• No results found

2. Beslissing om het stelsel toe te passen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2. Beslissing om het stelsel toe te passen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KB

NR

. 213 - B

IJKOMENDE UREN BOUW

Als gevolg van het sluiten van het sectoraal akkoord voor 2009 en 2010 in het PC voor het Bouwbe- drijf moesten twee wijzigingen door een wet aangebracht worden in de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de bouwbedrijven. Deze aan- passingen (stijging van het jaarlijkse plafond van de bijkomende uren in de bouw en afschaffing van het verbod om gepensioneerden als arbeiders in de bouw tewerk te stellen) werden eindelijk doorge- voerd door de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen (Staatsblad van 10 mei 2010). Ze zijn sinds 20 mei 2010 van kracht.

1. Principe

Voor alle arbeiders van de bouwsector (PC 124), mogen de arbeidsprestaties op 9 uur per dag wor- den gebracht en op 45 uur per week tijdens de zomerperiode of in periodes van intense activiteit1. Sinds 20 mei 2010, mag het totaal van die overschrijdingen niet meer dan 180 uur per kalenderjaar bedragen.

De overschrijding van de arbeidsduur is toegelaten:

 tijdens de zomerperiode: bij gebrek aan een precieze definitie in het KB nr. 213, krijgt de uitdruk- king "zomerperiode" haar gewone betekenis, namelijk de periode zoals vastgesteld bij de invoe- ring van de zomertijd (van het laatste weekend van maart tot het laatste weekend van oktober);

 tijdens een periode van intense activiteit: de uitdrukking "periode van intense activiteit" wordt ook niet door KB nr. 213 gedefinieerd. Ook deze uitdrukking moet genomen worden in haar nor- male betekenis: het is de activiteit die in een periode van normale arbeid, overuren tot gevolg zou hebben.

Van die 180 bijkomende uren mogen er maximaal 64 uur op zaterdag2 worden gebruikt in de volgen- de omstandigheden:

 de werken kunnen op geen enkel ander ogenblik uitgevoerd worden;

 de gelijktijdige uitvoering van bouwactiviteiten en andere activiteiten op dezelfde plaats houdt risico's in voor de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers of derden;

 de werken zijn om technische redenen niet combineerbaar met andere activiteiten.

Wanneer het maximum van 180 bijkomende uren per jaar (van 1 januari tot 31 december) wordt be- reikt, kan de teller niet worden verlaagd door recuperaties toe te staan. Er is dus een krediet van 180 uur dat wordt opgebruikt naarmate de bijkomende uren worden gepresteerd.

2. Beslissing om het stelsel toe te passen

2.1. Tussenplafond van 130 uur op jaarbasis

Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging

Bestaat er een vakbondsafvaardiging in de onderneming, dan is het voorafgaand akkoord van de meerderheid van de leden van de vakbondsafvaardiging vereist. De afvaardiging beschikt over een termijn van 30 dagen om zich uit te spreken over de invoering van deze arbeidsregeling. Komt er geen reactie binnen deze termijn, dan mag de werkgever de regeling toepassen. In geval van een reactie en indien binnen deze termijn geen akkoord wordt bereikt, vraagt de werkgever de tussen- komst van het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf. Deze aanvraag zal worden ingediend via een organisatie die lid is van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf. Het

1 Artikel 7, § 1 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983.

2 Artikel 7, § 2 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983.

(2)

verzoeningsbureau dient een uitspraak te doen binnen 30 dagen nadat de aanvraag is aangekomen bij de Voorzitter van het Paritair Comité.

Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging

In een onderneming zonder vakbondsafvaardiging wordt de beslissing tot de overschrijding van de arbeidsduur genomen op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van de werkgever. Wel dient de werkgever de Voorzitter van het Paritair Comité daaromtrent te informeren.

2.2. Plafond van 180 uur op jaarbasis

Om het tussenplafond met 50 uur te verhogen, moet een speciale procedure worden gevolgd. Deze speciale procedure is dezelfde als die welke gevolgd moet worden om de bijkomende uren in de bouw op zaterdag te gebruiken.

Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging

Om het tussenplafond van 130 uur tot het plafond van 180 uur te brengen, is het akkoord van de meerderheid van de vakbondsafvaardiging vereist. De procedure hiervoor is identiek3.

Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging

In een onderneming zonder vakbondsafvaardiging ondertekent de werkgever een protocol van toe- treding tot de regeling met minstens één arbeider.

Dit protocol moet worden medeondertekend door de gewestelijke vakbondssecretarissen indien aanwezig in het gewest4. Zij hebben 14 dagen de tijd om het protocol te ondertekenen of om hun weigering kenbaar te maken. In geval van weigering wordt via plaatselijk overleg getracht een ver- zoening te bereiken. Nadat alle beroepsmogelijkheden bij het plaatselijke overleg uitgeput zijn, mag de meest gerede partij het geschil voorleggen aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité.

Het protocol van toetreding tot deze regeling is geldig voor de duur van één jaar en wordt behou- dens protest stilzwijgend hernieuwd.

2.3. Gebruik van 64 bijkomende uren op zaterdag

Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging

Om de bijkomende uren op zaterdag in de bouw te kunnen gebruiken, is het akkoord van de meer- derheid van de vakbondsafvaardiging vereist. De procedure hiervoor is identiek5.

Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging

In een onderneming zonder vakbondsafvaardiging ondertekent de werkgever een protocol van toe- treding tot de regeling met minstens één arbeider.

Dit protocol moet worden medeondertekend door de gewestelijke vakbondssecretarissen indien zij in het gewest aanwezig zijn6. Zij hebben 14 dagen de tijd om het protocol te ondertekenen of om hun weigering kenbaar te maken. In geval van weigering wordt via plaatselijk overleg getracht een ver- zoening te bereiken. Nadat alle beroepsmogelijkheden bij het plaatselijke overleg uitgeput zijn, mag de meest gerede partij het geschil voorleggen aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité.

Het protocol van toetreding tot deze regeling is geldig voor de duur van één jaar en wordt behou- dens protest stilzwijgend hernieuwd.

3 Zie hierboven punt 2.1.

4 Hun handtekening wordt rechtstreeks of na tussenkomst van de lokale beroepsorganisatie bekomen.

5 Zie hierboven punt 2.1.

6 Hun handtekening wordt rechtstreeks of na tussenkomst van de lokale beroepsorganisatie bekomen.

(3)

Bovendien gebeurt op zaterdag werken altijd op vrijwillige basis. De vrijwilligheid van de arbeider moet vastgesteld worden in een schriftelijk akkoord uiterlijk op het tijdstip van de aanvang der werk- zaamheden, ondertekend door de arbeider en de werkgever. Dit schriftelijk akkoord wordt bewaard op de bouwplaats.

KB nr. 213 130 uur in de week 64 uur op zaterdag +50 uur (het plafond verhogen tot 180 uur) Vakbonds-

afvaardiging

Akkoord van de meer- derheid van de vak- bondsafvaardiging (bij gebrek aan akkoord:

verzoening)

Akkoord van de meerderheid van de vakbondsafvaardiging (bij gebrek aan akkoord: ver- zoening)

Akkoord van de meer- derheid van de vak- bondsafvaardiging (bij gebrek aan akkoord:

verzoening) Geen

vakbondsaf- vaardiging

Beslissing van de aan- nemer

Informeren van de Voorzitter van het PC

Akkoord van de plaatselijke vak- bondssecretarissen (bij gebrek aan akkoord: verzoening) + Individueel akkoord van de ar- beider

Akkoord van de plaat- selijke vakbondssecre- tarissen (bij gebrek aan akkoord: verzoening)

3. Aanpassing van de uurroosters

Volgens de algemene regels moeten de uurroosters die in de onderneming van kracht zijn, worden aangepast om 9 arbeidsuren per dag toe te staan (8 uur + 1 bijkomend uur) en/of prestaties op zater- dag toe te staan. Het arbeidsreglement van de onderneming wordt volgens de gewone procedure aangepast.

4. Overloon en/of inhaalrust

4.1. 20% in de week als de arbeider besluit om niet te recupereren

De overschrijding van de arbeidsduur wordt in geen enkel geval beschouwd als een "overuur". Dit bij- komende uur wordt immers bezoldigd volgens het normale loon. Vóór het einde van de betaalperio- de waarin deze uren worden gepresteerd, kiest de arbeider voor de toekenning van inhaalrustdagen of van een loontoeslag van 20% per bijkomend uur.

De werkgever moet dan ook aan de arbeider vragen om een keuze te maken (een loontoeslag of inhaalrust). De arbeider moet deze vraag beantwoorden vóór het einde van de betaalperiode waarin deze bijkomende uren werden gepresteerd7. Wordt geen keuze gemaakt vóór het einde van de be- taalperiode, dan worden inhaalrustdagen toegekend. Kiest de arbeider ervoor om niet te recupereren (ten belope van maximaal 180 uur op jaarbasis), dan geniet hij een loontoeslag van 20%.

In dat geval worden het normale loon en de toeslag betaald op het ogenblik dat de uren worden gepresteerd.

Maakt de arbeider geen keuze of kiest hij voor inhalen, dan geniet hij 1 rustdag per 8 gepresteerde bijkomende uren. Deze inhaalrust moet worden toegekend binnen 6 maanden die volgen op de pe- riode waarin elke schijf van 8 uur bereikt werd8. De toekenning van de inhaalrust gebeurt in onder-

7 De werkgever dient dit niet iedere keer te vragen. Aangeraden wordt dat de werkgever schriftelijk aan de arbeider vraagt zijn keuze te bepalen. Indien hij zijn keuze wenst te wijzigen, dan dient hij dit ook schriftelijk aan zijn werkgever te bevestigen.

8 Zolang er geen 8 bijkomende uren te recupereren zijn, kunnen geen recuperaties worden toegekend. De recuperatie- termijn mag dus niet beginnen voordat de 8 uur zijn bereikt. Maar zodra de 8 uur bereikt zijn, begint de periode van 6 maanden waarin de recuperatie moet worden toegekend te lopen.

(4)

ling overleg tussen de werkgever en de arbeider. De rustdagen moeten immers niet worden toege- kend alvorens tijdelijke werkloosheid kan worden ingevoerd (essentieel verschil met de overuren).

4.2. 50% op zaterdag los van het feit of de arbeider beslist te recupereren of niet

Bijkomende uren die op zaterdag worden gepresteerd, geven aanleiding tot een loontoeslag van 50%, zelfs als de normale wekelijkse arbeidsduur op weekbasis niet is overschreden. Deze toeslag is verschuldigd en staat los van de keuze om deze bijkomende uren op zaterdag al dan niet in te halen.

Zij geven ook aanleiding tot inhaalrust voor zover de arbeider ervoor kiest om ze te recupereren.

Kiest de arbeider ervoor ze niet in te halen, dan worden het normale loon en de toeslag betaald op het ogenblik waarop de uren worden gepresteerd. Kiest hij ervoor ze in te halen, dan wordt de loon- toeslag betaald op het ogenblik waarop de bijkomende uren werden gepresteerd en het normale loon wordt dan uitgesteld tot op het moment van de recuperatie.

5. Fiscaal voordeel voor maximaal 130 uur per jaar

5.1. Fiscale behandeling van de toeslag van 20%

Net als de "gewone" overuren geven de bijkomende uren die worden gepresteerd overeenkomstig KB nr. 213 recht op een gunstige fiscale behandeling. Deze fiscale behandeling geldt voor overuren en voor sectorale bijkomende uren. Het voordeel is echter per jaar en per arbeider beperkt tot maxi- maal 130 uur. De aanpassing ingevoerd door de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen wijzigt dit fiscaal plafond niet.

Het fiscaal voordeel geldt enkel wanneer er een loontoeslag wordt betaald wegens het overschrijden van de normale arbeidsduur. Het geldt dus niet voor bijkomende uren in de bouw die de arbeider overeenkomstig zijn keuze wenst in te halen, aangezien, in dat geval, de werkgever geen toeslag moet betalen.

Voor de werkgever bestaat het voordeel uit een vrijstelling van storting van een deel van de bedrijfs- voorheffing aan de Schatkist. Als de toeslag 20% bedraagt (niet-ingehaald bijkomend uur KB nr. 213), dan is het aandeel van de bedrijfsvoorheffing dat niet moet worden gestort gelijk aan 32,19% van het brutobedrag van het loon dat als berekeningsgrondslag heeft gediend om de toeslag te berekenen.

De arbeider van zijn kant geniet een groter voordeel. Dit komt direct tot uiting in de bedrijfsvoor- heffing (vermindering van de ingehouden voorheffing). Ook hier schommelt het percentage van het voordeel afhankelijk van hoe groot de toeslag is. Is de toeslag 20%, dan is de belastingvermindering die de arbeider geniet gelijk aan 66,81% van het brutobedrag van de bezoldigingen waarop de toe- slag berekend werd.

5.2. Fiscale behandeling van de toeslag van 50%

Op zaterdag gewerkte bijkomende uren geven aanleiding tot een loontoeslag van 50%. Zij vallen onder hetzelfde fiscaal mechanisme als de overuren. Het voordeel is per jaar en per arbeider beperkt tot maximaal 130 uur.

Voor de werkgever bestaat het voordeel uit een vrijstelling van storting van een deel van de be- drijfsvoorheffing aan de Schatkist. Het niet door te storten deel is gelijk aan een percentage van het brutobedrag van het loon dat als grondslag heeft gediend voor de berekening van de loontoeslag. Dit percentage verschilt afhankelijk van de hoogte van de toeslag. Bij een overloon van 50% bedraagt het percentage van het voordeel voor de werkgever 41,25%.

(5)

De arbeider ontvangt in de personenbelasting een belastingvermindering op de bezoldigingen die de berekeningsgrondslag vormden voor het overloon. Bij een overloon van 50% bedraagt het percen- tage van het voordeel 57,75%.

5.3. Geen fiscaal voordeel boven de 130 uur

Boven de 130 uur op jaarbasis geniet de arbeider geen fiscaal voordeel meer aangezien dit wettelijk beperkt is tot 130 uur.

---

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

inproces halen, opslaan, en koppelen aan de agenda, checken op juistheid, volledigheid, contact met ambtenaar - Advertentie maken. -

Dotar a los centros educativos y a los estudiantes de la tecnología y la formación necesarias para tener educación a distancia, para asegurar que el sistema

De aanvraag betreft 2 windturbines, in uitbreiding van het bestaande project van 6 windturbines, binnen het goedgekeurde Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Analist: Jasper VEKEMAN | hoofdredacteur Gids voor de Beste Belegger 09.50 – 10.20. XIOR

UWV hoeft in de uitbetaling geen rekening te houden met loon dat is betaald door de werkgever vóór aanvang van (en eventueel tijdens) de uitkering. UWV past VCR alleen toe over

We gaan de traditioneel aangeplante linden, zoals Tilia platyphyllos, cordata, vulgaris en europaea, langzaam vervangen door overlastbestendige cultivars.’ In 2018 heeft

De twijgen zijn bij vrijwel alle mak- kers dun, gegroefd, grijsgeelachtig of roodbruin van kleur, wel of niet behaard, afhankelijk van de soort, en sterk hangend of overhangend,

Dit onderzoek heeft expliciet niet naar de inhoudelij- ke aspecten van de scenario’s gekeken omdat (1) deze gegevens vertrouwelijk zijn en verzekeraars niet gene- gen zijn dit