan T’Sas, m.m.v. de studenten lerarenopleiding van Artesis-Plantijn hogeschool en Universiteit Antwerpen.

Ronde 2

Marlon Ruwette Hogeschool Rotterdam Contact: m.l.ruwette@hr.nl

De mythe van de leesbevorderaar. In hoeverre bepaalt het enthousiasme van de leerkracht de aanpak van leesbevordering in het basisonderwijs?

1. Introductie

In het kader van het landelijk onderzoek ‘Zicht op Leesbevordering’ wordt door de Hogeschool Rotterdam kwantitatief onderzoek gedaan naar de effecten van leesbevor- derende activiteiten in de klas op leesgedrag en leesvaardigheid van leerlingen in de twee hoogste leerjaren van het basisonderwijs. Voor dit longitudinale onderzoek is een peiling onder basisschoolleerkrachten van groep 7 en 8 gedaan (in Vlaanderen: het vijfde en zesde leerjaar). In deze parallelsessie worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd.

2. Aanleiding

Goed kunnen lezen is van wezenlijk belang om goed te kunnen functioneren in de hedendaagse informatiemaatschappij. Het taalvaardigheidsniveau dat nu wordt gevraagd bij het uitoefenen van een beroep of het volgen van onderwijs, is hoger dan

6. Literatuur

191

6

Conferentie 27_Opmaak 1 18/11/13 09:48 Pagina 191

(2)

vroeger. Het dagelijks werk bestaat voor een steeds groter deel uit het selecteren, inter- preteren en evalueren van informatie; taken die door lezen geoefend kunnen worden, zowel op school als in de vrije tijd (Raukema, Schram & Stalpers 2002). Het leesni- veau van een leerling is dan ook cruciaal. Er is echter nog steeds een aanzienlijke groep leerlingen die de basisschool verlaat met een leesachterstand van meer dan twee jaar (Inspectie van het Onderwijs 2007). Daarbij komt dat Nederlandse leerlingen relatief weinig lezen (Mullis e.a. 2007) en bovendien ook laag scoren op het gebied van lees- plezier (Mullis e.a. 2012).

Hoe kunnen leerkrachten lezen in de klas aantrekkelijker maken, opdat leerlingen ook thuis vaker een boek of een tijdschrift zouden pakken? Dat lukt niet louter door lees- vaardigheidsonderwijs op school. Het stimuleren van plezier in lezen wordt dan ook niet voor niets als een belangrijk onderdeel van leesbevordering op school gezien (van Schooten 2005).

Leerkrachten in het basisonderwijs hebben een aanbodverplichting als het gaat om het uitvoeren van leesbevorderende activiteiten. Dat is vastgelegd in de kerndoelen. Zo is het hun taak om leerlingen kennis te laten maken met verschillende genres, schrijvers en tekstsoorten en daarnaast om bij leerlingen het plezier in lezen te stimuleren.

Leerkrachten moeten hiervoor de leesvoorkeuren van hun leerlingen kennen en een breed aanbod van fictionele en non-fictionele teksten realiseren. De vraag is, doen ze dat? En zo ja, hoe?

3. Op zoek naar de ‘excellente’ leesbevorderaar

Tijdens deze sessie zullen we de meest opvallende zaken in de eerste peiling bespreken.

Hoe nuttig, plezierig, noodzakelijk of moeilijk vinden leerkrachten het om tijd en ruimte te maken voor leesbevordering? Is het zo dat een leerkracht die het zelf leuk vindt om voor te lezen dat ook vaker doet dan een leerkracht die dat niet vindt? Biedt een leerkracht die het belang van lezen onderstreept meer verschillende soorten boe- ken aan in de klas dan een leerkracht die dat minder belangrijk acht?

4. Tot slot

Het doel van de hier gerapporteerde peiling is om te bepalen welke houdingen van leerkrachten leiden tot meer leesbevordering in de klas. Door het ontrafelen van de mythe van die ene enthousiaste leerkracht van wie leesbevordering afhankelijk is, kun- nen we hopelijk handvatten bieden aan basisscholen en leerkrachten om meer leer- winst te halen uit hun bezigheden ten aanzien van het stimuleren van lezen.

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

192

Conferentie 27_Opmaak 1 18/11/13 09:48 Pagina 192

(3)

Referenties

Inspectie van het Onderwijs (2007). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2005/2006. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Mullis, I, M. Martin, P. Foy & K. Drucker (2012). PIRLS 2011 international results in reading. Chestnut Hill, MA: TIMSS & PIRLS International Study Center, Boston College.

Mullis, I., M. Martin, A. Kennedy & P. Foy (2007). PIRLS 2006 international report:

IEA’s Progress in International Reading Literacy Study in primary schools in 40 coun- tries. Chestnut Hill, MA: TIMSS & PIRLS International Study Center, Boston College.

Raukema, A.M., D. Schram & C. Stalpers. (2002). Lezen en leesgedrag van adolescen- ten en jongvolwassenen. Delft: Eburon.

Schooten, E. van (2005). Literary response and attitude toward reading fiction.

Proefschrift. Rijksuniversiteit Groningen.

Ronde 3

Corien van Loenen Farelcollege, Ridderkerk

Contact: c.vanloenen@farelcollege.nl

Een beoordelingsmodel voor het mondeling tentamen literatuur

De betrouwbaarheid en validiteit van het mondeling tentamen literatuur zijn vaak moeilijk aan te tonen. In mijn praktijkonderzoek voor mijn master Nederlands heb ik me gericht op het ontwerpen van een beoordelingsmodel waarmee het mondeling ten- tamen literatuur betrouwbaar en valide wordt.

Het is bij mondelinge toetsen net zo belangrijk als bij schriftelijke toetsen dat ze betrouwbaar en valide zijn (Bax en Van Berkel 2006). In de praktijk blijkt dat lastig te realiseren. Daarnaast wordt de laatste jaren op steeds meer scholen met RTTI (of een soortgelijk systeem) gewerkt. Zo ook op het Farelcollege, waar RTTI een vast onder- deel is van proefwerken en schoolexamens. Naast het vergroten van de betrouwbaar- heid en validiteit was het een uitdaging om RTTI toe te passen in het mondeling ten- tamen literatuur. Om dat te bewerkstelligen, heb ik hiervoor een beoordelingsschema

6. Literatuur

193

6

Conferentie 27_Opmaak 1 18/11/13 09:48 Pagina 193

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het kan dat het INBO wel akkoord is met de typologie zoals vermeld op één of meerdere attesten, maar niet met een ander attest waardoor de geïntegreerde

Figuur 2: Aantalpercentages van de gevangen vissen in de Dommel tijdens de campagne april 2007 paling 30% riviergrondel 23% baars 11% blankvoorn 8% zonnebaars 7% snoek 7

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

The literature review that follows focuses on issues that are central to the development of a work unit performance measurement questionnaire, namely organizational

Naast het bestaande pedagogisch spreekuur van Kind en Gezin en het huidige aanbod van de opvoedingswinkel zouden medewerkers van het spel- en ontmoetingsinitiatief (en/of

Toch, zo blijkt uit hoofdstuk 9, loopt Nederland perfekt in de pas met de andere landen als het gaat om toegang van vrouwen tot het onderwijs en specifiek op hen

(bron: Circulaire bodemsanering 2013) Spoedige sanering Het bevoegd gezag Wbb stelt in een beschikking waarbij zij vaststellen dat er sprake is van een geval van

Wanneer David Hockney van Californië terugkeert naar Yorkshire schildert hij zijn geboortestreek met harde contrasten en scherpe schaduwen.. Hij plant zijn ezel in het veld en zet