• No results found

Gemeente van Christus,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeente van Christus,"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Gemeente van Christus,

Soms zijn architecten grote kunstenaars. Ze ontwerpen wat nooit eerder is bedacht. Ze zijn creatief en origineel. Alle architecten bedenken wat nieuws, maar het verschilt vaak niet zoveel van wat er is. Sommigen wagen een grote sprong. Ze ontwerpen iets voor het eerst - en heel anders. Ze riskeren kritiek en spot, ze hebben lef.

Als ze vandaag geen waardering krijgen, waarom morgen niet?

In Psalm 24, vanouds gezongen met advent, gaat het over een gebouw.

Gij poorten hef uw hoofd omhoog aloude deur maak wijd uw boog.

Dat is poëzie: poorten aanspreken alsof ze leven, alsof het mensen zijn, die zich even kunnen strekken en uitrekken.

Maak je groter dan je bent.

Want de Koning vol majesteit wil binnengaan.

Poëzie! Wie kan geloven zonder poëzie. Wat zou ons geloof zijn zonder de psalmen?

Zonder alle liederen die zijn gemaakt in vroeger tijden, en tot op vandaag?

En zonder kunstenaars?

Soms zijn architecten grote kunstenaars. Mensen met een visie, een visioen. Ze denken na hoe we vorm geven aan onze leefomgeving. Ik zag eens een

reportage over een architect die nadacht over onze volle landen en volle steden. Hoe benutten we de ruimte? Hij zag in de toekomst flexibele huizen met flexibele kamers. Je kunt ze groter maken of kleiner net naar wat je nodig hebt. Zoals je een luchtbed of een strandbal zacht of hard kan oppompen - en dat in het groot. Soms heb je veel ruimte nodig, je wilt bewegen en bent druk bezig, je wilt gasten ontvangen. Soms wil je wegkruipen in een hoekje. Het ideale huis, zegt de architect, zal zich aanpassen aan onze behoeften, en die van onze buren. Zo flexibel dat het op elk moment groter of kleiner kan.

Optimaal gebruik van de ruimte. Een soort van kneedbare huizen.

Of hij psalm 24 heeft gelezen weet ik niet ...

Hef poorten uw hoofden omhoog, verhef ze aloude ingangen de Koning der majesteit wil binnengaan

Die woorden zijn niet alleen creatief en poëtisch, ze zijn ook een raadsel.

Hoe zit dat? Het gaat hier om de poorten van de heilige plaats!

De poorten die je door moet om in de tempel te komen.

Maar God woont toch in zijn huis, in de tempel? Is Hij daar dan niet?

(2)

2

Gemeente, we beleven een bijzondere tijd met de corona - pandemie.

We zijn allemaal van slag, ons leven is ontregeld.

Ons dagelijks leven, ons sociale leven, ons kerkelijk leven.

We zijn onze kerken uitgejaagd. De gebouwen staan leeg, vrijwel overal.

Er worden opnamen gemaakt zodat je thuis kunt meeluisteren en meekijken.

In de kerk is een handjevol mensen om de uitzending te realiseren.

We missen de ontmoeting in de kerk tijdens de dienst. Ervoor als je elkaar even begroet, en erna als je koffie drinkt en bijpraat. Of die momenten nu oppervlakkig zijn of intensief, we weten heel goed hoe belangrijk ze zijn.

Is God nu ook vertrokken?

Welnee, zegt Psalm 24: De aarde en haar volheid zijn /des Heren koninklijk domein / de wereld en die daarin wonen.

Of, zoals de profeet Jesaja zegt:

Heilig is de Heer van de hemelse machten / heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.

Misschien is het wel een les van de coronatijd.

We ervaren de kerk als een heilige plaats waar je dichter bij God komt.

Dat hebben wij ook nodig.

Een gebouw dat groter is dan ons eigen huis, met afmetingen boven de menselijke maat. Het gaat daar ook om wat groter is dan wijzelf.

Het is alsof je in een kerk zelf ook meer ruimte krijgt,

het gebouw helpt je open te staan voor wat groter en meer is.

Het helpt je open te staan voor wat ongrijpbaar is, wat mysterie is.

Maar God heeft geen tempel nodig, geen kerk.

God bewoont hemel en aarde, en vult ze met zijn majesteit en goedheid.

Hij stelt prijs op onze dank, op onze lofzang.

Maar is niet afhankelijk van onze kerkgebouwen.

Psalm 24: een bijzondere tekst. Poorten die zich groter maken.

Het gaat terug tot de tijd waarin de eerste tempel van Jeruzalem werd gebouwd.

Uit bijbelse geschiedenis weten we dat er eerst een draagbaar heiligdom was, een tent, ook wel de tabernakel genoemd. Daar stond de ark van het verbond, een kistje met daarin twee stenen tabletten of tafels met de tien geboden.

Die ark werd in het oude Israël meegevoerd als het oorlog was en het voortbestaan van het vol werd bedreigd. God ging mee ten strijde!

Psalm 24 herinnert ons aan het moment dat de ark na de overwinning feestelijk in de stad Jeruzalem werd binnengehaald.

(3)

3

Zo ontstond e eredienst - liturgie.

Dat bleef een tempel stond, de tempel van Davids zoon, Salomo.

U moet zich dat zo voorstellen.

De mensen in het land gingen van tijd tot tijd naar de tempel, bij de grote feesten. Als ze bij de tempel aankwamen zongen ze, met koorzangers van de tempel in beurtzang:

De aarde en haar volheid zijn - des Heren koninklijk domein En dan riep de priester:

Wie mag de tempel binnentreden?

En dan zong het koor:

Wie zijn hart en handen zuiver houdt En dan ging het koor verder:

Gij poorten hef uw hoofd omhoog laat uw verheven koning binnen.

En dan riep de priester: Wie is die koning? En dan zongen ze:

Het hoofd van 's hemels legermacht Hij komt - Hij maakt bij ons zijn woning.

Een koninklijke intocht.

God komt zijn huis binnen, tegelijk met de mensen die op Hem vertrouwen.

God komt zijn huis binnen, samen met mensen die te vertrouwen zijn.

En dat gaat dan in beurtzang, in wisselzang.

In het heilig spel van de liturgie.

Later kreeg deze psalm een nieuwe betekenis, een nieuwe dimensie.

Het was bij Jezus' intocht in Jeruzalem. Een koninklijke intocht.

Geen krijger te paard, maar een man op een ezeltje, met palmen toegezwaaid.

Jezus komt deze wereld binnen,

niet als een machtige krijger, de sterke man die imponeert, maar als een koning, die rijdt op een ezeltje.

Je vindt dat in lied 435:

Hef op uw hoofden poorten wijd, wie is het die daar binnenrijdt?

En in lied 440, ons slotlied:

Ga stillen in den lande, uw koning tegemoet

de intocht is ophanden, van hem die wond'ren doet.

En zo werd deze psalm uiteindelijk een adventslied:

Hij komt de wereld binnen als een kind.

Hij laat zich aankondigen door een engel, Gabriël.

op bezoek bij het meisje Maria.

Mag ik bij je binnenkomen?

(4)

4

Zo komt Hij ook vandaag bij ons.

Als iemand die aanklopt.

Hij komt binnen met een paar woorden, met overredingskracht.

Iemand die op onze weg komt en ons aanspreekt.

Een vreemde die een appel doet op ons hart, op ons geweten.

Die klopt op onze deur.

Laten we hem / haar binnen?

... binnen in ons leven,

Staan we open als iemand ons vraagt: mag ik binnen komen?

Staan we open als iemand ons verrast, en iets geeft waar we niet op zaten te wachten?

Herkennen we in die ander de stem van God? Van de engel Gabriël?

Laten we niet bang zijn dat we in deze tijden God zouden kwijtraken - alsof Hij gebonden zou zijn aan kerkgebouwen.

De God van de hemelse machten kan zomaar bij ons aankloppen ...

In de kanttekeningen bij de oude Statenvertaling staat een mooie gedachte bij die 'God van de hemelse machten', of zoals het daar staat: 'de Heer der

heerscharen'.

Dan staat er: die machten, dat is toch niet anders dan heel zijn schepping.

Dan is het heel de schepping die Hem toezingt: mensen - ja -

maar ook de bloemen en de vogels, de bergen en de zee, de zon en de sterren, een loflied voor de Schepper, die groter is dan onze tempels en kerken,

die groter is dan ons verstand en ons geloof.

En als de poorten zich rekken en uitstrekken: flexibele architectuur - laten wij ons dan ook rekken en uitstrekken naar Hem.

Bij ons kan de rek eruit zijn, bij de Allerhoogste niet:

zij liefde trilt en zindert door alles heen.

onweerstaanbaar, en zonder einde.

Gabriel, dat is: Gods gabber, Gods sterke man, die wist het:

Je zult een zoon krijgen, Zoon van de Allerhoogste, eeuwig zal Hij koning zijn:

aan zijn koningschap komt nooit een einde.

AMEN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

V EEL heeft Jezus niet meer gesproken de laatste da- gen van zijn leven.. Bij Herodes het hoogstnodi- ge, bij Kajafas een paar woorden, bij zijn geseling geen woord en tijdens

Maar we kijken ook met andere ogen naar onszelf want als God zelf niet onkwetsbaar is dan zijn wij mensen dat al helemaal niet.. Als hij al niet van staal is dan zijn wij al

Richt je aandacht naar buiten om een zoon te zijn voor wie je moeder niet is en een dochter voor wie je vader niet is.. Wij zijn aan elkaar gegeven als troost in een

Zoiets vraagt de misdadiger aan Jezus en toch is zijn vraag anders want hij heeft het over uw koninkrijk.. Jezus, denk aan mij als u in uw koninkrijk

In de Nieuwe Bijbelvertaling is dat niet meer te horen, want daar gaat het over een opgejaagd mens.. In de Statenvertaling is het beter te

Dat is het grootse van het boek Jesaja die Knecht is er niet alleen voor het eigen volk maar voor de hele wereld.. De betekenis van Jezus Christus strekt zich uit

Wat betekent het belijden van de kerk als lichaam van Christus – waar Hij woont in de Heilige Geest – voor het werken van alle dag in de kerk.. Vooral: wat betekent dat in

Je kijkt weer naar de omstandigheden, het kan helemaal niet, het kan helemaal niet beter worden met mij, ik kan daar helemaal niet uit komen uit dat