• No results found

Economische Barometer Noord-Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Economische Barometer Noord-Nederland"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Economische Barometer

Noord-Nederland

2019

(2)

1

Colofon:

Titel:

Economische Barometer Noord-Nederland

Opdrachtgever:

Economische zaken provincies Groningen, Fryslân en Drenthe

Uitvoering:

Werkgroep provincies Groningen, Fryslân en Drenthe

Datum publicatie:

Januari 2020

Foto’s omslag:

1e en 3e foto: Theo Berends 2e foto: Klaas Pot

(3)

2

Inleiding

In deze economische barometer wordt de Noord-Nederlandse economie door middel van een aantal indicatoren gepresenteerd. De barometer kijkt naar de Noord-Nederlandse economie in relatie tot de landelijke en naar de economie van de drie noordelijke provincies. De barometer 2019 is het vervolg op de eerder verschenen barometer 2017.

Het gaat hier om een zogenaamde barometer van de economie van het Noorden, waarin vooral een beschrijving wordt gegeven van de economische toestand en ontwikkelingen daarin. Een dergelijke barometer is te onderscheiden van een zogenaamde beleidsmonitor, waarin de ontwikkelingen in de economie worden afgezet tegen de beoogde economische beleidsdoelen

De barometer bestaat uit relevante economische indicatoren waarvoor regionale en langjarige gegevens beschikbaar zijn. Voor zover mogelijk wordt per indicator een grafiek weergegeven waarin Noord-Nederland met Nederland wordt vergeleken en een grafiek waarin de drie noordelijke provincies onderling worden vergeleken. De grafieken zijn voorzien van een beknopte toelichting/analyse.

De barometer is een aanvulling op enkele andere bestaande informatieproducten die de nodige thematische beleidsinformatie presenteren, zoals:

De Staat van Fryslân (hoe staat het ervoor in Fryslân op een breed scala aan thema’s) De Staat van Groningen (hoe staat het ervoor in Groningen op een breed scala aan thema’s) Arbeidsmarktdashboard (dashboard met actuele arbeidsmarktgegevens over Fryslân) Arbeidsmarktinzicht (dashboard met actuele arbeidsmarktgegevens over Drenthe)

(4)

3

Inhoud

Bevolking en inkomen ... 4

Beroepsbevolking en arbeidsparticipatie ... 5

Werkgelegenheid ... 7

Sectorstructuur ... 7

Werkloosheid ... 9

Arbeidsmarktspanning ... 10

Bruto regionaal product en economische groei ... 11

Export ... 12

Investeringen in vaste activa ... 13

Innovatie ... 13

European Regional Competitiveness Index (ECI-Index) ... 14

(5)

4 Bevolking en inkomen

Bron: CBS

De totale bevolkingsomvang in het Noorden was op 1 januari 2019 1.723.829. Nederland telt 17 miljoen inwoners, dit betekent dat 10% van de Nederlandse bevolking in het Noorden woont. Fryslân is de grootste provincie qua bevolkingsomvang van het Noorden. De totale bevolking in Fryslân was op 1 januari 2019 647.672 personen.

Groningen komt binnen het Noorden op de tweede plaats met 583.990 inwoners en Drenthe is de kleinste provincie met 492.167 inwoners.

Bron: CBS

De bevolkingsdichtheid in het Noorden ligt met 208 inwoners per km2 een stuk lager dan landelijk (510 per km2).

Binnen het Noorden is de bevolkingsdichtheid in de provincie Groningen het grootst. Drenthe is de provincie met de kleinste bevolkingsdichtheid van Nederland.

Bron: CBS 0 100000 200000 300000 400000 500000 600000 700000

Groningen Fryslân Drenthe

Bevolking op 1 januari 2019

510

208 251

194 187

0 100 200 300 400 500 600

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Bevolkingsdichtheid 2018 (aantal inwoners per km2)

90,0 95,0 100,0 105,0 110,0 115,0 120,0

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050

Bevolkingsprognose 1995=100

Groningen Fryslân Drenthe

90,0 95,0 100,0 105,0 110,0 115,0 120,0 125,0

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050

Bevolkingsprognose 1995=100

Nederland Noorden

(6)

5

De bevolkingsontwikkeling laat voor Noord-Nederland een groei zien tot 2020. Volgens de meest recente prognose neemt het aantal inwoners vanaf 2020 tot 2050 af. Wordt voor heel Nederland in de periode 2020-2050 een groei van circa 7% verwacht, in Noord-Nederland zal de bevolking naar verwachting met circa 4% krimpen de komende 30 jaar. Met een verwachte bevolkingsdaling van bijna 5% is de bevolkingskrimp in Groningen en Fryslân wat sterker dan de verwachte krimp van 3% in Drenthe. Ten opzichte van de prognose uit de Barometer van 2017 laat deze vernieuwde prognose een wat sterkere bevolkingsdaling zien.

Bron: CBS

Het gemiddeld besteedbare inkomen van particuliere huishoudens lag in 2017 in het Noorden met 38.300 euro circa 10% lager dan het nationale besteedbare inkomen (41.900 euro).

Drenthe heeft binnen het Noorden het hoogste besteedbare inkomen en Groningen komt op de laatste plaats.

Beroepsbevolking en arbeidsparticipatie

Bron: CBS

Bij beroepsbevolking gaat het om de werkzame en werkloze bevolking van 15-75 jaar. De totale beroepsbevolking in het Noorden bestond in 2018 uit 889.000 personen, tegenover 9.125.000 in Nederland. Fryslân heeft een totale beroepsbevolking van 336.000, Groningen volgt met een totaal aantal van 304.000 en Drenthe kwam uit op 249.000 personen. Uit de grafiek blijkt dat de ontwikkeling van de beroepsbevolking in het Noorden achter blijft bij de ontwikkeling van Nederland. Dit zijn de eerste sporen van de krimp van de totale bevolking.

In de periode 2009-2018 is de beroepsbevolking in Groningen en Fryslân gegroeid. Drenthe zit in 2018 op hetzelfde niveau als in 2009.

Evenals de totale bevolking zal ook de potentiële beroepsbevolking (inwoners van 15-75 jaar) de komende 30 jaar afnemen. Het Noorden telt in 2050 circa 14% minder 15-75 jarigen dan in 2020. Landelijk krimpt de groep 15-75 jarigen naar verwachting met 4%. Om een voldoende omvang van de beroepsbevolking te houden, zal de arbeidsparticipatie de komende jaren verder moeten stijgen. Ook zal de vraag naar arbeidsmigranten toenemen.

41,9

38,3

36,5

38,6

40,2

33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Gemiddeld besteedbaar inkomen 2017 x 1.000 euro

98,0 99,0 100,0 101,0 102,0 103,0 104,0

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ontwikkeling beroepsbevolking 2009=100

Groningen Fryslân Drenthe

97,0 98,0 99,0 100,0 101,0 102,0 103,0 104,0 105,0

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ontwikkeling beroepsbevolking 2009=100

Nederland Noorden

(7)

6

Bron: CBS

In de grafieken wordt een onderverdeling gegeven van de beroepsbevolking naar opleidingsniveau en leeftijd.

Wanneer we het Noorden vergelijken met Nederland, dan blijkt dat de beroepsbevolking met een middelbaar opleidingsniveau ruimer aanwezig is in het Noorden. Een laag onderwijsniveau heeft in het Noorden een groter aandeel en het hoge onderwijsniveau is duidelijk in mindere mate vertegenwoordigd in het Noorden.

Groningen is hierop een uitzondering binnen het Noorden, de Groningse onderverdeling lijkt sterk op die van Nederland. In Fryslân en Drenthe ligt het aandeel van 30,1% van de beroepsbevolking met een hoog opleidingsniveau lager dan 36,7% landelijk.

Vergeleken met Nederland zijn de hoogste en, in iets mindere mate, de laagste leeftijdscategorie in het Noorden ruimer vertegenwoordigd. In de provincie Groningen is de categorie 15-25 jarigen in de beroepsbevolking sterk vertegenwoordigd. In Drenthe en Fryslân is de beroepsbevolking relatief ouder dan in het Noorden en Nederland.

Bron: CBS

De bruto arbeidsparticipatie is het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de totale bevolking in de leeftijdscategorie 15-75 jaar. Uit de grafiek blijkt dat de bruto arbeidsparticipatie in het Noorden in 2018 68,7%

was. Daarmee ligt de bruto arbeidsparticipatie in het Noorden wat lager dan het nationale gemiddelde van 70,5%.

0,0%

5,0%

10,0%

15,0%

20,0%

25,0%

30,0%

35,0%

40,0%

45,0%

50,0%

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Aandeel opleidingsniveau in totale beroepsbevolking 2018

Laag Middelbaar Hoog

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Aandeel leeftijdscategorie in totale beroepsbevolking 2018

15-25 jaar 25-45 jaar 45-75 jaar

67,6 69,9

68,3

67,0 67,5 68,0 68,5 69,0 69,5 70,0 70,5 71,0

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie in %

Groningen Fryslân Drenthe

70,5

68,7

67,0 67,5 68,0 68,5 69,0 69,5 70,0 70,5 71,0

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie in %

Nederland Noorden

(8)

7

Het Noorden en Nederland vertonen in de periode 2009-2018 ongeveer dezelfde trend. Er zijn duidelijke verschillen in de bruto arbeidsparticipatie tussen de drie noordelijke provincies. In Fryslân zijn de participatiecijfers over de gehele periode het hoogst van de drie noordelijke provincies, Drenthe neemt een tussenpositie in en in Groningen zijn ze het laagst. In Groningen valt ook het forse dieptepunt in 2014 op. Een voor de hand liggende verklaring voor de lage bruto arbeidsparticipatiecijfers in de provincie Groningen ligt in het grote aantal studenten, met name in de stad Groningen. Ze behoren allemaal tot de bevolking van 15-75 jaar, maar het deel dat betaalde arbeid verricht of wil verrichten is kleiner dan gemiddeld.

Werkgelegenheid

Bron: LISA, PWR Groningen, PWR Drenthe en werkgelegenheidsregister provincie Fryslân

De werkgelegenheid betreft hier het totaal aantal banen (fulltime en parttime, inclusief uitzendkrachten). Tot en met 2012 vertoonde de werkgelegenheidsontwikkeling in het Noorden en Nederland hetzelfde redelijk stabiele patroon.

Na 2012 daalde de werkgelegenheid in Nederland tot 2014. In het Noorden was er in dezelfde periode een sterkere daling, die zich ook nog eens doorzette in 2015. Na 2015 steeg ook de werkgelegenheid in het Noorden weer. In Nederland was het niveau van de werkgelegenheid in 2016 weer op het niveau van 2009, in het Noorden was dit in 2018 het geval. In de periode 2009-2018 nam de landelijke werkgelegenheid met 4,1% toe. In Noord-Nederland groeide het totaal aantal banen met 1,1% minder sterk. De totale werkgelegenheid in het Noorden bedroeg in 2018 799.700 banen.

Binnen het Noorden laat Groningen de meest positieve werkgelegenheidsontwikkeling zien. In de periode 2009- 2018 nam het aantal banen in Groningen met 3,7% toe. Fryslân telt in 2018 1,7% meer banen dan in 2009. Drenthe kende tussen 2012 en 2016 een relatief sterke banenkrimp en een minder sterk herstel vanaf 2016. Gevolg hiervan is dat Drenthe in 2018 de gevolgen van de crisis nog niet te boven is gekomen. Ten opzichte van 2009 telt Drenthe 2,9% minder banen.

Sectorstructuur

90,0 92,0 94,0 96,0 98,0 100,0 102,0 104,0 106,0

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Werkgelegenheidsontwikkeling 2009=100

Groningen Fryslân Drenthe

0,0%

5,0%

10,0%

15,0%

20,0%

25,0%

Sectorstructuur 2018 (aandeel in totale werkgelegenheid)

Nederland Noorden 95,0

96,0 97,0 98,0 99,0 100,0 101,0 102,0 103,0 104,0 105,0

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Werkgelegenheidsontwikkeling 2009 = 100

Nederland Noorden

(9)

8

Bron: LISA, PWR Groningen, PWR Drenthe en werkgelegenheidsregister provincie Fryslân

Op basis van de werkgelegenheidsgegevens kan de sectorstructuur weergegeven worden. De sectorstructuur wordt hier gemeten in aandeel per sector in de totale werkgelegenheid. Het Noorden kenmerkt zich door een relatief kleiner aandeel banen in de handel, vervoer, ICT en zakelijke dienstverlening en een groter aandeel van de werkgelegenheid in de landbouw, de industrie, de overheid, het onderwijs en met name de zorg. De drie noordelijke provincies hebben een vergelijkbare sectorstructuur. Fryslân heeft relatief een wat groter aandeel industrie, in Drenthe is de handelssector relatief groter dan in de andere twee provincies en Groningen heeft relatief een wat groter aandeel ICT, onderwijs en zorg.

Bron: LISA, PWR Groningen, PWR Drenthe en werkgelegenheidsregister provincie Fryslân

De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sectoren tussen 2009 en 2018 verschilt in het Noorden ten opzichte van Nederland. Zowel het Noorden als Nederland als geheel kennen dezelfde groei- en krimpsectoren. De mate van groei dan wel krimp per sector verschilt in het Noorden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. In het Noorden is het aantal ICT-banen sterker toegenomen dan landelijk en is de groei binnen de dienstverlening, bij nutsbedrijven, de handel, horeca en het onderwijs minder sterk geweest dan landelijk. Het verlies van banen in de industrie, bouw, vervoer en financiële sector was in het Noorden groter dan landelijk. Landelijk verdwenen er relatief iets meer banen bij de overheid en in de landbouw. Zowel landelijk als in het Noorden zijn de horeca, ICT en overige dienstverlening de sterkst groeiende sectoren.

0,0%

5,0%

10,0%

15,0%

20,0%

25,0%

Sectorstructuur 2018 (aandeel in totale werkgelegenheid)

Groningen Fryslân Drenthe

-40,0 -20,0 0,0 20,0 40,0

Ov. diensten Zorg Onderwijs Overheid Zak. diensten Financieel ICT Horeca Vervoer Handel Bouw Nutsbedr.

Industrie Landbouw

Percentuele groei 2009-2018

Groningen Fryslân Drenthe -30,0 -20,0 -10,0 0,0 10,0 20,0 30,0

Ov. diensten Zorg Onderwijs Overheid Zak. diensten Financieel ICT Horeca Vervoer Handel Bouw Nutsbedr.

Industrie Landbouw

Percentuele groei 2009-2018

Nederland Noorden

(10)

9

De sectorale ontwikkeling verschilt per provincie. In Drenthe valt de relatief sterke groei van de ICT-sector op. De groei in de sectoren horeca en zorg blijft in verhouding achter in Drenthe. Fryslân kent in verhouding een groter verlies van banen in de financiële sector en een relatief kleine banenkrimp in de vervoerssector. De zakelijke dienstverlening is in Fryslân het sterkst gegroeid van het Noorden. Groningen kenmerkt zich door een relatief sterke groei in de horeca, ICT, handel en het onderwijs. De vervoerssector is daarentegen sterk gekrompen in Groningen.

Werkloosheid

Bron: CBS

In 2018 was het werkloosheidspercentage in het Noorden 4,4%, tegenover een wat lager werkloosheidspercentage van 3,8% in Nederland. De regionale component (verschil tussen beide percentages) in de werkloosheid in het Noorden was in 2018 0,6%. De werkloosheidspercentages van het Noorden en Nederland laten tussen 2009 en 2018 een gelijke ontwikkeling zien: een toename tot 2014 en daarna een duidelijke afname.

Het werkloosheidspercentage in Groningen was met 5,1% in 2018 het hoogste van de noordelijke provincies. In Drenthe en Fryslân lag de werkloosheid op respectievelijk 3,9 en 4,2% van de beroepsbevolking. De meerjarige trend laat zien dat de daling van de werkloosheid in Groningen in tegenstelling tot in Fryslân en Drenthe pas in 2015 werd ingezet.

5,1 4,23,9

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Werkloosheidspercentages

Groningen Fryslân Drenthe

0 2 4 6 8 10 12 14 16

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Werkloosheidspercentage naar opleidingsniveau 2018

laag middelbaar hoog totaal 3,84,4

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Werkloosheidspercentages

Nederland Noorden

(11)

10

Bron: CBS

In de grafiek worden de werkloosheidspercentages in 2018 voor de verschillende opleidingsniveaus weergegeven.

Het noordelijke percentage voor de totale werkloosheid ligt, zoals aangegeven, boven het nationale gemiddelde.

Hetzelfde geldt voor elk van de opleidingsniveaus. Voor alle regio's geldt verder dat het werkloosheidspercentage voor de lager opgeleiden het hoogst is en die voor hoger opgeleiden het laagst. Uit de onderverdeling naar leeftijdscategorie blijkt dat in alle regio's de jeugdwerkloosheid (15-25 jaar) veruit het hoogst is. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat tot werkloze jongeren zowel schoolgaande als niet-schoolgaande jongeren behoren. Van de werkloze jongeren volgt ruim drie kwart nog onderwijs. Zij zijn in de meeste gevallen op zoek naar een bijbaan. De werkloosheid onder de 25-45 jarigen is in elke regio het laagst en de werkloosheid in de leeftijdscategorie 45-75 jarigen ligt iets onder de totale werkloosheid. Zowel bij de verschillende leeftijdscategorieën als de opleidingsniveaus geldt dat de werkloosheidspercentages in de provincie Groningen het hoogst zijn.

Arbeidsmarktspanning

Spanning op de arbeidsmarkt per beroepsklasse

Beroepsklasse 2018 2e

kw 2019 2e

kw

NL Gron. Frl. Dr. NL Gron. Frl. Dr.

Bedrijfseconomische en administratieve beroepen krap gemiddeld gemiddeld gemiddeld krap krap gemiddeld gemiddeld

Commerciële beroepen krap gemiddeld gemiddeld gemiddeld krap krap krap gemiddeld

Managers gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld

Zorg en welzijn beroepen krap gemiddeld gemiddeld gemiddeld krap gemiddeld gemiddeld gemiddeld

Technische beroepen krap krap krap gemiddeld krap krap krap krap

Creatieve en taalkundige beroepen ruim ruim ruim zeer ruim ruim ruim ruim ruim

Transport en logistiek beroepen krap gemiddeld gemiddeld krap krap gemiddeld krap krap Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen krap gemiddeld gemiddeld ruim krap gemiddeld gemiddeld ruim

Dienstverlenende beroepen krap krap krap krap krap gemiddeld krap krap

Ict beroepen zeer krap krap krap krap zeer krap krap krap krap

Pedagogische beroepen gemiddeld gemiddeld ruim ruim krap gemiddeld ruim ruim

Agrarische beroepen krap gemiddeld gemiddeld gemiddeld krap ruim krap gemiddeld

Totaal krap gemiddeld gemiddeld gemiddeld krap gemiddeld krap gemiddeld

Bron: UWV

Bovenstaande tabel geeft de spanning op de noordelijke arbeidsmarkt weer en vergelijkt deze met het landelijk gemiddelde. De arbeidsmarkt is de afgelopen jaren veranderd. De werkgelegenheid en vacatures zijn toegenomen de werkloosheid gekrompen, het aantal WW-uitkeringen is afgenomen, de arbeidsmarkt wordt flexibeler en technologische veranderingen hebben hun weerslag op de arbeidsmarkt. Als gevolg van definitiewijzigingen zijn er geen tienjarige trends beschikbaar over de ontwikkeling van het aantal vacatures en (kortdurende) WW-uitkeringen.

Op basis van het aantal openstaande vacatures en het aantal kortlopende WW-uitkeringen, berekent het UWV de spanningsindicator. Hoe hoger het getal, hoe hoger de spanning voor werkgevers. Bij een lage spanning is er sprake van een ruime arbeidsmarkt, er zijn weinig vacatures in verhouding tot werkzoekenden. Bij een krappe arbeidsmarkt zijn er juist veel vacatures ten opzichte van werkzoekenden. In het 2e kwartaal van 2019 is de krapte op de arbeidsmarkt toegenomen ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2018. Landelijk is met uitzondering van de beroepklassen managers en creatieve/taalkundige beroepen in alle beroepsklassen sprake van krapte. De totale arbeidmarkt in Fryslân is in het tweede kwartaal van 2019 als krap te typeren. Groningen en Drenthe hebben te

0 2 4 6 8 10 12

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Werkloosheidspercentage naar leeftijdscategrorie 2018

15-25 jaar 25-45 jaar 45-75 jaar totaal

(12)

11

maken met een gemiddelde totale spanning. In alle drie de provincies is er sprake van krapte in de ICT en de techniek.

Bruto regionaal product en economische groei

Bron: CBS

* Voorlopige cijfers

Bovenstaande grafieken geven de verschillen in volumemutaties (de procentuele verandering ten opzichte van het voorgaande jaar) van het Bruto Regionaal Product (BRP) weer. De economische groei in 2018 komt in het Noorden uit op ongeveer 0,5%, dit is 0,3 procentpunt lager dan in 2017. Landelijk komt de economische groei uit op ongeveer 2,6%. Drenthe heeft met 1,8% de grootste economische groei in 2018. Fryslân komt uit op ongeveer 1,3% en in Groningen krimpt het BRP met een procent. In 2014 en 2015 was er in het Noorden sprake van een fors krimpende economie, veroorzaakt door een negatief groeisaldo in Groningen. Dit negatieve groeisaldo wordt sterk beïnvloed door de aardgaswinning, die de laatste jaren afneemt. Wanneer aardas buiten beschouwing wordt gelaten, is er geenszins sprake van een economische dip in Groningen. Exclusief aardgas is er in 2014 (2,5%) en 2015 (2,6%) sprake van groei in Groningen en hiermee ook in het Noorden.

Bron: CBS

Bij de bepaling van het BRP per inwoner geeft delfstoffenwinning door zijn omvang een vertekend beeld. Cijfers over het BRP exclusief aardgas zijn afkomstig uit maatwerktabellen van het CBS. Deze zijn momenteel niet geactualiseerd, waardoor de reeks niet verder loopt dan 2016. Het BRP per inwoner van 27.800 euro in het Noorden ligt 32% onder het landelijk gemiddelde van 40.900 euro. In Groningen ligt het BRP per inwoner iets boven het noordelijk gemiddelde, in Fryslân en Drenthe ligt deze er iets onder. De noordelijke provincies hebben de laagste waarden van de Nederlandse provincies. De totale omvang van de noordelijke economie bedroeg in 2016 ruim 48 miljard euro, goed voor bijna 7% van het Bruto Nationaal Product. In Fryslân en Groningen bedroeg de economische omvang in 2016 respectievelijk 17,4 en 17,7 miljard euro. In Drenthe was dit 12,8 miljard euro.

-10 -5 0 5 10 15

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017* 2018*

Percentage economische groei

Groningen Fryslân Drenthe

40,9

27,8 30,4

27,0 26,2

0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0

Nederland Noorden Groningen Fryslân Drenthe

Bruto regionaal product per inwoner 2016 x 1.000 euro (excl. gaswinning) -5

-4 -3 -2 -1 0 1 2 3 4 5 6

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017* 2018*

Percentage economische groei

Nederland Noorden

(13)

12 Export

Bron: CBS

In 2018 is landelijk bij bijna een op de tien bedrijven sprake van internationale handel in goederen. In Drenthe is dit percentage de afgelopen jaren toegenomen tot het landelijk gemiddelde. In Fryslân en Groningen ligt het percentage bedrijven met internationale handel met ruim 8% iets lager dan het landelijk gemiddelde. In 2018 is het percentage bedrijven met internationale handel zowel landelijk als in de noordelijke provincies een fractie afgenomen.

Bron: CBS (cijfers 2018 zijn voorlopig)

Vanwege geheimhouding van aardgasopbrengsten is het niet (meer) mogelijk een onderscheid te maken tussen export inclusief en exclusief de handel in aardgas. Het CBS publiceert voor de jaren 2017 en 2018 geen volledige verdeling van export naar productgroep. Bovenstaande grafieken met exportwaarde zijn dan ook inclusief de waarde van aardgas. In Groningen was aardgas tot 2016 goed voor ruim de helft van de totale exportwaarde. De aardgasexport is de afgelopen jaren ruimschoots gehalveerd en dit is duidelijk in beide grafieken af te lezen. Tussen 2013 en 2016 nam de totale exportwaarde in Groningen en hiermee ook in Noord-Nederland flink af. In 2017 en 2018 is de totale exportwaarde in Noord-Nederland daarentegen flink gestegen. Ook deze stijging is aan Groningen toe te rekenen. Gezien de geheimhouding van de export per goederengroep is deze wat lastig te verklaren. Navraag bij het CBS geeft aan dat de groei met name komt door een forse stijging van exportwaarde in de goederengroep 'Machines en vervoermaterieel'. De ontwikkeling van de exportwaarde in Fryslân en Drenthe kent een veel minder grillig verloop. In de periode 2009-2018 nam de totale exportwaarde in Fryslân met 61% het sterkst toe, gevolgd door Drenthe met 47% en Groningen met 23%. Fryslân en Drenthe zitten daarmee qua groei boven het landelijk gemiddelde van 41% groei.

Exclusief aardgas had export in 2016 een aandeel van 26,7% in het noordelijk BRP. Het exportaandeel in het BRP was in Drenthe (30,2%) het hoogst. Fryslân en Groningen kwamen beide uit op 25%. Deze aandelen liggen een stuk lager dan het landelijke aandeel export van 43,7% van het BNP.

0 2 4 6 8 10 12

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Percentage bedrijven met internationale handel

Groningen Fryslân Drenthe Nederland

0 20 40 60 80 100 120 140 160

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Totale exportwaarde 2008=100

Noorden Nederland

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Export in mln euro (incl. aardgas)

Groningen Fryslân Drenthe

(14)

13 Investeringen in vaste activa

Bron: CBS/LISA

In de bovenstaande grafieken worden de investeringen in vaste activa (incl. aardgas) per arbeidsplaats in het bedrijfsleven weergegeven. Investeringscijfers zijn tot en met 2015 beschikbaar.

De investeringen in vaste activa per arbeidsplaats liggen in het Noorden lager dan in Nederland. Door de jaren heen blijkt dat het verschil tussen het Noorden en Nederland rond 2011 het grootst was. Sinds 2013 is dit verschil een stuk kleiner geworden. In 2015 zijn de investeringen per arbeidsplaats landelijk nog maar een procent hoger dan in het Noorden.

De totale investeringen in vaste activa waren in het Noorden in 2015 12,7 miljard euro en in Nederland 135,9 miljard euro.

Groningen had binnen het Noorden in 2015 de hoogste investeringen per arbeidsplaats. Dit was ook hoger dan het landelijk gemiddelde. Het bedrag aan investeringen in vaste activa in Groningen lag met 5,5 miljard euro in 2015 een stuk hoger dan de 3,6 miljard euro in 2014. Ruim een miljard komt voor rekening van investeringen in machines en installaties. In Fryslân bedraagt het totale investeringsbedrag in 2015 4,3 miljard euro en in Drenthe waren de totale investeringen goed voor 2,8 miljard euro. De groei aan investeringen maakt dat de verhouding investeringen naar arbeidsplaats in 2015 in Groningen het hoogst is.

Innovatie

Bron: Economisch Bureau ING

Innovatie is een lastig te meten indicator en wordt in de barometer aan de hand van een aantal indicatoren bekeken, waaronder de ING Innovatie index. Het innovatievermogen van een provincie wordt hierin berekend op basis van vijf factoren. Jongerenpotentieel (werkgevers werken voor innovatie liever met jongere medewerkers), competenties (hoger opgeleiden vormen potentiële innovators), bedrijvendynamiek, flexibiliteit (aandeel zelfstandigen) en innovatieve investeringen (patentaanvragen). Van de noordelijke provincies heeft Groningen met een vijfde plaats de hoogste ranking in het Noorden. Groningen scoort met name relatief hoog op de indicator

0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

euro's

Investeringen in vaste activa per arbeidsplaats

Groningen Fryslân Drenthe

0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

euro's

Investeringen in vaste activa per arbeidsplaats

Nederland Noorden

(15)

14

opleiding. Fryslân en Drenthe behoren in de index tot de achterblijvers in innovatievermogen. Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hebben het hoogste aanpassingsvermogen met relatief meer jonge, goed opgeleide mensen en een hoge bedrijvendynamiek. Noord-Brabant scoort het hoogst qua innovatieve investeringen. Op zowel leeftijd, opleiding, dynamiek als patenten scoren Drenthe, Fryslân en Zeeland het laagst. De hoge Drentse en Friese score op flexibiliteit komt door het relatief grote aandeel zelfstandigen.

De ING-index kent zijn beperkingen. De index wordt samengesteld op basis van enkele direct beschikbare indicatoren, geven weinig ruimte voor nuancering en in de regionale vergelijkbaarheid is sprake van een vertekend beeld. Patentaanvragen worden veelal toegekend aan de hoofdkantoren en worden zodoende niet regionaal geteld.

Ook is de index uit 2018 niet vergelijkbaar met de voorgaande index uit 2015. Reden hiervoor is het gebruik van verschillende indicatoren.

Bron: CBS

Dit betreft R&D-uitgaven voor eigen research en development activiteiten door zowel bedrijven als instellingen. Het gaat hierbij om uitgaven aan technologische innovatie, waarvan sprake is als bedrijven producten of processen vernieuwen. Daarnaast gaat het om uitgaven aan niet-technologische innovatie, waarbij het gaat om organisatorische vernieuwingen en marketinginnovaties. De uitgaven in Groningen liggen een stuk hoger dan in Fryslân en Drenthe. In de periode 2012-2016 zijn de uitgaven aan R&D in Groningen en Drenthe met respectievelijk 10 en 22% toegenomen. In Fryslân namen de uitgaven met een procent af.

European Regional Competitiveness Index (ECI-Index)

Bron: Regional Competitiveness Index European Commission, CBS

Voor het meten van de concurrentiekracht van een regio heeft de EU een index ontwikkeld, de Regional Competitiveness Index (RCI). Deze index is gebaseerd op 74 indicatoren, verdeeld over 11 dimensies. De laatste meting is gedaan in 2019 en deze wordt iedere drie jaar herhaald. De index is berekend voor 268 Europese regio’s.

Alle Nederlandse regio’s scoren bovengemiddeld in de index. In de ranking van de 268 regio’s staat Groningen van de noordelijke provincies met een 44e plaats het hoogst, gevolgd door Drenthe (66) en Fryslân (86). Nederland scoort hoog op de ranglijst. Utrecht is na Stockholm en Londen de beste plaats om te leven, volgens de EU. Ook de regio Amsterdam-Almere staat in de top 10, tussen Kopenhagen, Helsinki en München.

0 100 200 300 400 500 600

2012 2013 2014 2015 2016

Eigen R&D uitgaven in mln euro's

Groningen Fryslân Drenthe

(16)

Economische Barometer Noord-Nederland 2019

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een greep uit het veld van intermediairs op het gebied van ICT en innovatie. Alhoewel binnen de eigen doelstellingen vaak succesvol, zijn deze organisaties ongeschikt om de

Deze Nota van Uitgangspunten schetst de strategische uitgangspunten voor de aanbesteding voor het Bus-OV in Groningen en Drenthe, die door het OV-bureau Groningen Drenthe zal worden

Welnu, in dit opzicht heeft Tim zich getoond een karakteristieke vertegenwoordiger van wat de doorsnee-Nederlauder zich van de Groninger pleegt voor te

Deze duiding door Initio is later besproken met de opdrachtgevers en geconcretiseerd naar een inhoudelijke campagne voor internationale acquisitie op basis van de

Waar in België een beperkte impact op de tewerkstellingsgraad te vinden was voor volwassen werknemers, daalde de tewerkstellingsgraad voor jongeren tussen meer dan 3% (jonge

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

In dit paper gaan we voor ieder van deze waarden na in hoeverre deze zijn gerealiseerd in Groningen en Amsterdam, en vooral hoe zij zich verhouden tot de G1000’en in Amersfoort,

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,