Signalen:
10.35 u – 12.00 u en 13.15 u -13.40 uSCIENCE | TECHNOLOGY | ENGENEERING | MATH
LESDOEL
Lesdoelen:
- De leerlingen kunnen noteren wat ze al weten rond communicatie van vroeger.
- De leerlingen kunnen voorwerpen (lamp, djembe) onderzoeken en zo ontdekken wat je er allemaal mee kan doen.
- De leerlingen kunnen een codetaal maken waarmee ze nadien een boodschap kunnen overbrengen via een lamp (lichtsignaal) of djembe (tamtamsignaal).
- De leerlingen kunnen aan de hand van een lamp, djembe een bepaalde boodschap overbrengen zonder spreektaal te gebruiken.
Leerplandoelen:
Techniek 6.4
Kinderen zien in dat veel voorwerpen in hun omgeving een aanvulling of verbetering zijn van menselijke functies en maken er functioneel gebruik van.
6.9 Kinderen weten dat mensen steeds nieuwe systemen, instrumenten en producten hebben uitgevonden en zullen uitvinden om hun werk aangenamer, beter, vaardiger, sneller, mooier, preciezer … te maken.
- vaststellen dat sommige mensen met (nieuwe) uitvindingen:
. toch kunnen werken (bv. een blinde met een braillecomputer),
. toch kunnen leven (bv. een nierpatiënt), . toch veel dingen kunnen doen
6.15 Kinderen kijken kritisch naar een zelfgemaakt product of bereiding.
Dat houdt in dat ze:
- controleren of een zelfgemaakt product voldoet aan de zelf vooropgestelde eisen,
- verbeteringen kunnen aanbrengen aan een product na evaluatie,
Tijd
8.12 Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren … evolueren in de tijd.
DOEL
Prefix en lesdoel
MATERIALEN
MATERIALEN Demonstratie, gereedschappen, toepassingsmaterialen, bijlagen
-‐ Djembe (zeker twee) à Elise
-‐ Zaklampen (zeker 4-5) à Elise en Charlotte -‐ Verhaal Samuel Morse (1) à Afdrukken (Elise) -‐ Papieren om code op te noteren à Klas
-‐ Pennen à Klas
-‐ Enkele papieren met morsecode op (5) à Afdrukken (Charlotte) -‐ A3 papier voor mindmap (Charlotte) à Klas
-‐ Post- its (in verschillende kleuren)à Elise en Charlotte
-‐ Foto’s communicatie van vroeger (5) à Afdrukken (Charlotte) -‐ Subtakken mindmap (5) à Afdrukken (Charlotte)
-‐ Wist je datjes: signalen (5) à Elise
-‐ Sneller klaar opdracht (2) à Charlotte + kopiëren op stageschool
-‐ Sneller klaar opdracht correctiesleutel. (2) à Charlotte + kopiëren op stageschool -‐ Evaluatiefiches (zeker 5) à (Elise)
-‐ Verkleedkledij Samuel à Elise
-‐ Naamstikkers (zeker 18) à Charlotte -‐ Namenlijst à Vragen aan mentor
STEM-‐REFLECTIE
CONTEXT Op welke manier sluit de context aan bij de
belevingswereld van de kinderen?
- Het verhaal van Samuel Morse zal de leerlingen motiveren om aan de slag te gaan.
- Ze mogen zelf uittesten met een djembe en een lamp wat de leerlingen ook zal uitdagen.
- De mentor gaf aan dat de leerlingen graag zaken voordoen voor elkaar en ook dat ze allemaal graag de code gaan willen ontcijferen.
- Ze mogen zelf een geheime code maken, dit doen kinderen graag.
VOORKENNIS Stuurt de activiteit aan op het aftoetsen van de voorkennis bij kinderen?
- De leerlingen zijn in het begin van het derde leerjaar bezig geweest met oriëntatie. Hierbij kennen ze de windstreken al (N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW).
CONCEPT(EN) Wat zijn mogelijke (mis-)concepten bij deze context?
-‐
Concepten en misconcepten worden aan het begin van de les onderzocht via de mindmap ende post- its.
- Mogelijke misconcepten: dat leerlingen denken dat er al sinds het begin wordt gecommuniceerd met schrift en taal.
NATURE OF SCIENCE Biedt de activiteit voldoende kansen aan leerlingen om hen te laten inzien dat wetenschap en techniek menselijke activiteiten zijn waarvoor heel wat creativiteit en verbeelding nodig was en is?
- Ze gaan zelf een code moeten verzinnen. Hierbij zullen ze hun creativiteit en verbeelding moeten gebruiken.
INTERDISCIPLINAIR Welke betekenisvolle aanknopingspunten/verbanden kunnen er zijn met andere vak-/leergebieden?
S: science (wetenschap): Wetenschapper/uitvinder: Samuel Morse.
T: technology (technologie): Technologie van vroeger. Nu is er e-mail, sociale media… vroeger waren er enkel primitieve communicatiemiddelen bv. lichtsignalen, rooksignalen, tamtamsignalen.
E: engeneering (bouwkunde): / M: math (wiskunde): /
EVALUATIE
Als deze les nog eens gegeven zou worden zou er voor het ontwerpen en het inoefenen van de code meer tijd voorzien moeten worden.
Wij waren met twee om de les te geven. Eén van ons kon Samuel spelen. Dit kan opgevangen worden door een handpop te gebruiken.
We hebben ook een fiche gemaakt waarop per fase richtvragen staan voor de leerlingen zodat ze het experimenteren en ontwerpen meer in hun groep kunnen doen en de leerkracht minder nodig hebben.
Het werken met de tamtams is moeilijker dan met de lamp. De leerlingen met de tamtam zijn dus langer bezig. Hierbij moet dan gedifferentieerd worden op tempo door het geven van een extra opdracht die we verrijkt hebben met ICT.
Er moet ook beter nagedacht worden over de groepsindeling, zodat er in elke groep toch een leider zit en dat ieder groepje echt tot een oplossing komt en dat ze actief en doelgericht bezig zijn.
LESVERLOOP
INLEIDING
10.35 u – 12.00 u
De leerlingen komen binnen en verdelen zich zo snel mogelijk over de banken.
De leerlingen krijgen een groot A3 papier en post- its. De leerlingen krijgen de opdracht om op de post- its te schrijven waaraan ze denken als ze horen: ‘communicatie van vroeger’. Elke leerling per groepje heeft een eigen kleur.
De leerlingen proberen na een tijdje de post- its te ordenen, per verzameling proberen ze een algemene naam te zoeken.
Eventueel biedt de leerkracht voorbeelden van subtakken aan waarbij ze dan ook eens gaan nadenken en hierbij post-its kleven. Na een tijdje krijgen de leerlingen ook prenten waardoor ze op nog nieuwe ideetjes kunnen komen.
Per groepje wordt er verteld over de subtak waarbij zij het meeste hebben gevonden.
De leerkracht vertelt een verhaal over Samuel. (zie bijlage) - schrift: schrijftaal
- tekens: spijkerschrift, (stempelen) - signalen: licht, rook en tamtamsignalen
LEERFASE Verwerving EXPLOREREN 10.35 u – 12.00 u
Verkennen, zich verwonderen, vragen stellen, behoeften of eisen detecteren, …
Naar aanleiding van het verhaal van Samuel wordt de volgende vraag beantwoord: ‘Zouden deze
voorwerpen iets te maken hebben met communiceren? Zo ja, hoe dan? Hoe moet ik ze gebruiken, wat kan ik ermee doen?’
De leerkracht verdeelt de leerlingen in groepjes en ze verkennen de voorwerpen naar aanleiding van de vragen van Samuel.
Na een tijdje (5-10 minuten) wordt er gewisseld van voorwerp.
Daarna wordt de verkregen informatie klassikaal besproken aan de hand van vragen die de leerkracht stelt.
Hoe communiceren wij? (Denk aan mindmap.)
Hoe kan je dit nu doen als je enkel een licht of enkel geluid mag of kan gebruiken?
Wat kan je allemaal met je lamp of djembe doen?
Afspraken die worden gemaakt bij het uittesten van het materiaal (deze gelden de hele les):
- We halen geen voorwerpen uit elkaar.
- We trekken niets uit elkaars handen en proberen om te beurt.
- We hebben respect voor het materiaal. (We doen het dus zeker niet stuk.) - We werken rustig, niet spelen.
- We praten zachtjes. Er wordt niet geroepen.
- Wanneer we op het belletje duwen, geven de groepjes met een zaklamp hun voorwerp aan de groepjes met een djembe, en omgekeerd.
De leerkracht deelt een opdrachtenblad uit. Hierop staat per fase (experimenteren en ontwerpen) wat de leerlingen moeten doen aan de hand van vragen.
De leerlingen vullen op het opdrachtenblad de vragen in.
Wij communiceren met woorden, letters, schrift, zinnen…
Als je enkel licht of geluid mag gebruiken kan je bijvoorbeeld per woord of per letter en ander signaal/
geluid/ verschillende lengte / gevarieerde geluidssterkte.
Met mijn lamp kan ik: lang en kort schijnen, snel, traag.
Met mijn djembe kan ik: hard slaan, zacht staan, snel, traag, andere stand van de hand en andere plaats op de djembe.
ONDERZOEK / ONTWERP
10.35 u – 12.00 u Nadenken, hypothese opbouwen, variabelen
onderzoeken, antwoorden zoeken, ontwerpen, … Samuel komt de klas binnen. De vraag van Samuel wordt samen met de leerkracht, Samuel en de leerlingen besproken.
Daarna vertelt Samuel verder en geeft de leerlingen de opdracht (onderzoeksvraag). Kunnen jullie voor mij aan mijn familie laten weten hoe het hier gaat denk er wel aan, dit moet in codetaal
gebeuren (gebruik info verhaal)?
De opdracht wordt nog even door de leerkracht verduidelijkt.
Jullie gaan zodadelijk een codetaal verzinnen waarbij je je djembe of lamp gebruikt om deze code door te geven.
Je gaat eerst een zin formuleren die je wil versturen naar de ouders van Samuel. Daarna ga je deze zin omzetten naar een code. Je kan dit doen per letter, per woord… Zorg er wel voor dat anderen het kunnen ontcijferen.
Wat was de vraag van Samuel?
Wat laten jullie weten als je op reis bent?
Wat wordt er verteld in het verhaal over hoe het met Samuel is?
Je gaat dus een zin of woord maken in je codetaal die je zo kan doorgeven aan de familie van Samuel.
Oefen deze code goed in zodat je ze allemaal (elke leerling van de groep) kan doorgeven.
Zit je echt vast dan kan je bij ons een tip komen halen. De leerlingen krijgen dan gedurende 5 seconden de morsecode te zien.
Ondertussen verlaat Samuel stiekem de klas.
De leerkracht deelt kaartjes uit. Hierop gaan de leerlingen hun voorkeur noteren. Willen ze het liefst werken met de lamp of de djembe? Ze schrijven hun naam op en hun voorkeur, dit geven ze af aan de leerkrachten en dan wachten ze op een rij vooraan in de klas. De leerkrachten verdelen zo de groepen. Het is mogelijk dat niet iedereen zijn voorkeur krijgt.
De leerkracht zegt welke leerlingen in welke groepen zitten en waar ze mogen gaan zitten.
De leerlingen met de lampen gaan in het computerlokaal zitten (naast klas). De leerlingen met de djembe zitten gewoon in de klas.
De leerlingen krijgen ook een informatiefiche die ze in groep even lezen. Deze fiche gaat over signalen.
De leerlingen vullen op het opdrachtenblad de vragen in. Hierop noteren ze de zin die ze gaan maken, de code die ze gaan gebruiken en de zin die omgezet is naar de code.
RUIMER KIJKEN / VERBETEREN
10.35 u – 12.00 u Verbeteren van het concept, in verband brengen met, Klopt dit met wat we al weten?, voorspellen, opnieuw dromen, … De leerkrachten gaan rond en geven feedback over de codes. De leerlingen verbeteren indien nodig de code na feedback van de leerkracht.
Is er een groepje klaar dan maken zij de sneller klaar opdracht die ze van de leerkracht krijgen. Ze mogen dit in groep doen en als ze iets niet weten zoeken ze dit op op de computers. Als ze klaar zijn komen ze de verbetersleutel halen bij de leerkracht.
De leerlingen verbeteren hun code op het opdrachtenblad.
VERKLAREN / MAKEN (SLOT) 13.15 u -13.40u
Resultaten, begrijpen, verklaren met model, maken, werkt het, …
Samuel zit in de klas als de leerlingen binnenkomen. Hij kijkt mee naar de presentaties.
Ieder groepje krijgt het codeblad van de groep die als eerste hun code komt voorbrengen. Elke leerling van de groep doet de code één keer voor zodat de andere groepjes voldoende tijd krijgen om de code te
ontcijferen aan de hand van het codeblad. Zo komen alle groepjes aan bod.
Verhaal gaat verder met als hoofdpersonage Samuel MORSE.
Samuel Morse
Hij was 44 jaar toen hij de morsecode uitvond.
De morsecode is vernoemd naar zijn uitvinder namelijk Samuel Morse.
Een bolletje stelt een kort lichtsignaal voor een streepje stelt een lang lichtsignaal voor.
DIFFERENTIATIE Interesse, ontwikkelingsniveau
- Sneller klaar opdracht (ICT) voor de leerlingen die klaar zijn. (Tempodifferentiatie)
- De leerlingen hebben inbreng in hun keuze voor de djembe of de lamp. (Keuzedifferentiatie)
- De leerlingen krijgen een tip (morsecode 5 seconden bekijken) als ze niet goed op weg geraken met het maken van een code. (Niveaudifferentiatie)
EVALUATIE Proces & product