• No results found

Plangebied Groot Huisven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Plangebied Groot Huisven"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Versie 6.5 =

150 na Chr.

150 na Chr.

700 voor Chr.

700 voor Chr.

320 na Chr.

320 na Chr.

250 na Chr.

250 na Chr.

1650 na Chr.

1650 na Chr.

2200 voor Chr.

2200 voor Chr.

3750 voor Chr.

37 .

6500 voor Chr.

6500 voor Chr.

A d v i e s b u r e a u A r c h e o l o g i s c h

RAAP-NOTITIE 4386

Plangebied Groot Huisven

Gemeente Heeze-Leende

Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en

inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

(2)

Versie 6.5 =

Colofon

Opdrachtgever: Brabant Water

Titel: Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Status: eindversie Datum: 11 januari 2013 Auteurs: M.H.P.M. Ruijters, MA Projectcode: HEEGR

Bestandsnaam: NO4386_HEEGR Projectleiders: M.H.P.M. Ruijters, MA Projectmedewerker: ir. G.R. Ellenkamp

ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 46711 Bewaarplaats documentatie: RAAP Zuid-Nederland Autorisatie: ir. G.R. Ellenkamp

Bevoegd gezag: Provincie Noord-Brabant, provinciaal archeoloog dhr. M. Meffert

ISSN: 0925-6369

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.

Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus 5069 1380 GB Weesp

telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl

© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2013

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

(3)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [3]

Samenvatting

In opdracht van Brabant Water heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op in mei 2011 een inventariserend veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd in verband met voorgenomen na- tuurherstelwerkzaamheden in de gemeente Heeze-Leende. Brabant Water heeft het voornemen om in het plangebied het Groot Huisven opnieuw uit te graven.

Tijdens eerder onderzoek is een verwachtingskaart opgesteld voor de Groote Heide, waarvan onderhavig plangebied deel uitmaakt. Doel van onderhavig onderzoek was die verwachting te toetsen en een eerste indruk te geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen. Op basis van de resultaten van voorgaand onderzoek gold bij de aanvang van het veldonderzoek voor een deel van het plangebied een hoge verwachting voor het aantreffen van nederzettingsresten (vuursteenconcentraties) uit de periode Laat Paleolithicum en Mesolithicum.

Uit het veldonderzoek is gebleken dat de ondergrond in het plangebied uit dekzand bestaat.

Plaatselijk wordt het dekzand afgewisseld met leemafzettingen. In de hoge delen van het land- schap heeft zich een veldpodzol ontwikkeld, in de lagere delen is sprake van een gooreerdgrond.

Plaatselijk is stuifzand aangetroffen dat de oorspronkelijke venbodem, die uit een dunne veen- laag bestaat, heeft afgedekt. De bodemopbouw is relatief intact, plaatselijk zijn echter wel diepe- re verstoringen aangetroffen.

Er zijn geen archeologische vindplaatsen aangetroffen. In het kader van de voorgenomen bo- demingrepen wordt daarom geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Wel wordt aan- bevolen om in deelgebied 3, waar een veenlaag wordt afgedekt door stuifzand, geen bodemin- grepen te laten plaatsvinden. Hier is sprake van een intact en afgedekt bodemprofiel dat zeer typerend is voor de landschapsvormende processen die rond het Groot Huisven, maar ook elders in Brabant hebben plaatsgevonden. Deze locatie biedt dan ook de mogelijkheid om middels pol- lenanalyse een landschapsreconstructie uit de periode van veenvorming (Middeleeuwen?) in het ven te maken. Zo kunnen waardevolle gegevens over het vroegere klimaat, vegetatie en land- schap verkregen worden.

Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de provincie Noord-Brabant een selectie-

besluit (contactpersoon dhr. M. Meffert).

(4)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [4]

1 Inleiding

1.1 Administratieve gegevens

• typeonderzoek: karterend veldonderzoek

• bevoegde overheid: provincie Noord-Brabant

• onderzoekskader: ontgrondingvergunning t.b.v. natuurherstelwerkzaamheden

• datum veldonderzoek: mei 2011

• locatie:

- naam plangebied; Groot Huisven - provincie: Noord-Brabant - gemeente: Heeze-Leende - plaats: Heeze

- toponiem: Groot Huisven

- oppervlakte plangebied: ca. 20 hectare

- kaartblad topografische kaart Nederland 1:25.000: 51G - centrumcoördinaten (X/Y): 164387/377970

- hoekpunten plangebied (X/Y):

- zuidwest: 164310/377609 - zuidoost: 164434/377594 - noordwest: 164088/378259 - oost: 164686/378157

• afbakening onderzoekszone: straal van 500 m rondom het plangebied

• archisonderzoeksmeldingsnummer: 46711

1.2 Aanleiding en doelstelling

In het plangebied zijn natuurherstelwerkzaamheden gepland die mogelijk bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten. In het kader van de Archeologische Monumenten Zorg (AMZ) is conform de richtlijnen van de bevoegde overheid (provincie Noord-Brabant) een bureau- en kar- terend veldonderzoek uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was een eerste indruk te geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventu- eel aanwezige archeologische vindplaatsen.

1.3 Onderzoeksvragen

• Hoe ziet de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw van het plangebied eruit?

• Hoe heeft het landschap in het gebied zich ontwikkeld van de Prehistorie tot heden?

• In hoeverre is de oorspronkelijke bodemopbouw in het plangebied intact met het oog op de

aanwezigheid en de conservering van archeologische vindplaatsen?

(5)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [5]

• Kan aan de hand van een botanisch monster een vegetatiereconstructie/paleo-ecologische analyse gemaakt worden?

• Bevinden zich in de zeefmonsters archeologische indicatoren?

• Bevinden zich binnen het plangebied vuursteenconcentraties?

• Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten?

• Op welke wijze(n) kan bij de planvorming met archeologische resten worden omgegaan?

1.4 Randvoorwaarden

Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel

24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeolo-

gie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer

(SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtsnoer. RAAP beschikt over een opgravingsver-

gunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

(6)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [6]

2 Bureauonderzoek

Voorafgaand aan het veldonderzoek heeft reeds een bureauonderzoek plaatsgevonden (Verhoe- ven, 2010). De resultaten daarvan worden hier kort samengevat.

Resultaten

Huidige situatie en toekomstige inrichting

Het plangebied Groot Huisven is gelegen in natuurgebied de Groote Heide, en ligt ten noordwes- ten van Heeze. Het plangebied is in eigendom van Brabant Water en betreft een waterwingebied dat in gebruik is als hooiland. In het gebied zijn natuurherstelwerkzaamheden gepland, waarbij het ven in zijn oorspronkelijke staat hersteld zal worden.

Geo(morfo)logie en bodem

Het plangebied is gelegen in een uitgestoven laagte (Stiboka/RGD 1977: code 3N5), waarom- heen dekzandruggen (Stiboka/RGD 1977: code 3L5) gelegen zijn. De afzettingen die in het plan- gebied aan het oppervlak voorkomen dateren uit het Pleniglaciaal, de koudste fase van de laats- te IJstijd. In het destijds onbegroeide landschap en droge, koude klimaat kon de wind gemakke- lijk vat krijgen op de natuurlijke bodem, waardoor in grote delen van Zuid-Nederland een pakket met zand is afgezet. Omdat de zandafzettingen als een deken over het landschap liggen, wordt het zand uit deze periode ook wel dekzand genoemd.

De bodem in het plangebied bestaat uit veldpodzolgronden met grondwatertrap V en VI (Stiboka 1972: code Hn23).

Bekende archeologische waarden

Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen of vondstmeldingen gelegen. Meteen ten noordwes- ten van het plangebied ligt een beschermd terrein van zeer hoge archeologische waarde (AMK- nummer 2282; figuur 2). Het monument, dat een groot gebied omvat, liggen meerdere vindplaatsen uit het Laat Paleolithicum en Mesolithicum, alsmede enkele vindplaatsen uit het Neolithicum.

Gespecificeerde archeologische verwachting

Vindplaatsen van jager-verzamelaars zijn gelegen op hoge plekken in het landschap, zoals dek- zandruggen en –kopjes. Met name hoge plekken nabij natte gebieden zoals beekdalen en grote vennen waren in trek als vestigingslocaties. Voor de Groote Heide geldt dat de meeste vindplaat- sen zich in een zone van 200 m rondom de grote vennen bevinden (Verhoeven, 2010). Voor enkele delen van het plangebied geldt daarom een hoge verwachting voor vindplaatsen van jager-

verzamelaars (figuur 2). Het betreft hogere zones direct grenzend aan de lagere delen van het ven.

Vindplaatsen van landbouwers worden in het plangebied niet verwacht, want deze zijn met name

op hoge, droge en vruchtbare bodems gelegen. Vanwege de relatief hoge grondwaterstand in het

gebied (grondwatertrap V of VI) geldt een lage verwachting voor vindplaatsen van landbouwers.

(7)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [7]

3 Veldonderzoek

3.1 Methoden

Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een karterend booronderzoek. De onder- zoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het eerder uitge- voerde bureauonderzoek (Verhoeven, 2010) en het protocol inventariserend veldonderzoek uit de KNA versie 3.2.

Er is geboord tot maximaal 1 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. De bo- ringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met GPS ingemeten (x- en y-waarden). Van alle boringen is de hoogte bepaald aan de hand van het Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl). Het opgeboorde materiaal is gezeefd met een zeef met een maaswijdte van 0,3 cm; het zeefresidu is met het blote oog geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren (houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken).

Het booronderzoek bestond uit twee fasen. In de eerste fase zijn 61 boringen verricht in een verspringend grid van 20 bij 25 m in gebieden met een hoge verwachting voor vindplaatsen voor jager-verzamelaars (figuur 2). In eerste instantie was het booronderzoek met name gericht op het vaststellen van de gaafheid van het bodemprofiel. Ook werd het opgeboorde materiaal reeds gezeefd en gecontroleerd op het voorkomen van archeologische indicatoren. De tweede fase bestond uit het verdichten van het boorgrid voor het opsporen van vindplaatsen van jager- verzamelaars. Het boorgrid werd verdicht op die locaties waar tijdens fase 1 vondsten werden aangetroffen, of waar het bodemprofiel relatief intact was (figuur 3). Onder een intact bodempro- fiel wordt verstaan Op deze locaties werd het boorgrid verdicht, zodat uiteindelijk een grid van 10 bij 12,5 m ontstond. Ook in fase 2 werd het opgeboorde materiaal gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 3 mm.

3.2 Resultaten booronderzoek

Algemeen

Uit het veldonderzoek is gebleken dat in het plangebied dekzand aan het oppervlak ligt. Het

dekzand is tijdens koudere fasen in de laatste ijstijd afgezet. Het dekzand is over het algemeen

matig fijn tot zeer fijn van korrelgrootte en matig tot sterk siltig. Plaatselijk, met name in deelge-

bied 3 (figuur 3), bestond de bovengrond uit leem. Op een diepte van ca. 0,5 m ging de leem

meestal weer over in (dek)zandafzettingen. De leem was zwak zandig van textuur. Daar waar

leem voorkomt heeft de bodem een slechte waterdoorlaatbaarheid, onder die (periodiek) natte

omstandigheden breekt organisch afval slecht af, wat heeft geresulteerd in een accumulatie van

plantenresten: veenvorming. Op het leempakket werd dan ook een dunne laag veraard veen

aangetroffen. Bij deelgebied 3 zijn naast het dekzand, leem en veen nog afzettingen van een

(8)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [8]

jongere datum aangetroffen. Het dunne laagje veen werd hier plaatselijk afgedekt met een zand- pakket. Omdat op de naastgelegen zandkop de oorspronkelijke bodem enigszins was afgetopt, werd in eerste instantie gedacht dat de zandrug geëgaliseerd was, en over de veenlaag gescho- ven was. Dit leek bevestigd te worden door de scherpe grens die tussen het veenpakket en het bovenliggende zandpakket aanwezig was. Het kon echter niet geheel uitgesloten worden dat het bovenliggende zandpakket een natuurlijke oorsprong had. Om de twijfel weg te nemen werd besloten boring 20 middels een profielgat te documenteren (figuur 4). De bodemopbouw was als volgt:

• Het bovenste pakket bestond uit goed gesorteerd matig fijn zand waarin een zwak ontwikkelde humushoudende A-horizont aanwezig was. Naar beneden toe werd het zand humusarm en lichter van kleur en bevatte het veel zeer dunne humuslagen.

• Onder het zand lag veraard veen. Dit is de oorspronkelijke venbodem. Hoewel in de boringen sprake leek te zijn van een scherpe overgang tussen veen en het bovenliggende zand, bleek in werkelijkheid de bovenste 3 cm van het veen zeer dunne zandlagen te bevatten.

• Het veen lag op een pakket van zeer fijn tot uiterst fijn zand, dat als C-horizont geïnterpreteerd kan worden. Door de natte omstandigheden en de daarmee samenhangende inspoeling van humus en mineralen heeft de C-horizont een “vuile” kleur.

• Op een diepte van 0,75 m gaan de zandafzettingen over in pure leem, die lichtgeelgrijs van kleur is. Dat de leem slechtdoorlatend is voor infiltrerend water werd hier nog eens bevestigd omdat de inspoeling van humus en mineralen stopt boven het leempakket.

Gezien de gelaagdheid van het zand dat op het veen ligt, is dit geen pakket dat door egalisatie is ontstaan. De meest waarschijnlijke verklaring voor het zandpakket is dat het stuifzand betreft dat vanaf de naastgelegen zandrug het ven is ingewaaid. Dat het over korte afstand is verwaaid, blijkt ook uit het feit dat op de zandrug plaatselijk een soort onthoofd bodemprofiel is aangetrof- fen. Het vermoeden is dat tijdens de Late Middeleeuwen (periode waarin op grote schaal verstui- ving plaats vond) de top van de zandrug, waarin zich een schale E-horizont had ontwikkeld, is afgewaaid en in het naastgelegen natte ven direct weer is ingevangen. Het betreft dus een zeer lokaal fenomeen, maar wel zeer typerend voor de landschapsvormende processen die rond het Groot Huisven, maar ook elders in Brabant hebben plaatsgevonden.

De bodems die zich in het dekzand in het plangebied ontwikkeld hebben, kunnen over het alge-

meen als een humuspodzol, en meer specifiek een veldpodzol geïnterpreteerd worden. Deze

bestaat uit een dunne donkergrijze humushoudende bovengrond, waaronder een lichtgrijze E-

horizont aanwezig is, waaruit humus en andere mineralen (o.a. ijzer) uitspoelen naar de onder-

liggende bruine B-horizont. De B-horizont gaat zeer geleidelijk over naar het onveranderde moe-

dermateriaal, de C-horizont. Soms wordt tussen de B- en C-horizont nog een laag als BC-

horizont aangeduid, om de geleidelijke overgang van B-horizont naar moedermateriaal aan te

geven. Veldpodzolen zijn bodems die vaak op de overgang van hooggelegen droge zandgronden

naar de laaggelegen gronden voorkomen, zoals de randen van dekzandruggen. De veldpodzolen

zijn in dit geval op de hoogste plekken in het plangebied aangetroffen.

(9)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [9]

Indien de grondwaterstand nog hoger is, dan vindt uitspoeling (van humus) slechts in zeer be- perkte mate plaats. Er vormt zich dan geen uit- (E-) of inspoelingshorizont (B-), maar de humus- houdende bovengrond gaat geleidelijk over in de C-horizont. De C-horizont is hier over het al- gemeen ontijzerd geraakt. Dan is sprake van gooreerdgronden. De boringen in de laagste delen van het plangebied kunnen over het algemeen als een gooreerdgrond gezien worden. In het plangebied is eigenlijk geen sprake van een bouwvoor (regelmatig geploegde A-horizont). De A- E- en soms ook B-horizont lijken in veel boringen slechts één of enkele keren geploegd te zijn.

Op vier plekken binnen het plangebied zijn boringen gezet (figuur 3: deelgebied 1 t/m 4). De gedetailleerde resultaten van het booronderzoek zullen hieronder per deelgebied behandeld worden.

Deelgebied 1

In deelgebied 1 bleek de oorspronkelijke bodemopbouw sterk verstoord (figuur 3). In vrijwel alle boringen zijn AC-profielen aangetroffen, waarbij het bovenste deel van de C-horizont in de mees- te boringen vrijwel zeker verdwenen is. Door verploeging was het bovenste deel van de C- horizont vaak vermengd met de A-horizont. De A-horizont heeft meestal een geringe dikte (ca.

10 tot 15 cm). Uit het reliëf ter plekke blijkt dat de percelen noordelijk van het deelgebied 1 tot 1,5 m hoger liggen. Op de grens van de percelen is een steilrand aanwezig, die waarschijnlijk geen natuurlijke oorsprong heeft, maar ontstaan is door egalisatie binnen het plangebied. Dit verklaart ook de verstoring van het bodemprofiel en de dunne A-horizont. Alleen in boring 4 en 9 werd nog een restant van de oorspronkelijke veldpodzol waargenomen. Het boorsel werd on- danks de verstoring gezeefd. Er werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Omwille van het verstoorde bodemprofiel en het ontbreken van archeologische indicatoren, werd geen aanleiding gezien om het boorgrid te verdichten.

Deelgebied 2

Deelgebied 2 ligt op de noordelijke rand van een lichte van een lichte verhoging in het land- schap. In de drie boringen die hier werden gezet (fase 1) bleek sprake te zijn van een veldpod- zol, die in boring 11 nog uit een intacte B-horizont bestond (figuur 3). Hoewel er geen archeolo- gische indicatoren in de eerste fase werden aangetroffen, gaf de intacte boring toch aanleiding om het boorgrid te verdichten. Tijdens fase 2 werden daarom nog vier boringen rondom boring 11 gezet (figuur 3). Het bodemprofiel in deze boringen bleek echter verstoord. Ook nu werden geen archeologische indicatoren aangetroffen.

Deelgebied 3

Ook deelgebied 3 ligt op de rand van een noord-zuid georiënteerde verhoging. Hier werden in

fase 1 tien boringen gezet om de gaafheid van het bodemprofiel vast te stellen (figuur 3). Het

opgeboorde materiaal werd gezeefd, maar er werden geen archeologische indicatoren aangetrof-

fen. Op de hogere delen van de kop was sprake van een veldpodzol met een dunne, verploegde

AE-horizont. In boring 14 en 18 was de B-horizont nog intact. In de lager gelegen boringen was

(10)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [10]

zoals reeds vermeld sprake van een laag stuifzand op een dunne veenlaag. Ook hier was de bodemopbouw dus intact. Alleen rondom boring 14 en 18 werd het boorgrid verdicht (figuur 3). In de andere boringen met een intact profiel was namelijk de veenlaag aanwezig, en worden van- wege de lage ligging geen vindplaatsen van jager-verzamelaars verwacht. Deze zullen zich op de hoogste zandruggen bevinden. Tijdens het verdichten van het boorgrid bleek de bodemop- bouw van de kop grotendeels intact: in veel boringen was de B-horizont nog ongeroerd. Er wer- den echter geen indicatoren aangetroffen.

Deelgebied 4

Deelgebied 4 ligt deel op het zuidelijk deel van dezelfde dekzandkop als deelgebied 3. Tijdens fase 1 zijn in het centrale deel vooral veldpodzolen aangetroffen (figuur 3). In de westzijde van het deelgebied was de bodem veel natter, en was de B-horizont over het algemeen slecht ont- wikkeld, of ontbrak zelfs. Hier was dan ook sprake van gooreerdgronden, waarbij de scheidings- lijn tussen de boringen met veldpodzolen en gooreerdgronden slechts dun is. In de boringen werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Gezien de relatief natte omstandigheden worden ook hier geen vindplaatsen verwacht. Bij enkele boringen in het centrale deel was nog sprake van een intacte B-horizont (boring 24, 34 en 36). Hier werd het boorgrid dan ook verdicht naar 10 bij 12,5 m. Ook tijdens het verdichten van het grid werden geen vindplaatsen aangetrof- fen.

3.3 Resultaten pollenonderzoek

In aanvulling op het booronderzoek zijn twee pollenmonsters genomen. Tijdens een eerder uit- gevoerd milieuonderzoek (Bartels, 2011) werden veenbrokken in sommige boringen aangetrof- fen. Omdat er in het ven daarom mogelijk sprake was van een veenlaag werd besloten deze te bemonsteren. Daarvoor is ter hoogte van boring 62 een profielput gegraven, om een pollenbak te slaan (figuur 3 en figuur 5). Uit enkele proefboringen voorafgaand aan het graven van de profiel- put bleek dat er direct onder het maaiveld geen veen aanwezig was, maar dat dit zich op 1,3 tot 1,5 m onder maaiveld bevond. Uit de profielput werd duidelijk dat het geen veenbrokken betrof, maar dat de afzettingen geplooid waren (figuur 5). Dit pleit samen met het feit dat het veen werd afgedekt door zandlagen voor een hoge ouderdom. Het veen is aan kryoturbatie (plooiing van bodemlagen onder periglaciale omstandigheden) onderhevig geweest. Gezien de kryoturbatie van de bodem werd voorafgaand aan de analyse van het monster al vermoed dat de veenlaag uit een interstadiaal uit het Weichselien dateerde.

Het monster is op pollen geanalyseerd en daarnaast is er een C14-datering van het veen uitge-

voerd (Van der Linden, 2011: zie bijlage 2). Uit de C14 datering van plantenresten uit het onder-

ste deel van de geplooide veenlaag blijk dat de vorming van het veen in het Midden Pleniglaciaal

gedateerd kan worden. De C14 datering heeft een gecalibreerde ouderdom van 38.854 tot

37.033 voor Chr. Daardoor kan de venige laag tussen het Denekamp interstadiaal en het Henge-

lo interstadiaal geplaatst worden (tabel 1). Het is echter ook mogelijk dat de veenlaag in één van

beide perioden of deels in het Denekamp en deels in het Hengelo interstadiaal gevormd is. Hoe-

(11)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [11]

wel de tussenliggende periode gemiddeld genomen kouder was, is het niet geheel zeker dat hierin geen veenvorming heeft plaatsgevonden (Van der Linden, 2011).

Uit het pollenonderzoek is gebleken dat met name één soort het spectrum domineert. Het betreft de familie van de cypergrassen (Van der Linden, 2011, zie bijlage 2). Uit de vegetatiereconstruc- tie blijkt dat in het Denekamp of Hengelo interstadiaal lokaal een moerassige bodem aanwezig was waarop een aantal zeggesoorten (behoren tot de cypergrassen) groeiden en veenmos voor kwam. Daarnaast zijn er van enkele andere soorten stuifmeelkorrels aangetroffen die in een open vochtige tot moerassige vegetatie passen, zoals waterdrieblad, wateraardbei, paarden- straat, ruit en scherpe boterbloem. Specifiek voor de drogere toendravegetatie is het voorkomen van het zonneroosje (Helianthemum) en selaginella (Selaginella selaginoides). Op drogere bo- dem groeiden daarnaast alsem, composietbloemigen en planten uit de ganzenvoetfamilie. Ook is stuifmeel van de berk aangetroffen (mogelijk struik- of dwergvorm). De boompollen kunnen via de toevoer van water of over lange afstand uit de lucht in het veen terecht zijn gekomen. Ook is er regelmatig stuifmeel van de den en hazelaar aangetroffen. Het is daarom niet geheel uit te sluiten, maar wel onwaarschijnlijk, dat de C14 datering te jong uit valt en de veenlaag uit het Vroeg Weichselien dateert (Van der Linden, 2011).

Het gereconstrueerde vegetatie-type komt overeen met een (struik)toendravegetatie uit het Mid- den-Pleniglaciaal van één van de warmere perioden (Dansgaard-Oeschger events) tussen de poolwoestijnen. Tussen het Denekamp (Dansgaard-Oeschger event 8) en Hengelo (D-O event 12) interstadiaal zijn nog enkele relatief warmere perioden geweest. Hoewel niet waarschijnlijk, is het echter niet geheel uit te sluiten dat de veengroei tussen het Denekamp en Hengelo gestopt is, maar langzaam is doorgegaan tijdens de koudere fasen (Van der Linden, 2011; zie bijlage 2).

Bij het graven van de profielput ter hoogte van boring 20 werd besloten ook hier een pollenmon-

ster te nemen (figuur 3 en figuur 4). Aangezien de veenlaag een hogere stratigrafische ligging

heeft dan het veen uit profielput 62, dateert het waarschijnlijk uit het Holoceen. Het vermoeden

bestaat dat het stuifzand dat het veen afdekt uit de Late Middeleeuwen stamt. Dit monster is niet

verder onderzocht.

(12)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [12]

4 Conclusies en aanbevelingen

4.1 Conclusies

Voor aanvang van het onderzoek gold voor de hogere terreindelen van het plangebied een hoge verwachting voor vindplaatsen van jager-verzamelaars. Daarom werd hier een karterend booron- derzoek uitgevoerd. Naast het booronderzoek werden op twee plekken pollenmonsters genomen om een vegetatiereconstructie van het gebied mogelijk te maken. Hieronder worden de vragen met betrekking tot dit onderzoek beantwoord.

• Hoe ziet de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw van het plangebied eruit?

In het plangebied liggen eolische afzettingen uit de laatste ijstijd aan het oppervlak. Voor het grootste deel bestaan deze afzettingen uit dekzand, maar plaatselijk komt echter ook leem voor.

Het grootste deel van het gebied bestaat uit een natuurlijke laagte (ven). Aan de randen van het ven, daar waar de boringen zijn gezet, is sprake van enkele lage dekzandruggen. Op de dek- zandruggen is sprake van een veldpodzol met een humusinspoelingshorizont (B-horizont), in de lagere delen is de B-horizont slecht ontwikkeld of ontbreekt zelfs, zodat hier sprake is van een gooreerdgrond. In deelgebied 3 is in enkele boringen sprake van een dunne veenlaag die door stuifzand wordt afgedekt.

• In hoeverre is de oorspronkelijke bodemopbouw in het plangebied intact met het oog op de aanwezigheid en de conservering van archeologische vindplaatsen?

De bodemopbouw in deelgebied 3 en 4 is grotendeels intact. Hier is de B-horizont in enkele bo- ringen ongeroerd gebleven. De A- en E-horizont zijn in alle boringen weliswaar verstoord, maar niet regelmatig geploegd. In deelgebied 1 en 2 was de bodemopbouw grotendeels verstoord. Dit betekent dat eventuele vindplaatsen in deelgebied 1 en 2 geheel verstoord zijn, en in deelgebied 3 en 4 in theorie deels intact zouden zijn. Er zijn echter geen vindplaatsen aangetroffen.

• Kan aan de hand van een botanisch monster een vegetatiereconstructie/paleo-ecologische analyse gemaakt worden?

De veenlaag die in het ven aanwezig is blijk uit het Denekamp of Hengelo interstadiaal te date- ren. Uit de pollenwaardering blijkt dat het landschap uit een vochtige tot moerassige toendra bestond waarin plaatselijk veengroei heeft plaatsgevonden. De toendravegetatie bestond met name uit zeggesoorten en veenmos. Op drogere locaties nabij het ven groeiden enkele typische toedraplanten zoals zonneroosje en selaginella, maar ook alsem, composietbloemigen, planten uit de ganzenvoetfamilie en mogelijk struik- of dwergvorm van de berk.

• Hoe heeft het landschap in het gebied zich ontwikkeld van de Prehistorie tot heden?

In het Midden-Pleniglaciaal lag het plangebied in een vochtige tot moerassige toendra. Wanneer

de veenvorming exact is gestopt is niet duidelijk. In enkele koudere fasen na het Denekamp of

Hengelo interstadiaal heeft afzetting van dekzand in het plangebied plaatsgevonden. Zowel het

(13)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [13]

dekzand als de veenlaag zijn aan koude omstandigheden onderhevig geweest, die tot kryoturba- tie van de lagen geleid heeft. In de loop van het Holoceen heeft in de lagere delen van het plan- gebied plaatselijk opnieuw veenvorming plaatsgevonden. Een gedetailleerde vegetatierecon- structie uit het Holoceen is niet mogelijk aangezien het monster niet geselecteerd is voor analy- se. Later in het Holoceen, vermoedelijk in de Middeleeuwen, is de veenlaag plaatselijk (in deel- gebied 3) afgedekt met stuifzand.

• Bevinden zich binnen de zeefmonsters archeologische indicatoren?

Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.

• Bevinden zich binnen het plangebied vuursteenconcentraties?

Er is binnen het plangebied geen vuursteenconcentratie aangetroffen. Een eenduidige verklaring hiervoor is niet te geven. De dekzandruggen liggen aan de rand van een groot ven, waardoor ze in principe een aantrekkelijke vestigingslocatie voor jager-verzamelaars hebben gevormd. In vergelijking met andere dekzandruggen zijn de ruggen binnen het plangebied relatief laaggele- gen. De voorkeur is dan mogelijk ook uitgegaan naar de hoogst gelegen dekzandruggen, die buiten de grenzen van het plangebied liggen.

• Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten?

Op welke wijze(n) kan bij de planvorming met archeologische resten worden omgegaan?

Er zijn geen archeologische resten binnen het plangebied aangetroffen. De planvorming heeft dan ook geen gevolgen voor de archeologie.

4.2 Aanbevelingen

Er zijn binnen het plangebied geen archeologische vindplaatsen aangetroffen. In het kader van de voorgenomen bodemingrepen wordt daarom geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.

Wel wordt aanbevolen om in deelgebied 3 geen bodemingrepen te laten plaatsvinden (figuur 3).

Hier is sprake van een veenlaag die is afgedekt met stuifzand. Het vermoeden bestaat dat tijdens de Late Middeleeuwen (periode waarin op grote schaal verstuiving plaats vond) de top van de wes- telijk gelegen zandrug, is afgewaaid en in het naastgelegen natte ven direct weer is ingevangen.

Het betreft dus een zeer lokaal fenomeen, maar wel zeer typerend voor de landschapsvormende processen die rond het Groot Huisven, maar ook elders in Brabant hebben plaatsgevonden. Deze locatie biedt dan ook de mogelijkheid om middels pollenanalyse een vegetatiereconstructie ten tijde van de veenvorming in het ven te maken (Middeleeuwen?). Zo kunnen waardevolle gegevens over het vroegere klimaat, vegetatie en landschap verkregen worden. Voor het overige deel van het plangebied gelden geen restricties ten aanzien van bodemingrepen.

Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de provincie Noord-Brabant een selectie-

besluit (contactpersoon dhr. M. Meffert).

(14)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [14]

Literatuur

Bartels, M., 2011. Archeologisch onderzoek Groot Huisven Inventariserend Veldonderzoek (IVO) doormiddel van karterende boringen. Brabant Water, ’s-Hertogenbosch. Kenmerk:

110224/bartm1/bartm1/195438.

Linden, M. van der, 2011. Veenvorming gedurende het Midden-Pleniglaciaal in het Groot Huis- ven. BIAXiaal 543. BIAX Consult, Zaandam.

Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van on- verharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.

Stiboka, 1972. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Blad 57 Oost Valkenswaard, blad 58 West Roermond. Stiboka, Wageningen.

Stiboka/RGD, 1977. Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000. Blad 51 Eindho- ven. Stiboka/RGD, Wageningen/Haarlem.

Verhoeven, M.P.F., 2010. Plangebied Groote Heide, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verwachtingskaart. RAAP-rapport 2020.

RAAP-Archeologisch adviesbureau, Weesp.

Gebruikte afkortingen

AHN Actueel Hoogtebestand Nederland AMK Archeologische MonumentenKaart ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie -Mv beneden maaiveld

NAP Normaal Amsterdams Peil

SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen

Figuur 1. Ligging plangebied (rode lijn); inzet: ligging in Nederland (ster).

Figuur 2. Archeologische verwachting, vindplaatsen en boorgrid volgens plan van aanpak.

Figuur 3. Resultaten karterend booronderzoek.

Figuur 4. Bodemopbouw boring 20.

Figuur 5. Pollenmonster boring 62.

Tabel 1. Archeologische tijdschaal.

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen.

Bijlage 2. Pollenonderzoek boring 62.

(15)

© Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2011379 378

163 164 165

378 379

165

377

377

164 163

8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8

Figuur 1. Ligging plangebied (rode lijn); inzet: ligging in Nederland (ster).

(16)

2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282 2282

deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2 deelgebied 2

deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1 deelgebied 1

deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3 deelgebied 3

deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4 deelgebied 4

164200 164400 164600

164400 164200

377800

164600

377600

377600377800378200 378000

378000 378200

Hoog voor vindplaatsen van jager-verzamelaars

grens plangebied boring fase 1

archeologische verwachting

Laag

overig

grens AMK-terrein AMK-nummer

legenda

2282

archeologie

2013

150 200

1:4000 0

m 100 50

Figuur 2. Archeologische verwachting, vindplaatsen en boorgrid volgens plan van aanpak.

MR1/heegr_mr

(17)

377600

164700 164600

164500

164700 164600

164500 164400

164300

377600 377700

377700 377800

377800 377900

377900378100 378100378200

378200 378300

378300378000 378000

164400 164300

boring (met een Edelmanboor diam. 15 cm)

met stuifzand op venbodem

legenda

met B-horizont

aanbeveling: geen bodemingrepen met BC-horizont

AC-profiel verstoord bodemprofiel profielput en pollenmonster 80 boornummer

overig

grens plangebied

2013 100

1:2500 50

m 0

Figuur 3. Resultaten karterend booronderzoek.

MR1/heegr_mr

(18)

Figuur 4. Bodemopbouw boring 20.

(19)

Figuur 5. Pollenmonster boring 62.

(20)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [20]

Geologische perioden Archeologische perioden

Holoc een P lei st ocee n

Prehistorie

Chronozone

Tijdvak Datering Tijdperk Datering

Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.

tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2010

Paleolithicum

(Oude Steentijd)

Mesolithicum

(Midden Steentijd)

Neolithicum

(Nieuwe Steentijd)

Middeleeuwen Nieuwe tijd

Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C)

Romeinse tijd

IJzertijd

Bronstijd

Laat Midden Vroeg

Vroeg

Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Vol A B

Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg Ottoons

Subboreaal

Atlanticum

Boreaal Preboreaal

Denekamp Hengelo Moershoofd Odderade

Eemien Weichselien PleniglaciaalVroeg GlaciaalLaat GlaciaalLaatMiddenVroeg

Belvedère/Holsteinien

Elsterien Brørup

Saalien II Saalien I Glaciaal x

Bølling Allerød Late Dryas Vroege Dryas Vroegste Dryas Vroeg

Subatlanticum Laat Subatlanticum

Oostermeer

Holsteinien

- 1795

- 1500 - 1250 - 1050 - 900 - 725 - 525 - 450 - 1650

- 270 - 70 na Chr.

- 15 voor Chr.

- 250 - 500 - 800 - 1100 - 1800 - 2000 - 2850 - 4200 - 4900/5300 - 6450 - 8640 - 9700

- 35.000 - 12.500

463.000

- 250.000 - 16.000

Midden Jong A Jong B

Oud Laat - 9700

- 450 voor Chr.

- 0

- 3700

- 7300 - 8700 - 1150 na Chr.

- 11.050 - 11.500 - 12.000

- 60.000

- 71.000 - 30.500

- 114.000 - 126.000 - 236.000 - 241.000 - 322.000

- 384.000 - 416.000 - 13.500 - 12.500

- 336.000

(21)

= Plangebied Groot Huisven, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek:

een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

=

RAAP-notitie 4386 / eindversie, 11 januari 2013 [21]

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen

(22)

boring: HEEGR-1

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.493,89, Y: 378.340,46, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,45, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,45 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

10 cm -Mv / 21,35 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 40 cm -Mv / 21,05 m +NAP

boring: HEEGR-2

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.515,13, Y: 378.328,91, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,42, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,42 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

10 cm -Mv / 21,32 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 50 cm -Mv / 20,92 m +NAP

boring: HEEGR-3

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.536,68, Y: 378.317,67, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,49, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,49 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

10 cm -Mv / 21,39 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 50 cm -Mv / 20,99 m +NAP

boring: HEEGR-4

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.557,61, Y: 378.306,12, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,49, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,49 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

25 cm -Mv / 21,24 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont, enkele Fe-vlekken

45 cm -Mv / 21,04 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

Einde boring op 65 cm -Mv / 20,84 m +NAP

boring: HEEGR-5

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.578,65, Y: 378.295,41, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,44, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,44 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verploegd

25 cm -Mv / 21,19 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont, interpretatie: verploegd

40 cm -Mv / 21,04 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 75 cm -Mv / 20,69 m +NAP

(23)

boring: HEEGR-6

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.599,89, Y: 378.284,06, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,46, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,46 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

25 cm -Mv / 21,21 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont, interpretatie: verploegd

55 cm -Mv / 20,91 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgeelgrijs, enkele leemlagen, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 75 cm -Mv / 20,71 m +NAP

boring: HEEGR-7

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.621,34, Y: 378.273,35, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,40, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,40 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

30 cm -Mv / 21,10 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: AC-horizont, interpretatie: verploegd

60 cm -Mv / 20,80 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruingrijs, uiterst fijn Bodemkundig: C-horizont

75 cm -Mv / 20,65 m +NAP

Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtgeelgrijs, uiterst fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 90 cm -Mv / 20,50 m +NAP

boring: HEEGR-8

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.643,21, Y: 378.262,42, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,27, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,27 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

15 cm -Mv / 21,12 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijsgeel, matig fijn Bodemkundig: verploegd tot in C-horizont

30 cm -Mv / 20,97 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeelgrijs, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont, interpretatie: verploegd

50 cm -Mv / 20,77 m +NAP

Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtgeel, uiterst fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 70 cm -Mv / 20,57 m +NAP

boring: HEEGR-9

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.620,29, Y: 378.296,62, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,30, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,30 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verploegd

15 cm -Mv / 21,15 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruin, zeer fijn Bodemkundig: B-horizont

25 cm -Mv / 21,05 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, zeer fijn Bodemkundig: BC-horizont

35 cm -Mv / 20,95 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingeel, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 60 cm -Mv / 20,70 m +NAP

(24)

boring: HEEGR-10

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.237,42, Y: 378.109,96, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,91, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,91 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkergrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

25 cm -Mv / 21,66 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 50 cm -Mv / 21,41 m +NAP

boring: HEEGR-11

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.253,73, Y: 378.093,11, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,94, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,94 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verploegd

15 cm -Mv / 21,79 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig fijn Bodemkundig: E-horizont, interpretatie: verploegd

25 cm -Mv / 21,69 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruin, zeer fijn Bodemkundig: B-horizont

40 cm -Mv / 21,54 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont

55 cm -Mv / 21,39 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 70 cm -Mv / 21,24 m +NAP

boring: HEEGR-12

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.270,05, Y: 378.075,52, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,78, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,78 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkergrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

25 cm -Mv / 21,53 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, zeer fijn Bodemkundig: BC-horizont

30 cm -Mv / 21,48 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 50 cm -Mv / 21,28 m +NAP

boring: HEEGR-13

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.335,32, Y: 378.011,65, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 22,06, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 22,06 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijs, matig fijn Bodemkundig: AE-horizont, interpretatie: verploegd

20 cm -Mv / 21,86 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, geel, matig fijn Bodemkundig: B-horizont, interpretatie: verploegd

50 cm -Mv / 21,56 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 80 cm -Mv / 21,26 m +NAP

(25)

boring: HEEGR-14

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.352,16, Y: 377.994,48, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 22,24, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 22,24 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: AE-horizont, interpretatie: verploegd

25 cm -Mv / 21,99 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, donkerbruin, matig fijn Bodemkundig: B-horizont

50 cm -Mv / 21,74 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruin, matig fijn Bodemkundig: B-horizont

Einde boring op 80 cm -Mv / 21,44 m +NAP

boring: HEEGR-15

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.368,26, Y: 377.976,90, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,98, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,98 m +NAP

Lithologie: zand, uiterst siltig, sterk humeus, bruinzwart, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont

25 cm -Mv / 21,73 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, bruin, matig fijn Bodemkundig: B-horizont

35 cm -Mv / 21,63 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont

Einde boring op 60 cm -Mv / 21,38 m +NAP

boring: HEEGR-16

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.385,31, Y: 377.959,83, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,66, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,66 m +NAP

Lithologie: zand, uiterst siltig, sterk humeus, bruinzwart, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont

30 cm -Mv / 21,36 m +NAP

Lithologie: leem, zwak zandig, lichtbruin Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 50 cm -Mv / 21,16 m +NAP

boring: HEEGR-17

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.375,24, Y: 377.999,62, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,40, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,40 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkergrijs, zeer fijn, interpretatie: stuifzand Bodemkundig: AE-horizont, interpretatie: verploegd

25 cm -Mv / 21,15 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, donkergrijs, matig fijn, interpretatie: stuifzand Bodemkundig: AE-horizont, interpretatie: verploegd

40 cm -Mv / 21,00 m +NAP

Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen Bodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont

45 cm -Mv / 20,95 m +NAP

Lithologie: leem, zwak zandig, bruin Bodemkundig: BC-horizont

55 cm -Mv / 20,85 m +NAP

Lithologie: leem, zwak zandig, lichtbruingeel, enkele zandlagen Bodemkundig: C-horizont

65 cm -Mv / 20,75 m +NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 80 cm -Mv / 20,60 m +NAP

(26)

boring: HEEGR-18

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.358,19, Y: 378.016,27, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,86, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,86 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: AE-horizont, interpretatie: verploegd

20 cm -Mv / 21,66 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, donkerbruin, matig fijn Bodemkundig: B-horizont

30 cm -Mv / 21,56 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont

50 cm -Mv / 21,36 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 100 cm -Mv / 20,86 m +NAP

boring: HEEGR-19

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.341,26, Y: 378.034,06, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,56, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,56 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, grijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

15 cm -Mv / 21,41 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 60 cm -Mv / 20,96 m +NAP

boring: HEEGR-20

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.346,98, Y: 378.056,58, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,39, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,39 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn, interpretatie: stuifzand Bodemkundig: A-horizont

15 cm -Mv / 21,24 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele humuslagen, matig fijn, interpretatie: stuifzand Bodemkundig: E-horizont

25 cm -Mv / 21,14 m +NAP

Lithologie: veen, zwak zandig, zwartbruin, veraard veen Bodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont

40 cm -Mv / 20,99 m +NAP

Lithologie: zand, uiterst siltig, zwak humeus, bruin, uiterst fijn Bodemkundig: afgedekt/begraven A-horizont

50 cm -Mv / 20,89 m +NAP

Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtgrijsbruin, uiterst fijn Bodemkundig: C-horizont

70 cm -Mv / 20,69 m +NAP

Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, uiterst fijn Bodemkundig: C-horizont

75 cm -Mv / 20,64 m +NAP

Lithologie: leem, zwak zandig, lichtgrijsgeel Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 100 cm -Mv / 20,39 m +NAP

(27)

boring: HEEGR-21

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.363,92, Y: 378.038,99, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,64, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,64 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verploegd

25 cm -Mv / 21,39 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruingeel, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont

45 cm -Mv / 21,19 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

70 cm -Mv / 20,94 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgeelgrijs, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 90 cm -Mv / 20,74 m +NAP

boring: HEEGR-22

beschrijver: RE, datum: 17-5-2011, X: 164.370,06, Y: 378.061,92, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,54, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,54 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont

20 cm -Mv / 21,34 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig fijn Bodemkundig: verploegd tot in E-horizont

35 cm -Mv / 21,19 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, donkerbruin, zeer fijn Bodemkundig: B-horizont

45 cm -Mv / 21,09 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, bruin, zeer fijn Bodemkundig: B-horizont

55 cm -Mv / 20,99 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, zeer fijn Bodemkundig: BC-horizont

65 cm -Mv / 20,89 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgeel, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 80 cm -Mv / 20,74 m +NAP

boring: HEEGR-23

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.378,36, Y: 377.916,98, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,96, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,96 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, sterk humeus, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont

5 cm -Mv / 21,91 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont, interpretatie: verploegd

30 cm -Mv / 21,66 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, zeer fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 65 cm -Mv / 21,31 m +NAP

(28)

boring: HEEGR-24

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.362,01, Y: 377.900,45, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,82, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,82 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, sterk humeus, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: AE-horizont

15 cm -Mv / 21,67 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, bruin, zeer fijn Bodemkundig: B-horizont

25 cm -Mv / 21,57 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont

35 cm -Mv / 21,47 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 65 cm -Mv / 21,17 m +NAP

boring: HEEGR-25

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.345,87, Y: 377.883,50, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,90, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,90 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, sterk humeus, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont

15 cm -Mv / 21,75 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, zeer fijn Bodemkundig: BC-horizont, interpretatie: verploegd

35 cm -Mv / 21,55 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

50 cm -Mv / 21,40 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgroengeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 65 cm -Mv / 21,25 m +NAP

boring: HEEGR-26

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.329,42, Y: 377.866,55, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,76, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,76 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont

5 cm -Mv / 21,71 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, zeer fijn Bodemkundig: BC-horizont, interpretatie: verploegd

25 cm -Mv / 21,51 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 50 cm -Mv / 21,26 m +NAP

boring: HEEGR-27

beschrijver: RE, datum: 16-5-2011, X: 164.313,08, Y: 377.850,23, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 51G, hoogte: 21,68, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: natuurterrein, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: Heeze-Leende, plaatsnaam: Heeze, opdrachtgever: Brabant Water, uitvoerder: RAAP Zuid

0 cm -Mv / 21,68 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont

15 cm -Mv / 21,53 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, donkerbruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont, interpretatie: verstoord

20 cm -Mv / 21,48 m +NAP

Lithologie: zand, sterk siltig, bruin, zeer fijn Bodemkundig: B-horizont, interpretatie: verploegd

45 cm -Mv / 21,23 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont, interpretatie: verploegd

60 cm -Mv / 21,08 m +NAP

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont

Einde boring op 70 cm -Mv / 20,98 m +NAP

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat is de waarde van een variabele met een klasse als type, en wat is het verschil in de manier waarop zo’n waarde wordt opgeslagen vergeleken met de waarde van een variabele met

Vaststelling zienswijze Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) deelname in oprichting coöperatieve vereniging NDOV/DOVA;.. Beëindiging benoeming

beweeg op ander sfere. Die prysgedigte wat deur die prysdigters voorgedra word,prys ook nie meer so erg handeling soos dit met tradisionele prysgedigte die geval

This suggests that respondents are willing to pay approximately 115 euro to avoid a high decrease in number of birds, decrease in number of seals and location of wind turbines close

Voor deze parameters is het jaarverbruik c.q. de productie bepaald op basis van de hoeveelheid water die dagelijks door de zuivering verwerkt kan worden. In het geval van

e) Zoek uit welk getal je moet veranderen in de vergelijking om het laagste punt één hokje omhoog te schuiven. Geef de nieuwe vergelijking.. a) Neem de tabel over, reken

Op grond van de WMK hebben sociale partners drie jaar de tijd afspraken te maken over de aanstel­ lingskeuringen. Het kabinet verwacht dat er binnen die termijn geen

[r]