Anatomie en fysiologie van het hart
Thomas Konings, verpleegkundig specialist Mike Kuyper, verpleegkundig specialist
Inhoud
1. Ligging van het hart 2. Functie
3. Weefselopbouw
4. Anatomie van het hart 5. Hartkleppen
6. Kransslagaders
7. Geleidingssysteem van het hart 8. Werking hart
9. Grote en kleine circulatie
1. Ligging van het hart
• Direct achter het borstbeen in het mediastinum.
• Circa 10 cm lang en omvang ter grote van een vuist
2. Functie
• In stand houden van de bloedcirculatie - Stroming door drukverschillen
- Actieve drukopbouw - Eenrichtingsverkeer
- Aanpassen aan wisselende fysiologische condities, zoals activiteit en bloedvolume
3. Weefselopbouw
• Hartwand:
- Endocard (endo=binnen) is de binnenbekleding van het hart;
- Myocard (myo=spier) is het meest in het oog springend, bestaat uit hartspierweefsel. Verschillende hartdelen hebben verschillende myocarddikte
- Epicard (epi= op of boven) is de binnenste vlies (bindweefsellaag) van het hartzakje en tevens bekleding van het Myocard
• Hartzakje= pericard (peri=om, rondom) is de buitenvlies, ook wel het
hartzakje genoemd; Tussen de bladen zit sereus vocht. Vangt wrijving op die ontstaat bij hartcontractie.
• Atria (boezems), ventrikels (kamers)
• Hartkleppen
4. Anatomie van het hart
1. Bovenste holle ader 2. Aorta
3. Longslagader 4. Endocard 5. Longaders 6. Mitralisklep 7. Linker kamer 8. Myocard 9. Septum 10. Aorta
11. Rechter kamer
12. Onderste holle ader 13. Peessnaren
14. Tricuspidalisklep 15. Hartzakje
16. Pulmonalisklep 17. Rechter boezem 18. Linker boezem 19. Aortaklep
5. Hartkleppen
6. Kransslagaders
7. Geleidingssysteem van het hart
Prikkelvormende weefsels in het hart:
• Sinusknoop (frequentie ongeveer 70 per minuut)
• AV-knoop (frequentie ongeveer 50 per minuut)
• Bundel van His
• Purkinje vezels
• Ventrikelmyocard (frequentie ongeveer 40 per minuut) Daarnaast is er prikkelgeleidend weefsel
7. Geleidingssysteem van het hart
8. Werking hart
• Hartspierweefsel contraheert: hartholten sterk verkleind en bloed geperst in richting waar druk lager is.
• Hartkleppen zorgen voor strikt eenrichtingsverkeer.
• Beide atria gelijktijdig actief en datzelfde geldt voor beide ventrikels.
8. Werking hart: actie-rustcyclus
• Iedere actiefase (systole) wordt gevolgd door een rustfase (diastole).
• Passieve vullingsfase: AV-kleppen open, semilunaire kleppen dicht.
• Actieve vullingsfase: contractie van het atrium: extra vulling kamers van 10%.
• Ventrikelsystole: krachtige contractie van ventrikels als geheel.
Atrioventriculaire kleppen dicht (mitralisklep/tricuspidalisklep), semilunaire kleppen (aortaklep/pulmonalisklep) open.
8. Werken hart: slagvolume
• Preload: de uitrekking van de hartspier vóór de contractie.
• Afterload: weerstand waartegen ventrikel uit moet pompen.
• Contractiliteit: samentrekkingskracht van de hartspier.
8. Werking hart: Frank-Starling curve
• Hart pompt naar behoefte, bij inspanning, opwinding, angst of woede.
• Beïnvloeding van de sinusknoop via daarop eindigende zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel.
• Hartminuutvolume (= cardiac output) is de hoeveelheid bloed die het hart per minuut per ventrikel uitpompt. Normaal circa 5 liter.
9. Grote en kleine circulatie
• In de grote circulatie treffen we in de arteriën zuurstofrijk bloed aan en in de venen zuurstofarm bloed.
• In de kleine circulatie is dit juist omgekeerd!