• No results found

Verslag over de controle van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Vrije Lagere School - Sint-Norbertusinstituut te Antwerpen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de controle van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Vrije Lagere School - Sint-Norbertusinstituut te Antwerpen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie

van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de controle van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van

Vrije Lagere School - Sint-Norbertusinstituut te Antwerpen

Hoofdstructuur BaO

Instellingsnummer 6049

Instelling Vrije Lagere School - Sint-Norbertusinstituut

Directeur Caroline VERFAILLIE

Adres Groenstraat 73 - 2060 ANTWERPEN 6

Telefoon 03-235.68.55

Fax 03-235.41.93

e-mail info@sngroenstraat.be

Website/URL www.norbertusgroenstraat.be

Bestuur van de instelling 56267 - VZW KOR Antwerpen-Oost te ANTWERPEN 3

Adres Noorderlaan 108 - 2030 ANTWERPEN 3

Scholengemeenschap/Consortium 121848 - Pagadder te BERCHEM

Adres Jan Moorkensstraat 95 - 2600 BERCHEM

CLB 114942 - Vrij CLB De Wissel Antwerpen te

DEURNE

Adres Hallershofstraat 7 - 2100 DEURNE

(2)

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 3

1. RELEVANTE KENMERKEN 4

2. FOCUS VAN DE CONTROLE 4

3. ASPECTEN VAN HET WELZIJNSBELEID 4

3.1 Organisatie 4

3.2 Veiligheid van de leer- en werkomgeving 5

3.3 Gezondheid en hygiëne 6

3.4 Milieu 6

4. STERKTES EN ZWAKTES 7

4.1 Relevante aspecten waarin de instelling goed is 7

4.2 Relevante aspecten die de instelling kan verbeteren 7

4.3 Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren 7

5. ADVIES BETREFFENDE BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIENE 8

6. REGELING VOOR HET VERVOLG 8

(3)

INLEIDING

Op 29/03/2011 bezocht de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap uw instelling. Zij deed dit in het kader van haar decretale opdracht om voor de overheid toezicht uit te oefenen op de kwaliteit en de kwaliteitszorg van onderwijsinstellingen.

Zij is daarbij bevoegd voor:

 de controle van het studiepeil;

 de naleving van de onderwijsregelgeving;

 de controle op naleving van de wet op de veiligheid, het welzijn en de hygiëne.

Overeenkomstig het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid van art. 38 §5 om het toezicht inzake bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne afzonderlijk van de doorlichting uit te voeren.

Tijdens deze controle voert de inspectie volgende activiteiten uit: onderzoek en analyse van documenten en gegevens, observaties en gesprekken.

Het onderzoek mondt uit in een verslag. Dat begint met een opsomming van de relevante kenmerken van de instelling. Daarna volgt een overzicht van de aspecten inzake het welzijnsbeleid van de instelling die onderzocht worden.

Het verslag eindigt met het advies en de regeling voor het vervolgtoezicht.

Het verslag van de controle bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in één van drie mogelijke adviezen:

 gunstig;

 gunstig beperkt in de tijd;

 ongunstig.

Een gunstig advies is noodzakelijk, wil de instelling verder erkend worden en/of verder opgenomen worden in de financierings- of subsidiëringsregeling.

Het verslag moet binnen een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst op een personeelsvergadering integraal besproken worden.

Het verslag is openbaar en kan ongeveer drie maanden na de doorlichting geraadpleegd worden op de website van het departement onderwijs op het adres www.ond.vlaanderen.be/doorlichtingsverslagen of op www.schooldoorlichting.be.

Het verslag mag niet gebruikt worden voor publicitaire doeleinden (bijvoorbeeld met het oog op leerlingenwerving).

(4)

1. RELEVANTE KENMERKEN

Contextuele kenmerken

 De directeur is nieuw in de functie sinds 1 september 2010.

 De preventieadviseur is nieuw in de functie sinds december 2010.

 Recent zijn enkele vernieuwingswerken uitgevoerd aan een dak en aan de ramen.

2. FOCUS VAN DE CONTROLE

Aspecten van het welzijnsbeleid die in aanmerking kwamen voor onderzoek:

Organisat ie van het welzij nsbeleid Ja

Veiligheid van de leer- en werkomgeving Ja

Gezondheid en hygiëne Ja

Milieu Ja

3. ASPECTEN VAN HET WELZIJNSBELEID

3.1 Organisatie

3.1.1 Het bestuur van de instelling

Het bestuur van de instelling voert geen beleid, toont geen engagement naar praktische organisatie met betrekking tot welzijn en/of voorziet hiervoor geen middelen.

Toelichting: De school beschikt niet over een beleidsverklaring. Het globaal preventie plan is niet functioneel en het jaaractieplan is nog geen concreet werkinstrument.

De school heeft geen preventief onderhoudsprogramma voor de gebouwen.

3.1.2 Comité

1

Er is geen comité preventie en bescherming op het werk en in een ander overlegorgaan komen geen punten aan bod met betrekking tot welzijn.

Toelichting: De school organiseerde geen CPBW of een ander overlegorgaan.

3.1.3 Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (PBW)

De toepassing van de regelgeving met betrekking tot de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk vertoont hiaten die tijdelijk nog aanvaardbaar zijn.

Toelichting: De preventieadviseur volgt een basisopleiding. Samen met de directeur tracht ze sinds december de organisatie van het welzijnsbeleid vorm te geven.

3.1.4 Samenwerking met externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (PBW)

De werking van de interne dienst en de opdrachten toevertrouwd aan de externe dienst preventie en bescherming op het werk vullen elkaar onvoldoende aan.

1 Comité: het comité preventie en bescherming op het werk of een ander overlegorgaan (overlegcomité, personeelsvergadering, werkgroep … ) dat – in die gevallen waar het wettelijk mogelijk is – de taken van het comité preventie en bescherming op het werk op zich neemt.

(5)

Toelichting: De school heeft een overeenkomst met een externe dienst maar is niet op de hoogte van de werking van deze dienst en de mogelijke dienstverlening. De activiteiten van de dienst zijn volkomen onbekend en er is geen verslag van een recent bedrijffsbezoek.

3.1.5 Aankoop- en indienststellingsbeleid

Er is geen betrokkenheid van de preventieadviseur bij de aankoop van machines, installaties en apparaten; er is geen akkoord van de preventieadviseur; er zijn geen indienststellingsverslagen.

Toelichting: De school heeft geen aankoop- en indienststellingsbeleid.

3.2 Veiligheid van de leer- en werkomgeving

3.2.1 Bewoonbaarheid

Gebouwen, lokalen en/of hun inrichting vertonen onaanvaardbare tekorten met betrekking tot bewoonbaarheid en/of veiligheid en/of er wordt onvoldoende gevolg gegeven aan klachten.

Toelichting: Het onderhoud van de lokalen, gangen trappen en sanitair is absoluut ondermaats.

De wanorde in de (klas)lokalen belemmert de onderwijskundige werking en de attitudevorming bij de leerlingen.

De lokalen van het huidige derde leerjaar vertonen ernstige gebreken met betrekking tot de bewoonbaarheid en veiligheid. Er ligt ernstig beschadigde vloerbekleding met een vermoeden van asbest.

3.2.2 Veiligheid van het domein van de instelling

Op enkele plaatsen dienen nog maatregelen genomen om de veiligheid in gebouwen en op het domein van de instelling te optimaliseren.

Toelichting: De trappenkoker in de hoogbouw is niet beveiligd.

De leuning van de vluchttrap heeft te grote openingen.

3.2.3 Verkeersveiligheid

Het domein van de instelling en de onmiddellijke omgeving zijn voldoende verkeersveilig.

3.2.4 Brandveiligheid

De instelling beschikt niet over de wettelijk voorziene verslagen en keuringsattesten in verband met brandveiligheid.

Toelichting: De school kan geen brandpreventieverslag voorleggen.

De rondgang doorheen de gebouwen doet op meerdere plaatsen een brandonveilige toestand vermoeden.

3.2.5 Evacuatie

De preventieve maatregelen en/of de voorzieningen met betrekking tot een mogelijke evacuatie voldoen niet.

Toelichting: De school organiseert geen evacuatieoefeningen.

3.2.6 Veiligheid van de elektrische installatie

De elektrische installatie voldoet. Er werd gevolg gegeven aan alle opmerkingen uit de keuringsverslagen.

3.2.7 Veiligheid van toestellen

2

Essentiële veiligheidsinstructies met betrekking tot het gebruik van toestellen zijn meestal niet schriftelijk voorhanden en/of de gangbare beveiliging ontbreekt of is niet functioneel.

(6)

Toelichting: De school voert nog geen beleid inzake de veiligheid van toestellen.

3.3 Gezondheid en hygiëne

3.3.1 Sanitaire installaties

De sanitaire installaties en toebehoren zijn niet conform de regelgeving.

Toelichting: De sanitaire installaties vertonen ernstige gebreken inzake hygiëne. Er hang een penetrante stank in de toiletten.

Er is onvoldoende afvoer bij de urinoirs.

3.3.2 EHBO

De instelling beschikt over de voorzieningen om EHBO te bieden, maar verschillende aspecten kunnen nog worden verbeterd.

Toelichting: De preventieadviseur neemt zich voor om de kennis en de vaardigheden, verworven bij de opleiding naar aanleiding van een eindwerk, te concretiseren in de eigen school.

3.3.3 Rookverbod

De instelling doet voldoende inspanningen om rekening te houden met het rookverbod.

3.3.4 Voedingsmiddelenhygiëne

De manier waarop de instelling met de voedingsmiddelenhygiëne omgaat is onaanvaardbaar.

Toelichting: De school is niet in orde met de regelgeving in verband met het FAVV.

3.4 Milieu

3.4.1 Omgaan met gevaarlijke producten

De manier waarop de instelling met gevaarlijke producten omgaat, is niet aanvaardbaar.

Toelichting: De gevaarlijke producten staan verspreid over verschillende lokalen in de school.

Gevaarlijke producten staan in een niet afgesloten ruimte die voor de kinderen toegankelijk is.

Gasflessen zijn gestockeerd in een kelderruimte naast de stookketel. Het atelier van de klusjesman is niet afgesloten en er staat een grote hoeveelheid van diverse gevaarlijke en ontvlambare producten.

De asbestinventaris is niet actueel vermits op meerdere plaatsen asbesthoudende materialen beschadigd zijn.

3.4.2 Zwembaden

Niet van toepassing

2 Toestellen: alles (apparaten, speeltuigen, installaties, machines, werkposten, gereedschappen, …) wat mogelijk aanleiding kan geven tot een verhoogd risico voor personeel en/of leerlingen/cursisten.

(7)

4. STERKTES EN ZWAKTES

4.1 Relevante aspecten waarin de instelling goed is

 De recente initiatieven van directie en preventieadviseur om een aanvang te nemen met de organisatie van het welzijnsbeleid.

 De recente sterkere betrokkenheid van het schoolbestuur bij de organisatie van het welzijnsbeleid.

4.2 Relevante aspecten die de instelling kan verbeteren

 De samenwerking met de externe diensten.

 De beveiliging van de trappenkoker in de hoogbouw.

 De organisatie van EHBO.

4.3 Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren

 Tegen september 2011. De beleidsverklaring en de organisatie van het CPBW (of ander overlegorgaan).

 Tegen september 2013. Het aankoop- en indienststellingsbeleid.

 Tegen september 2011. Het onderhoud van de trappen, gangen, sanitair en andere lokalen.

 Tegen september 2011. Het ontbrekende brandpreventieverslag en de organisatie van evacuatieoefeningen.

 Tegen september 2014. De sanitaire ruimtes.

 Tegen september 2011. De meldingsplicht tegenover het FAVV.

 Tegen september 2011. De omgang met gevaarlijke producten en het beleid inzake veiligheid van toestellen.

(8)

5. ADVIES BETREFFENDE BEWOONBAARHEID, VEILIGHEID EN HYGIENE

In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning en subsidiëring gunstig beperkt in de tijd.

Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren:

 Tegen september 2011. De beleidsverklaring en de organisatie van het CPBW (of ander overlegorgaan).

 Tegen september 2013. Het aankoop- en indienststellingsbeleid.

 Tegen september 2011. Het onderhoud van de trappen, gangen, sanitair en andere lokalen.

 Tegen september 2011. Het ontbrekende brandpreventieverslag en de organisatie van evacuatieoefeningen.

 Tegen september 2014. De sanitaire ruimtes.

 Tegen september 2011. De meldingsplicht tegenover het FAVV.

 Tegen september 2011. De omgang met gevaarlijke producten en het beleid inzake veiligheid van toestellen.

6. REGELING VOOR HET VERVOLG

Het bestuur van de instelling moet vanaf 1 september 2014 kunnen aantonen dat er voldoende geremedieerd werd om de tekorten volgens de vooropgestelde termijnen weg te werken.

Hierbij moet de instelling de tussentijdse termijnen respecteren m.b.t. de volgende deelaspecten van regelgeving:

 Tegen september 2011. De beleidsverklaring en de organisatie van het CPBW (of ander overlegorgaan).

 Tegen september 2011. Het onderhoud van de trappen, gangen, sanitair en andere lokalen.

 Tegen september 2011. Het ontbrekende brandpreventieverslag en de organisatie van evacuatieoefeningen.

 Tegen september 2011. De meldingsplicht tegenover het FAVV.

 Tegen september 2011. De omgang met gevaarlijke producten en het beleid inzake veiligheid van toestellen.

Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever

Erik Verhoeven Datum: 29/03/2011

Voor kennisname namens de directie/het schoolbestuur:

Caroline VERFAILLIE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk met grote aandacht voor het welzijnsbeleid zowel op personeel- als op kindniveau. •

7989 - Vrije Lagere School - Sint-Jozef te Essen 5 Toelichting: Het aankoop- en indienststellingsbeleid is volop in ontwikkeling. Momenteel zijn er in de lokalen nog

 Tegen september 2012: Een actueel keuringsverslag van de elektrische installatie voorleggen en de eventuele inbreuken

De toepassing van de regelgeving met betrekking tot de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk vertoont hiaten die tijdelijk nog aanvaardbaar

Toelichting: Hoewel de school aandacht heeft voor de veiligheid van de aangekochte toestellen en materialen, werd dit nog niet geconcretiseerd in een aankoop-

Toelichting: De realisatie van het jaaractieplan wordt nog niet beschreven in de verslagen van het comité voor preventie en bescherming op het werk.. 3.1.3 Interne dienst

Toelichting: Er is geen comité preventie en bescherming op het werk of een ander overlegorgaan dat de taken met betrekking tot het welzijnsbeleid behartigt.. 3.1.3 Interne dienst

16964 - Vrije Lagere School te Brugge 5 Toelichting: De samenwerking met de externe dienst kan geoptimaliseerd worden. 3.1.5 Aankoop-