• No results found

5 aspecten bij de keuze voor Hyper-V of VMware?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "5 aspecten bij de keuze voor Hyper-V of VMware?"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Continuïteit in IT

5 aspecten bij de keuze voor Hyper-V of VMware?

door Andre de Koning whitepaper

5

(2)

Veel ICT-managers

vinden het moeilijk tussen de twee alternatieven te

kiezen.

(3)

Introductie

Sinds de introductie van Windows 2012 R2 zijn de meeste critici het erover eens dat Hyper-V geschikt is voor gebruik in een groot aantal productieomgevingen. De oplossing kan daarmee als serieus alternatief worden beschouwd voor VMware ESXi. Veel ICT-managers vinden het echter moeilijk tussen deze twee alternatieven te kiezen. Er is op internet een overvloed aantal artikelen te vinden die alle functies en mogelijkheden met elkaar vergelijken. En er zijn minstens zoveel meningen in omloop over welke van de twee hypervisors het beste is.

Dit whitepaper is niet bedoeld als de zoveelste gedetailleerde technische analyse van de twee rivaliserende technologieën. Evenmin zult u uitspraken aantreffen over welk product technisch superieur is. Het zijn allebei capabele hypervisors die doen waarvoor ze bedoeld zijn.

Een belangrijkere vraag is welke oplossing het beste bij uw IT-omgeving aansluit of welke hypervisor u een optimaal rendement op uw investering geeft. Tijdens het vergelijken van beide opties moet u rekening houden met een aantal factoren, zoals de licentiekosten, de omvang van uw omgeving, de high availability-eisen, de beschikbare beheertools en de ondersteuning van virtualisatieomgevingen door de leveranciers van uw bedrijfsapplicaties. In dit whitepaper vergelijken we deze factoren en gaan we in op de opties die tot uw beschikking staan.

Het is belangrijk om hierbij op te merken dat de inzichten en aanbevelingen in dit whitepaper betrekking hebben op kleine tot middelgrote omgevingen met tussen de 50 en 1.500 gebruikers waarbij gebruik wordt gemaakt van een eigen IT-infrastructuur op locatie. Bij het ontwerpen van multi tenant- omgevingen (zoals IaaS-, PaaS-, SaaS- en ISP-omgevingen) of grote ‘enterprise’

omgevingen dient u rekening te houden met diverse andere factoren die hier verder niet worden besproken. Een aantal van deze factoren zullen de kosten aanzienlijk opdrijven, zodat de afwegingen rond de hardware- en licentiekosten die in dit whitepaper worden gemaakt, voor dit soort omgevingen minder relevant zijn.

Licenties

VMware ESXi is beschikbaar in verschillende versies of ‘edities’, variërend van ‘essentials’ tot ‘enterprise plus’. De eerste editie is de goedkoopste, maar biedt ook de minste functionaliteit. Kort gezegd bieden de

goedkopere edities standaard hypervisor-functionaliteit die voor de meeste virtualisatieomgevingen toereikend is. De ‘enterprise’-versies bieden een hoger niveau van automatisering (zoals automatische verplaatsing van virtuele servers tussen fysieke hosts voor optimale load balancing) en integratie (zoals automatische allocatie van opslagcapaciteit of intelligente storage load balancing). Welke editie voor u de beste is, hangt in sterke mate af van de omvang van uw IT-omgeving en uw zakelijke en technische behoeften. Een gedetailleerde analyse hiervan valt buiten het kader van dit whitepaper.

Licenties worden per CPU aangeschaft. Voor elke fysieke socket is het gebruik van een onbeperkt aantal CPU-cores toegestaan. In de praktijk betekent dit dat u zoveel mogelijk cores per CPU wilt om kosten te besparen.

Voor virtuele machines op basis van VMware, die gebruikmaken van het Windows operating systeem, vereisen nog steeds een Windows-

Goedkopere edities zijn voor de meeste virtualiseringsomgevingen toereikend 5 aspecten:

• Licenties

• Omvang

• High availability

• Beheer

• Ondersteuning

(4)

serverlicentie. Als u slechts een paar virtuele Windows-servers op VMware host, zijn reguliere Windows Standard-licenties de beste optie, net als in het geval van licenties voor fysieke servers.

In omgevingen met een sterk gevirtualiseerd karakter met twee CPU’s per server en er per CPU 8, 12 of soms zelfs 18 cores beschikbaar zijn, is het gemeengoed geworden om tien of meer virtuele servers op elke fysieke server te laten draaien. Voor dit soort omgevingen biedt Microsoft een speciale Windows Server-licentie aan in de vorm van Windows Datacenter.

Op basis van een licentie per fysieke server-CPU kunt u een onbeperkt aantal virtuele Windows-servers op de fysieke server laten draaien. Bij een hypervisor-server met twee CPU’s ligt het break-evenpoint meestal rond de tien virtuele servers; de kosten voor tien Windows Standard-serverlicenties komen dan grofweg overeen met de kosten voor de twee benodigde Windows Datacenter-licenties. Het toevoegen van extra virtuele servers aan de

omgeving kan in feite als ‘gratis’ worden beschouwd, voor zover dit Microsoft- licenties betreft. Dit heeft tot gevolg dat bij de meeste omgevingen het doel is om gebruik te maken van CPU’s met zoveel mogelijk cores zodat zoveel mogelijk virtuele Windows-servers op één fysieke server kunnen draaien.

Als u van plan bent om voornamelijk gebruik te maken van virtuele servers met een ander besturingssysteem, dan hebt u deze Windows-licenties uiteraard niet nodig. In dat geval kan VMware financieel aantrekkelijker zijn dan Hyper-V.

Een ander voordeel van Windows Datacenter is dat er geen serverlicenties voor client-toegang (CAL’s) zijn vereist. Dit is wel het geval voor Windows Standard en andere edities. Het enige probleem hiermee is dat, als u naast uw virtuele omgeving gebruikmaakt van fysieke servers met Windows Standard Edition, u nog steeds CAL’s voor Windows moet aanschaffen. Dat geldt voor alle gebruikers die toegang tot deze servers zoeken. Dit is een belangrijke stimulans om uw volledige omgeving te virtualiseren met Windows Datacenter Edition.

Windows licenties voor VMware en Hyper-V.

Geen CAL’s bij Windows Datacenter Extra virtuele servers zijn gratis

(5)

Als u de VMware-licenties vergelijkt met Hyper-V-licenties, zult u merken dat bij Hyper-V geen sprake is van verschillende edities. Er zijn weliswaar versies als Windows Standard en Windows Datacenter beschikbaar, maar deze bieden exact dezelfde Hyper-V-software. Hyper-V is een server ’rol’ die bij Windows Server is inbegrepen. Om deze reden wordt vaak beweerd dat Hyper-V ‘gratis’ is. Rekening houdende met het feit dat u normaliter twee Windows Datacenter-licenties zou aanschaffen voor een hypervisor-server, en dit reeds alle licenties omvat die u nodig hebt voor de hypervisor, alle Windows cluster-servers en alle gebruikers die er toegang toe zoeken, is dit vanuit financieel oogpunt een aantrekkelijke propositie. Zeker in vergelijking met VMware, waarbij u enkele honderden tot duizenden euro’s per fysieke CPU moet betalen, bovenop de kosten van de Windows-licenties.

Maar voordat u op basis van bovenstaande kostenvergelijking meteen uw hele omgeving naar Hyper-V overzet, is het belangrijk om er rekening mee te houden dat deze hypervisor niet de enige component is waarvoor u moet betalen bij een effectief beheerde virtualisatieomgeving met high availability (HA). De reden hiervoor komt in het volgende hoofdstuk aan bod.

Het is belangrijk om op te merken dat er ook een gratis versie van VMware beschikbaar is voor veel kleinere omgevingen en met name development- en testomgevingen. Deze gratis versie biedt mogelijk alle functionaliteit die u van een hypervisor nodig hebt. Of dit een passende oplossing voor u is, hangt uiteraard af van uw specifieke eisen en de aandachtspunten die nog aan bod komen.

De omvang van de ICT-omgeving

Een belangrijk criterium bij de keuze van het beste product en het meest optimale infrastructuurontwerp is de omvang van de omgeving. Dit kan betrekking hebben op het aantal gebruikers, de hoeveelheid data, het aantal applicaties en tal van andere vergelijkbare factoren. Maar omdat dit whitepaper in het teken van virtualisatie staat, vertalen al deze factoren zich uiteindelijk in waarden die betrekking hebben op de hypervisor, zoals het aantal virtuele CPU’s en de vereiste geheugen- en opslagcapaciteit, inclusief de prestatie-eisen ervan.

Nu op de meeste fysieke servers een hoge virtualisatiegraad (virtuele servers per fysieke server) kan worden bereikt, laten de meeste bedrijven met 100 tot 150 gebruikers al hun servers in gevirtualiseerde vorm op slechts één fysieke server draaien. Als uw organisatie het risico accepteert dat het uitvallen van deze fysieke server resulteert in downtime van de hele omgeving, is dit een eenvoudige en goedkope oplossing die op basis van Hyper-V of VMware kan worden gerealiseerd. In sommige gevallen is dit zelfs mogelijk met de gratis versie van VMware.

De high availability-eisen

Als u echter over een grotere omgeving beschikt of behoefte hebt aan high availability (HA), verdient het de aanbeveling om gebruik te maken van verschillende fysieke servers in een clusterconfiguratie, gebruikmakend van het ‘n+1’-principe. Dit houdt in dat er altijd één extra fysieke server beschikbaar is (als stand-by/redundante server) naast het aantal servers (“n”) dat voor de verwerking van de virtuele workload is vereist. De uitval van een server zou in dat geval betekenen dat de stand-byserver automatisch de workload overneemt, in veel gevallen zonder enige downtime. Het kan ook betekenen dat uw IT-medewerkers de uitgevallen virtuele servers handmatig

Alle virtuele servers op een fysieke server

Er is ook een gratis versie van VMware Vaak wordt beweerd dat Hyper-V gratis is

(6)

moeten activeren op de stand-byserver. In de meeste gevallen zal dit gepaard gaan met slechts een korte periode van downtime.

Als u kiest voor hypervisor-clustering op basis van Hyper-V betekent dit dat u een cluster van Windows-servers moet creëren. Omdat Windows- clusters Microsoft Active Directory (AD) nodig hebben, hebt u minimaal één fysieke AD-server buiten uw virtuele omgeving nodig. Dit vraagt dus om de aanschaf van aanvullende hardware, Windows-licenties en extra IT-beheer.

Als u deze AD-server binnen de Hyper-V-cluster virtualiseert, krijgt u te maken met het befaamde ‘kip of het ei’-dilemma: de Hyper-V-cluster heeft de gevirtualiseerde AD-server nodig om op te kunnen starten, terwijl de gevirtualiseerde AD-server niet kan opstarten zonder de Hyper-V-cluster.

Met allerhande creatieve kunstgrepen is het misschien mogelijk om dit probleem te omzeilen, maar de meeste IT-architecten zijn het erover eens dat een robuuste implementatie van een Hyper-V-cluster minimaal één AD- server buiten de cluster vereist. Dit brengt uiteraard extra kosten met zich mee.

VMware is niet afhankelijk van MS AD zoals Hyper-V-clusters, waardoor de kosten en complexiteit voor het Hyper-V-alternatief iets hoger kunnen uitvallen. Als u voor een VMware-cluster kiest, moet u echter wel nagaan welke editie van VMware u nodig hebt om voor de benodigde schaalbaarheid te zorgen. Bij ‘Essentials’, de goedkoopste betaalde versie van VMware, is sprake van een harde limiet van 6 CPU’s per omgeving. In de meeste 2CPU hypervisor-serverconfiguraties zou dit zich vertalen in maximaal drie 2CPU-servers, waarvan er twee worden ingezet voor de verwerking van de workload en de derde wordt ingezet voor cluster-redundantie. Als uw omgeving groeit en u meer dan drie servers nodig hebt, zult u een beroep moeten doen op een duurdere editie zoals ‘Standard’. De kosten daarvan liggen echter aanzienlijk hoger.

Als u voor VMware kiest, moet u ook rekening houden met de gewenste mate van geautomatiseerde high availability. Bij goedkopere versies van VMware moeten virtuele servers handmatig worden verplaatst van een uitgevallen server naar een redundante server binnen het cluster. Dit betekent een bepaalde mate van downtime. Het kan ook nodig zijn om de workload handmatig te verdelen binnen de beschikbare fysieke server. De duurdere edities zoals ‘Enterprise’ automatiseren dit proces. Dit reduceert de beheerinspanning en verhoogt de uptime van de omgeving, maar daar is wel een hoger prijskaartje aan verbonden.

Voor veel van de hierboven beschreven functionaliteit zijn echter specifieke beheertools vereist. Dat geldt zowel voor VMware als voor Hyper-V, zoals in het volgende hoofdstuk wordt besproken.

Beheer

Zoals gezegd wordt vaak beweerd dat VMware een dure oplossing is en Hyper-V zo goed als gratis is als u toch al Windows-licenties aanschaft. Dat klopt als het om de onderliggende hypervisor (VMware ESXi versus Windows Server) gaat, maar het is slechts één aspect van een complete, volledig functionele en goed beheerbare virtualisatieomgeving.

Als u VMware gebruikt in kleinschalige omgevingen is de gratis versie van VMware waarschijnlijk de beste keuze. Voor grotere omgevingen zult u Hyper-V-cluster heeft minimaal één

AD-server buiten de cluster nodig

VM ware-cluster is niet afhankelijk van de Active Directory

Handmatig of geautomatiseerde high availability

(7)

echter effectieve beheertools nodig hebben. Denk daarbij aan tools voor het vereenvoudigen van de aanlevering van nieuwe virtuele servers, het verplaatsen van virtuele servers tussen fysieke servers, het bewaken van de workloads binnen de omgeving en in de meeste gevallen ook het automatiseren van deze taken. In het geval van VMware luistert de desbetreffende beheertool naar de naam VMware Virtual Center. Meestal wordt deze oplossing geïnstalleerd op een Windows-server of ingezet als een virtuele appliance op basis van Linux.

In de meeste gevallen is het een veilige en beheervriendelijke oplossing om deze virtuele server in te zetten binnen de VMware-cluster die u beheert.

Het enige probleem is dat als er een storing in deze omgeving optreedt, u ook met downtime van de beheerserver krijgt te maken. Dat betekent dat u lokaal moet inloggen op de relevante ESXi-server om de Virtual Center-server op te starten voordat u de rest van de omgeving kunt beheren. De meeste IT- beheerders beschouwen dit als een praktisch haalbare oplossing.

Voor het gebruik van VMware Virtual Center moet u wel een licentie aanschaffen. Er zijn verschillende edities beschikbaar die verschillende functionaliteitsniveaus bieden. De kosten van de VMware-omgeving nemen daarmee toe.

U zult de indruk hebben gekregen dat VMware met afstand duurder is dan Hyper-V, dat immers ‘gratis’ is. Dit is niet helemaal waar, omdat de mogelijkheden van Virtual Center geen deel uitmaken van de

kernfunctionaliteit van Hyper-V. Als u op zoek bent naar hetzelfde niveau van beheereenvoud en automatisering dat VMware Virtual Center te bieden heeft, zou u Microsoft System Center Virtual Machine Manager (SCVMM) aan uw omgeving moeten toevoegen. Deze centrale beheerconsole voor

Voor grotere omgevingen zijn effectieve beheertools nodig

VMware duurder dan Hyper-V VMware infrastructuur

(8)

uw Hyper-V-cluster biedt min of meer dezelfde functionaliteit als VMware Virtual Center, zoals Virtual Server- templates, scripting-mogelijkheden, geautomatiseerde high availabillity en disaster recovery.

SCVMM wordt aangeboden als onderdeel van Microsoft System Center.

Een slimme zet van Microsoft, omdat u deze beheeroplossing alleen kunt gebruiken als u het volledige System Center suite aanschaft. SCVMM is niet los verkrijgbaar. Het is een kwestie van alles of niets. De licentie voor System Center is echter verre van goedkoop en zeker geen kosteneffectieve oplossing als u SCVMM louter inzet voor een relatief kleine hypervisor- omgeving op locatie. U moet zich daarom afvragen of u niet gebruik kunt maken van de andere tools van System Center, zoals Configuration Manager (voor het implementeren en updaten van het besturingssysteem en

applicaties. Vervangt oplossingen als WDS/MDT/WSUS), Endpoint Protection (antivirusoplossing), Operations Manager (monitoring en beheer), Data Protection Manager (back-up- en herstelmogelijkheden) en Service Manager (zelfservice en automatisering van taken).

Een andere afweging is of u de extra SCVMM-server al dan niet gaat virtualiseren. De ervaring leert dat het voor het creëren van een

betrouwbare, stabiele en goed functionerende Hyper-V-cluster met SCVMM nodig is om de SCVMM-server op dedicated fysieke hardware te laten draaien of als gevirtualiseerde server in een andere cluster dan de beheerde cluster. Voor organisaties die op basis van de eerdere clusterscenario’s al hebben bepaald dat zij gebruik moeten maken van een fysieke AD-server voor hun cluster, luidt het antwoord: “Nee, SCVMM kan niet op deze AD-server worden geïnstalleerd omdat dit niet wordt ondersteund”. Veelal betekent dit dat u nog een fysieke server moet afschaffen om SCVMM op te hosten.

De compacte virtualisatie-omgeving die u voor ogen had, groeit daarmee uit

Fysieke servers voor cluster, AD en SCVMM

Een slimme zet van Microsoft

SCVMM-server op dedicated fysieke hardware

(9)

van drie fysieke VMware-servers tot vijf fysieke servers als u voor het Hyper- V-alternatief kiest. Een mogelijkheid om het aantal servers te verminderen is een losse Hyper-V server, op basis van Windows Standard (geeft je recht op het draaien van twee VM’s) in te richten, met twee virtuele machines: een voor AD en een voor SCVMM.

Als de technologie en producten van Microsoft (zoals System Center) de boventoon in uw omgeving voeren, kan het gebruik van Hyper-V als hypervisor een uiterst aantrekkelijke propositie zijn, zeker als u sowieso van plan was om licenties voor Windows en System Center aan te schaffen.

De bewering dat Hyper-V ‘gratis’ is bevat in dat geval een zekere kern van waarheid. Maar als u over een kleinschaliger omgeving beschikt en geen verdere functionaliteit van System Center nodig hebt of gebruikmaakt van diverse oplossingen van andere leveranciers dan Microsoft (zoals tools van Citrix, RES of zelfs VMware), kan de inzet van Hyper-V uiteindelijk veel kostbaarder en complexer uitpakken in vergelijking met VMware.

Veel niet-Microsoft systeem engineers, die al een tijdje met virtualisatie werken, vinden SCVMM een ‘lastige’ tool om te leren en te beheersen. Zij vinden het uitvoeren van taken binnen SCVMM veel complexer dan binnen System Center.

Ondersteuning door leveranciers

Veel leveranciers van legacy applicaties zijn bijzonder terughoudend wat betreft het bieden van ondersteuning voor het gebruik van hun producten op gevirtualiseerde servers. Sommige leveranciers weten simpelweg niet of dit mogelijk is omdat ze nooit de moeite hebben genomen om hun oplossingen in VMware- of Hyper-V-omgevingen te testen. Andere leveranciers weigeren botweg om ondersteuning te bieden als hun product wordt ingezet op gevirtualiseerde servers. Dit geldt vooral voor toepassingen voor industriële automatisering en binnen de medische sector, waar leveranciers prestatiegaranties en uptime-garanties moeten geven.

De situatie begint te verbeteren. Steeds meer leveranciers testen hun oplossingen in virtuele omgevingen en beginnen schoorvoetend ondersteuning voor deze omgevingen te bieden. De meeste ondersteuning wordt geboden voor VMware, hoewel de ondersteuning voor virtualisatie op basis van Hyper-V langzaam maar zeker groeit. In de komende jaren zou dit onderscheid kunnen verdwijnen. De wereldwijde opmars van cloud computing vormt namelijk een belangrijke stimulans voor leveranciers om niet alleen ondersteuning te bieden voor virtualisatie, maar ook voor Hyper-V.

Het gebruik van IaaS-omgevingen van Amazon, Google, VMware en Microsoft Azure wordt steeds populairder.

Als u van plan bent om uw IT-omgeving op locatie in te richten, is het de moeite waard om na te gaan welke ondersteuning voor virtualisatie de leveranciers van uw bedrijfsapplicaties bieden alvorens u een hypervisor kiest.

De bewering dat Hyper-V ‘gratis’ is bevat een zeker kern van waarheid

Steeds meer leveranciers ondersteunen virtualisatie

(10)

Conclusie

Samengevat moet u rekening houden met enkele belangrijke factoren wanneer u tussen VMware en Hyper-V kiest, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

De software die op de virtuele servers wordt gebruikt

• Als u hoofdzakelijk gebruikmaakt van Windows kan het zijn dat u Windows Data Center Edition nodig hebt. In dat geval is Hyper-V al in de prijs inbegrepen.

• Als u met een groot aantal virtuele servers werkt van andere leveranciers dan Microsoft zou VMware in sommige gevallen een goedkoper alternatief kunnen zijn.

De software die binnen de back office-omgeving wordt gebruikt

• Als uw omgeving sterk leunt om de technologie van Microsoft en het gebruik van System Center is vereist, is Hyper-V een

vanzelfsprekende keuze, omdat de meeste componenten al in de prijs zijn inbegrepen.

• Als u met veel producten van andere leveranciers dan Microsoft werkt (zoals Citrix, RES of VMware) en als gevolg daarvan geen System Center-functionaliteit nodig hebt, kan VMware een verstandiger keuze zijn.

Uw virtualisatieplannen

• Als uw omgeving reeds een aantal fysieke servers omvat die u niet voor de volle honderd procent wilt virtualiseren, beschikt u mogelijk reeds over geschikte servers waarop u Active Directory en SCVMM kunt installeren. Dit betekent dat de omgeving geen extra directe kosten met zich meebrengt.

• Als u van plan bent om uw complete omgeving te virtualiseren en alle servers binnen één hypervisor-cluster onder te brengen, moet u voor een Hyper-V-omgeving rekening houden met het inzetten van een of meer fysieke servers buiten de cluster. In het geval van VMware is dit wellicht niet nodig.

De omvang van de omgeving

• Als u over een kleinschalige omgeving beschikt, hebt u mogelijk geen complexe beheertools zoals SCVMM en Virtual Center nodig.

Een standalone Hyper-V-server (of -servers) of de gratis editie van VMware zouden hiervoor perfect geschikt kunnen zijn.

• Als u kiest voor een betaalde versie van VMware zullen de omvang van uw omgeving en uw groeiplannen bepalen welke editie van VMware het meest geschikt is. Er kan een grotere investering in VMware-licenties nodig zijn om de noodzaak van desinvestering te voorkomen naarmate de omgeving in omvang toeneemt.

(11)

High availability

• Als u behoefte hebt aan high availability, is de meest voor de hand liggende optie om gebruik te maken van hypervisor-clustering. Dit kan van invloed zijn op de hoeveelheid benodigde hardware (zoals één of meer aanvullende fysieke servers voor Hyper-V).

• Het vereiste niveau van geautomatiseerde high availability en de gewenste herstelmogelijkheden kunnen van invloed zijn op de editie van VMware die u nodig hebt. Mogelijk is hiervoor de duurdere

‘Enterprise’-editie vereist.

Ondersteuning door de leverancier

• Sommige leveranciers van legacy applicaties zijn terughoudend met het aanbieden van ondersteuning voor gevirtualiseerde omgevingen.

• In gevallen waarin virtualisatie wel wordt ondersteund, bieden veel leveranciers momenteel alleen ondersteuning voor VMware.

• Er komt zeker verbetering in deze situatie.

(12)

SPS Continuïteit in IT

Als innovatieve IT-organisatie met meer dan 20 jaar beheerexpertise bij meer dan 450 gerenommeerde klanten is SPS één van de belangrijkste spelers in de markt. SPS is de ontwikkelaar en leverancier van de Business en IT Service Management oplossing Gensys™ en aanbieder van de op Gensys gebaseerde RES-Q beheerdiensten en Datacenter services.

Gensys Business en IT Service Managed Software

Gensys is de multi-tenant IT-beheersoftware voor proactief en voorspellend beheer. Met Gensys is de IT-

infrastructuur continu beschikbaar, is volledig inzicht in en grip op de IT mogelijk, worden de IT-beheerprocessen efficiënt uitgevoerd en zijn de kosten voor het IT-beheer structureel lager.

Een succesvolle en servicegerichte IT-organisatie, die aantoonbaar waarde toevoegt aan de business, wordt gerealiseerd door Gensys.

Contact

SPS Continuïteit in IT Buitenomweg 17 2811 BM Reeuwijk The Netherlands

Telefoon +31(0)182 302 222 Fax +31(0)182 302 323 info@sps.nl

www.sps.nl | www.gensys.nl | eux.sps.nl

Continuïteit in IT

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verby ^aende dan de ftacts onfer Magazijnen , ende KalTe (wekkers bc- vindinge a Opper Regccringc bevolen late ) fal ick over gaen tot’et gene, ick achtc > my infonderheyd

* (‘xx’ staat voor de temperatuur en ‘Y’ voor Celsius of Fahrenheit.) Dit wordt weergegeven wanneer de gebruiker de GRADIENT VARIABLE MODE van de BLANKETROL III instelt, nadat

Zorg dat mensen in je omgeving weten dat je diabetes hebt en zorg er vooral voor dat voldoende mensen weten wat ze moeten doen als je een hypo krijgt en je zelf niet meer kunt eten

“Het Woord van de Waarheid Niet recht gesneden - Ultra-dispensationalisme onderzocht in het licht van de Schrift” (door H.A.

tQtQt v qŒ]_GI`mv ZfBENgVbBFRj‡bRbNg[­v RbZ‚ÁjÂEJ^]_ZgZfBERh…†BFXYuWv ÃUB‰Jj‡bRhGŽ[$SjS$XH[jXY]$u$BER½]_ZfGIN ²pV½GYBFXYBEio`hGH…WN ²HqŸt v Äev

Ongeveer driekwart geeft aan de GBA in alle relevante werkprocessen te gebruiken.De gemeenten die nog niet in alle relevante werkprocessen de GBA gebruiken (28%), geven daarvoor de

Employing this method in SCP children, this thesis shows that a lack of longitudinal fascicle growth and an enhanced longitudinal tendon growth contribute to calf muscle

The present study confirms the CXCL8 hyper-expression and exaggerated activation of the CXCL8 downstream pathways in human aneurysms, and shows that interference with CXCL8