• No results found

vc KITAB OENDANG-OENDANG HOEKOEMAN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "vc KITAB OENDANG-OENDANG HOEKOEMAN"

Copied!
347
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KITAB OENDANG-OENDANG HOEKOEMAN

BAGI

HINDIA BELANDA

WETBOEK VAN STRAFRECHT

VOOR

NEDERLANDSCH-INDIË

TJETAKAN KEEMPAT

Hak pengarang ditoentoet menoeroet pasal U dari Oendang-oendang jang termaktoeb dalam Staatsblad 1912 No. 600.

Dikeloearkan oléh Balai Poestaka^ti^^

-fr vc

BALAI POESTAKA - WELTEVREDEN l S a s / N ^ ^ / T ^ / J y nPp H _ \\V

(2)

0093 4362

m

(3)

BAGI

H I N D I A B E L A N D A .

(Staatsblad 1915 No. 732; 1917 No. 497 jo. 645; 1918 No. 30, 292 dan 755; 1919 No. 2/; 1920 No. 379 jo. Stbl. 1924No. 306- 382, 556, 812 dan 868; 1921 No. 103, 250, 560, 640; 1922 No.

308, 692; 1923 No. 222 jo. 483, 277 jo. 352, 569 jo. Stbl. 1924 No. 27; 1924 No. 96 jo. 177, 127, 306; 1925 No. 1 jo. 152,28, 197, 497, 553 jo 605; 1926 No. 19 jo. 40, 69 jo. 109, 139 jo.

140, 251 jo. 486, 359 jo. 429; 1927 No. 23 jo. /5, 123, 146, 256 jo. 383, 417 dan 512; 1928 No. 12).

(4)
(5)

NEDERLANDSCH-INDIË.

EERSTE BOEK.

A l g e m e e n e b e p a l i n g e n . TITEL I.

O m v a n g v a n de w e r k i n g d e r w e t t e l i j k e s t r a f b e p a l i n g e n .

Art. 1. (1) Geen feit is strafbaar dan uit kracht van eene daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.

(2) Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor den verdachte gunstigste be- palingen toegepast.

Art. 2. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op ieder, die zich binnen Nederlandsch-Indië aan eenig strafbaar feit schuldig maakt.

Art. 3. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op ieder, die zich buiten Nederlandsch-Indië aan boord van een Nederlandsch-Indisch vaartuig aan eenig strafbaar feit schuldig maakt.

Art. 4. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op ieder, die zich buiten Nederlandsch-Indië schul- dig maakt:

1°. aan een der in de artikelen 104 — 110, 127 en 130—133 omschreven misdrijven;

(6)

BAGI HINDIA BELANDA.

BOEKOE JANG PERTAMA.

K e t e n t o e a n 'o e m o e m.

TITEL I.

T e n t a n g 1 a k o e n j a k e t e n t o e a n h o e k o e m a n d a l a m o e n d a n g-o e n d a n g.

Pasal 1. (1) Tidak ada soeatoe perboeatan jang boleh di- hoekoem, melainkan dari sebab ketentoean hoekoeman dalam

oendang-oendang jang diadakan lebih dahoeloe dari pada per- boeatan itoe.

(2) Djikalau oendang-oendang dioebah, sesoedah perboeatan itoe dilakoekan, maka haroeslah dipakai ketentoean jang terbaik oentoek orang jang tertoedoeh.

Pasal 2. Ketentoean hoekoeman, jang terseboet dalam oendang- oendang Hindia Belanda, lakoe atas orang jang dalam bilangan Hindia Belanda melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem.

Pasal 3. Ketentoean hoekoeman, jang terseboet dalam oendang- oendang Hindia Belanda, lakoe atas orang jang diloear bilangan Hindia Belanda, didalam kapal atau perahoe Hindia Belanda, mela- koekan perboeatan jang boleh dihoekoem.

Pasal 4. Ketentoean hoekoeman, jang terseboet dalam oendang- oendang Hindia Belanda, lakoe atas orang diloear bilangan Hindia Belanda jang berboeat salah, sebab:

le. melakoekan salah satoe kedjahatan jang terseboet dalam Pasal 104-110, 127 dan 130-133;

(7)

2°. aan eenig misdrijf ten opzichte van muntspeciën of muntbil- jetten in Nederlandsch-Indië wettig gangbaar of van zegels of merken vanwege de Nederlandsch-Indische Regeering uit- gegeven of geplaatst;

3°. aan valschheid hetzij in schuldbrieven of certificaten van schuld ten laste van Nederlandsch-Indië, van een gewest of een gedeelte van een gewest, hetzij in de tot een dezer stuk- ken behoorende talons, dividend- of rentebewijzen, of in de bewijzen in plaats van deze stukken uitgegeven, hetzij in biljetten eener krachtens algemeene verordening opgerichte Nederlandsch-Indische circulatiebank, of aan het opzettelijk gebruik maken van eenig der hier vermelde geschriften;

4°. aan het in artikel 438 omschreven misdrijf, aan dat omschre- ven in artikel 444 voor zooveel zeeroof betreft, en aan dat omschreven in artikel 447 voor zooveel betreft het brengen van een vaartuig in de macht van zeeroovers.

•Art- 5. (1) De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalin- gen zijn toepasselijk op den ingezetene van Nederlandsch-Indië, die zich buiten Nederlandsch-Indië schuldig maakt:

1°. aan een der misdrijven, omschreven in de Titels I en II van

;_.;..:• het Tweede Boek, en in de artikelen 240, 279, 450 en 451;

2°. aan een feit hetwelk door de Nederlandsch-Indische wette- lijke strafbepalingen als misdrijf wordt beschouwd en waar-

; op door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.

(2) De vervolging ter zake van een feit onder no. 2 bedoeld kan ook plaats hebben, indien de verdachte eerst na het begaan van het feit ingezetene van Nederlandsch-Indië wordt.

Art. 6. De toepasselijkheid van artikel 5, eerste lid, 2° wordt in zoover beperkt, dat de doodstraf niet kan worden opgelegd ter zake van een feit v/aarop door de wet van het land waar het feit begaan is, de doodstraf niet is gesteld.

(8)

2e. melakoekan kedjahatan tentang mata wang atau wang kertas Negeri (muntbiljet) jang lakoe sah di Hindia Belanda atau tentang tjap (ségél) atau tanda (mérék) jang dikeloearkan atau ditjapkan atau ditempatkan atas perintah Pemerintah

Hindia Belanda;

3e. memalsoekan soerat oetang atau soerat keterangan (certi- ficaat) oetang jang memberati Hindia Belanda atau seboeah daérah (gewest) atau sebagian dari daerah ataupoen memal-

soekan talon soerat keterangan oentoeng (dividend) atau boe- nga oeang jang bersangkoetan dengan soerat oetang itoe, atau memalsoekan soerat keterangan ganti soerat jang ter- seboet tadi, atau memalsoekan oeang kertas jang dikeloear- kan oléh seboeah bank circulatie Hindia Belanda, jang didi- rikan karena oendang-oendang 'oemoem, atau sengadja mem- pergoenakan salah satoe soerat jang terseboet itoe;

4e. melakoekan kedjahatan jang terseboet dalam pasal 438, dan jang terseboet dalam pasal 444 tentang merompak dilaoet, dan jang terseboet dalam pasal 447 tentang menjerahkan kapal (perahoe) kedalam tangan perompak.

Pasal 5. (1) Ketentoean hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda, lakoe bagi orang pendoedoek Hindia Belanda jang berboeat salah diloear Hindia Belanda, sebab:

le. melakoekan salah satoe kedjahatan jang terseboet dalam Titel I dan II Boekoe jang Kedoea, dan dalam pasal 240, 279, 450 dan 4 5 1 ;

2e. melakoekan perboeatan jang oléh ketentoean hoekoeman dalam oendang-oendang Hindia Belanda dipandang kedja- hatan dan ada hoekoemannja dalam oendang-oendang negeri, tempat perboeatan itoe dilakoekan.

(2) Kedjahatan jang terseboet pada no. 2 itoe boleh djoega ditoentoet, djika jang tertoedoeh mendjadi pendoedoek Hindia Belanda sesoedah melakoekan perboeatan itoe.

Pasal 6. Lakoenja pasal 5, ajat 1, 2e itoe ada batasnja, ja'itoe tidak boleh dikenakan hoekoeman mati karena soeatoe perboeatan jang tiada diantjam dengan hoekoeman mati dalam oendang- oendang negeri tempat perboeatan itoe dilakoekan.

(9)

Art. 7. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op den Nederlandsch-Indischen ambtenaar, die zich buiten Nederlandsch-Indië schuldig maakt aan een der mis- drijven omschreven in Titel XXVIII van het Tweede Boek.

Art. 8. De Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toepasselijk op den schipper en de opvarenden van een Neder- landsch-Indisch vaartuig, die zich buiten Nederlandsch-Indië, ook buiten boord, schuldig maken aan een der strafbare feiten, om- schreven in Titel XXIX van het Tweede Boek en Titel IX van het Derde Boek, zoomede in de algemeene verordening omtrent de zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië.

Art. 9. De toepasselijkheid der artikelen 2—5, 7 en 8 wordt beperkt door de uitzonderingen in het volkenrecht erkend.

TITEL II.

S t r a f f e n . Art. 10. De straffen zijn:

a. hoofdstraffen:

1°. doodstraf, 2° gevangenisstraf, 3°. hechtenis,

4°. geldboete;

b. bijkomende straffen:

1°. ontzetting van bepaalde rechten,

2°. verbeurdverklaring van bepaalde voorwerpen, 3°. openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Art. U. De doodstraf wordt door een scherprechter uitgevoerd op een schavot door den veroordeelde met een strop om den hals aan eene galg vast te maken en een luik onder zijne voeten te doen wegvallen.

(10)

Pasal 7. Ketentoean hoekoeman dalam oendang-oendang Hin- dia Belanda, lakoe atas amtenar Hindia Belanda jang berboeat salah diloear Hindia Belanda sebab melakoekan salah satoe ke- djahatan jang terseboet dalam Titel XXVIII Boekoe jang Kedoea.

Pasal 8. Ketentoean hoekoeman dalam oendang-oendang Hin- dia Belanda, lakoe atas nachoda dan anak kapal (perahoe) dari kapal (perahoe) Hindia Belanda jang berboeat salah diloear Hindia Belanda — diloear kapal (perahoe) poen — sebab mela- koekan salah satoe perboeatan jang boleh dihoekoem jang

terseboet dalam Titel XXIX Boekoe jang Kedoea dan Titel IX Boekoe jang Ketiga; demikian djoega jang terseboet dalam oen- dang-oendang 'oemoem tentang soerat laoet dan pas tahoenan di Hindia Belanda.

Pasal 9. Lakoenja pasal 2-5, 7 dan 8 dibatasi oléh hal jang diketjoealikan, jang diakoe dalam hoekoem perhoeboengan bangsa (volkenrecht).

TITEL II.

H o e k o e m a n . Pasal 10. Djenis hoekoeman jaïtoe:

a. hoekoeman oetama:

le. hoekoeman mati,

2e. hoekoeman pendjara (gevangenisstraf), 3e. hoekoeman koeroengan (hechtenis), 4e. denda;

b, hoekoeman tambahan:

l e . mentjaboet hak jang tentoe, 2e. merampas barang jang tentoe,

3e. meng'oemoemkan kepoetoesan hakim.

Pasal 11. Hoekoeman mati didjalankan oléh algodjoe pada penggantoengan, dengan mengenakan seboeah djerat keléhér orang jang terhoekoem itoe dan mengebatkan djerat itoe kepenggan- toengan itoe serta mendjatcehkan papan tempat orang itoe berdiri.

(11)

Art. 12. (1) De gevangenisstraf is levenslang of tijdelijk.

(2) De duur der tijdelijke gevangenisstraf is ten minste een dag en ten hoogste vijftien achtereenvolgende jaren.

(3) Tijdelijke gevangenisstraf kan voor ten hoogste twintig achtereenvolgende jaren worden opgelegd in de gevallen waarin op het misdrijf hetzij de doodstraf, levenslange en tijdelijke ge- vangenisstraf, hetzij levenslange en tijdelijke gevangenisstraf ter keuze van den rechter zijn gesteld, en in die waarin wegens straf- verhooging ter zake van samenloop van misdrijven, herhaling van misdrijf of het bepaalde bij artikel 52, de tijd van vijftien jaren wordt overschreden.

(4) Zij kan in geen geval den tijd van twintig jaren te bo- ven gaan.

Art. 13. De tot gevangenisstraf veroordeelden worden verdeeld in klassen.

Art. 14. De tot gevangenisstraf veroordeelde is verplicht tot het verrichten van den hem opgedragen arbeid, overeenkomstig de voorschriften ter uitvoering van artikel 29 gegeven.

Art. 14a. *) (1) In geval van veroordeeling tot gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en in geval van veroordeeling tot hech-

tenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, kan de rech- ter daarbij tevens het bevel geven dat de straf niet zal worden ondergaan, tenzij bij rechterlijke uitspraak later anders mocht wor-

den gelast op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een bij het bevel te bepalen proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende dien proeftijd eene bijzondere voor- waarde welke bij het bevel mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd.

(2) Dezelfde bevoegdheid heeft de rechter, behalve in zaken van 's Lands middelen en pachten, in geval van veroordeeling tot geld-

*) zie bijlage.

(12)

Pasal 12. (1) Hoekoeman pendjara itoe se'oemoer hidoep atau sementara.

(2) Hoekoeman pendjara sementara itoe lamanja sekoerang- koerangnja satoe hari dan selama-lamanja lima belas tahoen bertoeroet-toeroet.

(3) Hoekoeman pendjara sementara boléh didjatoehkan selama-lamanja doea poeloeh tahoen bertoeroet-toeroet, dalam hal kedjahatan jang boléh dihoekoem menoeroet pilihan hakim, baik dengan hoekoeman mati, hoekoeman pendjara se'oemoer hidoep dan hoekoeman pendjara sementara, baik dengan hoekoeman pen- djara se'oemoer hidoep dan hoekoeman pendjara sementara, dan dalam hal jang lima belas tahoen itoe dilampaui, sebab hoekoeman ditambah, karena ada beberapa kedjahatan jang diperboeat atau karena beroelang memboeat kedjahatan atau karena ketentoean pada pasal 52.

(4) Lamanja hoekoeman itoe sekali-kali tidak boléh lebih dari pada doea poeloeh tahoen.

Pasal 13. Orang jang kena hoekoeman pendjara dibagi atas beberapa kelas.

Pasal 14. Orang jang kena hoekoeman pendjara wadjib mengerdjakan pekerdjaan jang diperintahkan kepadanja menoeroet

peratoeran oentoek mendjalankan pasal 29.

Pasal 14a. *) (1) Bila didjatoehkan hoekoeman pendjara jang selama-lamanja satoe tahoen dan bila didjatoehkan hoekoeman koeroengan, jai'toe tiada termasoek hoekoeman koeroengan peng- ganti denda, maka hakim boléh memerintahkan bahwa hoekoeman itoe ta' kan didjalankan, djikalau kemoedian hari tidak ada perin- tah lain dalam kepoetoesan hakim, karena sebeloem laloe masa pertjobaan jang akan ditentoekan dalam perintah jang pertama itoe orang jang dihoekoem itoe melakoekan perboeatan jang boléh dihoekoem atau dalam masa pertjobaan itoe ia tidak mentjoekoepi soeatoe djandji jang istimewa, jang sekiranja didjandjikan dalam perintah itoe.

(2) Ketjoeali dalam perkara pentjaharian dan pak Negeri, maka hakim mempoenjai' koeasa itoe djoega, bila didjatoehkan

") lihat lampiran.

(13)

boete, doch alleen indien hem blijkt, dat de betaling der boete of de tevens uitgesproken verbeurdverklaring voor den veroordeelde overwegend bezwaar oplevert. Opiummisdrijven en opiumovertre-

dingen worden voor de toepassing van dit lid alleen als betref- fende 's Landsmiddelen beschouwd, voor zoover ten aanzien daar- van bepaald is, dat bij veroordeeling tot geldboete het bepaalde bij artikel 30, tweede lid, buiten toepassing blijft.

(3) Het bevel ten aanzien van de hoofdstraf strekt zich, voor zoover de rechter niet anders bepaalt, ook uit tot de bijkomende straffen.

(4) Het bevel wordt niet gegeven, tenzij de rechter na nauw- keurig onderzoek de overtuiging heeft gekregen, dat voldoende toe- zicht kan worden gehouden op de naleving van de algemeene voor- waarde, dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan, en van

de bijzondere voorwaarden, indien deze gesteld mochten zijn.

(5) De uitspraak houdende het in het eerste lid bedoeld bevel, bevat de reden gevende feiten of omstandigheden, waarop zij steunt

Art. 14b. (1) De proeftijd bedraagt bij misdrijven en bij de in de artikelen 492, 504, 505, 506 en 536 omschreven overtredin-

gen ten hoogste drie jaren, bij de overige overtredingen ten hoog- ste twee jaren.

(2) De proeftijd gaat in, zoodra de uitspraak onherroepelijk is geworden en op wettelijke wijze ter kennis van den veroordeelde is gebracht.

(3) De proeftijd loopt niet gedurende den tijd, dat den ver- oordeelde rechtens zijne vrijheid is ontnomen.

Art. 14c. (1) Bij het bevel bedoeld in artikel 14a, kan de rechter, behalve'in geval van veroordeeling tot geldboete, naast de algemeene voorwaarde dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal bepaan. als bijzondere voorwaarde stellen dat de veroordeelde

(14)

hoekoeman denda, tetapi hanja bila ternjata kepadanja, bahwa bajaran denda itoe atau rampasan jang diperintahkan dalam kepoetoesan itoe menimboelkan keberatan jang sangat bagi orang jang dihoekoem itoe. Oentoek melakoekan ajat ini maka kedjahatan dan pelanggaran tentang tjandoe hanjalah dipandang

sebagai kedjahatan dan pelanggaran tentang pentjarian Negeri, sekadar tentang itoe telah ditentoekan, bahwa dalam hal mendja- ioehkan hoekoeman denda tiada lakoe apa jang ditentoekan dalam pasal 30, ajat kedoea.

(3) Sekadar hakim ta' menentoekan jang lain poela, maka perintah tentang hoekoeman oetama, mengenai' djoega hoekoeman tambahan jang didjatoehkan.

(4) Perintah itoe hanja diberikan, kalau sesoedah pemeriksaan jang teliti hakim j akin, bahwa dapat dilakoekan pengawasan jang tjoekoep atas hal menoeroet tidaknja djandji 'oemoem, bahwa erang jang dihoekoem itoe ta'kan melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem dan atas hal memenoehi djandji jang istimewa, djika sekiranja djandji itoe didjandjikan.

(5) Dalam kepoetoesan jang memberi perintah jang terseboet dalam ajat pertama itoe, diterangkan poela sebab-sebabnja atau hal-ihwal jang mendjadi alasan kepoetoesan itoe.

Pasal Mb. (1) Dalam perkara kedjahatan dan pelanggaran jang diterangkan dalam pasal 492, 504, 505, 506 dan 536, maka masa pertjobaan itoe selama-lamanja tiga tahoen, dalam perkara

pelanggaran jang lain masa pertjobaan itoe selama-lamanja doea tahoen.

(2) Masa pertjobaan itoe moela'i, demi kepoetoesan itoe soedah tetap tidak boleh dioebah lagi dan soedah diberi tahoekan kepada orang jang dihoekoem menoeroet tjara jang diperintahkan dalam oendang-oendang.

(3) Masa pertjobaan itoe tidak dihitoeng, selama orangnja di- tahan dengan sah.

Pasal 14c. (1) Pada perintah jang terseboet dalam pasal 14a, ketjoeali dalam hal didjatoehkan hoekoeman denda, maka ber- sama-sama dengan djandji 'oemoem bahwa orang jang dihoekoem ta'kan melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem, hakim boleh

(15)

de door het strafbare feit veroorzaakte schade, geheel of tot een daarbij te bepalen gedeelte, binnen een daarbij te stellen termijn, korter dan de proeftijd, zal vergoeden.

(2) In geval van veroordeeling, hetzij tot gevangenisstraf van langer dan drie maanden, hetzij tot hechtenis opgelegd ter zake van een der in de artikelen 492, 504, 505, 506 en 536 omschreven overtredingen, is de rechter bevoegd bij zijn bevel ook andere bij- zondere voorwaarden het gedrag van den veroordeelde betreffende, te stellen, waaraan deze gedurende den proeftijd of een bij dat be- vel te bepalen gedeelte daarvan heeft te voldoen.

(3) Die voorwaarden mogen de godsdienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.

Art. 14d, (1) Met het toezicht op de naleving der voorwaar den is belast de ambtenaar die, wanneer later de last tot tenuit- voerlegging mocht worden gegeven, het vonnis doet executeeren.

(2) De rechter kan, indien hij daartoe termen vindt, bij zijn bevel aan eene in Nederlandsch-Indië gevestigde rechtspersoon- lijkheid bezittende instelling, aan den houder van den aldaar ge- vestigde inrichting of aan een bijzonderen ambtenaar opdragen aan den veroordeelde ter zake van de naleving der bijzondere voor- waarden hulp en steun te verleenen.

(3) Voorschriften tot nadere regeling van dat toezicht en dien bijstand en tot nadere aanwijzing van de instellingen en houders van inrichtingen, die met het verleenen van dien bijstand kun- nen worden belast, worden vastgesteld bij ordonnantie.

Art. 14e. De rechter, die in eersten aanleg heeft gevonnist, kan hetzij na ontvangst van een voorstel van den ambtenaar in het eer- ste lid van dat artikel 14d vermeld, hetzij op verzoek van den ver- oordeelde, gedurende den proeftijd in de gestelde bijzondere voor- waarden of in den termijn waartoe deze in hare werking binnen

(16)

mengadakan djandji istimewa, bahwa orang jang dihoekoem itoe akan mengganti keroegian jang terdjadi karena perboeatan jang boleh dihoekoem itoe, semoeanja atau sebagiannja sadja, jang akan ditentoekan pada perintah itoe, dalam témpoh jang akan ditentoekan pada perintah itoe djoega, jang koerang dari pada masa pertjobaan itoe.

(2) Dalam hal hakim mendjatoehkan hoekoeman, baik hoe- koeman pendjara jang lamanja lebih dari tiga boelan, baik hoekoeman koeroengan karena salah satoe pelanggaran jang di- terangkan dalam pasal 492, 504, 505, 506 dan 536, maka hakim berkoeasa menaroehkan pada perintahnja djandji istimewa jang lain poela tentang kelakoean orang jang dihoekoem itoe, jang haroes ditjoekoepinja dalam masa pertjobaan itoe atau dalam sebagian masa itoe, jang akan ditentoekan pada perintah itoe.

(3) Segala djandji itoe tidak boleh mengoerangkan kemer- dekaan agama atau kemerdekaan politik.

Pasal 14d. (1) Pengawasan atas hal mentjoekoepi segala djandji itoe ditanggoengkan kepada amtenar jang akan menjoeroeh mendjalankan hoekoeman itoe, djika sekiranja kemoedian hari di- perintahkan akan mendjalankan itoe.

(2) Bila rasanja ada alasannja, maka dalam perintahnja, hakim boleh menjerahkan kepada seboeah balai jang berbadan hak dan berkedoedoekan di Hindia Belanda atau kepada orang jang memegang seboeah balai jang berkedoedoekan disitoe atau kepada seorang amtenar jang istimewa, akan memberi pertolongan dan bantoean kepada orang jang dihoekoem itoe tentang mentjoe- koepi djandji jang istimewa itoe.

(3) Peratoeran oentoek mengatoerkan lebih landjoet penga- wasan dan toendjangan itoe dan oentoek menoendjoekkan lebih landjoet balai dan orang jang memegang balai jang kepadanja boleh diserahkan bantoean itoe, ditetapkan dengan ordonansi.

Pasal 14e. Baik sesoedah menerima porstél dari amtenar jang diseboet dalam ajat pertama pasal 14d, baik atas permintaan orang jang dihoekoem, maka dalam masa pertjobaan itoe, hakim jang moela-moela memberi kepoetoesan boleh mengoebah djandji isti- mewa jang ditentoekannja atau témpoh berlakoenja djandji itoe

Oendang-oendang Hoekoeman. 2

(17)

den proeftijd zijn beperkt, wijziging brengen, het verleenen van bijstand aan een ander dan degene die daarmede te voren was belast, opdragen of den proeftijd eenmaal verlengen. Die ver- lenging geschiedt voor ten hoogste de helft van den längsten ter- mijn waarop de proeftijd bepaald had kunnen worden.

Art. 14f. (1) Onverminderd het bepaalde bij het vorige ar- tikel kan de rechter, die in eersten aanleg heeft gevonnist, na ont- vangst van een voorstel van den ambtenaar in het eerste lid van artikel 14d vermeld, indien de veroordeelde zich gedurende den proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt en ter zake daarvan onherroepelijk is veroordeeld, of indien een der an- dere voorwaarden niet is nageleefd dan wel indien de veroordeel- de voor het einde van den proeftijd ter zake van een voor het in- gaan daarvan begaan strafbaar feit onherroepelijk is veroordeeld, last tot tenuitvoerlegging geven of bepalen dat de veroordeelde van zijnent wege eene waarschuwing zal worden toegediend. In het laatste geval bepaalt hij tevens de wijze waarop zulks zal moeten geschieden.

(2) De last tot tenuitvoerlegging kan niet meer worden gege- ven, wanneer de proeftijd is verstreken, tenzij de veroordeelde voor den afloop daarvan ter zake van een gedurende den proeftijd be- gaan strafbaar feit is vervolgd, en de vervolging' met eene onher- roepelijke veroordeeling eindigt. Als dan kan nog ter zake van het begaan van dat feit binnen twee maanden nadat de veroordeeling onherroepelijk is geworden, last tot tenuitvoerlegging worden ge- geven.

Art. 15. (1) De tot gevangenisstraf veroordeelde kan, wan- neer twee derden van zijn werkelijken straftijd en tevens ten minste negen maanden daarvan zijn verstreken, voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. In geval de veroordeelde meerdere ge- vangenisstraffen achtereenvolgens moet ondergaan, worden ze ten deze als één straf aangemerkt.

(2) Bij deze invrijheidstelling wordt tevens een proeftijd voor den veroordeelde bepaald en worden voorwaarden gesteld waar- aan deze gedurende den proeftijd zal moeten worden voldoen.

(18)

dalam masa pertjobaan, boléh menanggoéngkan toendj angan kepada orang lain dari pada jang soedah diwadjibkan atau boléh menambah lamanja masa pertjobaan itoe satoe kali. Lama tam- bahannja itoe tidak boléh lebih dari seperdoea témpoh jang se-

lama-lamanja, jang dapat ditentoekan oentoek masa pertjobaan itoe.

Pasal 14f. (1) Dengan tidak mengoerangi ketentoean pada pasal jang diatas ini, maka sesoedah menerima porstél dari amtenar jang diterangkan dalam ajat pertama pasal 14d, hakim jang moela-moela memberi kepoetoesan boléh memerintahkan soe- paja kepoetoesan itoe didjalankan, atau menentoekan soepaja atas namanja orang jang dihoekoem itoe ditegoerkanlah, jaïtoe djika dalam masa pertjobaan itoe orang itoe melakoekan perboeatan jang boléh dihoekoem dan karena itoe tetap dihoekoem, atau djika salah satoe dari pada djandji jang lain ta' ditjoekoepinja, atau- poen djika sebeloem habis masa pertjobaan itoe orang itoe tetap dihoekoem karena perboeatan jang boléh dihoekoem, jang dilakoe- kannja sebeloem masa pertjobaan itoe moelai'. Dalam hal memberi tegoeran itoe hakim menentoekan poela tjaranja.

(2) Perintah akan mendjalankan hoekoeman tidak lagi dapat diberikan, djika masa pertjobaan soedah habis, ketjoeali djika se- beloem habis masa pertjobaan itoe orang jang dihoekoem itoe ditoentoet poela karena perboeatan jang boléh dihoekoem, dan kesoedahan toentoetan itoe orangnja tetap dihoekoem. Dalam hal itoe boléh djoega perintah akan mendjalankan hoekoemannja di- berikan dalam doea boelan sesoedah tetap kepoetoesan menghoe- koem orang itoe.

Pasal 15. (1) Orang jang dihoekoem pendjara boléh dile- paskan dengan perdjandjian, bila telah laloe doea pertiga dari

masa hoekoemannja jang sebenarnja dan djoega sesedikit-sedikit- nja sembilan boelan dari pada itoe. Kalau orang jang dihoekoem itoe haroes mendjalani beberapa kali hoekoeman pendjara ber- toeroet-toeroet, maka dalam hal itoe sekalian hoekoeman itoe di- djoemlahkan djadi satoe.

(2) Pada waktoe dilepaskan itoe ditentoekan poela lamanja masa pertjobaan bagi orang jang dihoekoem itoe dan diadakan djandji jang haroes ditoeroetnja selama masa pertjobaan itoe.

(19)

(3) De proeftijd duurt een jaar, tenzij het overblijvend gedeel- te van den werkelijken straftijd van den veroordeelde langer duurt, in welk geval de proeftijd even lang is als dat gedeelte. Hij loopt niet gedurende den tijd, dat den veroordeelde rechtens zijne vrij- heid is ontnomen.

Art. 15a. (1) Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt als algemeene voorwaarde verbonden, dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan, noch zich op andere wijze zal misdra- gen.

(2) Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen boven- dien bijzondere voorwaarden, het gedrag van den veroordeelde betreffende, worden verbonden mits die voorwaarden de gods- dienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.

(3) Met het toezicht op de naleving der voorwaarden is be- last de ambtenaar vermeld in het eerste lid van artikel 14d.

(4) Op de naleving der voorwaarden kan bovendien een bij- zonder toezicht in het leven worden geroepen, hetwelk uitsluitend

mag gericht zijn op het verleenen van hulp en steun aan den ver- oordeelde.

(5) Gedurende den proeftijd kan in de gestelde bijzondere voorwaarden wijziging worden aangebracht, of het bijzondere toezicht aan een ander dan degene die daarmede te voren was belast, worden opgedragen.

(6) Aan den voorwaardelijk in vrijheid gestelde wordt een verlofpas uitgereikt, waarin alle hem gestelde voorwaarden zijn uitgedrukt. Ingeval van toepassing van het voorgaande lid wordt hem een nieuwe verlofpas uitgereikt.

Art. 15b. (1) De voorwaardelijke invrijheidstelling is te al- len tijde herroepbaar ingeval de veroordeelde in strijd handelt met de in zijnen verlofpas uitgedrukte voorwaarden.

(2) De tijd verloopen tusschen de invrijheidstelling en de her- vatting van de tenuitvoerlegging der straf wordt niet in rekening gebracht op den duur der straf.

(20)

(3) Masa pertjobaan itoe lamanja setahoen, ketjoeali kalau ketinggalan masa hoekoeman jang sebenarnja lebih lama lagi dari pada itoe; dalam hal itoe masa pertjobaan itoe lamanja selama ketinggalan masa hoekoeman itoe. Masa pertjobaan itoe tidak dihitoeng selama orangnja ditahan dengan sah.

Pasal 15a. (1) Melepaskan orang dengan perdjandjian itoe haroes dengan perdjandjian 'oemoem, bahwa orang itoe ta'kan

melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem, ataupoen ta'kan mendjalankan kelakoean lain jang tidak baik.

(2) Lain dari pada perdjandjian 'oemoem itoe boleh poela diadakan djandji jang istimewa tentang kelakoean orang itoe, asal sadja djandji itoe tidak mengoerangi kemerdekaan agama atau politik.

(3) Pengawasan atas hal mentjoekoepi segala djandji itoe di- tanggungkan kepada amtenar jang terseboet dalam ai at pertama pasal I4d. i

(4) Tambahan poela dapat diadakan pengawasan jang isti- mewa atas hal mentjoekoepi djandji itoe, jang semata-mata ber- maksoed akan memberi pertolongan dan bantoean kepada orang jang dihoekoem itoe.

(5) Selama masa pertjobaan itoe dapat diadakan peroebahan djandji jang istimewa itoe, atau dapat diserahkan pengawasan jang istimewa itoe kepada orang lain dari pada jang soedah di- wadjibkan mendjalankan pekerdjaan itoe.

(6) Orang jang dilepaskan dengan perdjandjian itoe diberi soerat permisi. Didalam soerat permisi itoe diterangkan segala djandji jang didjandjikan kepadanja. Bila melakoekan ajat jang ciiatas ini, maka digantilah soerat permisi itoe dengan jang baroe.

Pasal 15b. (1) Melepaskan orang dengan perdjandjian itoe boleh ditjaboet kembali pada sebarang waktoe, djika orang itoe berboeat sesoeatoe jang berlawanan dengan djandji jang diterang- kan dalam soerat permisinja itoe.

(2) Masa antara ia dilepaskan dan ditangkap poela oentoek mendjalankan lagi hoekoemannja tiada dipotong dari masa hoe- koeman itoe.

(21)

(3) De herroeping kan alleen geschieden gedurende den proef- tijd, behoudens het bepaalde bij artikel 16, laatste lid.

Art. 16. (1) De besluiten van voorwaardelijke invrijheidstel- ling worden, op voorstel of na ingewonnen bericht van het Hoofd van plaatselijk bestuur binnen wiens ressort de veroordeelde zich bevindt, genomen door den Directeur van Justitie.

(2) De besluiten van herroeping van voorwaardelijke invrij- heidstelling worden genomen door den Directeur van" Justitie op voorstel of na ingewonnen bericht van het Hoofd van plaatselijk bestuur binnen wiens ressort de veroordeelde zich bevindt.

(3) De aanhouding van den voorwaardelijk in vrijheid gestelde, die in strijd handelt met de in zijnen verlofpas uitgedrukte voor- waarden, kan in het belang der openbare orde worden bevolen door het Hoofd van plaatselijk bestuur binnen wiens ressort hij zich bevindt, onder verplichting om daarvan onverwijld kennis te geven aan den Directeur van Justitie.

(4) Volgt daarna de herroeping, dan wordt zij geacht bevolen te zijn en wordt de tenuitvoerlegging der straf geacht hervat te zijn op den dag der aanhouding.

Art. 17. Het formulier der verlofpassen en de verdere voor- schriften ter uitvoering van de artikelen 15a en 16 worden bij or- donnantie vastgesteld.

Art: 18. (1) De duur der hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste een jaar.

(2) Zij kan voor ten hoogste een jaar en vier maanden worden opgelegd in da gevallen waarin wegens strafverhooging ter zake van samenloop van misdrijven, herhaling van misdrijf of het be- paalde bij artikel 52, de tijd van een jaar wordt overschreden.

(22)

(3) Mentjaboet kembali itoe haiijalah dapat dilakoekan dalam masa pertjobaan itoe, melainkan apa jang ditentoekan dalam pa- sal 16, ajat penghabisan.

Pasal 16. (1) Kepoetoesan melepaskan orang dengan per- djandjian itoe diadakan oléh Diréktoer Djoestisi atas perminta- an Kepala pemerintahan senegeri atau sesoedah mendapat kabar

dari Kepala pemerintahan senegeri, jang mengepalai' djadjahan tempat tinggal orang jang dihoekoem itoe.

(2) Kepoetoesan mentjaboet pemberian lepas dengan perdjan- djian itoe diambil oléh Diréktoer Djoestisi atas permintaan Kepala pemerintahan senegeri, atau sesoedah mendapat kabar dari Kepala pemerintahan senegeri, jang mengepalai' djadjahan tempat tinggal orang jang dihoekoem itoe.

(3) Menahan orang jang dihoekoem jang dilepaskan dengan perdjandjian itoe karena ia berboeat sesoeatoe jang melanggar perdjandjian jang terseboet dalam soerat permisinja, boleh di- perintahkan oléh Kepala pemerintahan senegeri, jang mengepalai' djadjahan tempat tinggal orang jang dihoekoem itoe, djika di- timbangnja perloe bagi keamanan 'oemoem, tetapi ia wadjib de- ngan segera memberi tahoekan hal itoe kepada Diréktoer Djoes- tisi.

(4) Djika sesoedah itoe pemberian lepas itoe ditjaboet, maka tjaboetan itoe dipandang sebagai diperintahkan pada hari orang- nja itoe ditahan; begitoe djoega waktoe ia mendjalani hoekoem-

annja lagi, dianggap moelaï pada waktoe ia ditahan itoe.

Pasal 17. Tjontoh soerat permisi dan peratoeran lain akan mendjalankan pasal 15a dan 16 itoe ditetapkan dengan ordonansi.

Pasal 18. (1) Lamanja hoekoeman koeroengan (hechtenis) sekoerang-koerangnja satoe hari dan selama-lamanja satoe tahoen.

(2) Hoekoeman itoe boleh didjatoehkan selama-lamanja satoe tahoen dan empat boelan dalam hal témpoh jang satoe tahoen itoe dilampaui, sebab hoekoeman ditambah karena ada beberapa kedjahatan jang diperboeat atau karena beroelang memboeat ke- djahatan atau karena ketentoean pada pasal 52.

(23)

(3) Zij kan in geen geval den tijd van een jaar en vier maan- den te boven gaan.

Art. 19. (1) De tot hechtenis veroordeelde is verplicht tot het verrichten van den hem opgedragen arbeid, overeenkomstig de voorschriften ter uitvoering van artikel 29 gegeven.

(2) Hem wordt lichtere arbeid opgedragen dan aan den tot gevangenisstraf veroordeelde.

Art. 20. (1) Bij de rechterlijke uitspraak kan bepaald wor- den, dat den tot gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een maand veroordeelde door het Hoofd van plaatselijk bestuur ver- gund kan worden de uren buiten den werktijd in vrijheid door te brengen.

(2) Indien de veroordeelde ten aanzien van wien eene zoo- danige bepaling is gemaakt, anders dan om redenen van zijn wil onafhankelijk, niet op den bepaalden tijd en de aangegeven plaats aanwezig is ten einde de hem opgedragen werkzaamheden te ver- richten, ondergaat hij verder zijne straf op de gewone wijze.

(3) Het bepaalde bij het eerste lid is niet toepasselijk, indien tijdens het plegen van het feit nog geen twee jaren zijn verloo- pen, sedert de schuldige gevangenisstraf of hechtenis heeft onder- gaan.

Art. 21. Hechtenis wordt ondergaan in het gewest, waarin de veroordeelde ten tijde van de tenuitvoerlegging van de rechter- lijke uitspraak woont of bij gebreke van woonplaats verblijf houdt, tenzij hem op zijn verzoek door den Directeur van Justitie vergund wordt haar elders te ondergaan.

Art. 22. (1) Hechtenis welke ondergaan moet worden door een veroordeelde die eene vrijheidsstraf ondergaat in een gesticht, bestemd tot de uitvoering van gevangenisstraf, van hechtenis of van beide, kan op diens verzoek terstond na het eindigen van die vrijheidsstraf in datzelfde gesticht worden ondergaan.

(24)

25

(3) Sekali-kali hoekoeman itoe tidak boléh lebih 'lama dari satoe tahoen dan empat boelan.

Pasal 19. (1) Orang jang kena hoekoeman koeroengan wa- djib mengerdjakan pekerdjaan jang diperintahkan kepadanja, menoeroet peratoeran mendjalankan pasal 29.

(2) Kepadanja diberikan pekerdjaan jang ringan dari pada jang diberikan kepada orang jang dihoekoem pendjara.

Pasal 20. (1) Dalam kepoetoesan hakim boléh ditentoekan, bahwa Kepala pemerintahan senegeri boléh mengizinkan kepada orang hoekoeman pendjara atau koeroengan selama-lamanja satoe boelan, akan berlakoe dengan merdékanja diloear waktoe kerdja.

(2) Djika orang hoekoeman jang mendapat kemerdekaan itoe tidak datang pada waktoenja dan pada tempat jang ditentoekan oentoek mengerdjakan pekerdjaan jang disoeroehkan kepadanja, maka selandjoetnja hoekoemannja itoe haroes didjalani menoe- roet djalan jang biasa, ketjoeali kalau ia tidak datang itoe karena ada sebabnja, jang tidak bergantoeng kepada kemaoeannja.

(3) Jang ditentoekan pada ajat pertama itoe tidak dikenakan, kalau pada waktoe melakoekan perboeatan itoe beloem laloe doea tahoen, terhitoeng dari pada waktoe orang itoe habis mendjalani hoekoeman pendjara atau hoekoeman koeroengan.

Pasal 21. Hoekoeman koeroengan haroes didjalani didaérah tempat kediaman orangnja, waktoe kepoetoesan hakim didjalankan atau, bila ia tidak bertempat kediaman, didaérah tempat ia ada pada waktoe itoe, ketjoeali kalau atas permintaannja, Diréktoer Djoestisi mengizinkan akan mendjalani hoekoeman itoe ditem- pat lain.

Pasal 22. (1) Hoekoeman koeroengan jang mesti didjalani oléh seorang-orang hoekoeman, jang sedang mendjalani hoekoem- an toetoepan (vrijheidsstraf) dalam seboeah terongko oentoek mendjalankan hoekoeman pendjara atau hoekoeman koeroengan atau kedoeanja, boléh teroes didjalani dalam terongko itoe djoe- ga, sesoedah hoekoeman toetoepan itoe habis, ja'ni djika dikehen- daki oléh orang jang dihoekoem itoe.

(25)

(2) De hechtenis, welke dientengevolge wordt ondergaan ia een gesticht, uitsluitend bestemd tot de uitvoering van gevange- nisstraf, verandert daardoor niet van aard.

Art. 23 De tot hechtenis veroordeelde mag zich op eigen kosten eenige lotsverbetering verschaffen overeenkomstig bij ordonnantie vast te stellen voorschriften.

Art. 24. De tot gevangenisstraf en de tot hechtenis veroordeel- den kunnen verplicht worden arbeid te verrichten, zoowel binnen als buiten de muren van een gesticht, bestemd tot het opnemen van veroordeelden.

Art. 25. Arbeid buiten de muren van een zoodanig gesticht wordt niet opgedragen aan:

Ie. levenslang veroordeelden;

2e. vrouwen;

3e. veroordeelden die daarvoor na geneeskundig onderzoek on- geschikt blijken te zijn.

Art. 26. Wanneer naar het oordeel van den rechter uit hoofde van persoonlijke of maatschappelijke omstandigheden daarvoor ter- men bestaan, wordt bij de rechterlijke uitspraak bepaald, dat aan den veroordeelde geen arbeid buiten de muren van een gesticht, bestemd tot het opnemen van veroordeelden, zal worden op- gedragen.

Art. 27. De duur der tijdelijke gevangenisstraf en der hech- tenis wordt in de rechterlijke uitspraak aangewezen in dagen, we- ken, maanden en jaren, niet in gedeelten daarvan.

Art. 28. Gevangenisstraf en hechtenis kunnen in hetzelfde ge- sticht, mits in afzonderlijke afdeelingen, worden ondergaan.

Art. 29. (1) De aanwijzing der gestichten, waar hetzij ge- vangenisstraf, hetzij hechtenis, hetzij beiden worden ondergaan,

(26)

(2) Hoekoeman koeroengan, jang karena itoe didjalani da- lam terongko, jang semata-mata oentoek mendjalani hoekoeman pendjara, tidak beroebah sifatnja dari sebab itoe.

Pasal 23. Orang hoekoeman koeroengan boléh memperbaiki nasibnja dengan belandjanja sendiri menoeroet peratoeran jang akan ditentoekan dalam ordonansi.

Pasal 24. Orang hoekoeman pendjara dan hoekoeman koe- roengan boléh diwadjibkan bekerdja, baik didalam, baik diloear terongko tempat orang hoekoeman.

Pasal 25. Kerdja diloear terongko itoe tidak boléh diperintah- kan kepada:

i e. orang hoekoeman se'oemoer hidoep;

2e. perempoean;

3e. orang hoekoeman jang menoeroet pemeriksaan dokter njata koerang koeat badannja oentoek pekerdjaan itoe.

Pasal 26. Djika mengingat keadaan dan daradjat orang jang dihoekoem itoe, hakim menimbang ada alasannja, maka ditentoe- kan dengan kepoetoesan hakim, bahwa kepada orang hoekoeman itoe tidak akan diwadjibkan bekerdja diloear terongko tempat orang hoekoeman itoe.

Pasal 27. Hoekoeman pendjara sementara dan hoekoeman koeroengan lamanja ditentoekan dalam kepoetoesan hakim, dengan menjeboet banjak tahoen, boelan, minggoe dan hari, djangan se- bagian dari itoe.

Pasal 28. Hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroengan boléh didjalani dalam terongko itoe djoega, asal dalam baha- giannja sendiri-sendiri.

Pasal 29. (1) Bersetoedjoe dengan kitab oendang-oendang ini, maka dalam ordonansi ditoendjoekkan terongko, baik tempat

(27)

alsmede de regeling van de inrichting en het beheer dezer gestich- ten, van de verdeeling der gevangenen in klassen, van den arbeid, van de belooningen voor den arbeid, van de huisvesting der buiten de gevangenis verblijvende veroordeelden, van het ondewijs, van de godsdienstoefeningen, van de tucht, van de ligging, van de voe- ding en van de kleeding geschiedt in overeenstemming met dit wet- boek bij ordonnantie.

(2) Huishoudelijke reglementen voor die gestichten worden zoo noodig door den Directeur van Justitie vastgesteld.

Art. 30. (1) Het bedrag der geldboete is ten minste vijf en twintig cents.

(2) Bij veroordeeling tot geldboete wordt die boete, bij gebre- ke van betaling, vervangen door hechtenis.

(3) De duur der vervangende hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste zes maanden.

(4) Die duur wordt in de rechterlijke uitspraak in dier voege bepaald, dat voor eene opgelegde boete van een halven gulden of minder een dag, voor eene opgelegde boete van een hooger bedrag niet meer dan een dag voor eiken halven gulden der opgelegde boe- te en voor het overblijvend gedeelte daarvan in de plaats treedt.

(5) De hechtenis kan voor ten hoogste acht maanden worden opgelegd in de gevallen waarin wegens samenloop van misdrijven, herhaling van misdrijf of het bepaalde bij artikel 52 het maximum der geldboete wordt verhoogd.

(6) Zij kan in geen geval den tijd van acht maanden te bo- ven gaan.

Art. 31. (1) De veroordeelde kan de hechtenis ondergaan zonder den termijn van betaling af te wachten.

(2) Hij is altijd bevoegd zich van de hechtenis te bevrijden door betaling van de boete.

(3) De betaling van een gedeelte der boete, hetzij vóór de uitvoering der hechtenis, hetzij nadat deze is aangevangen, bevrijdt van de uitvoering van een evenredig gedeelte der vervangende straf.

(28)

mendjalani hoekoeman pendjara, baik tempat mendjalani hoe- koeman koeroengan, baik tempat mendjalani kedoeanja; demi- kian djoega atoeran dan oeroesan terongko itoe dan djalan mem- bagi-bagi orang hoekoeman itoe atas beberapa kelas, serta ker- djanja, oepah kerdja itoe, djalan memondokkan orang hoekoeman.

jang tinggal diloear terongko, perkara pengadjaran, hal melakoe- kan agama, hal siasat, tempat tidoer, makanan dan pakaian.

(2) D jika perloe, peratoeran roemàh tangga terongko itoe di- tetapkan oléh Diréktoer Djoestisi.

Pasal 30. (1) Besar denda itoe sekoerang-koerangnja doea poeloeh lima sén.

(2) Kalau denda itoe tidak dibajar, maka diganti dengan hoekoeman koeroengan.

(3) Lama hoekoeman koeroengan pengganti denda itoe sekoe- rang-koerangnja satoe hari dan selama-lamanja enam boelan.

(4) Lamanja itoe dalam kepoetoesan hakim ditentoekan begini:

djika denda itoe setengah roepiah atau koerang, gantinja satoe hari, dan djika lebih dari itoe bagi tiap-tiap setengah roepiah gantinja tidak lebih dari satoe hari; demikian djoega bagi sisanja jang ta' tjoekoep setengah roepiah lagi.

^5) Hoekoeman koeroengan itoe boleh didjatoehkan selama- lamanja delapan boelan dalam hal denda itoe djoemlahnja jang sebanjak-banjaknja ditambah, karena ada beberapa kedjahatan jang diperboeat atau karena beroelang memboeat kedjahatan atau karena ketentoean pada pasal 52.

(6) Sekali-kali lamanja hoekoeman itoe tidak boleh lebih dari delapan boelan.

Pasal 31. (1) Orang jang dihoekoem denda boleh mendja- lani hoekoeman koeroengan, dengan tiada menoenggoe laloenja témpoh akan membajar denda.

(2) Selamanja ia berhak akan meminta lepas dari hoekoeman koeroengan itoe dengan membajar dendanja.

(3) Membajar sebagian dari denda itoe, baik sebeloem men- djalankan hoekoeman koeroengan itoe, baik sesoedah moelaï mendjalankan hoekoeman itoe, melepaskan orang jang dihoekoem dari sebagian hoekoeman pengganti itoe, jang berpadanan dengan bagian denda jang dibajar itoe.

(29)

Art. 32. (1) De gevangenisstraf en de hechtenis gaan, voor zooveel elke dezer straffen betreft, in: ten aanzien van veroordeel-

den die zich voorloopig in verzekerde bewaring bevinden, op den dag waarop de rechterlijke uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, en ten aanzien van andere veroordeelden op den dag der tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak.

(2) Zijn bij dezelfde rechterlijke uitspraak gevangenisstraf en hechtenis opgelegd ter zake van feiten, waarvoor of voor één van welke de veroordeelde zich voorloopig in verzekerde bewaring bevindt, en erlangt die uitspraak voor alle veroordeelingen op het- zelfde tijdstip kracht van gewijsde, dan gaat de gevangenisstraf

in op dat tijdstip en de hechtenis onmiddellijk nadat de gevange- nisstraf is ondergaan.

Art. 33. (1) Bij de rechterlijke uitspraak kan worden bepaald dat de tijd, door den veroordeelde vóór den dag waarop die uit- spraak in kracht van gewijsde zal zijn gegaan voorloopig in ver- zekerde bewaring doorgebracht, bij de uitvoering van de hem op- gelegde tijdelijke gevangenisstraf, hechtenis of geldboete geheel of gedeeltelijk zal worden in mindering gebracht; wat de geldboe-

te betreft volgens den in het derde lid van artikel 31 bepaalden maatstaf.

(2) De bepaling van dit artikel is ook toepasselijk ingeval, bij gelijktijdige vervolging wegens meerdere feiten, de veroordeeling wordt uitgesproken ter zake van een ander feit dan waarvoor de veroordeelde zich voorloopig in verzekerde bewaring bevindt.

Art. 34. Bij ontvluchting van een veroordeelde tijdens het on- dergaan van zijne straf, wordt de tijd dientengevolge door hem doorgebracht buiten de plaats, waar hij zijne straf moet ondergaan, niet in rekening gebracht op den duur der straf.

Art. 35. (1) De rechten waarvan de schuldige, in de bij dit wetboek of eene andere algemeene verordening bepaalde geval-

len, bij rechterlijke uitspraak kan worden ontzet, zijn:

(30)

Pasal 32. (1) Hoekoeman pendjara dan hoekoeman koe- roengan itoe satoe-satoenja moelaï berlakoe: tentang orang jang

dihoekoem, jang ada dalam tahanan bagi sementara, pada hari kepoetoesan hakim ta' boléh dioebah lagi, dan tentang orang jang dihoekoem jang lain pada hari kepoetoesan hakim didjalankan.

(2) Djika hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroengan sekali didjatoehkan dengan kepoetoesan hakim itoe djoega dan karena perboeatan semoeanja atau satoe dari perboeatan itoe orang jang dihoekoem soedah dalam tahanan, dan waktoe kepoetoesan itoe tidak boléh dioebah lagi, sama tentang segala hoekoeman- nja, maka hoekoeman pendjara itoe moelaï didjalankan pada waktoe itoe dan hoekoeman koeroengan moelaï didjalankan pada waktoe habis hoekoeman pendjara itoe.

Pasal 33. (1) Dengan kepoetoesan hakim boléh ditentoekan, bahwa pada waktoe melakoekan kepoetoesan itoe lamanja orang jang dihoekoem ada dalam tahanan, sebeloem kepoetoesan itoe tidak boléh dioebah lagi akan dikoerangkan, segenapnja atau se- bagiannja dari hoekoeman pendjara sementara atau dari hoekoeman koeroengan ataupoen dari denda; tentang denda menoeroet alasan jang terseboet pada ajat ketiga pasal 31.

(2) Ketentoean pasal ini dikenakan djoega, djika ada penoen- toetan pada masa itoe djoega karena beberapa perboeatan dan hoekoeman didjatoehkan, karena perboeatan jang lain dari pada jang menjebabkan orang jang dihoekoem itoe ditahan.

Pasal 34. Kalau orang hoekoeman lari dalam ia mendjalani hoekoemannja, maka lamanja ia lari dari tempat ia haroes men- djalankan hoekoemannja itoe, tidak dikoerangkan dari lamanja hoe- koeman itoe.

Pasal 35. (1) Hak orang jang salah, jang boléh ditjaboet dengan kepoetoesan hakim dalam hal jang ditentoekan dalam kitab oendang-oendang ini atau dalam verordening 'oemoem jang lain, jaïtoe jang terseboet dibawah ini:

(31)

1°. het bekleeden van ambten of van bepaalde ambten;

2°. het dienen bij de gewapende macht;

3°. het kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens algemeene ver- ordening gehouden verkiezingen;

4°. het zijn van raadsman of gerechtelijk bewindvoerder en het zijn van voogd, toeziende voogd, curator of toeziende curator over anderen dan eigen kinderen;

5°. de vaderlijke macht, de voogdij en de curateele over eigen kinderen;

6°. de uitoefening van bepaalde beroepen.

(2) De bevoegdheid van den rechter om een ambtenaar uit eenig bepaald ambt te ontzetten bestaat niet, wanneer bij alge- meene verordening eene andere macht bij uitsluiting voor die ont- zetting is aangewezen.

Art. 36. Ontzetting van het recht om ambten of bepaalde amb- ten te bekleeden en bij de gewapende macht te dienen kan, behalve in de gevallen in het Tweede Boek omschreven, worden uitgespro- ken bij veroordeeling wegens eenig ambtsmisdrijf of wegens eenig misdrijf, waardoor de schuldige een bijzondere ambtsplicht schond of waarbij hij gebruik maakte van macht, gelegenheid of middel hem door zijn ambt geschonken.

Art. 37. Ontzetting van de vaderlijke macht en van de voogdij, de toeziende voogdij, de curateele en.de toeziende curateele, zoowel over eigen kinderen als over anderen, kan, behalve in de gevallen in het Tweede Boek omschreven, worden uitgesproken bij veroor- deeling van:

1°. ouders of voogden die opzettelijk met een aan hun gezag onderworpen minderjarige aan eenig misdrijf deelnemen;

2°. ouders of voogden die tegen een aan hun gezag onderwor- pen minderjarige eenig misdrijf plegen, omschreven in de Titels XIII, XIV, XV, XVIII, XIX en XX van het Tweede Boek.

(32)

le. mendjabat segala pangkat atau pangkat jang ditentoekan;

2e. masoek bala tentera;

3e. memilih dan boleh dipilih pada pemilihan jang dilakoekan karena verordening 'oemoem;

4e. mendjadi pemberi nasihat atau pengoeasaï alamar (wali jang diakoe hoekoem) atau wali, atau wali pengawas-awasi atau curator atau curator pengawas-awasi atas orang lain dari pada anaknja sendiri;

5e. koeasa bapa, koeasa wali dan curateele atas anaknja sendiri;

6e. melakoekan pekerdjaan jang ditentoekan.

(2) Hakim tidak koeasa akan memetjat seorang amtenar dari pangkatnja, apabila dalam; verordening 'oemoem ada ditoen- djoekkan pembesar lain jang semata-mata koeasa akan melakoe- kan petjatan itoe.

Pasal 36. Memetjatkan dari hak akan memegang segala pang- kat atau pangkat jang ditentoekan dan hak akan masoek bala lentera, lain dari pada dalam hal jang terseboet dalam Boekoe jang Kedoea, boléh djoega didjatoehkan waktoe menghoekoem karena kedjahatan dalam pangkat atau karena kedjahatan me- langgar kewadjiban jang istimewa dalam pekerdjaan atau karena memakai kekoeasaan, kesempatan atau ichtiar jang diperoléhnja dari pangkatnja.

Pasal 37. Memetjatkan dari koeasa bapa dan koeasa wali atau wali pengawas-awasi atau curator atau curator pengawas-awasi, baik atas anak sendiri, baik atas orang lain, lain dari pada dalam hal jang terseboet dalam Boekoe jang Kedoea, boléh djoega di- djatoehkan waktoe menghoekoem:

le. iboe bapa atau wali jang dengan sengadja toeroet berboeat kedjahatan bersama-sama dengan anak beloem 'akil balig, jang dibawah kekoeasaannja;

2e. iboe bapa atau wali jang berboeat kedjahatan kepada anak beloem 'akil balig jang dibawah kekoeasaannja, ja'itoe ke- djahatan jang terseboet dalam Titel XIII, XIV, XV, XVIII, XIX dan XX Boekoe jang Kedoea.

Oendang-oendang Hoekoeman. 3

(33)

Art. 38. ( 1 ) Wanneer ontzetting van rechten wordt uitgespro- ken, bepaalt de rechter den duur als volgt:

1°. bij veroordeeling tot de doodstraf of tot levenslange gevange- nisstraf, voor het leven;

2°. bij veroordeeling tot tijdelijke gevangenisstraf of tot hech- tenis voor een tijd den duur der hoofdstraf ten minste twee en ten hoogste vijf jaren te boven gaande;

3°. bij veroordeeling tot geldboete, voor een tijd van ten minste twee en ten hoogste vijf jaren.

(2) De straf gaat in op den dag waarop de rechterlijke uit- spraak kan worden ten uitvoer gelegd.

Art. 39. (1) Voorwerpen den veroordeelde toebehoorende, door middel van misdrijf verkregen of waarmede misdrijf opzettelijk is gepleegd, kunnen worden verbeurd verklaard.

(2) Bij veroordeeling wegens misdrijf, niet opzettelijk ge- pleegd of wegens overtreding, kan gelijke verbeurdverklaring wor- den uitgesproken in de bij wettelijk voorschrift bepaalde gevallen.

(3) Verbeurdverklaring kan worden uitgesproken ten laste van den schuldige die ter beschikking van de Regeering is gesteld, doch alleen van goederan welke reeds in beslag zijn genomen.

Art. 40. Bij bezit, in- of vervoer van goederen in strijd met de bepalingen betreffende 's lands middelen en pachten, met die ter regeling van het toezicht op de scheepvaart in bepaalde ge- deelten van Nederlandsch-Indië en met die tot verbod van in-, uit- en doorvoer van goederen, door een persoon beneden den leeftijd van zestien jaren, kan de rechter, ook indien de schuldige zonder toepassing van eenige straf aan zijne ouders, zijn voogd of zijn verzorger wordt teruggegeven, de verbeurdverklaring van de aangehaalde goederen uitspreken.

Art. 41. (1) Verbeurdverklaring van niet in beslag genomen voorwerpen wordt, ingeval die voorwerpen niet worden uitgeleverd

(34)

Pasal 38. (1) Kalau dipoetoeskan orang dipetjatkan dan haknja, maka lama petjatan itoe ditentoekan oléh hakim seperti berikoet:

le. djika seorang dihoekoem mati atau pendjara se'oemoer hidoep, ialah selama hidoep;

2e. djika ia dihoekoem pendjara sementara atau koeroengan, ialah sekoerang-koerangnja doea tahoen dan selama-lamanja lima tahoen lebih lama dari hoekoeman oetama (hoofdstraf);

3e. djika ia dihoekoem denda, ialah sekoerang-koerangnja doea tahoen dan selama-lamanja lima tahoen.

(2) Hoekoeman itoe moelaï berlakoe pada hari kepoetoesan hakim dapat didjalankan.

Pasal 39. (1) Barang kepoenjaan orang jang dihoekoem, jang diperoléhnja dengan kedjahatan atau jang dengan sengadja dipakainja akan mengerdjakan kedjahatan, boleh dirampas.

(2) Djika seorang dihoekoem" karena melakoekan kedjahatan tiada dengan sengadja atau karena melakoekan pelanggaran, boleh djoega didjatoehkan hoekoeman merampas itoe dalam hal jang ditentoekan dalam oendang-oendang.

(3) Hoekoeman merampas itoe boleh djoega didjatoehkan atas orang jang bersalah jang diserahkan kepada Pemerintah, tetapi hanjalah tentang barang jang soedah ditangkap.

Pasal 40. Djika seorang anak jang dibawah 'oemoer enam belas tahoen menaroeh, membawa masoek atau membawa barang dengan melanggar ketentoean tentang pentjarian dan pak Goeber- nemén, atau dengan melanggar ketentoean tentang pengawasan atas perdjalanan kapal dalam bagian Hindia jang ditentoekan atau dengan melanggar ketentoean tentang larangan membawa masoek, mengeloearkan dan membawa! barang, maka bolehlah hakim men- djatoehkan hoekoeman merampas barang jang ditangkap itoe, meskipoen orang jang bersalah itoe dikembalikan kepada orang toeanja, walinja atau pemeliharanja dengan tidak dihoekoem se- kalipoen.

Pasal 41. (1) Hoekoeman merampas barang jang tidak di- tangkap, diganti dengan hoekoeman koeroengan, djika ditahan ba-

(35)

of het geldelijk bedrag waarop zij bij de uitspraak geschat wor- den niet wordt betaald, vervangen door hechtenis.

(2) De duur dezer hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste zes maanden.

(3) Die duur wordt in de rechterlijke uitspraak in dier voege bepaald, dat voor een geldelijk bedrag van een halven gulden of minder een dag, voor een hooger bedrag niet meer dan een dag voor eiken halven gulden en voor het overblijvend gedeelte daar- van in de plaats treedt.

(4) Op deze hechtenis is artikel 31 van toepassing.

(5) Ook de uitlevering van de voorwerpen bevrijdt van de hechtenis.

Art. 42. Alle kosten van gevangenisstraf en hechtenis komen ten laste, alle opbrengst van geldboeten en verbeurdverklaringen ten

bate van den lande. _ _ ^ _ _ _ _ Art. 43. In de gevallen waarin de rechter krachtens dit wet-

boek of eene andere algemeene verordening de openbaarmaking zijner uitspraak gelast, bepaalt hij tevens de wijze waarop aan dien last op kosten van den veroordeelde uitvoering wordt gegeven.

TITEL III.

U i t s l u i t i n g , v e r m i n d e r i n g e n v e r h o o g i n ' g d e r s t r a f b a a r h e i d .

Art. 44. (1) Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing zijner

verstandelijke vermogens niet kan worden toegerekend.

(2) Blijkt dat het begane feit hem wegetns de gebrekkige ont- wikkeling of ziekelijke storing zijner verstandelijke vermogens niet kan worden toegerekend, dan kan de rechter gelasten dat hij in een krankzinnigengesticht worde geplaatst gedurende een proef- tijd, den termijn van een jaar niet te boven gaande.

(3) Het bepaalde in het voorgaande lid geldt alleen voor de Europeesche rechtbanken en voor de landraden en de daarmede gelijkstandige Inlandsche rechtbanken.

(36)

rang itoe tidak diserahkan atau harganja jang ditaksir dalam ke- poetoesan tidak dibajar.

(2) Hoekoeman koeroengan pengganti itoe sekoerang-koerang- nia satoe hari dan selama-lamanja enam boelan.

(3) Menentoekan lama hoekoeman koeroengan pengganti itoe begini: djika harganja setengah roepiah atau koerang, diganti dengan satoe hari; djika lebih dari itoe, bagi tiap-tiap setengah roepiah gantinja tidak lebih dari satoe hari; demikian djoega bagi sisanja jang ta' tjoekoep setengah roepiah lagi.

(4) Atas hoekoeman koeroengan itoe lakoelah pasal 31.

(5) Djika barang itoe diserahkan, orang lepas djoega dari hoekoeman koeroengan itoe.

Pasal 42. Segala ongkos hoekoeman pendjara dan hoekoeman koeroengan akan dibajar oléh Negeri dan segala oeang denda

dan rampasan djadi keoentoengan Negeri.

Pasal 43. Djika hakim memerintahkan meng'oemoemkan ke- poetoesannja menoeroet kitab oendang-oendang ini atau oendang- oendang 'oemoem jang lain, haroes ditentoekannja poela bagai- mana mendjalankan perintah itoe dengan belandja orang jang dihoekoem.

TITEL III.

M e n g e t j o e a l i k a n , m e n g o e r a n g i d a n m e n a m b a h i h o e k o e m a n .

Pasal 44. (1) Orang, jang mengerdjakan soeatoe perboeatan sebab koerang sempoerna 'akalnja atau karena sakit beroebah 'akal, sehingga perboeatan itoe tidak patoet ditanggoengkan ke- padanja, tidak boleh dihoekoem.

(2) Djika njata perboeatan itoe tidak patoet ditanggoengkan kepadanja sebab koerang sempoerna 'akalnja atau sakit beroebah 'akal, maka bolehlah hakim memerintahkan memasoekkan dia ke- dalam roemah sakit orang gila selama-lamanja satoe tahoen oen- toek diperiksa.

(3) Jang ditentoekan pada ajat jang diatas ini, hanjalah lakoe oentoek pengadilan Eropah dan landraad dan pengadilan Boemipoetera jang sepangkat dengan landraad itoe.

(37)

Art. 45. Bij strafrechtelijke vervolging van een minderjarigen persoon wegens een feit, begaan voordat hij den leeftijd van zes- tien jaren heeft bereikt, kan de rechter:

hetzij bevelen dat de schuldige aan zijne ouders, zijn voogd of zijn verzorger zal worden teruggegeven, zonder toepassing van eenige straf,

hetzij, indien het feit valt in de bepaling van een misdrijf, dan wel in die van eene der overtredingen, omschreven in de artikelen 489, 490, 492, 496, 497, 503 — 505, 514, 517 — 519, 526, 531, 532, 536 en 540 en is begaan nadat nog geen twee jaren zijn ver- loopen sedert eene vroegere schuldigverklaring van denzelfden per- soon aan eene dezer overtredingen of aan eenig misdrijf onher- roepelijk is geworden, bevelen dat de schuldige ter beschikking

van de Regeering zal worden gesteld, zonder toepassing van eenige straf,

hetzij den schuldige tot straf veroordeelen.

Art. 46. (1) Indien de rechter heeft bevolen, dat de schuldige ter beschikking van de Regeering zal worden gesteld, wordt hij:

hetzij in een landsopvoedingsgesticht geplaats, ten einde al- daar, of later op andere wijze, van Regeeringswege in zijne op- voeding worde voorzien,

hetzij ter opvoeding toevertrouwd aan een in Nederlandsch-Indië gevestigd bijzonder persoon of aan eene aldaar gevestigde, rechts- persoonlijkheid bezittende vereeniging, of aan eene aldaar ge- vestigde stichting of instelling van weldadigheid, ten einde door deze, of later op andere wijze, van Regeeringswege in zijne op- voeding worde voorzien,

in het eene en het andere geval uiterlijk tot hij den leeftijd van achttien jaren zal hebben bereikt.

(2) Bepalingen ter uitvoering van het eerste lid van dit artikel worden bij ordonnantie vastgesteld.

Art. 47. (1) Indien de rechter den schuldige tot straf ver- oordeelt, wordt het maximum der hoofdstraffen, op het strafbare feit gesteld, met een derde verminderd.

(2) Geld het een misdrijf waarop de doodstraf of een misdrijf

(38)

Pasal 45. Djika seorang anak jang beloem 'akil balig ditoen- toet karena perboeatan jang dikerdjakannja ketika 'oemoernja be- loem enam belas tahoen, bolehlah hakim:

memerintahkan, soepaja anak itoe dikembalikan kepada orang toeanja atau walinja atau pemeliharanja dengan tidak dikenakan sesoeatoe hoekoeman,

atau memerintahkan, soepaja anak itoe diserahkan kepada Pe- merintah dengan tidak dikenakan sesoeatoe hoekoeman, ja'ni djika perboeatan itoe masoek bagian kedjahatan atau pelanggaran, jang terseboet dalam pasal 489, 490, 492, 496, 497, 503-505, 514, 517-519, 526, 531, 532, 536 dan 540, serta perboeatan itoe di- lakoekannja sebeloemnja laloe doea tahoen sesoedah kepoetoesan jang menjalankan dia berboeat salah satoe pelanggaran itoe atau sesoeatoe kedjahatan, tiada boleh dioebah lagi,

atau menghoekoem anak jang salah itoe.

Pasal 46. (1) Djika hakim memerintahkan orang jang salah itoe akan diserahkan kepada Pemerintah, maka ia:

ditempatkan dalam roemah Negeri tempat mendidik anak-anak, soepaja disitoe, atau kemoedian dengan djalan lain, ia mendapat didikan dari pihak Pemerintah,

atau diberikan kepada seorang-orang jang ada di Hindia Be- landa atau kepada perhimpoenan atau perserikatan jang berbadan hak jang ada di Hindia Belanda, atau kepada balai derma jang ada disini, soepaja disitoe atau kemoedian dengan djalan lain, ia mendapat didikan dari pihak Pemerintah,

dalam kedoea hal itoe selama-lamanja sampai tjoekoep 'oemoer- nja delapan belas tahoen.

(2) Ketentoean akan mendjalankan ajat pertama pasal ini ditetapkan dengan ordonansi.

Pasal 47. (1) Kalau hakim menghoekoem anak jang salah itoe, maka hoekoeman oetama jang seberat-beratnja, jang ditetap- kan akan penghoekoem kedjahatan itoe, dikoerangi dengan seper- tiganja.

(2) Djika kedjahatan itoe diantjam dengan hoekoeman mati

(39)

waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevange- nisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

(3) De in artikel 10 onder b, 1° en 3° vermelde bijkomende straffen worden niet opgelegd.

Art. 48. Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedwongen.

Art. 49.(1) Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf eerbaarheid of goed tegen oogenblikkelijke of onmiddellijk drei- gende, wederrechtelijke aanranding.

(2) Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijke gevolg is geweest van eene hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.

Art. 50. Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.

Art. 51. (1) Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gegeven door het daartoe be- voegde gezag.

(2) Eën onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de straf- baarheid niet op, tenzij het door den ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven werd beschouwd en de nakoming daar- van binnen den kring zijner ondergeschiktheid was gelegen.

Art. 52. Indien een ambtenaar door het begaan van een straf- baar feit een bijzoWderen ambtsplicht schendt of bij het begaan van een strafbaar feit gebruik maakt van macht, gelegenheid of middel hem door zijn ambt geschonken, kan de straf met een der- de worden verhoogd.

(40)

atau hoekoeman pendjara se'oemoer hidoep, maka anak itoe di- hoekoem pendjara selama-lamanja lima belas tahoen.

(3) Hoekoeman tambahan jang terseboet pada pasal 10 da- lam bagian b, le dan 3e tidak boleh dikenakan.

Pasal 48. Orang, jang berboeat perboeatan karena ia dipaksa oléh sesoeatoe kekoeatan jang ta' dapat dilawannja, tidak boleh dihoekoem.

Pasal 49. (1) Orang, jang berboeat perboeatan, jang ter- paksa dikerdjakannja akan mempertahankan dirinja atau diri orang lain, atau mempertahankan peri kesopanan atau harta benda ke- poenjaannja sendiri atau kepoenjaan orang lain, dari pada

serangan jang melawan hak dan mengantjam pada ketika itoe djoega maka orang itoe tidak boleh dihoekoem.

(2) Orang, jang melampaui batas pertahanan jang perloe, djika perboeatan itoe dilakoekannja karena panas hatinja jang amat sangat atau gelap matanja, tersebab oléh serangan itoe, maka orang itoe tidak boleh dihoekoem.

Pasal 50. Orang, jang berboeat perboeatan oentoek mendja- lankan oendang-oendang, tidak boleh dihoekoem.

Pasal 51. (1) Orang, jang berboeat perboeatan oentoek mendjalankan perintah djabatan jang diberikan oléh koeasa jang berhak akan itoe, tidak boleh dihoekoem.

(2) Perintah djabatan jang diberikan oléh koeasa jang tidak berhak, tidak membebaskan dari hoekoeman, ketjoeali kalau de- ngan toeloes hati pegawai jang dibawahnja itoe menjangka bahwa pembesar itoe berhak akan memberi perintah itoe dan peri men- djalankan perintah itoe mendjadi kewadjiban pegawai jang di- bawah perintah itoe.

Pasal 52. Djikalau seorang pegawai, meroesakkan kewadjib- annja jang istimewa dalam pangkatnja oléh karena melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem, atau dalam mendjalankan ke- djahatan itoe ia memakai kekoeasaannja atau kesempatan atau ichtiar jang diperoléhnja dari pangkatnja, maka bolehlah hoekoem- annja ditambah dengan sepertiganja.

(41)

TITEL IV.

P o g i n g .

Art. 53. (1) Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen des daders zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard en de uitvoering alleen ten gevolge van omstandig- heden van zijnen wil onafhankelijk, niet is voltooid.

(2) Het maximum der hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde verminderd.

(3) Geldt het een misdrijf waarop de doodstraf of een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevange-

nisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

(4) De bijkomende straffen zijn voor poging dezelfde als voor het voltooide misdrijf.

Art. 54. Poging tot overtreding is niet strafbaar.

TITEI V.

D e e l n e m i n g a a n s t r a f b a r e f e i t e n .

Art. 55. (1) Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:

1°. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;

'2°, zij die door giften, beloften, misbruik van gezag of vasi aan- zien, geweld, bedreiging of misleiding of door het verschaf- fen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzet- telijk uitlokken.

(2) Ten aanzien der laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hare :gevolgen.

(42)

TITEL IV.

M e n t j o b a m e l a k o e k a n k e d j a h a t a n d a n p e l a n g g a r a n .

Pasal 53. (1) Mentjoba melakoekan kedjahatan haroes di- hoekoem, bila maksoed akan melakoekan kedjahatan itoe soedah njata karena soedah dimoelaïnja memboeat kedjahatan itoe dan perboeatan itoe tidak disoedahi hanjalah oléh sebab hal jang tidak bergantoeng kepada kehendaknja sendiri.

(2) Hoekoeman jang setinggi-tingginja jang dioentoekkan bagi salah satoe kedjahatan dikoerangi dengan sepertiganja dalam hal kedjahatan itoe baroe ditjoba dilakoekan.

(3) Djika kedja'titan itoe boleh dihoekoem dengan hoekoeman mati atau hoekoeman pendjara se'oemoer hidoep, maka didjatoeh- kanlah hoekoeman pendjara jang selama-lamanja lima belas tahoen.

(4) Oentoek melakoekan kedjahatan dan mentjoba melakoe- kan kedjahatan itoe, sama sadja hoekoeman tambahannja.

Pasal 54. Mentjoba melakoekan pelanggaran tidak boleh di- hoekoem.

TITEL V.

T o e r o e t m e l a k o e k a n p e r b o e a t a n j a n g b o l e h d i h o e k o e m .

Pasal 55. ( 1 ) Jang dihoekoem sebab melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem:

le. orang jang melakoekan, jang menjoeroeh lakoekan atau toeroet melakoekan perboeatan itoe;

2e. orang jang dengan sengadja menjebabkan perboeatan itoe dilakoekan karena pemberian, perdjandjian, salah memakai kekoeasaan atau kemoeliaannja, memakai paksaan, antjaman atau tipoe atau karena memberi kesempatan, ichtiar atau ke- terangan oentoek itoe.

(2) Tentang orang jang terseboet dalam sub 2e itoe jang patoet ditanggoengkan kepadanja hanjalah perboeatan jang senga-

dja disebabkan oléh mereka itoe serta 'akibat perboeatan itoe.

(43)

Art. 56. Als medeplichtigen aan een misdrijf worden gestraft:

1°. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;

2°. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen ver- schaffen tot het plegen van het misdrijf.

Art. 57. (1) Het maximum der hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd.

(2) Geldt het een misdrijf waarop de doodstraf of een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevange- nisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

(3) De bijkomende straffen zijn voor medeplichtigheid dezelf- de als voor het misdrijf zelf.

(4) Bij het bepalen van de straf komen alleen die handelin- gen in aanmerking die de medeplichtige opzettelijk heeft gemak- kelijk gemaakt of bevorderd, benevens hare gevolgen.

Art. 58. De persoonlijke omstandigheden waardoor de straf- baarheid uitgesloten, verminderd of verhoogd wordt, komen bij de toepassing der strafwet alleen in aanmerking ten aanzien van dien dader of medeplichtige wien zij persoonlijk betreffen.

Art. 59. In de gevallen waarin wegens overtreding straf wordt bepaald tegen bestuurders, leden van eenig bestuur of commis-

sarissen, wordt geene straf uitgesproken tegen den bestuurder of commissaris van wien blijkt dat de overtreding buiten zijn toe- doen is gepleegd.

Art. 60. Medeplichtigheid aan overtreding is niet strafbaar.

Art. 61. (1) Bij misdrijven door middel van de drukpers gepleegd word de uitgever als zoodanig niet vervolgd, indien het gedrukte stuk zijn naam en woonplaats vermeldt en de dader

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Adapoen magistraat 2 seadanja di bawah parentah Resident 2 dan magistraat magistraat itoelah jang wadjib melaloekan dan mema- liharakan sekalian hal poelisi poelisi hingga jang

koentji tiroewan, koentji palsoe, koentji ohahan, atawa koentji jang tida di tentoeken oleh jang poenja, atawa oleh jang sewa atawa oleh jang pegang roema makan, atawa oleh

(2) Penangkapan dan pendjoealan barang 2 jang dapat di pindah- pindahkan di d jadikan menoeroet sepandjang atoeran 2 jang terseboet dalam fatsal 38, 39, 40, 41, 42 dan 43

Kalau tempo 2 itoe soedah liwat, orang blom bajar den- da, lantas denda diganti hoekoeman pendjara atau krakal didjalan besar, dapat makan tida dapat oepahan, boewat satoe

Oendang-oendang jang terseboet itoe soedah moela'i berlakoe pada tanggal 1 Augustus 1916, akan tetapi baroe-baroe ini sadja ditetapkan dalam seboewah ordonansi amtenar-amtenar

diatas ini atau kaloe boemi poetera itoe melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem pada Goepernemen (kepoenjaannja atau kehasilannja) atau melanggar oendang 2 nja Goepernemen

Oléh sebab dalam bermatjam-matjam peroesahaan, lebih-lebih dionderneming, kerap kali perloe membawa lebih dari empat orang koeli dalam tempat moeatan vrachtauto, maka pembesar jang

kali menerbitken rasa heran dalem pikiran sekalian pembatja. Tapi rasa heran itoe nanti bisa linjap kaloe di sini kita terang- : ken lantaran dia hendak mendjaga